De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;
Besluit:
TOELICHTING
1. Aanleiding
In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen
een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Titel 4.5 (Investeringssubsidie
duurzame energie) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) heeft
derhalve een vervaldatum van 1 januari 2021. Om hieronder vermelde redenen is besloten
deze vervaldatum voor deze subsidiemodule te verlengen met vijf jaar, tot 1 januari
2026. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het
ontwerp van deze wijzigingsregeling op 3 september 2020 aan de Tweede Kamer overgelegd.
2. De subsidiemodule ISDE
De subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie (hierna: ISDE) beoogt de productie
van duurzame energie te stimuleren ten behoeve van de realisatie van de duurzame energiedoelstelling
uit het Energieakkoord: een aandeel van 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% in
2023. Op grond van de ISDE wordt subsidie verstrekt aan met name relatief kleine productie-installaties
die om goede redenen geen gebruik kunnen maken van de exploitatiesubsidie, die wordt
verstrekt op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE+). Met
name warmteprojecten hebben in de SDE+ te maken met hoge kosten voor bemetering. Daarom
is het niet zinvol om kleinere installaties voor de productie van duurzame energie
via de SDE+ te stimuleren en is voor dit type kleinere installaties gekozen voor een
investeringssubsidie die in de ISDE is ondergebracht.
De investeringssubsidie van de ISDE is van belang, omdat de kosten van de kleinschalige
installaties voor de productie van duurzame energie te hoog zijn ten opzichte van
de kosten van fossiele energie. Daardoor zijn de private baten te laag, waardoor het
rendement van de investering te laag is en er vanuit het private domein te weinig
wordt geïnvesteerd. Er is derhalve sprake van marktfalen, die door middel van de investeringssubsidie
wordt weggenomen, zolang het prijsverschil tussen de desbetreffende installaties voor
de productie van fossiele en van duurzame energie nog bestaat. Er zijn de afgelopen
jaren dan ook verschillende soorten installaties gesubsidieerd, zoals zonneboilers,
biomassaketels, pellet kachels en warmtepompen. De ISDE richt zich thans specifiek
op de stimulering van de aanschaf van warmtepompen en zonneboilers.
Uit de in 2019 uitgevoerde evaluatie (Kamerstukken II 2019/20, 31 239, nr. 306) is gebleken dat de ISDE conform de doelstellingen wordt ingezet voor kleinschalige
installaties voor de productie van duurzame energie, dat door de ISDE gesubsidieerde
projecten een bijdrage leveren aan duurzame energieopwekking en dat de ISDE een toegankelijk
subsidie-instrument is. Mede dankzij de toegankelijkheid wordt een substantiële bijdrage
geleverd aan het gebruik en de productie van duurzame energie. De ISDE zal, conform
hetgeen bij de aanbieding van de evaluatie aan de Tweede Kamer is aangegeven, dan
ook worden gecontinueerd en verbreed door toevoeging van isolatiemaatregelen voor
particuliere koopwoningen. Dit voornemen geeft invulling aan de betreffende afspraken
uit het Klimaatakkoord (Kamerstukken II 2019/20, 32 813, nr. 342). Daarnaast wordt beoogd de aansluiting van particuliere koopwoningen op warmtenetten
vanuit de ISDE te subsidiëren (Kamerstukken II 2019/20, 32 813, nr. 532). Om deze redenen wordt de vervaldatum van de ISDE verlengd tot 1 januari 2026.
3. Staatssteun
De ISDE bevat staatssteun die gerechtvaardigd wordt door artikel 41 van de algemene
groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 4.5.18 RNES). De verlenging van de horizonbepaling
brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, omdat de voorwaarden van de ISDE
ongewijzigd blijven. De datum van de verlengde horizonbepaling van deze subsidiemodule
ligt na de datum waarop de looptijd van de algemene groepsvrijstellingsverordening
verstrijkt. Behoudens het geval waarin de algemene groepsvrijstellingsverordening
verlengd wordt, zal de ISDE na die datum (dat is 31 december 2022) alleen worden opengesteld,
indien hiervoor in het staatssteunrecht een (andere of nieuwe) rechtvaardigingsgrond
gevonden kan worden. Alsdan zal de desbetreffende subsidiemodule hier ook op worden
aangepast door de andere of nieuwe rechtvaardigingsgrond te noemen en zo nodig inhoudelijke
wijzigingen als gevolg van de nieuwe kaders aan te brengen.
4. Regeldruk
De wijziging van de vervaltermijn leidt niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen
en derhalve ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van
de ISDE.
5. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Met de bekendmaking
en inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij de systematiek van de
vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste
dag van een kwartaal in werking treden en er minimaal twee maanden moeten zitten tussen
het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes