Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 juli 2020, nr. 2020-0000404628, tot wijziging van de regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 juli 2019, nr. WJZ19151243, houdende een specifieke uitkering voor de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en de provincie Groningen in verband met de uitvoering van het Nationaal programma Groningen (Stcrt. 2019, 40228) in verband met een budgetmutatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet en artikel 1 van het Besluit van 31 oktober 2019, houdende departementale herindeling met betrekking tot versterking gebouwen en toekomstbestendig maken van Groningen (Stb. 2019, 61402);

Besluit:

ARTIKEL I

De regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 juli 2019, nr. WJZ/19151243, houdende een specifieke uitkering voor de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en de provincie Groningen in verband met de uitvoering van het Nationaal programma Groningen (Stcrt. 2019, 40228) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘Minister van Economische Zaken en Klimaat’ vervangen door ‘Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’.

B

Artikel 2, tweede lid, onderdeel e, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In subonderdeel 1°, wordt ‘0,15 miljoen’ vervangen door ‘0,127 miljoen’.

  • 2. In subonderdeel 11°, wordt ‘0,16 miljoen’ vervangen door ‘0,183 miljoen’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Op 16 oktober 2019 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de coördinatie van het Nationaal Programma Groningen (NPG) overgenomen van de Minister van Economische Zaken en Klimaat.1 De Minister van BZK is vanaf die datum verantwoordelijk voor de door de Minister van EZK vastgestelde ministeriële regelingen met betrekking tot het NPG.

Daartoe behoort ook de regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 juli 2019, nr. WJZ/19151243, houdende een specifieke uitkering voor de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en de provincie Groningen in verband met de uitvoering van het Nationaal programma Groningen.2 Met die regeling is een specifieke uitkering vastgesteld voor de provincie Groningen en enkele Groninger gemeenten, waaronder de gemeente Loppersum. De gemeente Loppersum krijgt voor de uitvoering van verschillende projecten een specifieke uitkering, inclusief de projecten ‘Demowoning Duurzaamheid’ en ‘Deelmobiliteit’.

De gemeente Loppersum heeft aangegeven dat een deel van de uitkering voor het project ‘Demomobiliteit’ efficiënter kan worden ingezet bij het project ‘Demowoning Duurzaamheid’. Met onderdeel B van onderhavige regeling is daarom de uitkering voor het project ‘Demowoning Duurzaamheid’ verhoogd met een bedrag van € 23.000, onder gelijke verlaging van de uitkering voor het project ‘Demomobiliteit’. Met die budgetmutatie wordt dus enkel de mogelijkheid van de gemeente Loppersum verruimd om binnen het bereik van de reeds verstrekte specifieke uitkering rechtmatige uitgaven te doen voor beide projecten.

Met onderdeel A van onderhavige regeling is artikel 1 van de specifieke uitkeringsregeling aangepast aan de hierboven beschreven bevoegdheidsoverdracht aan de Minister van BZK.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven