Vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. Vrijgestelde beleggingsinstelling (artikel 6a Wet Vpb); wijzigingsbesluit

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate dienst Vaktechniek / Directoraat-generaal Fiscale Zaken, Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen

Besluit van 24 juni 2020, nr. 2020-4943

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het beleidsbesluit over de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) van artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Deze aanpassing is nodig omdat de centrale behandeling van de VBI niet langer plaatsvindt bij de Belastingdienst/kantoor Almelo, maar bij de Belastingdienst Noordoost/kantoor Groningen. Voorts is vervallen de goedkeuring dat kort gezegd de zogenoemde doorkijkregeling niet geldt voor belangen in buitenlandse beleggingslichamen die vallen onder het waarderingsvoorschrift van artikel 3.29a van de Wet IB 2001. Dit is inmiddels wettelijk geregeld in het tiende lid van artikel 4.14 van de Wet IB 2001.

ARTIKEL I

Het besluit over de vrijgestelde beleggingsinstelling van 10 maart 2008, nr. CPP2008/291M, Stcrt. 2008, 49, wordt als volgt gewijzigd:

A

De cursieve inleiding komt te luiden:

Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) van artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en is meest recent gewijzigd bij besluit van 24 juni 2020, nr. 2020-4943, (Stcrt. 34995). Gewijzigd is daarbij het volgende. De Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordoost/kantoor Groningen is aangewezen als bevoegde inspecteur voor het afgeven van de beschikkingen. Vervallen is de goedkeuring dat kort gezegd de zogenoemde doorkijkregeling niet geldt voor belangen in buitenlandse beleggingslichamen die vallen onder het waarderingsvoorschrift van artikel 3.29a van de Wet IB 2001. Dit is inmiddels wettelijk geregeld in het tiende lid van artikel 4.14 van de Wet IB 2001.

B

Paragraaf 5 vervalt.

C

Paragraaf 6 wordt vernummerd tot paragraaf 5 en komt te luiden:

6. Centrale uitvoering door de Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordoost/Kantoor Groningen

Ter bevordering van de eenheid van rechtstoepassing en de snelheid van afhandeling wijs ik hierbij de Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordoost/kantoor Groningen aan als bevoegde eenheid voor het afgeven van beschikkingen en de beoordeling of na het afgeven van een positieve beschikking aan de eisen wordt voldaan. Alle verzoeken dienen onverwijld aan deze eenheid te worden doorgeleid. Dat geldt ook voor reeds ingediende verzoeken. De Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordoost/kantoor Groningen draagt in overleg de bevoegdheid over aan de Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordwest/kantoor Amsterdam wanneer sprake is van vergunningplicht ingevolge de Wet op het financieel toezicht zonder vrijstelling of ontheffing, en daarmee vergelijkbare gevallen. De Belastingdienst Grote Ondernemingen Noordoost/kantoor Groningen wijs ik hierbij ook aan als bevoegd, te beslissen op splitsingsverzoeken die (mede) zijn gericht op het verkrijgen van de VBI-status (zie paragraaf 4 van dit Besluit).

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 24 juni 2020

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, namens deze, J. de Blieck, hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken

Naar boven