Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Zorginstituut Nederland | Staatscourant 2020, 38752 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Zorginstituut Nederland | Staatscourant 2020, 38752 | beleidsregel |
De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,
Gelet op de artikel 91, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4, derde lid, en artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit Wfsv;
Besluit:
De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 worden als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt alfabetisch ingevoegd:
Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019
B
In artikel 12 wordt na ‘Nadere aanwijzing’ ingevoegd ‘en de Tweede nadere aanwijzing’.
C
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt ‘13.500’ vervangen door ‘15.000’.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:
f. een bedrag van € 3,000 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 kosten hebben gemaakt in het kader van de implementatie van het PGB portaal 2.0;
g. een bedrag van € 0,712 miljoen wordt toegekend aan één zorgkantoor dat in 2019 ontwikkelkostenkosten heeft gemaakt in het kader van het PGB portaal 2.0;
h. een bedrag van € 1,121 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 incassokosten hebben gemaakt in verband met vorderingen AWBZ;
i. een bedrag van € 0,656 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 kosten hebben gemaakt met betrekking tot ‘Te goeder trouw’.
D
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1,521’ vervangen door ‘€ 1,517’.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 3,042’ vervangen door ‘€ 3,034’.
3. In onderdeel d wordt ‘€ 9,850 miljoen’ vervangen door ‘€ 10,456 miljoen’.
4. Onder verlettering van onderdeel f tot i worden de volgende onderdelen ingevoegd:
f. een bedrag van € 11,326 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland, over de Wlz-uitvoerders voor het programmaplan ‘Thuis in het verpleeghuis’ dat onderdeel uitmaakt van ‘Inkopen op kwaliteit’;
g. een bedrag van € 0,600 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland, over Wlz-uitvoerders die kosten hebben gemaakt voor de pilot ‘Ondersteuning van naasten’;
h. een bedrag van € 0,734 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over voor Wlz-uitvoerders die in 2019 kosten hebben gemaakt in het kader van de toegang tot de Wlz voor cliënten met een psychiatrische stoornis;
5. In onderdeel i wordt ‘77,203’ vervangen door ‘77,152’.
E
In artikel 17 wordt ‘€ 3,8223197’ vervangen door ‘€ 3,7849068’.
F
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:
f. een bedrag van € 3,000 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 kosten hebben gemaakt in het kader van de implementatie van het PGB portaal 2.0;
g. een bedrag van € 0,712 miljoen wordt toegekend aan één zorgkantoor dat in 2019 ontwikkelkostenkosten heeft gemaakt in het kader van het PGB portaal 2.0;
h. een bedrag van € 1,121 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 incassokosten hebben gemaakt in verband met vorderingen AWBZ;
i. een bedrag van € 0,656 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland over de zorgkantoren die in 2019 kosten hebben gemaakt met betrekking tot ‘Te goeder trouw’.
G
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1,521’ vervangen door ‘€ 1,517’.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 3,042’ vervangen door ‘€ 3,034’.
3. In onderdeel d wordt € 9,850 miljoen vervangen door € 10,456 miljoen.
4. Onder verlettering van onderdeel f tot i worden de volgende onderdelen ingevoegd:
f. een bedrag van € 11,326 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland, over de Wlz-uitvoerders voor het programmaplan ‘Thuis in het verpleeghuis’ dat onderdeel uitmaakt van ‘Inkopen op kwaliteit’;
g. een bedrag van € 0,600 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland, over Wlz-uitvoerders die kosten hebben gemaakt voor de pilot ‘Ondersteuning van naasten’;
h. een bedrag van € 0,734 miljoen wordt verdeeld op basis van een uitvraag van Zorgverzekeraars Nederland voor de Wlz-uitvoerders die in 2019 kosten hebben gemaakt in het kader van de toegang tot de Wlz voor cliënten met een psychiatrische stoornis;
5. In onderdeel i wordt ‘77,203’ vervangen door ‘77,152’.
H
In artikel 24 wordt ‘€ 3,8223197’ vervangen door ‘€ 3,7849068’.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma
Goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 9 juni 2020, kenmerk 1700644-206527-Z.
Op grond van artikel 91 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) en Hoofdstuk 4 van het Besluit Wfsv verstrekt het Zorginstituut jaarlijks uitkeringen uit het Fonds langdurige zorg ter dekking van de noodzakelijke uitgaven voor de uitvoering van de Wlz.
De Minister van VWS geeft het Zorginstituut jaarlijks een aanwijzing waarin het budget ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) te maken beheerskosten door de zorgkantoren, de Wlz-uitvoerders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt vastgesteld. In de aanwijzing wordt een onderscheid gemaakt tussen:
− het budget voor de beheerskosten van de zorgkantoren voor de taken bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz;
− het budget voor de beheerskosten van de SVB voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wlz; en
− het budget voor de beheerskosten van de Wlz-uitvoerders voor hun overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken.
Deze overige taken worden formeel uitgevoerd door de Wlz-uitvoerders maar in de praktijk geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan de zorgkantoren. In de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 heeft de Minister van VWS € 196,383 miljoen besteedbaar gesteld voor het kalenderjaar 2019. Hiervan was een bedrag van € 92,406 miljoen bestemd voor de Wlz-uitvoerders, € 79,630 miljoen voor de zorgkantoren en € 24,347 miljoen voor de SVB.
In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 en de Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 zijn de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2019 met € 19,712 miljoen naar boven bijgesteld. Hiervan was € 13,203 miljoen bestemd voor de Wlz-uitvoerders en € 6,509 miljoen voor de zorgkantoren.
Daarom zal het Zorginstituut bij de verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 van de naar boven bijgestelde middelen uitgaan bij de nadere vaststelling en de definitieve vaststelling. De Beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 worden daartoe met het onderhavige wijzigingsbesluit gewijzigd. Het totaalbudget voor de Wlz-uitvoerders voor het jaar 2019 komt hiermee op € 105,609 miljoen. Het totaalbudget voor de zorgkantoren voor het jaar 2019 komt hiermee uit op € 86,139 miljoen en het totaalbudget voor de SVB op € 24,347 miljoen.
In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 en de Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 is € 6,509 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de taken van de zorgkantoren. Het totaal komt hiermee op € 86,139 miljoen.
Dit bedrag is als volgt berekend:
Omschrijving |
Bedrag (1 = € 1 mln.) |
---|---|
Volgens Aanwijzing 2019 |
79,630 |
Loon/prijs bijstelling (-0,26%) |
-0,200 |
Incidentele toevoeging inzake PGB Portal 2.0 |
3,000 |
Volgens Nadere aanwijzing 2019 |
82,430 |
Incidentele toevoeging inzake PGB Portal 2.0 |
0,712 |
Structurele toevoeging voor uitvoering bewuste-keuze gesprekken |
0,143 |
Structurele toevoeging voor uitvoering huisbezoeken |
0,822 |
Incidentele toevoeging inzake Goeder trouw |
0,656 |
Incidentele toevoeging inzake overige kosten PGB |
1,121 |
Incidentele toevoeging inzake PGB Portal 2.0 coördinatiekosten |
0,255 |
Volgens Tweede nadere aanwijzing 2019 |
86,139 |
Het percentage voor loon- en prijsbijstelling is bijgesteld van 3,40 procent naar 3,14 procent.
In eerste instantie was het aantal bewuste-keuze gesprekken geschat op 7.500. In de Tweede nadere aanwijzing is deze schatting opgevoerd tot 8.000. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,143 miljoen (500 x 285,01 per gesprek).
In eerste instantie was dit aantal geschat op 13.500. In de Tweede nadere aanwijzing is deze schatting opgevoerd tot 15.000 huisbezoeken. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,822 miljoen (1.500 x 548,02 per gesprek).
Voor de implementatie van het PGB portaal 2.0 heeft de minister met de Nadere aanwijzing € 3,000 miljoen beschikbaar gesteld. Van dit bedrag wordt € 1,689 miljoen toegekend aan twee zorgkantoren (voorlopers) en € 1,311 verdeeld op basis van gewogen inwoners.
PGB Portal 2.0 is ontwikkeld om zorg te dragen voor een betere ondersteuning van de budgethouders door een verregaande standaardisering en digitalisering van de systemen en processen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. De invoering van dit portal brengt implementatiekosten met zich mee voor de zorgkantoren. Daarom heeft de minister in de Tweede nadere aanwijzing aanvullend incidenteel 0,712 miljoen euro extra beschikbaar gesteld in 2019.
Vanwege de vele werkzaamheden rond het verstrekken van een PGB, zoals het terugvorderen, heeft de minister in de Tweede nadere aanwijzing incidenteel € 1,121 miljoen extra beschikbaar gesteld.
In sommige gevallen vorderden de zorgkantoren bedragen terug van budgethouders die in de betreffende periode minderjarig waren. Naar aanleiding van afspraken tussen het ministerie en de zorgkantoren gebeurt dit inmiddels niet meer. De terug te betalen bedragen worden nu verhaald op de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers. Voor de extra kosten die dit met zich meebrengt, heeft de minister ook voor 2019 in de Tweede nadere aanwijzing een aanvullend incidenteel bedrag van € 0,656 miljoen beschikbaar gesteld.
Het percentage voor loon- en prijsbijstelling is in de Nadere aanwijzing bijgesteld van 3,40 procent naar 3,14 procent en leidt tot een verlaging van het resterend bedrag dat verdeeld wordt via artikel 14 respectievelijk artikel 20.
Ten behoeve van de coördinatiekosten van het PGB portaal heeft de minister in de Tweede nadere aanwijzing incidenteel € 0,255 miljoen beschikbaar gesteld voor 2019. Dit bedrag wordt verdeeld door de toepassing van artikel 14, respectievelijk artikel 20.
In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 en de Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019 is € 13,203 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de taken van de Wlz-uitvoerders. Het totaal komt hiermee op € 105,609 miljoen.
Dit bedrag is als volgt berekend:
Omschrijving |
Bedrag (1 = € 1 mln.) |
---|---|
Volgens Aanwijzing 2019 |
92,406 |
Loon/prijs bijstelling (-0,26%) |
-0,226 |
Inkopen op kwaliteit: Thuis in het verpleeghuis; structurele toename |
10,366 |
Inkopen op kwaliteit: Thuis in het verpleeghuis; incidentele toename |
0,960 |
Volgens Nadere aanwijzing 2019 |
103,506 |
Volwaardig leven, pilot Ondersteuning van naasten; incidentele toename |
0,600 |
Volwaardig leven, pilot Meer passende zorg en ondersteuning voor specifieke groepen; incidentele toename |
0,369 |
Openstelling Wlz voor GGZ; incidentele toename |
0,734 |
Zorgchallenge; incidentele toename |
0,400 |
Volgens Tweede nadere aanwijzing 2019 |
105,609 |
Het percentage voor loon- en prijsbijstelling is bijgesteld van 3,40 procent naar 3,14 procent en leidt tot lagere bedragen in de onderdelen a, b en i van artikel 15 en 22.
VWS heeft aan de zorgkantoren een belangrijke rol toebedeeld met betrekking tot de realisatie van de kwaliteit van zorg bij de verpleeghuiszorg. De zorgkantoren hebben dit zelf uitgebreid naar de Wlz-zorg voor gehandicapten en de Wlz-GGZ.
De rol van de zorgkantoren verandert van een inkoper van zorg op basis van prijs keer kwaliteit (p x q) naar inkoper van kwaliteit en regisseur van de zorg. Hiervoor is per zorgkantoor een groeitraject opgesteld waarin de kwaliteit van de zorginkoop en de zorginkopers in de periode tot 2021 jaarlijks wordt verhoogd.
De minister heeft voor dit traject in de Nadere aanwijzing 2019 een bedrag van € 11,326 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is € 10,366 structureel beschikbaar.
In het kader van het project ‘Volwaardig leven’ worden verschillende pilots gestart in samenwerking met de Wlz-uitvoerders. Voor de pilot ‘Ondersteuning van naasten’ heeft de minister in de Tweede nadere aanwijzing in het totaal incidenteel € 0,600 miljoen beschikbaar gesteld voor 2019.
In het kader van de actielijn 'Meer passende zorg en ondersteuning voor specifieke groepen' wordt incidenteel € 0,369 miljoen beschikbaar gesteld. In het totaal komt hiermee het bedrag in het kader van ‘Volwaardig Leven’ op € 0,969 miljoen.
De Wlz-uitvoerders bereiden zich in 2019 voor op de openstelling van de Wlz in 2021 voor cliënten met een psychische stoornis. De minister heeft voor 2019 in de Tweede nadere aanwijzing incidenteel € 0,734 miljoen beschikbaar gesteld.
In de challenge implementeren de verpleeghuizen innovaties. Hiervoor heeft de minister in de Tweede nadere aanwijzing € 1,200 miljoen incidenteel beschikbaar gesteld. Van dit bedrag is € 0,400 miljoen beschikbaar voor 2019 en € 0,800 miljoen voor 2020. Dit bedrag is toegevoegd aan het bedrag genoemd in artikel 15, onderdeel i en artikel 22 onderdeel i.
Het bedrag dat wordt genoemd in artikel 17 en 24 is de resultante van de volgende berekening:
Bedrag genoemd in onderdeel i van de artikelen 15 en 22, gedeeld door het aantal gewogen Wlz-verzekerden.
De verlaging van € 3,8223197 naar € 3,7849068 is een gevolg van het feit dat het bedrag uit onderdeel i van de artikelen 15 en 17 is gedaald en het aantal gewogen Wlz-verzekerden licht is toegenomen.
Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-38752.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.