ARTIKEL I
De Regeling langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van ‘, of’ aan het slot van het laatste onderdeel van artikel 2.2,
eerste lid, onderdeel a, door een komma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
-
– GGZ wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging, of
-
– GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding.
B
Artikel 5.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 4.480’ vervangen door ‘€ 4.652’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 4.073’ vervangen door ‘€ 4.229’.
C
Artikel 5.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘101,82%’ vervangen door ‘103,83%’.
2. In het eerste, tweede en derde lid wordt ‘2019’ telkens vervangen door ‘2020’.
D
In artikel 5.15a, eerste lid, wordt ‘ten hoogste €243.462’ vervangen door ‘ten hoogste
€ 304.328’.
E
In artikel 5.17, eerste lid, onderdeel b, wordt €’4.480’ vervangen door ‘€ 4.652’.
F
Artikel 5.22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 20’ vervangen door ‘€ 20,73’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 63’ vervangen door ‘€ 65,29’ en wordt ‘€ 58’ vervangen
door ‘€ 60,12’.
G
Artikel 8.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 23.407 miljoen’ vervangen door ‘€ 23.408 miljoen’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 20.965 miljoen’ vervangen door ‘€ 20.954 miljoen’, wordt
‘€ 2.441 miljoen’ vervangen door ‘€ 2.454 miljoen’ en wordt ‘15 oktober 2019’ vervangen
door ‘1 april 2020’.
H
Artikel 8.10 komt te luiden:
Artikel 8.10
De bedragen die in 2019 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden
budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:
Groningen:
|
87.116.039
|
Friesland:
|
127.600.000
|
Drenthe:
|
90.407.902
|
Zwolle:
|
84.130.789
|
Twente:
|
102.702.027
|
Apeldoorn, Zutphen en omstreken:
|
51.328.234
|
Midden IJssel:
|
19.282.558
|
Arnhem:
|
135.827.029
|
Nijmegen:
|
88.049.272
|
Utrecht:
|
171.056.925
|
Flevoland:
|
36.944.568
|
´t Gooi:
|
71.412.713
|
Noord-Holland Noord:
|
72.868.600
|
Kennemerland:
|
42.081.894
|
Zaanstreek/Waterland:
|
33.648.522
|
Amsterdam:
|
93.590.300
|
Amstelland en de Meerlanden:
|
21.204.905
|
Zuid-Holland Noord:
|
52.769.426
|
Haaglanden:
|
116.166.674
|
Westland Schieland Delfland:
|
58.393.820
|
Midden-Holland:
|
34.856.453
|
Rotterdam:
|
98.310.354
|
Zuid-Hollandse Eilanden:
|
61.060.590
|
Waardenland:
|
58.397.356
|
Zeeland:
|
50.489.991
|
West-Brabant:
|
110.105.489
|
Midden-Brabant:
|
79.297.934
|
Noordoost Brabant:
|
113.142.810
|
Zuidoost Brabant:
|
109.204.273
|
Noord- en Midden-Limburg:
|
80.342.686
|
Zuid-Limburg:
|
102.239.178
|
I
Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 24.521 miljoen’ vervangen door ‘€ 24.959 miljoen’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 22.012 miljoen’ vervangen door ‘€ 22.322 miljoen’, wordt
‘€2.510 miljoen’ vervangen door ‘€ 2.637 miljoen’ en wordt ‘15 oktober 2019’ vervangen
door ‘15 april 2020’.
J
Artikel 8.12 komt te luiden:
Artikel 8.12
De bedragen die in 2020 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden
budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:
Groningen:
|
98.078.322
|
Friesland:
|
133.303.190
|
Drenthe:
|
101.488.629
|
Zwolle:
|
95.982.506
|
Twente:
|
109.869.672
|
Apeldoorn, Zutphen en omstreken:
|
57.765.433
|
Midden IJssel:
|
21.933.013
|
Arnhem:
|
147.310.994
|
Nijmegen:
|
91.742.031
|
Utrecht:
|
191.018.794
|
Flevoland:
|
40.882.868
|
´t Gooi:
|
78.329.058
|
Noord-Holland Noord:
|
73.425.219
|
Kennemerland:
|
48.234.192
|
Zaanstreek/Waterland:
|
38.557.803
|
Amsterdam:
|
102.161.808
|
Amstelland en de Meerlanden:
|
22.177.228
|
Zuid-Holland Noord:
|
56.396.215
|
Haaglanden:
|
122.049.246
|
Westland Schieland Delfland:
|
60.115.583
|
Midden-Holland:
|
35.676.907
|
Rotterdam:
|
108.091.934
|
Zuid-Hollandse Eilanden:
|
64.191.851
|
Waardenland:
|
59.763.756
|
Zeeland:
|
52.944.691
|
West-Brabant:
|
118.301.703
|
Midden-Brabant:
|
83.085.409
|
Noordoost Brabant:
|
119.691.145
|
Zuidoost Brabant:
|
116.408.375
|
Noord- en Midden-Limburg:
|
80.338.953
|
Zuid-Limburg:
|
107.182.540
|
K
In artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘30 juni 2020’ vervangen door ‘31 december
2020’.
L
Bijlage H komt te luiden overeenkomstig de bijlage bij deze regeling.
ARTIKEL II
-
1. Artikel I, onderdelen F tot en met K treden in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken
terug tot en met 1 juli 2020.
-
2. Artikel I, onderdeel D, treedt inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met
1 januari 2020.
-
3. Artikel I, onderdelen A tot en met C, E en L, treden in werking met ingang van 1 januari
2021.
TOELICHTING
ALGEMEEN
Mensen met een psychische stoornis kunnen een beroep doen op zorg vanuit de Wet langdurige
zorg (Wlz). Om voor die zorg in aanmerking te komen dient er, net als iedere andere
cliënt, sprake te zijn van een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur
per dag zorg in de nabijheid. Het CIZ beoordeelt de aanvraag en stelt vast of een
cliënt aan de zorginhoudelijke toegangscriteria van de Wlz voldoet. Indien dit het
geval is, kent het CIZ het best passende zorgprofiel toe. Er zijn vijf zorgprofielen
die zien op GGZ wonen:
-
– GGZ wonen met intensieve begeleiding,
-
– GGZ wonen met intensieve begeleiding en verzorging,
-
– GGZ wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering,
-
– GGZ wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging,
-
– GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding.
De Wlz kent naast zorg met verblijf ook de mogelijkheid om zorg thuis te ontvangen.
Dit kan via verschillende leveringsvormen, namelijk volledig pakket thuis (vpt), modulair
pakket thuis (mpt) of persoonsgebonden budget (pgb). Deze leveringsvormen zijn ook
mogelijk voor cliënten met een psychische stoornis. Voor cliënten die voor de rest
van hun leven zorg vanuit de Wlz krijgen, is het van belang de keuzemogelijkheden
om tot passende zorg te komen zo groot mogelijk te houden.
Wat betreft de leveringsvorm pgb is de afweging gemaakt of pgb voor elk ggz-zorgprofiel
mogelijk moet worden gemaakt. In artikel 5.5 van deze regeling worden een klein aantal
zorg profielen uitgesloten van pgb. Dit zijn zorgprofielen waar het wonen en de zorg
die geleverd wordt in het teken van behandeling staan. Behandeling en overige zorg
zijn nauw met elkaar verweven. Zorgprofiel GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek
met zeer intensieve begeleiding is het zwaarste profiel voor cliënten met een psychische
stoornis waarbij sprake is van een hoge mate van behandeling. Dit ggz-zorgprofiel
is daarom ook uitgesloten van pgb.
Voor het pgb in verband met de zorgprofielen GGZ-Wonen 1 tot en met 4, is per 1 januari
2021 een basisbedrag beschikbaar. Deze bedragen worden in onderhavige regeling opgenomen.
Daarnaast wordt in deze regeling geregeld dat zorgprofielen GGZ-Wonen met intensieve
begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (GGZ-wonen 4) en GGZ Beveiligd
wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding (GGZ-wonen
5) open worden gesteld voor de regeling meerzorg. Cliënten die deze zorgprofielen
toegewezen krijgen door het CIZ, krijgen via deze regeling dus recht op meer zorg
dan waarop zij op grond van zijn geïndiceerde zorgprofiel recht hebben, zover naar
het oordeel van de Wlz-uitvoerder of het zorgkantoor minimaal 25% meer zorg nodig
is dan de zorg waar zij op basis van het best passende zorgprofiel aanspraak op hebben.
Een en ander is overeenkomstig hetgeen de NZa in haar uitvoeringstoets ‘Toegang tot
de Wet langdurige zorg voor cliënten met een psychische stoornis’ heeft geadviseerd.1
ARTIKELSGEWIJS
Artikel I
Onderdelen A:
Voor een toelichting wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting.
Onderdelen B, C en E
Deze onderdelen indexeren de toeslagen en tarieven behorende bij het pgb naar het
prijspeil in 2021. Met deze wijziging worden de pgb-bedragen voor 2021 toegevoegd
aan de regeling.
Onderdeel D
Artikel 5.15a artikel regelt de mogelijkheid tot verhoging van het pgb voor persoonlijke
assistentie. Dit persoonlijk assistentie budget (PAB) is bedoeld voor mensen die volledig
regie hebben over het eigen leven, maar een zeer zware lichamelijke beperking hebben
en die vanuit medisch oogpunt zijn aangewezen op permanent toezicht of 24 uur per
dag zorg in de directe nabijheid om levensbedreigende situaties te voorkomen. Het
zorgkantoor kan het persoonsgebonden budget (pgb) van de verzekerde op aanvraag verhogen
tot het maximumbedrag per kalenderjaar, genoemd in het eerste lid.
Uit de evaluatie van het PAB2 blijkt dat eenderde van de ca. 40 budgethouders niet uitkomt met het toegekende budget
voor PAB. Cliënten ondervinden problemen bij het werven en uitbetalen van assistenten,
met name als voor het wassen en aankleden enige tijd van de dag 2 assistenten tegelijk
nodig zijn. Van belang is dat 24-uurszorg redelijkerwijs mogelijk is, om onveilige
situaties te voorkomen.
Door de wijziging van Artikel 5.15a, eerste lid, wordt het maximum pgb opgehoogd met
25%. Deze wijziging treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 inwerking,
zodat cliënten in het jaar 2020 de persoonlijke assistentie kunnen inkopen die zij
dit jaar nodig hebben. Per 1 januari 2021 wordt het PAB weer geïndexeerd. Dit zal
geschieden in een volgende wijziging van de Regeling langdurige zorg.
Onderdeel F
In artikel 5.22 staan de maximum uurtarieven die ten laste van het pgb kunnen komen.
Er gelden landelijk drie maximum inkooptarieven. Er geldt een formeel uurtarief van
€63 en een formeel dagdeeltarief van € 58. Daarnaast geldt een informeel uurtarief
van € 20.
De maximum tarieven zijn ingevoerd om te zorgen voor een redelijke vergoeding uit
het pgb. In tegenstelling tot de pgb-bedragen zijn de maximum tarieven de afgelopen
jaren niet geïndexeerd. Oorspronkelijk was beoogd dat de maximum tarieven met ingang
van 1 januari 2020 geïndexeerd zouden worden met 1,82 procent. Dit percentage is gelijk
aan het indexeringspercentage van het pgb in 2020. Om een zorgvuldige invoering van
de geïndexeerde maximum tarieven te kunnen garanderen is er voor gekozen de indexering
van de maximum tarieven een half jaar later te laten plaatsvinden. Met ingang van
1 juli 2020 worden de maximum tarieven zodanig verhoogd dat de gemiddelde tarieven
in 2020 gelijk zijn aan de oorspronkelijk beoogde tarieven. Dit wordt bereikt door
deze te indexeren met 3,64 procent. Per 1 januari 2021 worden de maximumtarieven weer
geïndexeerd. Dit zal geschieden in een volgende wijziging van de Regeling langdurige
zorg.
Onderdelen G en H
Tot 1 april 2020 konden Wlz-uitvoerders de NZa verzoeken om bedragen over te hevelen
tussen de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten. Hiermee spelen
de Wlz-uitvoerders in op de voorkeuren van hun cliënten. Dit heeft geleid tot een
andere verdeling van de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten
en een andere verdeling van de middelen tussen de regio’s. Met de onderdelen G en
H wordt deze nieuwe verdeling doorgevoerd in de Regeling langdurige zorg.
Onderdelen I en J
Het Wlz-kader 2020 is in de reactie3 op de Maartbrief van de NZa verhoogd. Met de onderdelen I en J wordt deze wijziging
doorgevoerd in de Regeling langdurige zorg.
Onderdeel K
Artikel 9.3d Rlz regelt het overgangsrecht voor cliënten die direct voorafgaand aan
de inwerkingtreding van de Wlz (1 januari 2015) gebruik maakten van ADL-assistentie.
Dit overgangsrecht is met de Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport van 19 september 2016, kenmerk 1013765-154757-LZ, houdende wijziging
van de Regeling langdurige zorg i.v.m. het regelen van overbruggingszorg, het verhogen
van het pgb-plafond 2016 en het aanpassen van het overgangsrecht verlengd met een
half jaar. Voor ongeveer 50 mensen die wonen in een ADL-woning zou de zorg en ondersteuning
buiten de woning (en de zorg die zo specifiek is dat de ADL-aanbieder deze binnen
de woning niet kan leveren) per 1 juli 2020 van de Wlz overgaan naar de Zvw en de
Wmo 2015.
Om de overgang van deze ongeveer 50 cliënten zorgvuldig te laten verlopen wordt het
overgangsrecht in deze regeling nogmaals met een half jaar verlengd. De zorg en ondersteuning
buitenshuis (en de zorg die zo specifiek is dat de ADL-aanbieder deze niet kan leveren)
wordt voor hen tot 1 januari 2021 vanuit de Wlz betaald. Voor de overgang van de Wlz
naar Zvw en Wmo zijn nieuwe indicaties nodig. Door de coronapandemie kunnen de benodigde
indicaties niet tijdig worden gesteld en is het noodzakelijk het overgangsrecht met
een half jaar te verlengen.
Onderdeel L
Dit onderdeel stelt bijlage H opnieuw vast. Deze wijziging zal per 1 januari 2021
inwerking treden. Tot die tijd geldt de huidige bijlage H.
Bijlage H bevat de hoogte van het pgb per zorgprofiel. Voor de zorgprofielen die vallen
onder de sector verpleging & verzorging en de gehandicaptensector geldt dat de pgb
bedragen 2020 zijn geïndexeerd naar prijspeil 2021. Het indexeringspercentage dat
hierbij is gehanteerd bedraagt 3,83%.
Daarnaast worden met onderhavige wijziging van bijlage H ook de pgb-bedragen voor
de zorgprofielen GGZ wonen 1 tot en met 4 toegevoegd. Voor achtergrondinformatie hierover
wordt verwezen naar de algemene toelichting.
Het leidende principe bij het vaststellen van de hoogte van het pgb per zorgprofiel
is dat het budget altijd passend moet zijn bij de benodigde zorg of ondersteuning
van de zorgvrager, waarbij maatwerk het uitgangspunt is. Ook dient sprake te zijn
van doelmatigheid, zo is de hoogte van een pgb nooit hoger dan de kosten voor het
alternatief in zorg in natura.
Voor de zorg in natura tarieven bij de zorgprofielen GGZ-Wonen 1 tot en met 5 heeft
de NZa besloten zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande bekostiging in de
Wlz. Daarom gebruikt zij voor de zzp tarieven inclusief behandeling de bestaande GGZ-B
prestaties die nu gelden voor voortgezet verblijf in de Wlz. De onderliggende GGZ-B
zorgprofielen zijn namelijk 1 op 1 te vertalen naar de nieuwe zorgprofielen voor cliënten
met een psychische stoornis die vanaf 2021 directe toegang krijgen tot de Wlz. Deze
vertaling wordt weergegeven in onderstaande tabel. Het zzp tarief voor GGZ-Wonen 3
bijvoorbeeld komt dus overeen met het zzp tarief voor GGZ-B 5.
GGZ-B
|
GGZ-W
|
Naam nieuwe zorgprofielen (GGZ-W)
|
3
|
1
|
GGZ Wonen met intensieve begeleiding
|
4
|
2
|
GGZ Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
|
5
|
3
|
GGZ Wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering
|
6
|
4
|
GGZ Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging
|
7
|
5
|
GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding
|
Bij het vaststellen van de pgb-bedragen voor GGZ-Wonen 1 t/m 4 is hetzelfde principe
gehanteerd. Deze bedragen komen dus overeen met de pgb-bedragen GGZ-B 3 t/m 6, omdat
ook de onderliggende zorgprofielen GGZ-Wonen 1 t/m 4 afgeleid zijn van de zorgprofielen
GGZ-B 3 t/m 6.
De pgb-bedragen voor GGZ-B zijn bij de introductie van de Wlz afgeleid van het bedrag
dat een zorgaanbieder in een jaar maximaal in rekening kan brengen voor het leveren
van zorg via een volledig pakket thuis (vpt) exclusief behandeling. Behandeling mag
namelijk niet worden ingekocht via het pgb, maar kan wel aanvullend op het pgb via
zorg in natura vanuit de Wlz geleverd worden. Daarnaast is ook rekening gehouden met
het feit dat een aantal componenten binnen het vpt-tarief geen betrekking heeft op
zorg en daarom niet vanuit het pgb bekostigd mag worden. Dit zijn het verstrekken
van eten en drinken en andere ‘hotelmatige’ diensten (met uitzondering van een vergoeding
voor huishoudelijke hulp). De hoogte van het pgb-bedrag is hiervoor gecorrigeerd.4
Artikel II
Artikel I, onderdelen F tot en met K treden de dag na datum van publicatie in werking
en werken terug tot en met 1 juli 2020. Voor artikel I, onderdelen A tot en met E,
en L gelden andere data van inwerkingtreding dan wel terugwerkende kracht. Dit wordt
toegelicht bij de desbetreffende onderdelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge