Wijziging van de mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met de oprichting van de UVO

5 juli 2020

BS2020004220

De Minister van Defensie

Gelet op het bepaalde in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 4 van de mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken wordt een lid toegevoegd luidende:

• 5. De directeur van de MIVD wordt toegestaan ondermandaat en machtiging te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid, onder a, aan onder hem ressorterende functionarissen en aan een niet onder hem ressorterende functionaris, te weten het hoofd van de unit veiligheidsonderzoeken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

`s-Gravenhage, 5 juli 2020

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

TOELICHTING

Dit besluit bevat een beperkte inhoudelijke wijziging van de mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken, die voortvloeit uit de totstandkoming van de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO).

Sinds 1 oktober 2018 is de Unit Veiligheidsonderzoeken (hierna: UVO) operationeel in werking (Stcrt. 2018, 53581). De UVO is een gezamenlijk werkverband van de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst en de Militaire inlichtingen-en veiligheidsdienst waarbinnen veiligheidsonderzoeken als bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken worden verricht. Ingevolge artikel 3, derde lid, van de Regeling UVO 2018 is het hoofd van de UVO, en bij afwezigheid diens plaatsvervanger, bevoegd tot het besluiten over de afgifte van verklaringen van geen bezwaar.

Het hoofd van de UVO is thans een ambtenaar werkzaam bij het ;ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Onderhavige wijziging maakt het mogelijk om de bevoegdheid van de Minister van Defensie tot afgifte van verklaringen van geen bezwaar bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet veiligheidsonderzoeken te mandateren aan het hoofd UVO, zijnde een niet-ondergeschikte.

Voor een dergelijk ondermandaat is toestemming van het hoofd van de UVO en van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgeschreven. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie verleent eenzelfde bevoegdheid, op grond waarvan het plaatsvervangend hoofd van de UVO verklaringen van geen bezwaar kan afgeven op aanvragen bij de AIVD.

`s-Gravenhage, 5 juli 2020

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten