Dividendbelasting. Inhoudingvrijstelling NSW-vennootschappen

Belastingdienst / Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 5 juni 2020, nr. 2020-37677, Staatscourant 2020, 32912

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring voor het achterwege laten van inhouding van dividendbelasting op (dividend)uitkeringen door NSW-vennootschappen.

1. Inleiding

Dit besluit bevat, vooruitlopend op een wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, een goedkeuring voor het achterwege laten van inhouding van dividendbelasting op (dividend)uitkeringen door NSW-vennootschappen.

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

Wet DB:

Wet op de dividendbelasting 1965;

Wet IB:

2001 Wet inkomstenbelasting 2001;

Wet VPB:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

NSW-vennootschap:

Vennootschap als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

2. Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting NSW-vennootschappen

In de Wet IB 2001 en de Wet VPB zijn vrijstellingen opgenomen in het kader van de Natuurschoonwet 1928. De Wet DB bevat een dergelijke vrijstelling niet. Dit betekent dat een NSW-vennootschap dividendbelasting moet inhouden op (dividend)uitkeringen aan de opbrengstgerechtigden.

Binnen de doelstellingen die ten grondslag liggen aan de fiscale behandeling van in de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoederen acht ik het passend om, via een wetswijziging, ook in de Wet DB een inhoudingsvrijstelling op te nemen. Hiermee wordt ook een vermindering bereikt van de administratieve lasten bij zowel NSW-vennootschappen als de Belastingdienst.

Goedkeuring

Ik keur, vooruitlopend op een wijziging van de Wet DB, goed dat inhouding van dividendbelasting achterwege mag blijven ten aanzien van de opbrengst van aandelen in, winstbewijzen van en geldleningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van de Wet VPB aan vennootschappen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de Wet VPB (NSW-vennootschap).

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 juni 2020

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven