Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2020, 49273 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2020, 49273 | Overig |
De tarieven en voorwerpen (apparaten) van de thuiskopievergoeding voor de periode 2021–2023 komen als volgt te luiden:
Voorwerp |
Tarief 2021–2023 |
---|---|
PC / Laptop / notebook / server / mediacenter |
€ 2,70 |
Tablet |
€ 2,20 |
Smartphone |
€ 7,30 |
Portable audio- / videospeler |
€ 2,10 |
Settopbox met harde schijf / HDD-recorder |
€ 3,80 |
E-reader |
€ 1,10 |
Externe Hard Disk Drive (HDD), Solid State Disk (SSD) en USB-stick >= 256 GB |
€ 1,00 |
USB-stick < 256 GB |
€ 0,50 |
Wearables met opslagmogelijkheid |
€ 0,60 |
Voor refurbished voorwerpen die door een onderneming worden aangeboden aan eindgebruikers, geldt een tarief dat met 40% verlaagd is ten opzichte van het tarief in de tabel.
De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) is op grond van artikel 16e van de Auteurswet en artikel 10, onder a, Wet op de naburige rechten belast met het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet ten behoeve van makers, naburig rechthebbenden of hun rechtverkrijgenden voor het verveelvoudigen van beschermde werken voor eigen oefening, studie of gebruik door natuurlijke personen op voorwerpen bestemd om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven, oftewel: het thuiskopiëren.
De laatste herziening van de thuiskopievergoedingen vond plaats bij besluit van 11 april 2018.1 Hierin waren de tarieven vastgelegd voor de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020. De werking van het besluit van 11 april 2018 eindigt dus op 31 december 2020. Dit nieuwe besluit voorziet in de vaststelling van de tarieven voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023.
Voor de tarieven en voorwerpen (apparaten) van de thuiskopievergoeding voor 2021–2023 zijn de trends in opslag en thuiskopiegebruik voor de afgelopen jaren als vertrekpunt gehanteerd, in combinatie met de tarieven in de periode 2018–2020.
Evenals in het Besluit op Hoofdlijnen van 12 oktober 2012, het besluit van 7 oktober 2014 en het besluit van 11 april 2018 is dus gekozen voor een regeling die sober is voor wat betreft de tarieven in relatie tot de prijzen van de apparaten, om marktverstoring, ontduiking en vraaguitval te voorkomen; en die sober is voor wat betreft de totale lastendruk, waarbij ook is gekeken naar de lastendruk elders in Europa.
De thuiskopievergoedingen zijn de vergoedingen als bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en houden verband met de schade die wordt geleden door de auteurs en andere rechthebbenden van beschermde werken als gevolg van de thuiskopie-uitzondering.2 De volgende factoren zijn meegewogen bij de tarieven en voorwerpen zoals weergegeven in Tabel 1:
1. Ontwikkelingen in rechtspraak en regelgeving in Nederland en de EU t.a.v. vergoedingsplichtige herkomstcategorieën en voorwerpen
2. Ontwikkelingen in de mate waarin apparaten worden gebruikt voor het maken, consumeren en beschikbaar hebben van thuiskopieplichtige kopieën
3. Verschuivingen in toegepaste technologieën
4. Inflatie.
Hieronder worden deze factoren nader toegelicht. Vervolgens wordt een projectie gegeven van de verwachte facturatie op basis van de nieuwe tarieven.
Hieronder zijn volledigheidshalve de vergoedingsplichtige herkomstcategorieën weergegeven. Deze zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande besluit: kopieën van audiowerken (o.a. muziek en luisterboeken), audiovisuele werken (o.a. films, series, televisieprogramma’s en muziekvideo’s), geschriften (e-boeken en informatie uit publicaties) en afbeeldingen. Kopieën van games vallen nog steeds buiten de thuiskopieregeling. Het kopiëren van software is niet opgenomen in de wettelijke thuiskopie-exceptie, maar wordt geregeld in artikel 45n en door de uitzondering voor reservekopieën van computerprogramma’s in artikel 45k Auteurswet.
Herkomstcategorie |
Besluit voor 2021–2023 |
---|---|
Originelen gekocht op cd/dvd |
Ja |
Online gekocht |
Ja |
Betaalde download streaming dienst1 |
Ja |
Bestaande collectie gedigitaliseerd |
Ja |
Originelen gekregen |
Ja |
Ddownload podcast/vodcast |
Ja |
Download gratis online videoplatform |
Ja |
Downloads andere bron met toestemming |
Ja |
Download rechtenvrije collectie |
Nee |
Download torrentsite etc. |
Nee |
Download streaming media onbetaald |
Ja |
Andere download/rip/opname internet |
Ja |
Via social media |
Ja |
Kopie zelfgemaakt geleende originelen |
Ja |
Kopie gemaakt door vrienden/kennissen |
Nee |
Verkregen via vrienden of kennissen (ongespecificeerd) |
Nee |
Zelf gemaakt materiaal |
Nee |
Gehuurd (bijvoorbeeld van een bibliotheek) en toen gekopieerd |
Ja |
Opname rtv |
Ja |
Herkomst onbekend |
Nee |
Het meenemen van deze ‘offline streaming copies’, evenals het meetellen van thuiskopieën in de cloud in de tarieven van apparaten die daarvoor veel gebruikt worden, is door een aantal betalingsplichtige partijen in rechte aangevochten. Op 18 september 2019 heeft de rechtbank Den Haag de vorderingen afgewezen. Rechtbank Den Haag, vonnis van 18 september 2019, HP/Dell/Stobi tegen SONT en Stichting de Thuiskopie, zaaknummer C/09156 1257, waar beroep tegen is aangetekend.
Het aantal thuiskopieën (conform de definitie van tabel 2) dat maandelijks op een gemiddeld apparaat van een bepaald type wordt gemaakt (de ‘flux’), en het totale aantal dat (op het meetmoment) op een gemiddeld apparaat van dit type staat (de ‘stand’), worden jaarlijks door onderzoeksbureau Kantar gemeten onder Nederlandse consumenten van 10 jaar en ouder. De basis voor dit nieuwe besluit vormen de metingen over de jaren 2018 en 2019 (gerapporteerd in 2019 resp. 2020). Ten behoeve van de onderhandelingen over de aanpassingen van de tarieven zijn deze nieuwe metingen vergeleken met de uitkomsten over 2016 en 2017, die de basis vormden voor het vorige besluit.
Het totale aantal thuiskopieën dat alle Nederlanders van 10 jaar en ouder per maand samen maken, is in de jaren 2018-2019 met ongeveer 4% toegenomen ten opzichte van voorgaande periode. In 2019 ging het in totaal om 657 miljoen kopieën gemiddeld per maand. Daarenboven werden maandelijks ongeveer 66 miljoen thuiskopieën gemaakt bij de vervanging van apparaten.
In de onderhandelingen, bij het beoordelen en gebruiken van de cijfers uit het consumentenonderzoek en de schade voor rechthebbenden die middels de heffingen moet worden gecompenseerd, is de gebruikswaarde, consumptie en beschikbaarheid van de thuiskopieën op apparaten meegenomen. Het maken van thuiskopieën gebeurt met name steeds meer op de smartphone, een apparaat dat dankzij zijn voortdurende nabijheid een relatieve hoge gebruikswaarde heeft. Het voorgaande afwegend stijgt het tarief van Smartphones ten opzichte van het vorige besluit relatief veel.
Bij apparaten die intensief worden gebruikt en waarop thuiskopieën relatief vaak worden vervangen, vormt de ontwikkeling in het maandelijks gebruik, dus de flux, de basis voor de onderhandelingen. Bij apparaten met hoge capaciteiten waarop thuiskopieën doorgaans blijven cumuleren of die vooral een backup-functie hebben, wordt vooral gekeken naar de trendmatige ontwikkeling in de stand.
Refurbishment
Steeds vaker worden zogenaamde ‘refurbished’ apparaten aangeboden. Het gaat bij refurbished apparaten vooral om telefoons en tevens om andere voorwerpen die over het algemeen afkomstig zijn uit het buitenland of van grote zakelijke gebruikers, en waarvoor op de Nederlandse markt dus ook in hun ‘vorige leven’ nog geen thuiskopievergoeding is afgedragen. Deze apparaten worden door professionele wederverkopers aan nieuwe eindgebruikers in Nederland verkocht.
Met het oog op de handhaving, het gelijke speelveld tussen aanbieders en het beperken van administratieve lasten, zijn de betrokken bestuursleden uit de kring van de betalingsplichtigen en Stichting de Thuiskopie de volgende definitie overeengekomen. Voor de toepassing van de thuiskopieregeling wordt de partij die zich bezighoudt met refurbishment van vergoedingsplichtige voorwerpen gelijkgesteld aan de fabrikant bedoeld in artikel 16c Auteurswet. Een fabrikant is degene die een voorwerp in de zin van art. 16c Auteurswet vervaardigt, opnieuw samenstelt of doet vervaardigen op zodanige wijze dat gesproken kan worden van een nieuw op de markt te brengen compleet product. Bij refurbishment staat een gebruikt apparaat aan de basis. Zo een apparaat wordt dusdanig aangepast, vernieuwd, gecontroleerd en/of heropgebouwd dat het aan een nieuwe consument kan worden verkocht. Daar waar een refurbished voorwerp door een professionele wederverkoper aan of ten behoeve van een nieuwe eindgebruiker wordt verkocht, is thuiskopievergoeding verschuldigd.
Vanwege de kortere gebruiksduur is ook het aantal thuiskopieën dat op een refurbished apparaat wordt opgeslagen, lager. Derhalve geldt voor refurbished voorwerpen die door een onderneming worden aangeboden aan consumenten, een tarief dat met 40% verlaagd is ten opzichte van het tarief in de tabel.
Network Personal Video Recorder (nPVR)
Tot voor kort gebruikten veel consumenten van televisieabonnementen een settopbox met daarin een harde schijf waarop programma’s konden worden opgenomen. Voor deze apparaten is een thuiskopievergoeding verschuldigd.
Momenteel zijn de meeste aanbieders overgestapt op een alternatieve technologie, te weten de network Personal Video Recorder (nPVR). De consument kan ook deze functie gebruiken om er met de opnameknop voor te zorgen bepaalde programma’s later terug te kunnen zien. De onderliggende technologie is echter anders, waardoor in wettelijke zin niet langer sprake lijkt te zijn van een thuiskopie: de aanbieder van nPVR maakt van alle programma’s die consumenten op deze manier terug kunnen kijken één masterkopie, die desgevraagd naar consumenten wordt gestreamd. Derhalve lijkt er juridisch geen sprake van privékopieën, gemaakt door of in opdracht van de consument. Het betreft hier één overkoepelende, voorafgaande kopieerhandeling door de aanbieder voor commercieel gebruik, alsmede een openbaarmakingshandeling van de stream op verzoek van consumenten. Voor beide handelingen kunnen de rechthebbenden het verbodsrecht uitoefenen (door voor bepaalde zenders of programma’s deze opnamefaciliteit niet toe te staan) en dient de aanbieder dus toestemming (een licentie) te hebben van de rechthebbenden en derhalve valt de nPVR buiten dit besluit.
Dit alles neemt niet weg dat de thuiskopievergoeding een vergoeding is die in belangrijke mate rechtstreeks ten goede komt aan de natuurlijke makers. Deze rechtstreekse vergoeding valt bij audiovisuele werken langzaam weg door technologische keuzes, ondanks dat het gebruik vanuit de consument gezien bij settopbox met harde schijf en nPVR feitelijk nagenoeg gelijk is. Het SONT-bestuur roept onderhandelingspartijen op om in de licentieafspraken rondom de nPVR rekening te houden met de wegvallende thuiskopieschadevergoeding voor natuurlijke makers en een specifiek en gepast deel van de licentievergoedingen voor hen te bestemmen. Als dit de facto niet snel tot resultaat leidt, zou de wetgever naar Frans voorbeeld een aanpassing van de Auteurswet dienen te overwegen, teneinde te bepalen dat de nPVR wordt onderworpen aan een wettelijke vergoedingsplicht. De SONT zal de komende periode gebruiken om onderhandelingspartijen en wetgever te raadplegen over een oplossing en ondertussen onderliggende technieken en marktontwikkelingen op dit punt nader bestuderen.
Cloud
Net als in het vorige besluit, blijkt ook uit het nieuwe consumentenonderzoek van Kantar dat cloudopslag voor thuiskopieën met name wordt gebruikt in combinatie met de PC/laptop, tablet en smartphone, waarbij gebruikers de cloud vooral gebruiken als backup-medium en bestanden automatisch laten synchroniseren.
Gelet op de omvang van het thuiskopiëren op personal lockers in de cloud is in het vorige besluit een tariefopslag van 5% geïntroduceerd voor de genoemde apparaten. Het gebruik van cloudopslag voor thuiskopieën in combinatie met deze apparaten is in de jaren 2018-2019 aanzienlijk toegenomen ten opzichte van eerdere jaren. Dit vormt de aanleiding om de cloud-toeslag op de tarieven van deze apparaten te verhogen naar 10%.
Stichting de Thuiskopie heeft zich bereid verklaard een deel van het incasso-volume te bestemmen voor een korting van maximaal 8% ten behoeve van betalingsplichtigen die standaardafspraken hebben gemaakt met Stichting de Thuiskopie, vanwege de daarmee gemoeide lagere juridische en incassokosten.
Bij de uitvoering van de Thuiskopieregeling maken vertegenwoordigers van importeurs en fabrikanten afspraken met Stichting de Thuiskopie. Uitgangspunten zijn minimale administratieve lasten voor alle betrokkenen en minimale mogelijkheden en/of prikkels voor ontduiking. Partijen zijn in onderling overleg tot een vergoeding gekomen voor meewerkende importeurs en fabrikanten. Stichting de Thuiskopie maakt het mogelijk om professionele gebruikers en exporteurs op een eenvoudige manier in aanmerking te laten komen voor vrijstelling vooraf of restitutie achteraf van de betaalde thuiskopievergoeding.
Tabel 3 geeft de oude en de nieuwe tarieven weer. Tevens geeft de tabel een projectie van de verwachte facturatie per categorie voorwerpen/apparaten in 2021.
Voorwerp |
Tarief 2018–2020 |
Tarief 2021–2023 |
Aantallen x 1000 (o.b.v. 2019) |
Projectie incasso 2021 (mln.) |
---|---|---|---|---|
PC / Laptop / notebook / server / mediacenter |
€ 2,60 |
€ 2,70 |
1386 |
€ 3,7 |
Tablet |
€ 2,60 |
€ 2,20 |
1250 |
€ 2,8 |
Smartphone / Telefoon met MP3-speler |
€ 4,70 |
€ 7,30 |
4805 |
€ 35,1 |
Portable audio- / videospeler |
€ 1,20 |
€ 2,10 |
115 |
€ 0,2 |
Settopbox met harde schijf / HDD-recorder |
€ 3,80 |
€ 3,80 |
1,2 |
€ 0,0 |
E-reader |
€ 0,80 |
€ 1,10 |
208 |
€ 0,2 |
Externe HDD, SSD en USB-stick >=256 GB |
€ 0,60 |
€ 1,00 |
8271 |
€ 0,8 |
USB-stick < 256 GB |
€ 0,60 |
€ 0,50 |
29221 |
€ 1,5 |
Wearables met opslagmogelijkheid |
€ 1,20 |
€ 0,60 |
419 |
€ 0,3 |
Facturatie |
Schatting facturatie 2021 (mln.) |
€ 44,6 |
||
Incentives, juridische kosten maximaal 8% |
–€ 3,6 |
|||
Projectie netto 2021 (mln.) |
€ 41,0 |
In deze cijfers is aangenomen dat ongeveer 5% van de verkochte USB-sticks een capaciteit heeft van 256 GB of meer.
Voor refurbished voorwerpen die door een onderneming worden aangeboden aan eindgebruikers, geldt een tarief dat met 40% verlaagd is ten opzichte van het tarief in de tabel. De projecties in de tabel zijn exclusief deze verlaging voor refurbished apparaten.
Dit nieuwe Besluit op Hoofdlijnen geldt voor drie jaar. Sterke wijzigingen in de in dit besluit genoemde factoren kunnen een tussentijdse herijking noodzakelijk maken. Eventuele herziening van de tarieven zal in beginsel alleen per 1 januari van ieder jaar plaatsvinden, teneinde duidelijkheid te creëren en administratieve lasten te beperken.
Besluit van 11 april 2018 van het bestuur van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding ter bevestiging van het Besluit SONT tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2018 van 30 augustus 2017, (Staatscourant , nr. 22276, 26 april 2018).
Hof van Justitie van de EU, arrest van 21 oktober 2010, zaak C-467/08, Padawan, waarin het Hof bepaalde “dat het tussen de betrokken personen te vinden „rechtvaardige evenwicht” impliceert dat de billijke compensatie moet worden berekend op basis van het criterium van de schade geleden door de auteurs van beschermde werken als gevolg van de invoering van de uitzondering voor het kopiëren voor privégebruik” (rechtsoverweging 50) en dat lidstaten die gebruik maken van de mogelijkheid om een thuiskopie-uitzondering in te voeren, “moeten voorzien in de betaling van een billijke compensatie aan de auteurs die door de toepassing van deze uitzondering worden benadeeld” (rechtsoverweging 36).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-49273.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.