Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 juli 2019, nr. WJZ/ 19151243, houdende een specifieke uitkering voor de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en de provincie Gr oningen in verband met de uitvoering van het Nationaal programma Groningen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en 17, tweede lid, van de Financiële verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

gemeenten:

gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Hogeland, Loppersum en Midden-Groningen;

project:

project, zoals omschreven in bijlagen van de Bestuursvergaderingen van het Nationaal Programma Groningen dd. 15 juni 2019 en 17 juni 2019;

nationaal programma Groningen:

nationaal programma Groningen zoals bedoeld in de Bestuursovereenkomst Nationaal Programma Groningen, Kamerstukken II, 33 529, nr. 587, bijlage 1;

Artikel 2 Specifieke uitkering

  • 1. De minister versterkt een eenmalige specifieke uitkering aan de gemeenten voor de uitvoering van projecten die zijn goedgekeurd door de bestuursvergadering van het nationaal programma Groningen.

  • 2. De specifieke uitkering bedraagt voor de gemeente:

    • a. Appingedam 15 miljoen, voor de uitvoering van het project Stadsvisie Appingedam;

    • b. Delfzijl 10,5 miljoen, voor de uitvoering van het project Gebiedsontwikkeling Centrum Zuidoost;

    • c. Groningen 17.1 miljoen, waarvan:

      • 3,8 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Ten Post, dorpshart;

      • 3,95 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Ten Post, Nije Buurt;

      • 1,5 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Ten Post, pilot verduurzaming;

      • 2,25 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Ten Boer, Hart Ten Boer;

      • 2,6 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Woltersum;

      • 2,0 miljoen voor de uitvoering van het project Klimaatbiënnale;

    • d. Hogeland 14,6 miljoen, waarvan:

      • 11,6 miljoen voor de uitvoering van het project Centrumplannen Hogeland;

      • 3 miljoen voor de uitvoering van het project Kunstcentrum ‘De Ploeg’;

    • e. Loppersum 7,584 miljoen, waarvan:

      • 0,15 miljoen voor de uitvoering van het project Procesgeld Dorpenronde gemeente Loppersum;

      • 0,63 miljoen voor de uitvoering van het project Programma Jeugd Onderwijs en Leefbaarheid;

      • 0,945 miljoen voor de uitvoering van het project Aanleg warmtenet Loppersum Noord;

      • 0,454 miljoen voor de uitvoering van het project Opwaarderen haventerrein Huizinge;

      • 0,075 miljoen voor de uitvoering van het project Planvorming haventerrein Zeerijp, Middelstum, ’t Zandt;

      • 1,045 miljoen voor de uitvoering van het project Kunstgras oefenvelden voetbalverenigingen Stedum, Middelstum en Loppersum;

      • 0,05 miljoen voor de uitvoering van het project Planvorming tafeltennishal Middelstum;

      • 2 miljoen voor de uitvoering van het project Uitbreiding en optimalisatie laadinfrastructuur en aanschaf elektrische voertuigen;

      • 0,05 miljoen voor de uitvoering van het project Planvorming Hippolytushoes;

      • 10° 0,825 miljoen voor de uitvoering van het project Centrumplan Loppersum;

      • 11° 0,16 miljoen voor de uitvoering van het project Demowoning duurzaamheid, Middelstum;

      • 12° 0,25 miljoen voor de uitvoering van het project Dorpsinitiatieven gemeente Loppersum;

      • 13° 0,1 miljoen voor de uitvoering van het project Energiecoaches gemeente Loppersum;

      • 14° 0,5 miljoen voor de uitvoering van het project Rommelerven en rotte kiezen gemeente Loppersum;

      • 15° 0,3 miljoen voor de uitvoering van het project Schoolpleinen en kindcentra gemeente Loppersum;

      • 16° 0,05 miljoen voor de uitvoering van het project Onderzoek sportcluster gemeente Loppersum;

    • f. Midden-Groningen 2,07 miljoen, waarvan:

      • 0,88 miljoen voor de uitvoering van het project Organisatorische inrichting lokaal programma MG;

      • 1,07 miljoen voor de uitvoering van het project Ondersteuning dorpsproces Overschild;

      • 0,12 miljoen voor de uitvoering van het project Beleving en Verhaal van Overschild.

  • 3. De specifieke uitkering bedraagt voor de provincie Groningen 12,2661 miljoen, waarvan:

    • a. 0,5 miljoen voor de uitvoering van het project Aanwending exansie-energie, chemiecluster Defzijl;

    • b. 0,15 miljoen voor de uitvoering van het project Warmte-transitiecentrum Groningen;

    • c. 3,176 miljoen voor de uitvoering van het project Chemport innovation centre;

    • d. 0,3 miljoen voor de uitvoering van het project Innovatiemotor Groene Energie en Chemie;

    • e. 0,25 miljoen voor de uitvoering van het project Digitale Top Groningen;

    • f. 1 miljoen voor de uitvoering van het project Warmtetransport Eemsdelta - Groningen;

    • g. 0,6 miljoen voor de uitvoering van het project Samen ZONder asbest;

    • h. 0,05 miljoen voor de uitvoering van het project Zon op alle daken;

    • i. 0,15 miljoen voor de uitvoering van het project Inzet energiecoaches GrEK en Buurkracht;

    • j. 0,2 miljoen voor de uitvoering van het project Opleiden en omscholen installateurs;

    • k. 0,125 miljoen voor de uitvoering van het project Joint fact finding 'Wind op Zee';

    • l. 0,036 miljoen voor de uitvoering van het project Leergang Oriëntatie Offshore Wind;

    • m. 0,5 miljoen voor de uitvoering van het project Pilot autonome ERTMS-trein;

    • n. 0,5 miljoen voor de uitvoering van het project Mobility Innovation Center;

    • o. 0,25 miljoen voor de uitvoering van het project Pilot Waterstoftrein;

    • p. 1,85 miljoen voor de uitvoering van het project Natuurinclusieve akkerbouw;

    • q. 0,484 miljoen voor de uitvoering van het project Verankering (NP)PL-resultaten in Groningen;

    • r. 0,3 miljoen voor de uitvoering van het project Pilot natuurinclusieve landbouw Midwolder Bouwten;

    • s. 0,0725 miljoen voor de uitvoering van het project Ontwikkelend landschap Middag Humsterland;

    • t. 0,25 miljoen voor de uitvoering van het project Pilot Autonoom rijdende shuttle;

    • u. 0,34 miljoen voor de uitvoering van het project Pilot leven lang leren;

    • v. 0,25 miljoen voor de uitvoering van het project Eemszijlen, Delfzijl - Termunten, Borgsweer;

    • w. 1,163 miljoen voor de uitvoering van het project Zorg Nabij;

    • x. 0,046 miljoen voor de uitvoering van het project Musical ‘Een brief aan NAM’;

    • y. 0,039 miljoen voor de uitvoering van het project Energy Challenges.

Artikel 3 Voorwaarden

De gemeenten en de provincie Groningen besteden de specifieke uitkering uitsluitend aan de projecten waarvoor dat deel van de specifieke uitkering is toegekend.

Artikel 4 Verantwoording

  • 1. De gemeenten en de provincie Groningen leggen verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze bepaald in artikel 17a van de Financiële verhoudingswet.

  • 2. Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volledig of onrechtmatig is besteed, wordt de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan het college.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juli 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

1. Inleiding

Op 5 oktober 2018 zijn het kabinet en de regionale bestuurders het startdocument Nationaal Programma Groningen (NPG) overeen gekomen, wat Groningen een perspectief biedt tot 2040. Met dit programma zorgen Rijk en regio gezamenlijk dat Groningen een toekomstbestendig en leefbaar gebied blijft, met behoud van eigen identiteit, waar het goed wonen, werken en recreëren is. Het Rijk en NAM investeren via dit programma 1,15 miljard in Groningen.

De gaswinning uit het Groningenveld wordt de komende jaren in forse stappen teruggebracht en zal uiterlijk 2030 volledig zijn beëindigd. Daarmee is uitzicht op een veilig Groningen ontstaan. Rijk en regio willen de kansen die het nieuwe aardgasloze perspectief biedt, maximaal en in gezamenlijkheid benutten. Met deze gezamenlijke aanpak levert het NPG een bijdrage aan het oplossen van vraagstukken die in heel Nederland spelen: demografische veranderingen, de energietransitie en economische uitdagingen rond digitalisering en vergroening.

Daarom heeft het kabinet, gelijktijdig met het besluit om de gaswinning te beëindigen, de afspraak gemaakt om een substantiële, meerjarige bijdrage te leveren aan een toekomstbestendig Groningen. Het bedrag van 1,15 miljard wordt aangevuld met cofinanciering vanuit andere publieke en private middelen.

Op 11 maart zijn in een bestuursovereenkomst en het document ‘Een programma dat groeit’ de samenwerkingsafspraken voor het vervolg van het NPG vastgelegd. Enerzijds zijn hier de doelen en ambities van het Nationaal Programma Groningen verder aangescherpt. In dit kader zijn ook afspraken gemaakt over de manier waarop het NPG georganiseerd wordt, welke positie gemeenteraden en Provinciale Staten krijgen en onder welke voorwaarden middelen beschikbaar komen voor het NPG. Bovendien zijn er drie projecten vastgesteld (Musical ‘een brief aan NAM’, Energy challenges en de Klimaatbiënnale) die direct van start konden.

Tegelijkertijd is op 11 maart afgesproken om in 2019 al te starten met enkele projecten, waarover het NPG Bestuur zal besluiten. Gemeenten en Provincie krijgen ieder een voorschot op hun trekkingsrecht ter waarde van 15 miljoen euro. Voor dit bedrag konden projecten worden ingediend bij het NPG Bestuur, die ze beoordeelde aan de hand van een lichte toets. Deze SPUK bevat de eerste tranche van de 15 miljoen per gemeenten, voor zover er reeds concrete projecten zijn goedgekeurd door het NPR. In het derde kwartaal volgt een tweede tranche voor de projecten die dan zijn goedgekeurd.

2. Goedgekeurde projecten

Verschillende gemeenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om projecten in te dienen voor de eerste tranche projecten. De eerste projecten zijn besproken op de bestuursvergadering van het NPG op 15 mei 2019. De projecten zijn daar goedgekeurd, op voorwaarde dat enkele aandachtspunten nog nader zouden worden uitgewerkt.

In de bestuursvergadering van 17 juni zijn de projecten definitief gehonoreerd. Tevens is daar een tweede tranche van projecten gehonoreerd. Er is afgesproken dat de trekkingsrechten waar de gemeenten en provincie gebruik van kunnen maken op elk van de bestuursvergaderingen in 2019 kunnen worden ingewilligd

De projecten zien toen op de verschillende doelstellingen van het Nationaal Programma. Deze doelstellingen zijn voor tranche 2019 vastgesteld in het Startdocument Nationaal Programma Groningen van 5 oktober en uitgewerkt in de lichte toets. Deze lichte toets is op de Bestuursvergadering van 15 april 2019 vastgesteld.

Niet alle gemeenten hebben ervoor gekozen om projecten in te dienen en ook niet alle trekkingsrechten zijn volledig benut. Dat is afhankelijk van de projecten die zij hebben ingediend.

3. Eenmalige uitkering

Met deze specifieke uitkering worden de middelen ter beschikking gesteld aan de regio voor de projecten die zijn goedgekeurd op de bestuursvergaderingen van het NPG van 15 mei en 17 juni. Deze uitkering heeft dan ook een eenmalig karakter: bij een volgende bestuursvergadering waarin projecten worden gehonoreerd wordt gekozen om een nieuwe specifieke uitkering op te stellen.

Voorzien wordt dat de portefeuille van het Nationaal Programma Groningen op korte termijn wordt overgedragen van de Minister van Economische Zaken en Klimaat naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Klimaat. Dit houdt in dat de volgende specifieke uitkering met betrekking tot de projecten 2019 ook worden beschikt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Mede door deze portefeuilleoverdracht is gekozen voor een eenmalige specifieke uitkering.

Met deze uitkering is geenszins sprake van het vervallen van de resterende trekkingsrechten van de gemeenten en de Provincie Groningen. Conform de afspraken van 11 maart 2019 kunnen al deze organisaties hun trekkingsrecht uitoefenen op een bedrag van 15 miljoen. Sommige organisaties, zoals de Gemeente Oldambt hebben hier nog geen gebruik van gemaakt, waar andere organisaties deze al volledig hebben uitgeput, zoals de gemeente Appingedam

4. Hoogte van de uitkering

De hoogte van de uitkering bedraagt 77.120.100, verdeeld over verschillende gemeenten en de Provincie Groningen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven