Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 14 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/109830, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (reparatie Milieulijst 2020)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Paragraaf 2a van de bijlage bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

1. Code D 6101 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a, onder 2, subonderdeel b en c, wordt ‘punt 8’ vervangen door ‘punt 7’.

b. In onderdeel b wordt ‘punt 8’ telkens vervangen door ‘punt 7’.

2. Code E 6126 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a, onder 4, komt te luiden:

  • 4. voor het gebouw(deel) wordt het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald, hetgeen blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional, opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) maximale score, EA credit 2 (OEP) ten minste 7 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 3 punten,.

b. In onderdeel b wordt ‘Vervolginvesteringen in dit bouwproject in nakomende jaren kunnen uitsluitend gemeld worden voor bedrijfsmiddel E 6130 van de betreffende Milieulijst indien voldaan wordt aan de eisen van dat bedrijfsmiddel’ vervangen door ‘Vervolginvesteringen in dit bouwproject in nakomende jaren komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Inleiding

In de Milieulijst, behorend bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009, zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) categorieën bedrijfsmiddelen aangewezen die in aanmerking komen voor willekeurige afschrijving (VAMIL) als bedoeld in artikel 3.31 van de Wet IB 2001 en voor milieu-investeringsaftrek (MIA) als bedoeld in artikel 3.42a van de Wet IB 2001.

Met de instrumenten MIA en VAMIL worden investeringen in bedrijfsmiddelen, die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu, fiscaal gestimuleerd. Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfsmiddelen, waarvan de marktintroductie door die instrumenten ondersteund wordt.

Jaarlijks vindt er een aanpassing van de Milieulijst plaats, met als reden dat voor bepaalde bedrijfsmiddelen verdere stimulering van de marktintroductie niet meer noodzakelijk wordt geacht, dat de formulering van bepaalde bedrijfsmiddelen wordt aangescherpt of versoepeld of dat er nieuwe, innovatieve bedrijfsmiddelen op de Milieulijst worden opgenomen.

Aanleiding

In de aanpassing van de Milieulijst voor 2020 met de Regeling tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (vaststelling Milieulijst 2020) van 27 december 20191 (hierna: Milieulijst 2020) zijn enkele onvolkomenheden geslopen in de omschrijving van de bedrijfsmiddelen D 6101 en E 6125. Deze wijzigingsregeling strekt tot correctie van die onvolkomenheden.

Inhoud van de wijziging

Bedrijfsmiddel D 6101 betreft een circulair utiliteitsgebouw met industriefunctie. Per abuis werd in de omschrijving van dit bedrijfsmiddel verwezen naar punt 8, terwijl de omschrijving uit 7 punten bestaat. Waar punt 8 stond, had punt 7 moeten staan. Met deze wijziging wordt dit hersteld.

Bedrijfsmiddel E 6126 betreft een duurzaam gerenoveerd of nieuw utiliteitsgebouw volgens LEED 4 BD+C. Per abuis waren onder punt 4 en punt 5 eisen opgenomen die gelijk zijn aan die bij bedrijfsmiddel D 6125 terwijl met D 6125 een hoger ambitieniveau beoogd wordt dan met E 6126. Tot slot komen vervolginvesteringen voor E 6126 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Net als bij de andere codes voor duurzaam bouwen (codes D 6120 en E 6121 voor wat betreft GPR en codes D 6115 en E 6116 voor wat betreft BREEAM-NL) is het de bedoeling dat vervolginvesteringen in gebouwen die aan de hogere eisen voldoen wel in aanmerking komen voor milieu-investeringaftrek en die aan de lagere eisen voldoen niet. Bovendien was in code E 6126 de eis opgenomen dat alleen vervolginvesteringen in aanmerking komen die voldoen aan de eisen van E 6130. Het bedrijfsmiddel behorend bij code E 6126 voldoet niet aan deze eis en vervolginvesteringen zouden al om die reden niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek op grond van deze code. Vanuit het oogpunt van duidelijkheid is het dan ook gewenst deze onvolkomenheid ook in code E 6126 te herstellen.

Notificatie en consultatie

De Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 valt onder de omschrijving van artikel 1, eerste lid, onderdeel f, tweede alinea, punt iii, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241). De Milieulijst 2020 is op 4 december 2019 op grond van deze richtlijn genotificeerd.2 Aangezien niet zeker is dat deze wijzigingsregeling geen significante wijzigingen aanbrengt ten opzichte van de genotificeerde Milieulijst 2020 is de inhoud van deze wijziging op grond van die richtlijn opnieuw genotificeerd op 14 april 2020 (notificatienummer 2020/0222/NL).

De wijziging betreft enkel het herstel van kleine onvolkomenheden. De ontwerpregeling is niet aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voorgelegd omdat deze wijzigingsregeling geen gevolgen heeft voor de regeldruk. Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en evenmin gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk kon worden afgezien van internetconsultatie.

Inwerkingtreding

Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimale invoeringstermijn omdat de doelgroepen gebaat zijn bij een spoedige inwerkingtreding van de reparaties. Aan de wijziging is terugwerkende kracht gegeven tot en met 1 januari 2020, zodat de onjuistheden voor heel 2020 zijn gerepareerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
2

Notificatienummer 2019/0628/NL.

Naar boven