Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 14 oktober 2020, nr. VO/164817, houdende wijziging van de Subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s 2020–2021 in verband met het aanpassen van een aantal subsidieplafonds voor het tweede en derde tijdvak en de verlenging van de uitvoeringstermijn

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING INHAAL- EN ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA’S 2020–2021

De Subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s 2020–2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 51.000.000,–’ vervangen door ‘€ 88.099.200,–’.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 21.795.500,00’ vervangen door ‘€ 50.953.500,–’.

3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,–’ vervangen door ‘€ 41.853.600,–’.

4. In het tweede lid, onderdeel e, wordt ‘€ 432.900,00’ vervangen door ‘€ 1.814.400,–’.

5. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Na toepassing van het derde en vierde lid is voor de subsidieverstrekking op grond van deze regeling voor het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, voor instellingen als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover die uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs verzorgen € 323.000,– beschikbaar.

B

In artikel 12, vierde lid, wordt ’31 december 2020’ vervangen door ’31 augustus 2021’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 18 augustus 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Op 25 mei 2020 werd de subsidieregeling Inhaal- en Ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020–2021 gepubliceerd1. Op grond van deze regeling konden scholen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs en instellingen voor mbo, vavo en overige educatie subsidie aanvragen voor het in schooljaar 2020/2021 (laten) organiseren van inhaal- en ondersteuningsprogramma’s naast het reguliere onderwijsprogramma. Deze inhaal- en ondersteuningsprogramma’s hebben als doel leerlingen, studenten, vavo-studenten en deelnemers te helpen leerachterstanden, die zij hebben opgelopen in verband met de gehele of gedeeltelijke sluiting van scholen en instellingen dit jaar wegens de uitbraak van COVID-19, weg te werken en hen daarbij te ondersteunen. Voor mbo biedt de regeling daarnaast de mogelijkheid om studenten die vertraging in de beroepspraktijkvorming hebben opgelopen daar extra begeleiding bij te bieden. De subsidieregeling kent een drietal mogelijke aanvraagtijdvakken: het eerste tijdvak loopt van 2 juni tot en met 21 juni 2020, het tweede tijdvak van 18 augustus tot en met 18 september 2020 en – indien het subsidieplafond dan nog niet zou zijn bereikt – het derde tijdvak van 19 oktober tot en met 1 november 2020.

Na afloop van het eerste aanvraagtijdvak is gebleken dat voor de sectoren voortgezet onderwijs en overige educatie met het totaal aangevraagde subsidiebedrag het voor dat tijdvak beschikbare budget was overschreden. Daarom is besloten het totale budget voor deze sectoren (het eerste en het tweede tijdvak tezamen) anders over beide tijdvakken te verdelen dan 50%/50% zoals in de oorspronkelijke regeling was bepaald, zodat alle aanvragen in het eerste tijdvak die voldeden aan de gestelde voorwaarden alsnog gehonoreerd konden worden. Dit had geen consequenties voor de overige sectoren: ook daar zijn alle aanvragen gehonoreerd. Het voor deze sectoren na het eerste tijdvak nog overgebleven budget is conform de regeling beschikbaar gesteld voor het tweede tijdvak. Deze wijzigingsregeling is op 10 juli 2020 gepubliceerd in de Staatscourant.2

Nu ook het tweede aanvraagtijdvak is afgelopen, is gebleken dat voor alle sectoren, behalve het vavo, sprake was van overintekening en daarmee van overschrijding van het subsidieplafond dat per sector was vastgesteld. Op grond van artikel 8 van de oorspronkelijke regeling had daarom geloot moeten worden en een groot gedeelte van de aanvragen had moeten worden afgewezen. Voor het mbo had per aanvraag minder dan 100% van het aangevraagde bedrag moeten worden toegekend. In onderstaande tabellen wordt het aantal aanvragen, het aangevraagde en toegekende subsidiebedrag in het eerste tijdvak en het aangevraagde subsidiebedrag in het tweede tijdvak weergegeven. In de eerste tabel wordt de situatie voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het mbo en overige educatie geschetst. Afgezet tegen het in het tweede tijdvak per sector nog beschikbare budget (subsidieplafond tweede tijdvak) leidt het in het tweede tijdvak aangevraagde subsidiebedrag voor deze sectoren tot budgetoverschrijding en dus een tekort. Aangezien in het vavo geen sprake is van budgetoverschrijding en er nog een resterend budget is voor het derde tijdvak, is de situatie voor het vavo in een aparte tabel weergegeven.

Sector

Aantal aanvragen 1e tijdvak

Aangevraagde en toegekende subsidie 1e tijdvak

Aantal aanvragen 2e tijdvak

Aangevraagd subsidiebedrag 2e tijdvak

Subsidie-plafond 2e tijdvak

Tekort

PO

1.129

€ 25.963.200

3.556

€ 88.099.200

€ 76.036.800

€ –12.062.400

VO

352

€ 43.204.500

392

€ 50.953.500

€ 21.795.500

€ –29.158.000

MBO

45

€ 22.677.750

52

€ 41.853.600

€ 41.372.250

€ –481.350

Overige educatie

11

€ 1.367.100

9

€ 1.814.400

€ 432.900

€ –1.381.500

Totaal

1.559

€ 94.009.950

4.032

€ 182.720.700

€ 140.990.050

€ –43.083.250

Aanvragen, toegekende subsidie en voor 3e tijdvak resterend budget vavo

Aantal aanvragen 1e tijdvak

Aangevraagde en toegekende subsidie 1e tijdvak

Aantal aanvragen 2e tijdvak

Aangevraagd subsidiebedrag 2e tijdvak

Subsidie-plafond 2e tijdvak

Resterend budget voor 3e tijdvak

22

€ 797.400

23

€ 1.029.600

€ 1.352.600

€ 323.000

In totaal zijn er 5591 aanvragen ingediend voor subsidie om een inhaal- en ondersteuningsprogramma te kunnen organiseren. Daarmee kan gesteld worden dat de subsidieregeling voorziet in een grote behoefte van scholen en instellingen aan extra financiële armslag om in deze ingewikkelde tijd een goed aanvullend programma te (laten) organiseren om leerachterstanden weg te werken en leerlingen, studenten, vavo-studenten en deelnemers extra ondersteuning te bieden. Voor mbo biedt de regeling daarnaast de mogelijkheid om studenten die vertraging in de beroepspraktijkvorming hebben opgelopen daar extra begeleiding bij te bieden. Met het overschrijden van het beschikbare budget met bijna € 43,1 mln. zouden echter veel aanvragen na loting moeten worden afgewezen of voor een lager bedrag moeten worden toegekend. Uitgaande van het subsidiebedrag van€ 900,– per leerling, student, vavo-student of deelnemer, zou deze mogelijkheid daardoor onthouden worden aan zo’n 47.500 leerlingen, studenten en deelnemers die naar het oordeel van de aanvragers behoefte aan en baat bij een inhaal- en ondersteuningsprogramma zouden hebben. Dit wordt onwenselijk geacht en daarom is besloten hiervoor geld vrij te maken (€ 38 mln.) en ook het resterende budget op de subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s voor voorschoolse educatie (ca. € 5 mln.) hiervoor in te zetten. Hiermee kunnen alle ingediende aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, worden gehonoreerd. Met deze wijzigingsregeling wordt dit geëffectueerd door ophoging van de subsidieplafonds per sector in artikel 5 van de regeling, met uitzondering van het vavo. Daardoor kan voor alle aanvragers conform de artikelen 13, eerste lid, onder b, 14, eerste lid, onder b, en 15, eerste lid, onder b, van de regeling de subsidie worden verstrekt op 16 oktober 2020 en kunnen alle aanvragers op die dag hiervan ook in kennis worden gesteld.

Ook wordt met deze wijzigingsregeling in artikel 5 van de regeling het subsidieplafond voor het derde aanvraagtijdvak voor het vavo vastgesteld. Conform de oorspronkelijke regeling zou er immers nog een derde tijdvak zijn indien het budgetplafond per sector na het tweede tijdvak nog niet was bereikt. Dit is alleen in het vavo het geval. In het derde tijdvak kan voor het vavo nog voor een bedrag van maximaal € 323.000,– subsidie worden aangevraagd op grond van deze regeling. Voor de andere sectoren is er geen derde aanvraagtermijn.

Ten slotte wordt met deze wijzigingsregeling de periode waarin inhaal- en ondersteuningsprogramma’s waarvoor in het eerste aanvraagtijdvak subsidie is aangevraagd en toegekend kunnen worden uitgevoerd, verlengd tot en met 31 augustus 2021. Op grond van artikel 12 van de regeling zouden deze activiteiten moeten worden uitgevoerd tussen 1 juli 2020 en 31 december 2020. Mede gelet op de nieuwe situatie met betrekking tot de verspreiding van COVID-19 en in het kader daarvan getroffen en (mogelijk) nog te treffen maatregelen, is gebleken dat de uitvoering van verschillende programma’s (soms forse) vertraging en uitloop heeft opgelopen of naar verwachting nog zal oplopen. Dat is de aanvragers noch de deelnemers aan de programma’s te verwijten. In het belang van de deelnemende leerlingen, studenten, vavo-studenten en deelnemers is daarom besloten de periode waarin deze activiteiten uitgevoerd kunnen worden te verlengen tot en met 31 augustus 2021.

Voor terugwerkende kracht tot en met de eerste dag van de tweede aanvraagperiode is gekozen om te verduidelijken dat de verhoogde subsidieplafonds voor het gehele tweede tijdvak gelden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven