Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 juni 2020, nr. KO152693, houdende de vaststelling van de screenings- en testinstrumenten ten behoeve van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) voor het schooljaar 2021–2022 (Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2021–2022)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling screenings- en testinstrumenten

De screenings- en testinstrumenten voor het schooljaar 2021–2022 voor de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs worden vastgesteld conform de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020.

Artikel 3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2021–2022.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO EN PRO SCHOOLJAAR 2021–2022

Lijst toegestane instrumenten Criterium Intelligentie

Tenzij in de testhandleiding anders is aangegeven, hoeft men geen Flynn-correctie toe te passen. Wanneer leerlingen eind groep 7 naar het lwoo of pro gaan, mogen de intelligentietesten van groep 8 worden afgenomen wanneer de leerling in groep 3 of hoger gedoubleerd is.

De scores op de IQ-testen mogen niet ouder zijn dan twee jaar, zijnde de periode tussen de datum van afname en datum van indiening van het volledige dossier. Om te voorkomen dat leerlingen onnodig extra getest moeten worden, moet men extra alert zijn wanneer bij een test is vermeld dat deze ‘voor het laatst is toegestaan’. Dat betekent dat men zowel moet kijken naar het criterium van maximaal twee jaar als naar de datum van publicatie in de Staatscourant van de Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro van enig schooljaar. Vanaf de publicatiedatum is bekend dat een test het schooljaar daaropvolgend niet meer gebruikt kan worden voor de aanvraag van een aanwijzing lwoo of een toelaatbaarheidsverklaring pro. Met andere woorden: een test waarvan vermeld is in de Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro dat deze ‘voor het laatst is toegestaan’ kan alleen voor een aanvraag worden gehanteerd wanneer de betreffende test niet ouder is dan twee jaar en is afgenomen voor de publicatiedatum in de Staatscourant van die Regeling.

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

ADIT: Adaptieve Digitale Intelligentie Test, A-VISION, 2013

Groep 6,7 en 8

Genormeerd voor leerlingen uit groep 6, 7 en 8.

Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.

Cito: Intelligentietest VO, Cito 2013

Klas 1 t/m 3 regulier VO

Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

Drempeltest, Boom test onderwijs, 2007

Groep 7 + 8

Deze test moet in maart tot en met juni van groep 7 worden afgenomen of in groep 8.

Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

Dit jaar voor het laatst toegestaan

NIO: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau, Boom test onderwijs, 2018

Groep 7, 8 en klas 1, 2 en 3 VO

Afname van april-juli groep 7.

Niet bedoeld voor leerlingen uit het (V)SO.

Groepsgrootte maximaal 15 bij afname bij leerlingen in SBO en pro. Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen

NSCCT: Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test, De Rijnlandse School, 2014

Groep 4 t/m 8

Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

RAKIT-2: REVISIE AMSTERDAMSE KINDER INTELLIGENTIE TEST, Pearson Assessment and Information, 2011

4 t/m 12;6 jaar

Deze test moet vóór de 12e verjaardag zijn afgenomen:

SON-R 6-40, Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietest, Hogrefe Uitgevers, 2011

6 t/m 40 jaar

Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend lezen en spelling > 50%) en leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen.

WISC-V-NL: Wechsler Intelligence Scale for Children Fifth Edition, Pearson Assessment and Information, 2018

6 – 17 jaar

Voorlopig twee jaar goedgekeurd; er zijn nog onvoldoende onderzoekresultaten naar de criteriumvaliditeit bekend.

Zie ook opmerking onder de tabel m.b.t. totaal IQ.

WNV-NL: Nederlandse bewerking van de Wechsler Nonverbal Scale of Ability, Pearson Assessment and Information, 2008

4 t/m 21 jaar

Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend lezen en spelling > 50%) en leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen.

Opmerkingen bij Criterium Intelligentie:

Een IQ-test die volgens de handleiding door een leerkracht mag worden afgenomen, moet altijd onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd deskundige worden geïnterpreteerd.

Pas op met het gebruik van schriftelijk af te nemen klassikale tests ingeval er sprake is van een leerling met grote leerachterstanden (met name op begrijpend lezen) of bij onvoldoende beheersing van het Nederlands.

Bij het intelligentiecriterium wordt uitgegaan van een Totaal IQ (TIQ). Wanneer daarvoor de WISC-V-NL gebruikt wordt, dient met behulp van zeven subtests (zoals aangegeven in de handleiding van de WISC-V-NL) het Totaal IQ (TIQ) bepaald worden. De betreffende zeven subtesten geven tezamen een puntscore. Voor het intelligentiecriterium mag niet worden uitgegaan van betrouwbaarheidsintervallen.

Nieuw op de lijst

Geen

Dit jaar voor het laatst toegestaan

Drempeltest, Boom test onderwijs, 2007. In 2022 zijn de normtabellen van de Drempeltest 15 jaar oud en verouderd.

Lijst toegestane instrumenten Sociaal-Emotionele problematiek schooljaar 2021–2022

De scores op de SE-testen mogen niet ouder zijn dan één jaar gerekend vanaf de datum van aanmelding bij het samenwerkingsverband. De scores op de instrumenten sociaal emotionele problematiek mogen niet ouder zijn dan één jaar, zijnde de periode tussen de datum van afname en datum van indiening van het volledige dossier.

Om te voorkomen dat leerlingen onnodig extra getest moeten worden, moet men extra alert zijn wanneer bij een test is vermeld dat deze ‘voor het laatst is toegestaan’. Dat betekent dat men zowel moet kijken naar het criterium van maximaal twee jaar als naar de datum van publicatie in de Staatscourant van de Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro van enig schooljaar. Vanaf de publicatiedatum is bekend dat een test het schooljaar daaropvolgend niet meer gebruikt kan worden voor de aanvraag van een aanwijzing lwoo of een toelaatbaarheidsverklaring pro. Met andere woorden: een test waarvan vermeld is in de Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro dat deze ‘voor het laatst is toegestaan’ kan alleen voor een aanvraag worden gehanteerd wanneer de betreffende test niet ouder is dan één jaar en is afgenomen voor de publicatiedatum in de Staatscourant van die Regeling.

Volgens de Regeling worden alleen leerlingen met een IQ tussen de 90 en 120 geacht dergelijke vragenlijsten in te vullen. Schriftelijke zelfbeoordelingsvragenlijsten zijn meestal te moeilijk voor leerlingen met grote leerachterstanden op het gebied van begrijpend lezen. Er worden daarom beperkingen gesteld aan het gebruik van zelfbeoordelingsvragenlijsten door deze leerlingen. Leerlingen zijn met zelfbeoordelings-vragenlijsten toetsbaar wanneer ze op Begrijpend Lezen het niveau halen van de gemiddelde leerling aan het eind van groep 6 of hoger (DLE 40 of hoger). Wanneer deze leerling een begrijpend leesniveau heeft van een gemiddelde leerling in groep 6 (DLE 30 – 40) moet de onderzoeker nagaan of een zelfbeoordelingslijst wel een juiste keuze is. Bij een begrijpend leesniveau behorend bij de gemiddelde leerling van groep 3, 4 of 5 (DLE < 30) wordt sterk afgeraden een zelfbeoordelingsvragenlijst te gebruiken voor de vaststelling van SE problematiek. Voor het persoonlijkheidsonderzoek kan de diagnostisch geschoolde en BIG-geregistreerde psycholoog of orthopedagoog in dat geval gebruik maken van gegevens uit het onderwijskundig rapport, van beoordelingslijsten door ouders en/of leerkracht én van gegevens op basis van eigen observatie. Voor zover de vragenlijsten van score-aanduidingen zijn voorzien van het type ‘klinisch bereik’, ‘risicogebied’, ‘zorgscore’ en dergelijke, mogen alleen de scores die in een dergelijk bereik vallen gebruikt worden als argumentatie voor ondersteuningsbehoefte.

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

DVL: Docenten Vragenlijst, A-VISION, 20061

1e klas VO

 

Kanjervragenlijst, Instituut voor Kanjertrainingen B.V., 2012

Groep 5 t/m 8

 

LMT-BO: Leermotivatietest Basisonderwijs, Boom test onderwijs, 2009

Groep 6 t/m 8

 

LOVS VISEON 2.0, Cito, 2016

Groep 3 t/m 8

 

LVT: Leervoorwaardentest, Bohn Stafleu van Loghum, 2011

4 – 18 jaar

 

NPV-J-2: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst 2, Boom uitgevers Amsterdam, 2011

9 – 16 jaar

 

PMT-K-2: Prestatie Motivatietest voor Kinderen 2, Pearson Assessment and Information, 2011

Groep 7/8 en leerjaar 1 VO

 

TPVO-Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs- Leerlingvragenlijst, A-VISION, 2008

Groep 8

 

ZIEN! Pedagogisch Expertsysteem voor het primair onderwijs. Driestar Onderwijsadvies, 2012

Groep 1 t/m 8

Betreft de leerkrachtversie van ZIEN! Er is een versie groep 1 t/m 4 en versie groep 5 t/m 8. Er is geen verschil in items maar er worden andere handelingssuggesties gegeven

ZIEN! Leerling 5 – 8 Sociale vaardigheden, Driestar Onderwijsadvies, 2015

Groep 5 t/m 8

Het betreft de Digitale leerlingversie.

ZIEN! Leerling 5 – 8 Leer- en leefklimaat, Driestar Onderwijsadvies, 2016

Groep 5 t/m 8

Het betreft de Digitale leerlingversie. De beoordeling voor de schaal Pestgedrag is onvoldoende

X Noot
1

In combinatie met Leerling Vragenlijst (LVL) te gebruiken wanneer het begrijpend leesniveau van de leerling voldoende is.

Opmerkingen bij Criterium Sociaal-Emotionele problematiek:

Een test die het beeld geeft van sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie tot de leerprestaties en die volgens de handleiding door een leerkracht mag worden afgenomen moet altijd onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd deskundige worden geïnterpreteerd.

Dit jaar voor het laatst toegestaan

N.v.t.

Dit jaar nieuw op de lijst

Geen

Toegestane instrumenten onderzoek leerachterstanden schooljaar 2021–2022

Afname van leervorderingenonderzoek

Voor het weergeven van de leervorderingen wordt in principe altijd gevraagd om de meest recent afgenomen toetsen. Wanneer de leerling van 1-2-2021 tot en met 30-9-2021 wordt aangemeld, moeten de didactische toetsen in het schooljaar 2020–2021 of daarna zijn afgenomen. Bij aanmelding vóór 1-2-2021 mogen de gegevens van de didactische toetsen die in het onderwijskundig rapport worden gebruikt niet ouder zijn dan zes toetsmaanden (juli en augustus worden niet meegerekend). Alle genoemde leervorderingentoetsen die geschikt zijn voor groep 8 mogen ook gebruikt worden voor het didactisch toetsen van leerlingen in 1-VO. De didactische leeftijd (DL) is in dat geval 60 en dezelfde regels die voor groep 8 gelden ten aanzien van adaptief toetsen, gelden ook hier.

Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS)

Het Didactische Leeftijds Equivalent (DLE) hebt u nodig bij de doorverwijzing van leerlingen naar het lwoo en het pro. Door Cito wordt niet bij alle toetsen een koppeling gemaakt met DLE’s in de rapportages. Cito gebruikt voor de rapportage vaardigheidsscores en functioneringsniveaus. Wanneer u gebruik maakt van het Computerprogramma LOVS, kunt u via het onderwijskundig rapport wel de benodigde DLE´s opvragen voor de doorverwijzing naar lwoo en pro. Ook kunt u de betreffende tabellen gebruiken in de publicatie DLE-Schalen1 voor de omzetting van ruwe scores (papieren versie) of vaardigheidsscores (digitale versie) naar DLE’s.

Het is niet mogelijk om een directe verbinding te leggen tussen de scores op de papieren toets en de digitale versie, omdat in beide gevallen langs een andere route de resultaten worden verkregen. Het is daarom noodzakelijk te vermelden welke toetsversie is gebruikt.

Hulp voor dyslectische leerlingen wanneer doortoetsen en terugtoetsen mogelijk is

Voor dyslectische leerlingen kan het nuttig zijn om te weten wat betreffende leerling kan met en zonder ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van voorleessoftware. Voor deze leerlingen is de volgende procedure aan te bevelen. Laat de toets op het huidige of iets hogere niveau maken met de hulpmiddelen die de leerling ook in de klas gebruikt. Noteer de behaalde score en ook de ervaring en de werkwijze met betrekking tot de motivatie. Neem vervolgens de toets van een jaar onder het huidige niveau af strikt conform de instructie van de handleiding. Neem deze score op in de aanvraag en verwerk de uitkomsten van de eerste afname in de toelichting op de scores. In de aanvraag wordt op deze wijze duidelijk wat het niveau van de leerling is met en zonder hulp. Leg goed vast welke hulp geboden is en om welke redenen. In de beoordeling van de aanvraag wordt dus de score gebruikt die verkregen is zonder dat van hulp of hulpmiddelen gebruik gemaakt is.

Door- en terugtoetsen

Bij jaargroep gebonden toetsen zoals de Cito-volgsystemen dienen de Commissies die over de aanvragen beslissen uit te gaan van toetsen die aansluiten bij het werkelijke didactische niveau van de leerling. Dit betekent dat schoolverlaters op de basisschool soms toetsen moeten maken die in jaargroepen daarvoor gebruikt worden. De handleiding van de CITO 3.0 toetsen geeft aan hoe op maat getoetst moet worden. Bij die toetsen wordt terug of door getoetst volgens die instructies.

Adaptief toetsen

Kandidaten voor lwoo en pro hebben leerachterstanden. Bij adaptieve toetsing door de basisschool worden toetsen afgenomen die de leerling op basis van zijn eigen leerniveau redelijk zou moeten kunnen maken. Een leerling die qua leerlijn in groep 6 zit, laat men niet een te moeilijke toets van groep 8 maken. Het gebruik van de toets van groep 6 is kindvriendelijker en de score niet alleen betrouwbaarder, maar geeft ook meer inzicht in wat een leerling kan.

Door- of terugtoetsen

De algemene regel is dat voor een goede niveaubepaling een toetsversie gebruikt moet worden die het beste past bij het feitelijke leerniveau van de leerling. Mocht uit de uitslag blijken dat bij nader inzien toch niet de juiste toetsversie is gekozen, dan moet er in principe worden door- of teruggetoetst. Maar waaraan zie je dat? Wanneer moet er dan worden door- of teruggetoetst? Dat verschilt per toetssoort.

De eerste groep van toetsen waar door- of terugtoetsen aan de orde zou kunnen zijn, betreft:

  • LOVS Technisch lezen onderdeel Leestempo

  • LOVS Begrijpend lezen, Cito 2.0 en 3.0

  • LOVS Spelling, Cito 2.0 en 3.0

  • LOVS Rekenen-wiskunde, Cito 2.0 en 3.0

Bij deze leerjaargebonden toetsen moet in principe worden door- of teruggetoetst als de feitelijke uitslag meer dan één leerjaar (in DLE’s uitgedrukt: meer dan 10 punten) van de verwachte score af ligt. Stel: u vermoedt dat de leerling op het niveau van halfweg leerjaar 5 zal scoren. U zet dus toets M5 in met een DL van 25. U verwacht dus een score die ligt tussen DLE 15 en 35. Als de toetsscore inderdaad binnen die range valt, hoeft er niet doorgetoetst te worden. Valt de score daarbuiten, dan moet er in principe wel doorgetoetst worden met een andere toetsversie. Zie daarvoor een tweetal voorbeelden hieronder.

Voorbeeld één: de leerling haalt op de M5-toets een score die correspondeert met een DLE van 36. Dit is geen pro-score maar een score die past bij lwoo. De afwijking van de gevonden score is groter dan 10 DLE-punten. Daarom legt u ter nadere verifiëring van de juistheid van dit niveau nu de M6- of E6-toets voor om te zien waar het niveau dan op uitkomt. U voegt beide toetsscores toe aan het onderwijskundig rapport.

Voorbeeld twee: opnieuw wordt een M5-toets afgenomen, maar nu blijkt de DLE die hoort bij de score van de leerling maar 14 te bedragen. Ook hier is de afstand groter dan 10 DLE-punten, maar omdat de uitkomst nog steeds op pro-niveau ligt, is terug toetsen niet noodzakelijk.

De toepassing van deze regel mag minder strikt gehanteerd worden als alle relevante gegevens in een eenduidige richting wijzen en door- of terugtoetsen naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere indicatie zal leiden. Echter: als de toets uitslag van de leerling meer dan 10 DLE-punten van de gekozen toetsversie af ligt, moet in ieder geval worden door- of teruggetoetst als:

  • dit toetsresultaat duidelijk afwijkt van de gegevens uit het onderwijskundig rapport of het leerlingvolgsysteem, of;

  • er sprake is van strijdige gegevens (sommige scores verwijzen naar lwoo en andere naar pro), of;

  • er sprake is van een IQ tussen 75 en 80 (omdat dit het overlapgebied is tussen lwoo en pro).

Aan het eind van deze bijlage is een tabel opgenomen over hoe door- of terug te toetsen bij dit soort toetsen.

Als u op deze wijze te werk gaat, hoeft nooit meer dan twee keer getoetst te worden. Uitgangspunt is dat de leerling de eerste keer een toets voorgelegd krijgt, die naar de verwachting van de afnemer van de toets past bij het niveau van de leerling. De eventuele tweede toets die u kiest sluit aan bij het op de eerste toets behaalde niveau. Die twee gegevens zullen voor elke commissie die over de aanvragen beslist voldoende zijn. Wel is het van groot belang dat u precies de toets instructies van de betreffende toets handleiding volgt.

De toetsserie Begrijpend Lezen 345678 is de tweede groep van toetsen waar mogelijk door- of teruggetoetst moet worden. Begrijpend lezen 345678 bestaat uit 5 toetsen met het afnamebereik 34, 345, 56, 678 en 78. De toetsen zijn apart genormeerd en de toets wordt geleverd inclusief normeringstabellen. Voor deze serie gelden de doortoetsregels. De DLE-range van de toetsen 345 en 678 is op zich tamelijk breed. In voorgaande toelichtingen hebben we bij deze toetsen daarom niet verwezen naar de door- of terugtoets noodzaak, omdat die zich bij een globale schatting van het leerniveau van de leerling maar sporadisch zal voordoen. Wanneer gebruik gemaakt wordt van ‘tussenvormen’, moet hier wel op gelet worden.

In de handleiding van de betreffende toetsen wordt dit ook aangegeven. De algemene regel hier is dat de toetsuitslag alleen gebruikt kan worden als de score een DLE-waarde uit de tabel oplevert.

Voor toets 56 moeten minstens 15 items goed zijn. Scores daaronder leveren geen DLE-waarde op: er moet dus teruggetoetst worden. Een score van 31 tot 35 levert aan de bovenkant van de lijst geen DLE-waarde op: hier moet dus doorgetoetst worden met versie 78 of 678. Voor toets 78 geldt: de minimale score moet 21 zijn (van de 40 items). Een lagere score betekent dat er teruggetoetst moet worden.

Adviestabel door- en terugtoetsen E-toetsen CITO-LOVS

Niveau van de toets

Behaald DLE

Advies

Groep E4

< 10

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep E4

> 30

Kies een Toets van groep 5

Groep E5

< 20

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep E5

> 40

Kies een Toets van groep 6

Groep E6

< 30

Kies een Toets van groep 41

Groep E6

> 50

Kies een Toets van groep 7

Groep E7

< 40

Kies een Toets van groep 6 (zie noot 1)

Groep E7

> 60

Doortoetsen niet nodig: score valt buiten lwoo-criteria.

X Noot
1

Is de score lager dan het voorafgaande leerjaar dat u adaptief had gekozen, dan is het advies: neem de toets van het leerjaar waar de behaalde DLE-score naar verwijst. Dit kan twee of meer leerjaren lager worden als uw startniveau veel te hoog is geweest.

Adviestabel door- en terugtoetsen M-toetsen CITO-LOVS

Niveau van de toets

Behaald DLE

Advies

Groep M4

< 5

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep M4

> 25

Kies een Toets van groep 5

Groep M5

< 15

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep M5

> 35

Kies een Toets van groep 6

Groep M6

< 25

Kies een Toets van groep 5 (zie noot 1)

Groep M6

> 45

Kies een Toets van groep 7

Groep M7

< 35

Kies een Toets van groep 6 (zie noot 1)

Groep M7

> 55

Kies een Toets van groep 8

Groep M8

< 45

Kies een Toets van groep 7 (zie noot 1)

Adviestabel door- en terugtoetsen Begrijpend Lezen 345678

Begrijpend lezen 56

< 15 items goed

Kies nu versie 34

Begrijpend lezen 56

> 30 items goed

Kies nu versie 78

Begrijpend lezen 78

< 21 items goed

Kies nu versie 56

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Technisch lezen schooljaar 2021–2022

(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terugtoetsen)

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Technisch Lezen,

Boom test onderwijs, 2019

Groep 3 t/m 8

 

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017

Groep 5 t/m 8

 

IEP LVS Lezen, 2019,

Bureau ICE

Groep 6 t/m 8

Alleen genormeerd voor leerlingen (speciaal) basisonderwijs

LOVS AVI, Cito, 2009

Groep 3 t/m 8

 

LVS AVI, Cito, 2017

Groep 3 t/m 8

 

LOVS DMT, Cito, 2009

Groep 3 t/m 8

Afname van kaart 1, 2 en 3 verplicht, met samengestelde ruwe score als uitgangspunt voor bepalen achterstand.

LVS DMT, Cito, 2017

Groep 3 t/m 8

 

LOVS Technisch lezen, Cito, 2010/2012

Groep 3 t/m 8

Onderdeel Leestempo

TPVO-TL: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs -Technisch Lezen,

A-VISION, 2008

Groep 5 t/m 8

Normering 2009.

Opmerkingen bij Technisch lezen:

Dit jaar voor het laatst toegestaan

N.v.t.

Dit jaar nieuw op de lijst

Boom LVS Technisch Lezen, Boom test onderwijs, 2019

IEP LVS Lezen, Bureau ICE, 2019

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Begrijpend lezen schooljaar 2021–2022

(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terugtoetsen)

Wanneer een leerling bij de afname van de toets Technisch Lezen lager scoort dan DLE 20 is afname van een toets Begrijpend Lezen voor leerlingen die naar het pro worden verwezen niet noodzakelijk.

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Begrijpend Lezen, Boom test onderwijs, 2011, 2019

Groep 4 t/m 8

 

Begrijpend lezen 345678 toets 345678,

678 Onderwijs Advisering, 2006

Groep 3 t/m 8

Toets 6 t/m 8 en de deeltoetsen. Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.

Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2011

Voor functioneringsniveaus groep 3 tot en met 5

Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.

Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2012

Voor functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8

Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.

Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017

Groep 5 t/m 8

 

LOVS 2.0 Begrijpend lezen, Cito, 2010

Groep 3 t/m 8

Papieren (groep 3 t/m 8) en digitale versie (groep 7 en 8). Normering sept 2013. Voor de interpretatie van de LOVS 2.0 van het Cito is de normering van september 2013 voorgeschreven (zie de publicatie DLE schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2021–2022, uitgave 2020).

LOVS 3.0 Begrijpend lezen, Cito, 2014 – 2017

Groep 3 t/m 8

Papieren versie.

TPVO-BL-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs-Begrijpend lezen INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007

Groep 4 t/m 8

Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen

Ondergrens: DLE = 10.

Normering 2007

Opmerkingen bij Begrijpend lezen:

De Schoolvaardigheidstoets Begrijpend Lezen (SVT BL) heet sinds augustus 2019 Boom LVS Begrijpend Lezen. Normering 2011.

Dit jaar voor het laatst toegestaan

TPVO-BL-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs-Begrijpend lezen INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007. In 2022 zijn de normtabellen van de TPVO-BL-i 15 jaar oud en verouderd.

Dit jaar nieuw op de lijst

Boom LVS Begrijpend Lezen, Boom test onderwijs, 2011, 2019

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Spelling schooljaar 2021–2022

(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terugtoetsen)

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Spelling Woorden en Werkwoorden, Boom test onderwijs, 2015, 2019

Groep 3 t/m 8

Deel ‘Spelling Woorden’

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017

Groep 5 t/m 8

 

IEP LVS Taalverzorging,

Bureau ICE 2019

Groep 6 t/m 8

Alleen genormeerd voor leerlingen (speciaal) basisonderwijs

PI-dictee, Boom test onderwijs, 2019

Groep 3 t/m 8

Als signaleringsinstrument en als diagnostisch instrument.

Spelling Speciale leerlingen (niet-werkwoorden), Cito, 2011

Voor functioneringsniveaus groep 3 t/m 5

Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.

Spelling Speciale leerlingen (niet-werkwoorden), Cito, 2012

Voor functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8

Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs. Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

LOVS 2.0 Spelling (niet-werkwoorden), Cito 2010/2012.

Groep 3 t/m 8

Papieren en digitale versie. Voor de interpretatie van de LOVS 2.0 van het Cito is de normering van september 2013 voorgeschreven (zie de publicatie DLE schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2021–2022, uitgave 2020).

LOVS 3.0 Spelling

Werkwoorden groep 7 en 8

Niet-werkwoorden groep 3 t/m 8

Cito, 2014 – 2017.

Groep 7 en 8

Groep 3 t/m 8

Papieren versie groep 3 tot met 8

Digitale versie groep 3 tot en met 7.

TPVO-SP-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs -Spellingvaardigheid INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007

Groep 4 t/m 8

Ondergrens: DLE = 9.

Normering 2007.

Opmerkingen bij Spelling:

De Schoolvaardigheidstoets Spelling (SVT SP) heet sinds augustus 2019 Boom LVS Spelling Woorden en Werkwoorden. Normering 2015.

LOVS 3.0 toetsen van het Cito: op dit moment zijn de versies op papier voor groep 3 t/m 8 beschikbaar en de digitale versies voor groep 3 t/m 72.

Dit jaar voor het laatst toegestaan

TPVO-SP-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs -Spellingvaardigheid INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007 In 2022 zijn de normtabellen van de TPVO-SP-i 15 jaar oud en verouderd.

Dit jaar nieuw op de lijst

PI-dictee, Boom test onderwijs, 2019

IEP LVS Taalverzorging, Bureau ICE, 2019

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Inzichtelijk Rekenen schooljaar 2021–2022

(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terugtoetsen)

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Rekenen-Wiskunde, Boom test onderwijs, 2019

Groep 3 t/m 8

 

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017

Groep 5 t/m 8

 

IEP LVS Rekenen, 2019

Groep 6 t/m 8

Alleen genormeerd voor leerlingen (speciaal) basisonderwijs

LOVS 2.0 Rekenen-Wiskunde,

Cito, 2010

Groep 3 t/m 8

Papieren- en digitale versie; normering sept 2013. Voor de interpretatie van de LOVS 2.0 van het Cito is de normering van september 2013 voorgeschreven (zie de publicatie DLE schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2021–2022, uitgave 2020).

LOVS 3.0 Rekenen-Wiskunde,

Cito, 2013 – 2017

Groep 3 t/m 8

Papieren- en digitale versie.

Rekenen-Wiskunde Speciale leerlingen, Cito, 2011

Voor functioneringsniveaus groep 3 t/m 8

Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het speciaal (basis) onderwijs en leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs. Attentie bij afname potentiële pro -leerlingen.

SVT-RW: Schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde, Boom test uitgevers, 2012

Groep 3 t/m 8

 

TPVO-IR-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs- Inzichtelijk Rekenen INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007

Groep 4 t/m 8

Ondergrens: DLE = 11.

Normering 2007

Opmerkingen bij Inzichtelijk rekenen:

LOVS 3.0 toetsen van het Cito: op dit moment zijn de versies op papier en de digitale versies voor groep 3 t/m 73 beschikbaar.

Dit jaar voor het laatst toegestaan

TPVO-IR-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs- Inzichtelijk Rekenen INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007. In 2022 zijn de normtabellen van de TPVO-IR-i 15 jaar oud en verouderd.

Dit jaar nieuw op de lijst

Boom LVS Rekenen-Wiskunde, Boom test onderwijs, 2019

IEP LVS Rekenen, Bureau ICE, 2019

TOELICHTING

1. Algemeen

Zolang de landelijke criteria voor lwoo en pro4 ook binnen Passend Onderwijs van kracht blijven, wordt daarmee samenhangend ook een lijst van toegestane screenings- en testinstrumenten vastgesteld.

Volgens artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO dient er (met ingang van 1 januari 2016) jaarlijks vóór 1 oktober bij ministeriële regeling een lijst van screenings-, en testinstrumenten te worden vastgesteld die gebruikt kunnen worden voor de indicatiestelling lwoo en pro. De voorliggende lijst is bedoeld voor gebruik in regio’s waar voor lwoo niet voor opting-out voor wat betreft de criteria is gekozen en voor het gebruik bij aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring pro. Ze bevat een limitatieve opsomming van de te gebruiken instrumenten bij aanvragen tot een aanwijzing lwoo of toelaatbaarheid pro die ingediend worden bij de samenwerkingsverbanden die over de aanvragen beslissen in de periode 1 oktober 2020 t/m 30 september 2021 voor leerlingen:

  • die rechtstreeks afkomstig zijn van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra en instromen in het eerste leerjaar vmbo of het praktijkonderwijs;

  • uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs, waarvoor een beschikking lwoo of pro wordt aangevraagd;

  • zoals bedoeld in artikel 10g, lid 4 WVO, betreffende vreemdelingen. Voor deze leerlingen kan een aanvraag tot plaatsing in het lwoo of pro eerst ingediend worden na het schooljaar waarin zij voor het eerst zijn meegeteld als ingeschreven leerling op die school;

  • voor wie een overstap naar pro geïndiceerd geacht wordt, zoals bedoeld in artikel 10g, lid 5 WVO, opgenomen in artikel 15e van het Inrichtingsbesluit WVO (aanvragen en beschikkingen voor bijzondere groepen van leerlingen).

2. Vaststelling lijst van te gebruiken instrumenten bij de indicatiestelling voor lwoo in regio’s die niet voor opting-out kozen en voor pro ten behoeve van instroom in schooljaar 2021–2022

Deze lijst is tot stand gekomen op basis van een voorstel van de Certificeringscommissie, die door het ministerie is ingesteld op voordracht van het Steunpunt Passend Onderwijs van de VO-Raad.

3. Uitgangspunt opname testen en toetsen op de lijst

Uitgangspunt voor opname in onderhavige lijst is de psychometrische deugdelijkheid die op onafhankelijke wijze moet zijn vastgesteld. De COTAN beoordeelt als onafhankelijke commissie test- en screeningsinstrumenten en rapporteert hierover via de COTAN Documentatie (www.cotandocumentatie.nl). Sinds 2015 geeft de Expertgroep Toetsen PO (www.expertgroeptoetsenpo.nl/) op grond van het Toetsbesluit PO een kwaliteitsoordeel over een tussentijdse toets of een reeks van tussentijdse toetsen (LOVS-toetsen). Een belangrijk criterium voor opname van testinstrumenten in de lijst is een positieve beoordeling door de COTAN en/of Expertgroep op de relevante aspecten: betrouwbaarheid, normering, begripsvaliditeit en veelal de criteriumvaliditeit. Wanneer niet op alle punten een ‘voldoende of hoger’ beoordeling gegeven is, is het instrument niet in de lijst opgenomen. Een uitzondering hierop is het aspect criteriumvaliditeit bij didactische toetsen en de SE-vragenlijsten, aangezien dit aspect bij deze test- en screeningsinstrumenten een minder belangrijke rol speelt. Voorts betrekt de Certificeringscommissie in haar advisering ten aanzien van de te gebruiken instrumenten ook de praktische bruikbaarheid en de geschiktheid voor de doelgroep.

4. Gebruik klassikale en/of schriftelijke tests

In een flink aantal gevallen acht de Certificeringscommissie klassikale en/of schriftelijke tests niet geschikt voor delen van de desbetreffende leerlingpopulatie. Dit hangt meestal samen met ernstige taal- en (begrijpend) leesproblemen van de leerling, onder andere als gevolg van dyslexie, ernstige spraak- en taalstoornissen of Nederlands als tweede taal. Het zal duidelijk zijn dat het bevoegd gezag (en binnen de scholen de deskundigen) en de hierbij betrokken deskundigen van het samenwerkingsverband die de aanvragen beoordelen hier hun eigen verantwoordelijkheden hebben en moeten nemen. Uiteindelijk zal in de communicatie tussen alle betrokken instanties besloten moeten worden hoe met deze problematiek in het algemeen en in individuele gevallen omgegaan wordt. Uit de discussies die hierover in het verleden binnen de Certificeringscommissie zijn gevoerd bleek dat men zich kan voorstellen dat men in bepaalde gevallen en omstandigheden de klassikaal en schriftelijk verzamelde gegevens hanteert in het beslisproces. Ten eerste dient vermeld dat voor sommige leerlingen een zoveelste toetsdag niet goed op te brengen valt. Ook is duidelijk dat in de korte tijdsspanne die tussen de verzameling van de gegevens en de beslissing ligt, onnodig werk voorkomen dient te worden. Wanneer de klassikaal en schriftelijk afgenomen tests in overeenstemming zijn met eerdere, op een andere manier verzamelde,WISC-gegevens (bijvoorbeeld: een recente NIO met een WISC) en/of wanneer gegevens harmonisch overeenkomen met andersoortige gegevens in de aanvraag (bijvoorbeeld van een leerling is een NPV-J-2 afgenomen hoewel hij voor lezen slechts een DLE van 25 heeft, maar de gegevens komen overeen met eerder jeugdpsychiatrisch onderzoek en/of met gegevens uit het onderwijskundig rapport) kan ervan worden uitgegaan dat de aangeleverde gegevens kloppen en niet door een andere test vervangen hoeven te worden. In het andere geval (bijvoorbeeld de NIO komt veel lager uit dan op grond van vorig intelligentie onderzoek of op grond van resultaten op de inzichtvakken mocht worden verwacht, of de leerling geeft in de NPV-J-2 aan sociaal adequaat te handelen, waar de leerkracht in de ZIEN aangeeft, dat dat geenszins het geval is) zal men toch tot andere evidentie (bijvoorbeeld via hertesten met een ander instrument of het invullen van in deze regeling genoemde vragenlijsten door leerkracht of ouders) moeten beschikken: niet alleen zou in het andere geval de beslissingsprocedure op mogelijk onjuiste gegevens berusten, maar ook zouden foutieve persoonlijke gegevens over de leerling in omloop komen.

5. Afname door diagnostisch geschoolde psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog

In twee specifieke gevallen is aangegeven dat de testresultaten onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd deskundige moeten worden geïnterpreteerd. Het gaat om de testinstrumenten voor het intelligentiequotiënt van de leerling en om persoonlijkheidsonderzoeken met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die het beeld geven van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie tot de leerprestaties (artikel 15d, eerste lid, onder c en d, van het Inrichtingsbesluit WVO). Onder een ‘diagnostisch geschoolde psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog’ wordt een door een beroepsverenigingen van orthopedagogen of psychologen als zodanig erkende en geregistreerde academisch gevormde psycholoog of orthopedagoog dan wel een in het kader van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerde gezondheidszorg psycholoog verstaan.

Administratieve lasten

Bij deze regeling zijn de test- en screeningsinstrumenten geactualiseerd aan de hand waarvan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo op voordracht van de scholen in het voortgezet onderwijs kunnen bepalen dat leerlingen zijn aangewezen op leerwegondersteuning in het vmbo dan wel leerlingen toelaatbaar kunnen verklaren tot het praktijkonderwijs. Deze regeling leidt niet tot extra administratieve lasten. Voor scholen verandert er voor het gebruik van de lijst van screenings- en testinstrumenten niets. Zij zijn bekend met de lijst en weten dat deze jaarlijks geactualiseerd wordt. Ook hier ontstaan dus geen extra administratieve lasten.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

DLE-schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2021–2022, uitgave 2020

X Noot
2

De Digitale versies groep 6 t/m 8 zijn nog niet beoordeeld door de Expertgroep

X Noot
3

Groep 8 is nog niet beoordeeld door de Expertgroep

X Noot
4

Gebaseerd op het besluit van 6 april 1993, Stb. 1993, 207, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 juni 2015, Stb. 2015, 273.

Naar boven