Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 augustus 2020, nr. 2020-0000074758, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering reductie energiegebruik in verband met ophoging van het uitkeringsplafond

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering reductie energiegebruik wordt ‘€ 87.000.000’ vervangen door ‘€ 98.000.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Deze regeling verhoogt het uitkeringsplafond van de Regeling specifieke uitkering reductie energiegebruik (hierna: RRE). De RRE ondersteunt gemeenten bij het stimuleren van energiebesparing in koopwoningen. De regeling is eind 2019 opengesteld voor aanvragen van gemeenten. De aanpak van gemeenten bestaat uit een scala aan activiteiten, zoals het organiseren van informatieavonden voor bewoners en advisering van eigenaar-bewoners over energiebesparing. Vaak werd dit gecombineerd met acties voor vouchers voor energiebesparende producten (bijvoorbeeld radiatorfolie) en advies over verdergaande energiebesparende maatregelen (zoals dak-, raam-, en gevelisolatie).

Ruim 200 gemeenten hebben tijdens de openstelling eind 2019 een aanvraag ingediend. Het totaal van de aanvragen heeft daarbij het beschikbare uitkeringsplafond overschreden, waardoor aan een aantal gemeenten geen uitkering kon worden verstrekt, ook al waren de aanvragen van voldoende kwaliteit. Door ophoging van het uitkeringsplafond in de RRE kan aan de desbetreffende gemeenten alsnog een uitkering worden verstrekt. Deze regeling draagt onder meer bij aan het realiseren van de reductiedoelstelling zoals bepaald in het Urgenda-vonnis1.

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie in de Staatscourant. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimumpublicatietermijn van drie maanden. Dit omdat vasthouden aan die momenten en termijn ertoe zou leiden dat de gemeenten, die reeds in 2019 een aanvraag indienden, langer moeten wachten op de behandeling en toekenning van hun aanvragen. Dit zou een aanmerkelijk en onnodig nadeel zijn voor de doelgroep.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstukken II, 2019-2020, 32 813, nr. 532

Naar boven