Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 21 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/112765, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij in verband met de actualisering van bijlage 1

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt gewijzigd:

De rij met Rav-code A 1.24 komt te luiden:

A 1.24

ligboxenstal met vloer met sterk hellende langssleuven, de vloerplaten aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif

BWL 2013.05.V4

 

7

B

Onderdeel D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen), wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code D 1.1.18 wordt een rij ingevoegd, luidende:

D 1.1.19

Biofilter 70% ammoniakemissiereductie

BWL 2020.06

3, 19

0,21

C

Onderdeel D 1.2 diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen), wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code D 1.2.20 wordt een rij ingevoegd, luidende:

D 1.2.21

Biofilter 70% ammoniakemissiereductie

BWL 2020.06

3, 19

2,5

D

Onderdeel D 1.3 diercategorie guste en dragende zeugen, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code D 1.3.16 wordt een rij ingevoegd, luidende:

D 1.3.17

Biofilter 70% ammoniakemissiereductie

BWL 2020.06

3, 19

1,3

E

Onderdeel D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code D 2.6 wordt een rij ingevoegd, luidende:

D 2.7

Biofilter 70% ammoniakemissiereductie

BWL 2020.06

3, 19

1,7

F

Onderdeel D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code D 3.2.19 wordt een rij ingevoegd, luidende:

D 3.2.20

Biofilter 70% ammoniakemissiereductie

BWL 2020.06

3, 19

0,9

G

Onderdeel E 3 diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken, wordt als volgt gewijzigd:

De rij met Rav-code E 3.9 komt te luiden:

E 3.9

stal met buizenverwarming

BWL 2017.01.V2

11

0,044

H

Onderdeel E 7 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof en ammoniak, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code E 7.12 worden vijf rijen ingevoegd, luidende:

E 7.13

Luchtconditioneringsunit; 80% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.01

31

0

E 7.14

Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 50% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.02

18

0

E 7.15

Positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes; 31% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.03.V1

32

0

E 7.16

Negatieve ionisatie d.m.v. coronadraden met 40 emitters per meter (prikkeldraad); 52% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.04.V1

15

0

E 7.17

Positieve ionisatie d.m.v. ionisatie-units met ingebouwde coronadraden en collectoroppervlak; 16% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.05.V1

15

0

I

Onderdeel F 6 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code F 6.8 worden drie rijen ingevoegd, luidende:

F 6.9

Luchtconditioneringsunit; 80% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.01

31

0

F 6.10

Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 50% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.02

18

0

F 6.11

Positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes; 31% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.03.V1

32

0

J

Onderdeel G 4 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof, wordt als volgt gewijzigd:

Na de rij met Rav-code G 4.7 worden twee rijen ingevoegd, luidende:

G 4.8

Luchtconditioneringsunit; 80% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.01

31

0

G 4.9

Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 50% emissiereductie fijnstof

BWL 2020.02

18

0

K

In bijlage 1 worden twee eindnoten toegevoegd, luidende:

  • 31. Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie per dierplaats per jaar en kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen onder de categorieën E 1, E 2, E 3, E 4, E 5, F 1, F 2, F 3, F 4, G 1 en G 2 met uitzondering van subcategorie G 2.2 (buiten mesten).

  • 32. Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie per dierplaats per jaar en kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen binnen de hoofdcategorieën E (kippen) en F (kalkoenen).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

I. Algemeen

1. De wijziging

Deze regeling wijzigt bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: de Rav). De Rav is een ministeriële regeling die regels bevat voor de uitvoering van de Wet ammoniak en veehouderij (hierna: de Wav).

In bijlage 1 bij de Rav zijn emissiefactoren opgenomen voor de berekening van de ammoniakemissie vanuit veehouderijen. De emissiefactoren zijn gekoppeld aan huisvestingssystemen en additionele technieken per diercategorie. Bevoegde gezagen berekenen de ammoniakemissie van een veehouderij voor de toetsing aan de Wav en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ook stellen bevoegde gezagen aan de hand van de berekening van de ammoniakemissie van een veehouderij de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden in het kader van de Wet natuurbescherming vast. Daarnaast gebruiken bevoegde gezagen de emissiefactoren van bijlage 1 voor de beoordeling of wordt voldaan aan de maximale emissiewaarden van het Besluit emissiearme huisvesting.

Bijlage 1 bij de Rav wordt op een aantal punten gewijzigd naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen betreffen het aanleveren van meetgegevens voor een huisvestingssysteem waarvoor een voorlopige emissiefactor was vastgesteld en de ontwikkeling van nieuwe additionele technieken.

Voor de diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar is voor één huisvestingssysteem een definitieve emissiefactor vastgesteld.

Voor de hoofdcategorie varkens is een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met een voorlopige emissiefactor.

Voor de diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken is voor één huisvestingssysteem de emissiefactor verlaagd.

Tot slot zijn voor de hoofdcategorieën kippen, kalkoenen en eenden respectievelijk vijf, drie en twee additionele technieken voor emissiereductie van fijnstof toegevoegd.

2. Gevolgen

Administratieve lasten

Deze regeling bevat geen meldings-, registratie- of andere informatieverplichtingen en leidt niet tot een verhoging van administratieve lasten bij bedrijven.

Effecten voor het bedrijfsleven

Deze regeling leidt niet tot extra nalevingskosten voor het bedrijfsleven. De wijziging heeft als positief effect voor het bedrijfsleven dat er meer keus is in huisvestingssystemen.

Lasten voor de overheid

Er is geen sprake van stijging van de bestuurlijke lasten voor gemeenten en provincies die optreden als bevoegd gezag.

Effecten voor het milieu

De wijzigingen hebben een neutraal of positief effect op het milieu.

3. Consultatie

Fabrikanten en leveranciers kunnen een emissiefactor voor een nieuw huisvestingssysteem of additionele techniek aanvragen bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De meetrapporten, beschrijvingen van huisvestingssystemen en andere gegevens die de basis vormen voor de wijzigingen in bijlage 1 bij de Rav zijn in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat door deskundigen van de Technische adviespool (TAP) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op volledigheid en juistheid beoordeeld. Zij hebben aan het ministerie na wederhoor met betreffende aanvragers van de emissiefactoren advies uitgebracht over de te hanteren emissiefactoren en uitvoeringseisen voor de huisvestingssystemen waarvoor een emissiefactor is aangevraagd. Dit advies is overgenomen en onder meer verwerkt in de stalbeschrijvingen.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2020. Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is dat hiermee, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private en publieke nadelen worden voorkomen (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Zo spoedig mogelijke inwerkingtreding na de bekendmaking van deze regeling is nadrukkelijk de wens van de doelgroep zodat nieuwe inzichten en technische ontwikkelingen zo snel mogelijk hun beslag krijgen.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

In onderdeel A tot en met K wordt Bijlage 1 op verschillende punten geactualiseerd en aangevuld. Hieronder wordt per punt aangegeven wat deze wijzigingen inhouden.

Artikel I, onderdeel A

In onderdeel A is voor de diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar een definitieve emissiefactor voor het huisvestingssysteem BWL 2013.05.V4 (A 1.24) vastgesteld op basis van meetresultaten die zijn aangeleverd door de fabrikant van deze emissiearme roostervloer. Bij de wijziging van de Rav van 9 maart 2020 (Stcrt. 2020, 7734) is onder meer voor dit huisvestingssysteem de voorlopige emissiefactor ingetrokken, omdat één van de meetrapporten niet tijdig gereed was. Inmiddels zijn de vereiste meetgegevens aangeleverd waardoor nu alsnog een definitieve emissiefactor is vastgesteld.

Artikel I, onderdelen B, C, D, E en F

In de onderdelen B, C, D, E en F is voor alle diercategorieën van de hoofdcategorie varkens een nieuw huisvestingssysteem opgenomen. Voor dit nieuwe huisvestingssysteem met BWL-code 2020.06 geldt een voorlopige emissiefactor. De ammoniakreductie wordt behaald door het toepassen van een biofilter op de uitgaande stallucht. Het systeem is toepasbaar bij bestaande en nieuwe stallen.

Artikel I, onderdeel G

In onderdeel G is voor de diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken de emissiefactor voor huisvestingssysteem BWL 2017.01.V2 (E 3.9) aangepast. De aanpassing houdt een verlaging van de emissiefactor in. Abusievelijk is bij wijziging van 17 december 2019 van de Rav (Stcrt. 2019, 68350) de emissiefactor van dit huisvestingssysteem verhoogd. De bedoeling was om alleen eindnoot 11 toe te voegen.

Artikel I, onderdelen H, I, J en K

In de onderdelen, H, I, J en K zijn voor de hoofdcategorieën kippen, kalkoenen en eenden nieuwe additionele technieken opgenomen voor de emissiereductie van fijnstof. Deze technieken hebben geen invloed op de ammoniakreductie. Ook zijn in verband met het opnemen van deze technieken twee nieuwe eindnoten opgenomen in bijlage 1.

Artikel II

Voor een toelichting op de inwerkingtreding van deze regeling wordt verwezen naar het algemene deel van de toelichting.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven