Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2020, nr. 2020-0000080720, houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met een wijziging van artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit inzake het gebruik van werkbakken en werkplatforms

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

1. De tarieflijst, onderdeel Arbobesluit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Artikel 7.23d komt als volgt te luiden:

7.23d

2

Een bestuur-lijke boete volgt in combinatie (juncto) artikel 7.18 lid 4

 

ODB145

 

3, onder a

6

*

ODB146a

 

3, onder b

6

*

ODB146b

 

4

4

*

ODB147

 

7

6

*

ODB148

 

8

6

*

ODB149

 

9

6

*

ODB150

 

10, onder a, b, c en d

6

*

ODB151

 

11, onder a en b

6

 

ODB152

b. In artikel 7.25 worden in Type overtreding de noten '146', '147' en '148' vervangen door de noten '153', '154' en '155'.

c. In artikel 7.27 wordt in Type overtreding noot '149' vervangen door noot '156'.

d. In artikel 7.28 wordt in Type overtreding noot '150' vervangen door noot '157'.

e. In artikel 7.29 wordt in Type overtreding noot '151' vervangen door noot '158'.

f. In artikel 7.32 wordt in Type overtreding noot '152' vervangen door noot '159'.

g. In artikel 7.34 wordt in Type overtreding noot '153' vervangen door noot '160'.

h. In artikel 7.39 wordt in Type overtreding noot '154' vervangen door noot '161'.

i. In artikel 8.3 worden in Type overtreding de noten '155' en '156' vervangen door de noten '162' en '163'.

2. Noot 145 komt te luiden:

145 De ODB luidt:

Het verrichten van arbeid door werknemers vanuit een werkbak die of een werkplatform dat is gekoppeld aan een hijswerktuig op plaatsen die niet moeilijk bereikbaar zijn en/of waarbij andere meer geëigende arbeidsmiddelen en/of werkmethoden beschikbaar zijn om die plaatsen veilig te bereiken.

(artikel 7.18, lid 4, juncto artikel 7.23d, lid 2, Arbobesluit).

3. De noten 146 tot en met 156 worden vernummerd tot de noten 153 tot en met 163.

4. Na noot 145 worden de volgende noten ingevoegd luidende:

146a De ODB luidt:

De werkzaamheden zijn aangevangen zonder dat een schriftelijk werkplan is opgesteld, dat door een veiligheidskundige als bedoeld in artikel 2.7 is getoetst, waarin is geoordeeld en vastgelegd dat, rekening houdend met de aard en de inrichting van het bouwwerk waar de werkzaamheden zullen worden verricht en de gegeven omgevingsfactoren, geen andere veilige werkwijze mogelijk is (artikel 7.23d, lid 3, onder a, Arbobesluit).

146b De ODB luidt:

De werkzaamheden zijn aangevangen zonder dat een schriftelijk werkplan is opgesteld, waarin door de veiligheidskundige als bedoeld in artikel 2.7 is geoordeeld en vastgelegd dat op de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, de werkzaamheden overeenkomstig het werkplan veilig kunnen worden verricht (artikel 7.23d, lid 3, onder b, Arbobesluit).

147 De ODB luidt:

Het niet of niet tijdig aan de toezichthouder melden van de werkzaamheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een werkbak of werkplatform aan een hijswerktuig (artikel 7.23d, lid 4, Arbobesluit).

148 De ODB luiden:

Het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak die of werkplatform dat is bevestigd aan een hijswerktuig welke niet is voorzien van een technische voorziening die de werklast begrenst op 50% of minder van de maximale werklast waarbij de belasting van de volbelaste werkbak en het bijbehorend hijsgereedschap méér bedraagt dan 25% van de maximaal toelaatbare werklast van het hijswerktuig in zijn meest ongunstige stand (artikel 7.23d, lid 7, Arbobesluit).

Het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak of werkplatform die is bevestigd aan een hijswerktuig welke is voorzien van een technische voorziening die de werklast begrenst op 50% of minder van de maximale werklast waarbij deze technische voorziening niet is ingeschakeld (artikel 7.23d, lid 7, Arbobesluit).

149 De ODB luidt:

Het verblijf van werknemers in een werkbak of werkplatform waarbij de bedieningsplaats van het hijswerktuig niet bezet is (artikel 7.23d, lid 8, Arbobesluit).

150 De ODB luiden:

De werkbak of het werkplatform op hoogte wordt verlaten door de personen die zich daar bevinden (artikel 7.23d, lid 9, Arbobesluit).

De werkbak of het werkplatform op hoogte wordt betreden door de personen die zich buiten de werkbak of het werkplatform bevinden (artikel 7.23d, lid 9, Arbobesluit).

151 De ODB luiden:

Rijden met een niet kraanbaan gebonden mobiel hijswerktuig waaraan een bemande werkbak of een bemand werkplatform is bevestigd (artikel 7.23d, lid 10, onder a, Arbobesluit).

Rijden over een kraanbaan met hogere snelheid dan 2,5 km/uur van een hijswerktuig waaraan een bemande werkbak of een bemand werkplatform is bevestigd (artikel 7.23d, lid 10, onder b, Arbobesluit).

De snelheid waarmee de last verticaal wordt verplaatst en/of de hoeksnelheid waarmee de giek wordt gedraaid en/of de snelheid waarmee de vlucht wordt gewijzigd is hoger dan 25% van de snelheid van het hijswerktuig dan waarvoor deze is ontworpen (artikel 7.23d, lid 10, onder c, Arbobesluit).

Het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak of werkplatform die is bevestigd aan een hijswerktuig bij een windsnelheid van meer dan 7 m/s (artikel 7.23d, lid 10, onder d, Arbobesluit).

152 De ODB luiden:

Ontbreken van doeltreffend(e) communicatie(middel(en)) bij vervoer en verblijf van werknemers in een werkbak of werkplatform aan een hijswerktuig (artikel 7.23d, lid 11, onder a, Arbobesluit).

Het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak die of werkplatform dat is bevestigd aan een hijs- of hefwerktuig zonder dat doeltreffende voorzieningen zijn getroffen om die werknemers bij gevaar te kunnen evacueren (artikel 7.23d, lid 11, onder b, Arbobesluit).

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 juli 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: G.J. Buitendijk directeur-generaal Werk

TOELICHTING

Algemeen

Per 1 juli 2020 is artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) gewijzigd met betrekking op het vervoer van personen in werkbakken of werkplatforms, die daarvoor niet bestemd of geschikt zijn. Het doel van het wijzigingsbesluit (Stb. 2020, 135) is enerzijds om het onterecht gebruik van artikel 7.23d terug te dringen en anderzijds om het gebruik slechts beperkt toe te staan onder strenge aanvullende voorwaarden ten behoeve van de veiligheid van werknemers. De voorwaarden (plan, veiligheidskundige en melding) dwingen de werkgever tot een scherpe afweging van de noodzaak van de inzet van werkbakken of werkplatforms en, indien die inzet nodig blijkt, te zorgen voor veilige voorzieningen en werkuitvoering. De meldingsplicht leidt er toe dat de Inspectie SZW weet wanneer en op welke locatie wordt gewerkt met werkbakken of werkplatforms aan een hijskraan. Hierdoor is de Inspectie SZW in staat gericht toezicht te houden.

Deze aanpassing van het Arbobesluit past binnen de richtlijn arbeidsmiddelen (Richtlijn nr. 2009/104/EG) waarin in bijlage I, onder punt 3.1.2, is bepaald dat het hijsen/heffen van werknemers uitsluitend is toegestaan met behulp van speciaal daarvoor bestemde arbeidsmiddelen. Onverminderd artikel 5 van Richtlijn 89/391/EEG, mogen bij wijze van uitzondering niet daarvoor bestemde arbeidsmiddelen worden gebruikt voor het hijsen/heffen van werknemers, mits passende maatregelen zijn genomen om de veiligheid te waarborgen, overeenkomstig de nationale wetgevingen of praktijken die in passend toezicht voorzien. Artikel 7.23d geeft daar invulling aan.

Door de wijziging van artikel 7.23d is het noodzakelijk om de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving aan te passen. Deze aanpassingen zijn proportioneel geacht in relatie tot de risico’s voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en dragen bij aan het doel van het artikel 7.23d dat per 1 juli 2020 is gewijzigd.

Artikel I

Onderdeel 1, onder a.

Artikel 7.23d Arbobesluit is per 1 juli 2020 gewijzigd. Oude verplichtingen zijn geschrapt/geherformuleerd en er zijn verplichtingen bijgekomen. Dit noopt ook tot aanpassing van het in de tarievenlijst opgenomen onderdeel artikel 7.23d.

Alle overtredingen zijn thans aangemerkt als ODB in plaats van als ZO. Dit omdat overtreding van artikel 7.18, vierde lid, ook een ODB oplevert. Het is niet consistent dat als de uitzondering van artikel 7.23d Arbobesluit in het geheel niet van toepassing is, dat wil zeggen er mag geen werkbak/-platform gebruikt worden, sprake is van een ODB, en als de uitzondering zich wel voordoet, dat wil zeggen er mag een werkbak/-platform worden gebruikt, maar de werkgever is op een bepaald onderdeel nalatig, die overtreding een ZO oplevert.

Voor 1 juli 2020 geschiedde de handhaving en beboeting van overtreding van artikel 7.23d Arbobesluit (oud), via artikel 7.18, vierde lid, Arbobesluit. Het boetenormbedrag was daardoor bij alle overtredingen categorie 6 (normbedrag 9.000 euro). Die lijn wordt voortgezet, met dien verstande dat bij niet-naleving van de in het vierde lid opgenomen meldplicht sprake is van categorie 4 (conform andere meldplichten) (normbedrag 3.000 euro).

De overtredingen van het derde, vierde, zevende, achtste, negende en tiende lid, kunnen ook worden gepleegd door werknemers.

Verder was overtreding van artikel 7.23d (oud) door zelfstandigen, alleen werkende werkgevers en degenen waar vrijwilligers werkzaam zijn, al beboetbaar gesteld. Dat blijft zo bij het nieuwe artikel 7.23d.

Voor de formulering van de verschillende overtredingen zij verwezen naar de toelichting bij de noten.

Onderdelen 1, onderdelen b tot en met i, en 2.

Dit betreft redactionele wijzigingen als gevolg van het invoegen van enige nieuwe noten bij artikel 7.23d Arbobesluit (nieuw).

Onderdeel 3.

Noot 145. Handhaving en beboeting van overtreding van artikel 7.23d, tweede lid, Arbobesluit, (nieuw) geschieden, zoals dat ook gebeurde met overtreding van artikel 7.23d, eerste lid, Arbobesluit (oud), via artikel 7.18, vierde lid, Arbobesluit. Indien er bijvoorbeeld op een makkelijk bereikbare plaats met een werkbak of werkplatform in combinatie met een hijskraan wordt gewerkt, is de uitzondering van artikel 7.23d in het geheel niet van toepassing en is er dus een overtreding van artikel 7.18, vierde lid.

Onderdeel 4.

Noten 146a en 146b. De in artikel 7.23d, derde lid, Arbobesluit (nieuw) voor de werkgever opgenomen verplichtingen om voordat de werkzaamheden aanvangen een schriftelijk werkplan, bevattende zijn keuze en onderbouwing ter zake van de werkwijze, op te stellen en daaraan toe te voegen de toetsing van die keuze door een gecertificeerde veiligheidskundige en diens oordeel dat er, rekening houdend met de aard en de inrichting van het bouwwerk en de gegeven omgevingsfactoren, geen andere veilige werkwijze mogelijk is en dat de werkzaamheden ter plekke veilig kunnen worden verricht, zijn nieuw. Dit noopt tot opname van twee nieuwe direct beboetbare overtredingen.

Uitgangpunt van artikel 7.23d Arbobesluit (nieuw) is dat de werkzaamheden zo mogelijk op een andere wijze dan met een hijskraan in combinatie een werkbak of werkplatform worden verricht.

Met een schriftelijk werkplan, bevattende zijn keuze en onderbouwing ter zake van de werkwijze, de toetsing van die keuze door een gecertificeerde veiligheidskundige en diens beoordeling (theoretisch en ter plekke), moet de werkgever, deugdelijk onderbouwd, aantonen dat alleen de door hem gekozen werkwijze veilig is en dat op die manier ter plekke veilig gewerkt kan worden.

Bij de overtreding van het derde lid, onderdeel a, gaat het om de theoretische kant van de beoordeling door de veiligheidskundige. Deze moet de in het schriftelijk werkplan opgenomen keuze van de werkgever ter zake van de werkwijze toetsen en in het werkplan zijn beoordeling vastleggen dat, rekening houdend met de aard en inrichting van het bouwwerk waar de werkzaamheden zullen worden verricht, en de gegeven omgevingsfactoren (zoals hoogbouw, hoeveelheid open ruimte en stevigheid bodem), geen andere veilige werkwijze mogelijk is.

Bij de overtreding van het derde lid, onderdeel b, gaat het om de praktische kant van de beoordeling door de veiligheidskundige. Deze moet in even bedoeld werkplan tevens zijn beoordeling vastleggen dat op de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, die werkzaamheden overeenkomstig het werkplan veilig kunnen worden verricht. Daarbij gaat het om zaken zoals windsterkte en/of -richting, bodemgesteldheid in samenhang met regen, andere op de locatie door dezelfde of een andere werkgever verrichte werkzaamheden.

Indien de beoordeling van het werkplan door de veiligheidskundige niet in overeenstemming is met het van deze gecertificeerde professional te verwachten onafhankelijke deskundig oordeel en daarmee afwijkend van zijn certificatie-eisen, dan zal de Inspectie SZW contact opnemen met de certificerende instelling, die verantwoordelijk is voor de certificering van betrokkene, met het verzoek passende maatregelen te treffen.

Noot 147. De in artikel 7.23d, vierde lid, Arbobesluit (nieuw) opgenomen verplichting om het gebruik van een werkbak of werkplatform twee dagen van te voren te melden aan de Inspectie SZW is nieuw. Dit noopt tot opname van een nieuwe overtreding.

Noot 148. De in artikel 7.23d, tweede lid, onderdeel a, Arbobesluit (oud) opgenomen regeling betreffende het gebruik van een werkbak in combinatie met een vorkheftruck is geschrapt. Die situatie werd als een te groot veiligheidsrisico voor werknemers gezien.

Verder is de volle werkbelasting van een werkbak of werkplatform en (bijbehorend hijsgereedschap) aangescherpt. Niet meer driekwart van de nominale belasting, maar 50% van de maximale werklast van de kraan.

Dit heeft geleid tot het schrappen van de overtreding ter zake van hefwerktuigen en tot een herformulering van de overtredingen ter zake van hijskranen.

Noot 149. De formulering van deze overtreding is ontleend aan de formulering van de overeenkomstige overtreding behorend bij artikel 7.23d, vijfde lid, Arbobesluit (oud).

Noot 150. Deze overtredingen zijn nieuw en houden specifiek verband met het gebruik van werkbakken en werkplatforms. Het is het niet toegestaan dat een werkbak of werkplatform op hoogte door personen wordt verlaten of door personen die zich buiten de werkbak of het werkplatform bevinden, wordt betreden.

Noot 151. De formulering van de eerste twee overtredingen is ontleend aan de formulering van de overeenkomstige overtredingen behorend bij artikel 7.23d, vijfde lid, Arbobesluit (oud).

De derde en vierde overtreding zijn nieuw en houden verband met twee nieuwe aan het gebruik van een kraan in combinatie met een werkbak of werkplatform gestelde eisen betreffende de snelheid van de kraan en de windsnelheid (artikel 7.23d, tiende lid, onder c en d, Arbobesluit (nieuw)).

Noot 152. De formulering van deze overtredingen is ontleend aan de formulering van de overeenkomstige overtredingen behorend bij artikel 7.23d, zesde lid, Arbobesluit (oud).

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Aangezien niet geheel zeker is dat deze aanpassing nog voor 1 juli 2020 in het Staatsblad kan worden gepubliceerd treedt deze wijziging de dag na plaatsing in de Staatscourant in werking.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: G.J. Buitendijk directeur-generaal Werk

Naar boven