Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juni 2020, nr. 2020-0000070400 tot het verlenen van volmacht en machtiging aan functionarissen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in verband met bevoegdheden ten aanzien van attachés en lokale werknemers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Besluit volmacht en machtiging attachés en lokale werknemers Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken;

Gezien de afspraken zoals vastgelegd in de Attachénotitie 2020 en de daarbij behorende Bijlage;

Gelet op artikel 1.2 van de Legal Status (Local Staff) Regulations 2020;

Besluit:

Artikel 1. Volmacht en machtiging

  • 1. Aan de bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkzame secretaris-generaal, de directeuren van bedrijfsvoeringsdirecties en uitvoeringsorganisaties en hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland alsmede hun plaatsvervangers wordt volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met de uitvoering van:

    • a. de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen en de rechtsopvolgers daarvan en

    • b. de Legal Status (Local Staff) Regulations 2020 en de rechtsopvolgers daarvan

    inclusief het afhandelen van daarmee verband houdende geschillen bij een geschillencommissie of rechterlijke instantie ten aanzien van uitgezonden werknemers en lokale werknemers die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde functionarissen kunnen schriftelijk besluiten dat onder hen ressorterende functionarissen mede bevoegd zijn uitvoering te geven aan de in het eerste lid bedoelde volmacht en machtiging.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen hun in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheden uit met inachtneming van de terzake:

    • a. door of namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Buitenlandse Zaken gemaakte afspraken en

    • b. door of namens de Minister van Buitenlandse Zaken gegeven instructies.

Artikel 2. Ondertekening en vermelding

Het krachtens volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Staat der Nederlanden, namens deze

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door

[functie] van het Ministerie van Buitenlandse Zaken

[handtekening]

[naam functionaris]

Artikel 3. Intrekking regeling

De regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2014, 2014-0000087449, houdende het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de hoofden van de vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland in het kader van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007 en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (Stcrt. 2014, 37112), wordt ingetrokken.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze volmacht en machtiging treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

’s-Gravenhage, 9 juni 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, G.J. Buitendijk, de directeur-generaal Werk

TOELICHTING

Bij deze regeling verleent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met ingang van 1 januari 2020 volmacht en machtiging aan een aantal functionarissen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) om rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten ten aanzien van twee groepen van werknemers van de Staat der Nederlanden die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Deze regeling is nodig vanwege de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) waardoor in de sector Rijk alle personele regelingen worden vervangen als gevolg waarvan daarop betrekking hebbende mandaat-, volmacht- en machtigingsregelingen vervanging behoeven. Van (bestuursrechtelijk) mandaat is immers geen sprake meer na omzetting van de publiekrechtelijke aanstellingen in civielrechtelijke arbeidsovereenkomsten. Met deze regeling is materieel geen wijziging beoogd in de tot 1 januari 2020 geldende regeling betreffende verlening van mandaat, volmacht en machtiging voor onderstaande groepen personeel.

Deze regeling betreft de uitvoering van de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen (ACRU) ten aanzien van door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid namens de Staat met toepassing van de ACRU naar het buitenland uitgezonden werknemers (attachés). Het betreft daarnaast de uitvoering van de Legal Status (Local Staff) Regulations 2020 (LSR 2020) ten aanzien van degenen die door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid namens de Staat in dienst zijn genomen op arbeidsovereenkomst naar lokale voorwaarden voor werkzaamheden bij een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland (lokale werknemers). De volmacht en machtiging geldt ook voor eventuele rechtsopvolgers van de ACRU en de LSR 2020.

De volmacht en machtiging wordt verleend aan de secretaris-generaal, de directeuren van bedrijfsvoeringsdirecties en uitvoeringsorganisaties (zoals de hoofddirecteur Personeel en Organisatie en de directeur 3W) en de hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland alsmede aan hun plaatsvervangers. Zij zijn bevoegd om schriftelijk te besluiten dat ook onder hen ressorterende functionarissen bevoegd zijn uitvoering te geven aan bedoelde volmacht en machtiging.

De in het eerste en tweede lid van artikel 1 bedoelde bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van de daartoe door of namens de Minister van BZ gegeven instructies. En met inachtneming van de afspraken die terzake tussen de ministers zijn gemaakt. Zoals de afspraken die zijn gemaakt in het overleg van de (plaatsvervangend) secretarissen-generaal en zijn vastgelegd in de zogenaamde Attachénotitie. Bijvoorbeeld de afspraak dat ingrijpende beslissingen betreffende lokale werknemers – zoals over indienstneming, bijzondere beloningen, schorsing en ontslag – altijd worden genomen na voorafgaande opdracht van de minister voor wie de werknemer werkzaam is.

De regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2014, 2014-0000087449, houdende het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de hoofden van de vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland in het kader van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007 en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (Stcrt. 2014, 37112), wordt ingetrokken. Deze regeling heeft geen functie meer.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, G.J. Buitendijk, De directeur-generaal Werk

Naar boven