Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 januari 2020, nr. vo/17845718 houdende wijziging van de Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen in verband met toevoeging van financiële sancties bij een aanwijzing

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 164 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 146 van de Wet op de expertisecentra, artikel 104 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 11.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 15.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en de artikelen 4:46, 4:48, 4:49, 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. minister:

minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

B

Na artikel 5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

In afwijking van de artikelen 4 en 5 kan de minister de bekostiging meteen geheel inhouden indien het bevoegd gezag of de raad van toezicht niet voldoet aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 163b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 145a van de Wet op de expertisecentra, artikel 103g van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 9.1.4a van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 9.9a, 10.3e of 11.7a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

De beleidsregel is van oorsprong bedoeld voor het opleggen van financiële sancties bij het niet-naleven van de deugdelijkheidseisen, in de praktijk met name wat betreft het niet voldoen aan de informatieverplichtingen zoals het niet-tijdig insturen van jaarstukken of bekostigingsgegevens. In die gevallen is een interventieladder van financiële sancties op zijn plaats. Deze maatregel hangt samen met de aankondiging in de brief van 7 juni 20191 om in de beleidsregel duidelijk te maken dat zwaardere sancties mogelijk zijn bij het niet-opvolgen van een aanwijzing.

De Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen wordt uitgebreid met een mogelijke sanctie voor gevallen waarin een aanwijzing niet wordt opgevolgd. Het kan voorkomen dat het handelen van het bestuur van een onderwijsinstelling, zoals vastgesteld door de inspectie, de minister reden geeft om vast te stellen dat sprake is van wanbeheer. Wanbeheer is zeer ernstig en kan grote gevolgen hebben voor de school of instelling. In dat geval kan de minister een aanwijzing opleggen. Het opleggen van een aanwijzing door de minister is een ultimum remedium en zal alleen geschieden na een zorgvuldig traject2 waarin het bevoegd gezag of de raad van toezicht de mogelijkheid heeft gehad om te voorkomen dat een aanwijzing wordt opgelegd. Als een bevoegd gezag of raad van toezicht toch een dergelijke aanwijzing krijgt en besluit om de aanwijzing niet op te volgen, dan is slagkracht vereist. Opschorting of gedeeltelijke inhouding van de bekostiging is in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij hoge financiële reserves of vanwege andere redenen, geen probaat middel om ervoor te zorgen dat het bevoegd gezag of de raad van toezicht alsnog de aanwijzing opvolgt. Daarom kan de minister in zo’n geval de bekostiging volledig inhouden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 33 905, nr. 14

X Noot
2

Kamerstukken II 2008/09, 31 828, nr. 3, p. 29-30

Naar boven