Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 21 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/109441, houdende wijziging van de Waterregeling in verband met wijziging van de kaartenbijlagen (2020)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3.3, en artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorend bij deze regeling:

Kaart:

kaartnummer:

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

177

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

178

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

179

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

180

B

In Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:

Kaart:

kaartnummer:

Beheer waterkwantiteit

177

Beheer waterkwantiteit

178

Beheer waterkwantiteit

179

Beheer waterkwantiteit

180

Beheer waterkwantiteit

201

Beheer waterkwantiteit

202

C

In Bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen 3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage C, behorend bij deze regeling:

Kaart:

kaartnummer:

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

40

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

43

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

50

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

51

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

118

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

125

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

140

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

141

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

142

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

156

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

157

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

158

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

159

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

166

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

167

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

178

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

179

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

180

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

338

ARTIKEL II

  • 1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van bijlage II, III of IV bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

  • 2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt, wordt een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE C

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling vervangt in totaal 27 kaarten in de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer voert en van drogere oevergebieden.

2. Wijzigingen kaartbijlagen per onderdeel

De aangepaste kaarten binnen bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling (onder nummers 40, 43, 50, 51, 118, 125, 142, 156, 157, 158, 159, 166, 167, 177, 178, 179, 180, 201, 202, 338) bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer. De wijzigingen van de grenzen betreffen verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten en de vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken wijzigingen van de beheergrenzen. Hieronder zijn per regionaal onderdeel van Rijkswaterstaat de wijzigingen toegelicht.

Oost-Nederland (kaarten nr. 201 en 202)

Op 31 mei 2018 is er een overeenkomst gesloten tussen het Rijk en het waterschap Drents Overijsselse Delta, waarmee onder andere het waterkwantiteitsbeheer van het Meppelerdiep en het gemaal Zedemuden is overgedragen aan het waterschap. Op 14 november 2019 heeft de eigendomsoverdracht van het gemaal Zedemuden naar het waterschap plaatsgevonden. Middels deze wijziging wordt het Meppelerdiep formeel onttrokken aan het waterkwantiteitsbeheer van het Rijk. Het waterstaatkundig en nautisch beheer blijft wel bij het Rijk. Het waterkwaliteitsbeheer lag al bij het waterschap.

West-Nederland Noord (kaarten nr. 177, 178, 179 en 180)

De wijzigingen in de kaart 177 betreffen voornamelijk correcties. Op sommige punten is hier sprake van demping. Er heeft in ieder geval demping plaatsgevonden bij de ingang van het Tolhuiskanaal en bij de Steltloper door bebouwing. Op kaart 178 en 179 zijn correcties aangebracht die eveneens dempingen betreffen. Daarnaast zij de correcties het gevolg van opengravingen en dempingen ten behoeve van de aanleg van havens en stedelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Amsterdam. Dit is het gevolg van de Waterbank. De Haven Amsterdam, Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht hebben medio 2011 een overeenkomst gesloten inzake de instelling van de Waterbank Haven Amsterdam. De Waterbank regelt het waterkwantiteitbeheer met betrekking tot het gebied Westpoort. Bij de ontwikkeling van het gebied dempt en graaft Haven Amsterdam nieuwe watervlakken en regelmatig worden terreinen verhard en verhardingen soms verwijderd. De compensatie van de dempingen, verhardingen, ontgravingen en verwijderingen van verhardingen worden bijgehouden en elk jaar publiceert Haven Amsterdam hiervan een rapportage bij de Waterbank. Dit resulteert in wijzigingen van de kaarten bij de Waterregeling. Daarnaast zijn op kaart 179 en 180 wijzigingen aangebracht om de opgravingen te verwerken die zijn gedaan voor de aanleg van een kade.

West-Nederland Zuid (kaarten nr. 40, 43, 50, 51, 142, 156, 157, 158, 159, 166, 167)

De locaties die uitgezonderd zijn van de vergunningsplicht zijn geselecteerd omdat ze dichtbebouwd zijn, niet meer nodig zijn voor toekomstige rivierverruiming en omdat ze hooggelegen zijn. De locaties die aan deze voorwaarden voldoen worden uitgezonderd uit hoogwaterveiligheidsoogpunt. Daarnaast geldt het criterium dat de betreffende locaties niet vergunningplichtig zijn als het niet noodzakelijk is vanuit het belang van een vlot en veilig scheepvaartverkeer of het belang van ecologische waterkwaliteit.

Op kaarten 159, 166 en 167 betreffen de vergunningvrij gemaakte locaties langs de Hollandsche IJssel vooral een aantal zeer dichtbebouwde woongebieden en een paar industrieterreinen. Op deze locaties heeft het verlenen van vergunningen weinig meerwaarde omdat al veel ruimte is ingenomen met bebouwing en bijbehorende infrastructuur. Deze locaties zijn niet in beeld voor rivierverruiming vanwege de dichtbebouwdheid. Omdat de Hollandsche IJssel een deels relatief smalle rivier met veel bochten is, hebben scheepvaartaspecten een belangrijke rol gespeeld bij het trekken van de definitieve begrenzing van de vergunningvrije gebieden. Langs de Hollandsche IJssel zijn ook een aantal maatregelen in verband met de Kaderrichtlijn Water uitgevoerd. De definitieve begrenzingen zijn zodanig getrokken dat de KRW-maatregelen daarna niet zomaar ongedaan kunnen worden gemaakt. Op kaarten 156, 157 en 158 waren langs de Lek nog geen vergunningvrije gebieden. De 5 nu vergunningvrij gemaakte locaties zijn dermate volgebouwde (woon-)gebieden, dat, mocht er ooit een rivierverruimingsmaatregel worden gepland voor de Lek, dan wordt die niet op die locaties uitgevoerd. Op kaart 142 zijn langs de Noord al de nodige vergunningvrije gebieden. De locaties die nu vergunningvrij worden grenzen aan eerder vergunningvrij gemaakte gebieden en voldoen aan de eerder gebruikte criteria. Op kaart 140 wordt langs de Merwedes een bestaande vergunningvrije locatie te Hardinxveld-Giessendam met een direct aansluitend blok huizen uitgebreid. Op kaart 141 wordt langs de Oude Maas een bedrijfslocatie voorgesteld, die direct grenst aan bestaand vergunningvrij gebied. Op kaart 40 wordt langs de Amer het terrein van de Amercentrale te Geertruidenberg grotendeels vergunningvrij gemaakt. Dit is een hooggelegen, grotendeels bebouwde industrielocatie, die analoog aan het terrein van de voormalige Electrabel/SUEZ-centrale te Nijmegen nu vergunningvrij gemaakt wordt. Tevens wordt een dichtbebouwde, hooggelegen villawijk bij Lage Zwaluwe vergunningvrij gemaakt. Op kaart 43 wordt Langs het Hollandsch Diep de dichtgebouwde woonwijk Numansgors vergunningvrij gemaakt. In verband met ecologische belangen worden de grenzen zoveel mogelijk richting de woonbebouwing gelegd, waardoor drie volgebouwde gebieden worden uitgezonderd van de vergunningplicht. Op kaarten 50 en 51 wordt langs het Haringvliet een deel van het industrie- en havengebied van Stellendam vergunningvrij gemaakt. Ook deze locatie is dichtbebouwd en mede daardoor niet in beeld voor toekomstige rivierverruiming.

Zuid-Nederland (kaarten nr. 118, 125, 338)

In Zuid-Nederland zijn wijzigingen aangebracht op de kaarten 118, 125 en 338 betreffende het waterstaatkundig beheer. Het gaat om de verbreding van de Zuid Willemsvaart tussen ’s-Hertogenbosch en Veghel in verband met de opwaardering van het kanaal naar klasse IV in 2014/2015 (kaart 118 en 338). Daarnaast wordt kaart 125 gewijzigd in verband met de verbreding van het Wilhelminakanaal bij Tilburg eveneens in verband met de opwaardering van het kanaal naar klasse IV in 2017/2018.

3. Gevolgen van deze regeling

Als gevolg van het vergunningvrij dan wel vergunningplichtig worden van gebieden kunnen er regeldrukgevolgen zijn. Deze volgen echter reeds uit eerder gemaakte afspraken dan wel uit de toepassing van andere regelgeving op de wijzigingen in de desbetreffende gebieden. De onderhavige wijziging heeft op zichzelf geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven en evenmin voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten. De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken bestuursorganen. Voor burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling geen andere ingrijpende gevolgen. Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft geen formeel advies uitgebracht over de regeling omdat er geen omvangrijke regeldrukeffecten aan de orde zijn.

Omdat de regeling geen ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en bedrijven en voornamelijk technische wijzigingen behelst, is daarnaast afgezien van internetconsultatie in lijn met het beleid ten aanzien daarvan.1

4. Overgangsrecht

Deze regeling bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging van beheergrenzen een watervergunning vereist is.

Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de eisen van de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020 in verband met wijzigingen van de beheergrenzen die per die datum noodzakelijk zijn. Er wordt afgeweken van de invoeringstermijn van drie maanden uit het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, die is vereist wegens de gevolgen voor andere overheden. Dat is niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen al zijn afgestemd met de betrokken overheden en waar relevant met andere betrokkenen. Bovendien is latere inwerkingtreding niet gewenst, omdat de eerder aangegeven beheergrenzen op de genoemde kaarten bij de Waterregeling niet actueel zijn. Spoedige wijziging is dus noodzakelijk en een later vast verandermoment, in dit geval 1 oktober 2020, kan om die reden niet worden afgewacht. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29279. nr. 114, Kamerstukken II 2012/13, 29362. nr. 224 en Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

Naar boven