Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Justitie en Veiligheid van 23 september 2020, nummer 3019966, houdende wijziging van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 48a, 48s en 48t van de Wet Justitie-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage G, artikel G3, wordt ‘€ 10.921.161’ vervangen door ‘€ 9.921.161’.

B

Bijlage Ha, artikel Ha3, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘€ 47.380.000’ vervangen door ‘€ 76.980.000’;

2. In onderdeel d wordt ‘€ 28.855.000’ vervangen door ‘€ 58.455.000’.

C

In bijlage Hb, artikel Hb3, wordt ‘€ 3.335.099’ vervangen door ‘€ 4.335.099’.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdelen A en C werken terug tot en met 31 mei 2019.

  • 3. Artikel I, onderdeel B werkt terug tot en met 4 mei 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 september 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 bevat een aanpassing in het budget van de specifieke maatregelen met betrekking tot terugkeer, in het bijzonder het project ERRIN, en een correctie van de subsidieplafonds van de bijlagen G Risico- en crisisbeheersing en Hb Het inrichten van een nationale passagiersinformatie-eenheid (Pi-NL).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en C (bijlagen G, artikel G3en Hb, artikel Hb3)

In de wijziging van de Subsidieregeling die op 20 december 2019 is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2019, 70093), is het subsidieplafond voor bijlage G Risico- en crisisbeheersing ten onrechte met € 1.000.000 verhoogd. Deze verhoging is, zo blijkt ook uit de toelichting, bedoeld om onderbesteding van het Intern Veiligheidsfonds (Politie) zoveel mogelijk te voorkomen en om te worden toegevoegd aan het project ‘Pi-NL TRIP – PIU NL’. De verhoging van het subsidieplafond is echter gekoppeld aan de verkeerde bijlage. Het project ‘Pi-NL TRIP – PIU NL’ is opgenomen onder bijlage Hb. Met deze wijziging wordt de onterechte verhoging van bijlage G gecorrigeerd en de verhoging van het subsidieplafond verwerkt in bijlage Hb. Deze aanpassing heeft geen nadelige gevolgen voor subsidieaanvragen op grond van bijlage G. De verstrekkingen komen overeen met het verlaagde subsidieplafond en er zijn geen nieuwe aanvragen.

Onderdeel B (bijlage G, artikel G3)

Deze wijziging betreft een aanpassing in het budget van de specifieke maatregelen. Ter versterking van de operationele behoeften van de specifieke maatregel met betrekking tot gezamenlijke terugkeer en re-integratie heeft de Europese Commissie voor het project ERRIN additionele middelen van € 29.600.000 ter beschikking gesteld. Deze extra middelen zijn verwerkt in artikel Ha3, aanhef en onderdeel d.

ERRIN is een platform dat de Europese Commissie en de lidstaten helpt bij het ontwikkelen, testen en implementeren van praktische en innovatieve oplossingen voor terugkeer via gerichte projecten en het mogelijk maken en verbeteren van diensten na aankomst en re-integratie in derde landen via netwerken van lokale dienstverleners. Nederland is de leidende lidstaat binnen het consortium.

ERRIN bouwt voort op de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het Europees Reïntegratienetwerk (ERIN) en heeft dat netwerk vanaf 2017 omgezet in het nieuwe ERRIN. Naast het voortzetten van bestaande activiteiten heeft ERRIN als opdracht meegekregen om het Europees Grens- en kustwachtagentschap (EBCGA) voor te bereiden op de ontwikkeling van zijn terugkeermandaat, in overeenstemming met zijn nieuwe rechtsgrondslag, door de kennis, ervaring en de diensten die ERRIN momenteel biedt uiterlijk 1 juli 2022 volledig te integreren in het werkprogramma en de activiteiten van het Agentschap. Daartoe ontving het Nederlandse nationale programma voor AMIF in 2017 een aanvulling van € 15.625.000 van de Europese Commissie.

De duur van de activiteiten die werden ondersteund met de aanvulling van 2017, werd beperkt tot een periode van 24 maanden. De financiering van het netwerk via specifieke AMIF-acties zou een tussentijdse oplossing zijn. Het zou de huidige kloof in de dekking van de financiering moeten overbruggen en tegelijkertijd overgaan op een situatie waarin EBCGA haar nieuwe mandaat volledig zou kunnen uitvoeren en alle maatregelen nemen die nodig zijn om de lidstaten te ondersteunen, inclusief de activiteiten die momenteel door ERRIN worden uitgevoerd.

Er zijn echter vertragingen bij de overdracht opgetreden. Tot dusver is EBCGA niet in de positie om de taken en activiteiten van ERRIN over te nemen, aangezien het niet over de nodige medewerkers en middelen beschikt om een ordelijke overdracht en continuïteit van de dienstverlening te garanderen. De Commissie acht het van essentieel belang ervoor te zorgen dat ERRIN haar activiteiten zonder onderbrekingen voortzet totdat het Agentschap klaar is voor de volledige overname en heeft daarom samen met het EBCGA (uit haar EU-bijdrage voor 2020) via het Nederlandse nationaal programma voor AMIF € 29,6 miljoen beschikbaar gesteld.

Artikel II

De onderdelen A en C van artikel I werken terug tot en met 31 mei 2019, de datum van de oorspronkelijke aanpassing in de wijziging van de Subsidieregeling die op 20 december 2019 is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2019, 70093).

Onderdeel B van artikel I werkt terug tot en met 4 mei 2020, de datum waarop het aangepaste nationale programma AMIF door de Europese Commissie is goedgekeurd. Dit zodat er zoveel mogelijk subsidiabele kosten kunnen worden opgevoerd door het project ERRIN en onderbesteding van het fonds zoveel mogelijk wordt voorkomen.

De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en de inwerkingtreding valt niet op een vast verandermoment. Daarmee wijkt de inwerkingtreding af van de minimuminvoeringstermijn en de vaste verandermomenten. Deze regeling betreft met name een gunstige aanpassing, waarvoor afwijking is toegestaan op grond van artikel 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, omdat daarmee onderbesteding van AMIF wordt voorkomen. Verder is afwijking toegestaan op grond van artikel 4.17, vijfde lid, onder c, omdat het reparatieregelgeving betreft.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven