Besluit van de directeur van Octrooicentrum Nederland van 24 juli 2020 betreffende de verlenging van de termijn in artikel 30, tweede lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 (Besluit verlenging termijn artikel 30, tweede lid, ROW 1995)

De directeur van Octrooicentrum Nederland,

gelet op artikel 1 van de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19 (Stb. 2020, 273),

gezien het feit dat door de impact van de uitbraak van COVID-19 op het economische leven alsmede de maatregelen die verband houden met de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 het voldoen aan de termijn uit artikel 30, tweede lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995) voor aanvragers sterk onder druk is komen te staan,

heeft besloten tot de volgende termijnverlenging:

Artikel 1 Termijnverlenging voor herstel van geconstateerde vormgebreken

Voor door het bureau geconstateerde en aan de octrooiaanvrager ter kennis gegeven gebreken als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 die in de periode van 12 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020 hersteld hadden of zouden moeten worden, wordt de in artikel 30, tweede lid, genoemde termijn van drie maanden verlengd tot vijf maanden.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 maart 2020.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlenging termijn artikel 30, tweede lid, ROW 1995.

Den Haag, 24 juli 2020

Derk-Jan de Groot Directeur Octrooicentrum Nederland

TOELICHTING

Opheffen geconstateerde vormgebreken

Indien een ingediende octrooiaanvraag niet voldoet aan de geldende vormvereisten die bij en krachtens artikel 24 ROW 1995 zijn bepaald, deelt het bureau op grond van artikel 30, eerste lid, ROW 1995 dit schriftelijk mee aan de aanvrager onder opgave van de voorschriften waaraan niet is voldaan. Het bureau verzoekt de aanvrager om de geconstateerde gebreken in de octrooiaanvraag op te heffen.

Termijn opheffen gebreken

Uit artikel 30, tweede lid, ROW 1995 volgt dat de aanvrager drie maanden de tijd heeft om de geconstateerde gebreken op te heffen.

Verlies van recht bij missen termijn door COVID-19 maatregelen

Vanwege de uitbraak van COVID-19 en de in dat kader wereldwijd getroffen maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het virus, is het voor aanvragers niet altijd mogelijk om aan bovengenoemde termijn te voldoen. Tijdens deze crisis kon (en kan) er niet meer op kantoor worden gewerkt, zowel in Nederland als in vele andere landen. Het administratieve proces van het opheffen van de door Octrooicentrum Nederland geconstateerde vormgebreken en het bewaken van de termijn voor het opheffen van de door Octrooicentrum Nederland geconstateerde gebreken, is daardoor op kantoren sterk onder druk komen te staan. De omschakeling naar thuiswerken is niet overal mogelijk of is aan het begin van de lockdown niet overal even soepel verlopen, waardoor gebreken niet tijdig zijn opgeheven. Indien de termijn van drie maanden wordt gemist, moet het bureau op grond van artikel 30, tweede lid, van de ROW 1995 besluiten de aanvraag niet te behandelen. Daarmee is de aanvraag komen te vervallen. Dit kan een grote impact hebben op de betrokken ondernemer. Zijn uitvinding, veelal pas verkregen na kostbaar onderzoeks- en ontwikkelingswerk, zal niet meer met een octrooi worden beschermd. Dit verlies wordt onbillijk geacht.

Termijnverlenging

Besloten is derhalve dat de termijn van drie maanden uit artikel 30, tweede lid, van de ROW 1995 met twee maanden wordt verlengd tot vijf maanden. Hierdoor heeft de aanvrager twee maanden extra tijd om alsnog de geconstateerde gebreken op te heffen om het tenietgaan van zijn octrooiaanvraag te voorkomen.

Een termijn die eindigt op 31 augustus 2020 wordt nog onder dit besluit verlengd met twee maanden tot 31 oktober 2020. Een termijn die eindigt op 1 september 2020 wordt niet meer verlengd door dit besluit.

Terugwerkende kracht

Dit besluit heeft terugwerkende kracht. Dit is naar oordeel van de directeur van Octrooicentrum Nederland wenselijk gezien de reeds liggende octrooidossiers die van de termijnverlenging gebruik zullen maken en is ook mogelijk gezien artikel 1, derde lid, van de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19.

Naar boven