De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, artikel
12, eerste en tweede lid, en bijlage I, onderdeel A, rubriek 9, bij het Besluit huurprijzen
woonruimte en artikel 2, derde en vierde lid, van het Besluit energieprestatievergoeding
huur;
Besluit:
ARTIKEL I
Bijlage I bij het Besluit energieprestatievergoeding huur wordt als volgt gewijzigd:
A
In Tabel 1. Maximale energieprestatievergoeding bij een woonruimte verwarmd met duurzame
energie, opgewekt op de woning, wordt:
a. ‘1,45’ vervangen door ‘1,49’;
b. ‘1,24’ vervangen door ‘1,27’;
c. ‘1,04’ vervangen door ‘1,07’.
B
In Tabel 2. Maximale energieprestatievergoeding bij een woning verwarmd met op de
woning opgewekte duurzame warmte, aangesloten op een warmtenet, wordt:
a. ‘0,72’ vervangen door ‘0,74’;
b. ‘0,62’ vervangen door ‘0,64’;
c. ‘0,31’ vervangen door ‘0,32’.
ARTIKEL II
In bijlage I, onderdeel A, onder rubriek 9. Punten voor de WOZ-waarde, van het Besluit huurprijzen woonruimte wordt in onderdeel 9.1:
a. ‘€ 47.960’ vervangen door ‘€ 52.085’;
b. ‘€ 9.474’ vervangen door ‘€ 10.289’;
c. ‘€ 62’ vervangen door ‘€ 68’;
d. ‘€ 147’vervangen door ‘€ 160’.
ARTIKEL III
De Regeling energieprestatievergoeding huur wordt als volgt gewijzigd:
A
In Bijlage I bij artikel 4 van de Regeling energieprestatievergoeding huur wordt:
a. ‘1,19’ vervangen door ‘1,22’;
b. ‘1,09’ vervangen door ‘1,12’;
c. ‘0,88’ vervangen door ‘0,90’;
d. ‘0,62’ vervangen door ‘0,64’.
B
In Bijlage II bij artikel 4bis van de Regeling energieprestatievergoeding huur wordt:
a. ‘0,72’ vervangen door ‘0,74’;
b. ‘0,62’ vervangen door ‘0,64’;
c. ‘0,31’ vervangen door ‘0,32’.
ARTIKEL IV
De Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2 tot en met 5 wordt ‘1 juli 2019 tot en met 30 juni 2020’ vervangen
door ‘1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021’.
B
De bijlagen I tot en met IV worden vervangen door de bijlagen I tot en met IV als
opgenomen in de bijlagen A tot en met D bij deze regeling.
C
In bijlage VI wordt ‘1 juli 2019’ vervangen door ‘1 juli 2020’.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling zijn de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding voor
zeer energiezuinige huurwoningen (zogenaamde nul-op-de-meter-woningen) aangepast voor
het huurtijdvak 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021. Verder zijn op grond van de jaarlijkse
verplichting, bedoeld bijlage I, onderdeel A, rubriek 9. Punten voor de WOZ-waarde
bij het Besluit huurprijzen woonruimte, de bedragen op basis van de Wet waardering
onroerende zaken, genoemd in die rubriek aangepast. Ook zijn de maximale huurprijsgrenzen
(Bijlagen I tot en met IV bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte) aangepast.
Tot slot is het in Bijlage VI bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte (hierna:
Uitvoeringsregeling) opgenomen schema aangepast aan het huurtijdvak 1 juli 2020 tot
en met 30 juni 2021.
Administratieve lasten
Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de
burger en het bedrijfsleven. De regeling heeft ook geen gevolgen voor de regeldruk.
Het betreft alleen indexeringen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Op grond van artikel 2, vierde lid, van het Besluit energieprestatievergoeding huur
worden de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding bij zogenaamde nul-op-de-meter-woningen
genoemd in tabel 1 en tabel 2 in Bijlage 1 van dat besluit, jaarlijks per 1 juli bij
ministeriële regeling aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor
de maand september van het voorafgaande kalenderjaar. Het CBS heeft op 9 januari 2020
op zijn website gepubliceerd dat het inflatiepercentage (CPI) over september 2019
2,6% bedraagt. Dit leidt tot een indexering per 1 juli 2020 met 2,6% van de maximumbedragen
voor de verschillende typen nul-op-de-meter-woningen.
Artikel II
Een aantal bedragen in bijlage I, onderdeel A, rubriek 9. Punten voor de WOZ-waarde
bij het Besluit huurprijzen woonruimte is geïndexeerd vanwege de gemiddelde verandering
van de WOZ-waarden van woningen. De in die rubriek genoemde bedragen, die zijn benodigd
voor het berekenen van het aantal punten voor het zogenoemde woningwaarderingsstelsel
voor de waarde krachtens de Wet waardering onroerende zaken, dienen elk jaar met ingang
van 1 juli te worden aangepast met de factor iw, bedoeld in artikel 10.3, vijfde lid,
van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit is de verhouding van het gemiddelde van de
eigenwoningwaarden die betrekking hebben op het voorafgaande kalenderjaar en het gemiddelde
van die waarden die betrekking hebben op het kalenderjaar. De op basis daarvan berekende
bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s. De gemiddelde verandering tussen
de waardepeildata 1 januari 2018 en 1 januari 2019 bedraagt landelijk 8,6%.
Artikel III
Ook de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding genoemd in Bijlagen I en
II van de Regeling energieprestatievergoeding huur zijn geïndexeerd per 1 juli 2020.
Artikel IV
Onderdeel A
Met de wijzigingen van de artikelen 2 tot en met 5 van de Uitvoeringsregeling zijn
de maximale huurprijsgrenzen voor het tijdvak 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021
bepaald.
Onderdeel B
Op grond van artikel 12, eerste lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte zijn de
maximale huurprijsgrenzen vastgesteld bij ministeriële regeling. Deze bedragen zijn
opgenomen in de Uitvoeringsregeling.
Op grond van artikel 12, tweede lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte worden
jaarlijks met ingang van 1 juli de op 30 juni daaraan voorafgaande krachtens dat besluit
geldende maximale huurprijsgrenzen voor woonruimten welke een zelfstandige woning
vormen, voor woonruimten welke niet een zelfstandige woning vormen, voor woonwagens
en voor standplaatsen, geïndexeerd met het inflatiepercentage. Daarbij worden de op
basis daarvan berekende bedragen naar boven afgerond op hele eurocenten.
Op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringswet huurprijzen
woonruimte is het inflatiepercentage in dit geval het percentage dat onmiddellijk
voorafgaand aan de datum van 1 juli ieder jaar in januari door het CBS wordt bekendgemaakt,
en dat aangeeft met welk percentage de consumentenprijzen (alle huishoudens) ten opzichte
van het aan die bekendmaking voorafgaande jaar zijn verhoogd. Het CBS heeft op 9 januari
2020 op zijn website gepubliceerd dat het inflatiepercentage (CPI) over het kalenderjaar
2019 2,6% bedraagt.
In de nieuwe Bijlagen I tot en met IV bij de Uitvoeringsregeling zijn de maximale
huurprijsgrenzen per 1 juli 2020 vastgelegd.
Onderdeel C
Bijlage VI bij de Uitvoeringsregeling is aangepast aan het huurprijstijdvak 1 juli
2020 tot en met 30 juni 2021.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren