TOELICHTING
Algemeen
De aanleiding voor de wijziging van de Subsidieregeling ESF 2014–2020 is het openstellen
van een nieuw tijdvak voor de aanvraag van subsidie, voor Investeringsprioriteit A,
Hoofdstuk I, Centrumgemeenten en een nieuw tijdvak voor Investeringsprioriteit A,
Hoofdstuk III, de Minister van Veiligheid en Justitie. Het tijdvak voor de centrumgemeenten
heeft betrekking op de doelgroep leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs en
praktijkonderwijs. Voor deze doelgroep wordt tevens mogelijk gemaakt om af te rekenen
op basis van vereenvoudigde kostenopties. Het tijdvak voor de Minister van Veiligheid
en Justitie heeft betrekking op de re-integratie van gedetineerden.
Artikelsgewijs
Artikel I. Wijziging van de Subsidieregeling ESF 2014–2020
Onderdeel A, eerste tot en met zevende en elfde lid, en onderdeel B: Aanvraagtijdvak
voor centrumgemeenten ten behoeve van de leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs
en het praktijkonderwijs
De wijziging heeft betrekking op het openstellen van een nieuw aanvraagtijdvak ten
behoeve van ‘Investeringsprioriteit A: Actieve inclusie, mede met het oog op bevordering
van gelijke kansen en actieve participatie, en het verbeteren van de inzetbaarheid,
Hoofdstuk I. Centrumgemeenten’. Het aanvraagtijdvak is gericht op de doelgroep leerlingen
van het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs en heeft betrekking
op het schooljaar 2020–2021, de maximale projectduur bedraagt 12 maanden. Het aanvraagtijdvak
zal worden opengesteld van 1 juni 2020 tot en met 31 juli 2020. Het beschikbare budget
voor dit tijdvak is opgenomen in artikel A20 en bedraagt maximaal 8,5 miljoen euro.
Artikel A7, derde lid, bevat aanvullende voorwaarden met betrekking tot de subsidiabele
kosten, bedoeld in artikel 12. De afrekening van activiteiten uitgevoerd in projecten
waarvoor subsidie is aangevraagd in dit aanvraagtijdvak, kan uitsluitend plaatsvinden
op basis van de vereenvoudigde kostenopties zoals omschreven in artikel 12, twaalfde
lid, en zoals vastgelegd in bijlage IX van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195.
In de beschikking tot subsidieverlening worden hiertoe nadere afspraken opgenomen.
Vanwege het feit dat projecten worden afgerekend op basis van vereenvoudigde kostenopties
is artikel A5, derde lid, over clustering, niet van toepassing op dit tijdvak.
De wijziging van artikel A16, derde lid, is een technische wijziging welke ziet op
de wijze van verwijzen naar een EU-verordening. Aan artikel A24, tweede lid, is ten
behoeve van verduidelijking van de te subsidiëren kostensoorten een verwijzing naar
deze verordening toegevoegd.
Onderdeel B van deze wijzigingsregeling bevat een nieuwe ‘Bijlage 3c. Subsidieplafonds centrumgemeenten ten behoeve van regio-aanvragen leerlingen
voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs’. In deze bijlage is te zien hoe het budget van €9323938.500.000 wordt verdeeld naar
de 35 centrumgemeenten in Nederland.
Onderdeel A, achtste tot en met tiende en twaalfde lid: Aanvraagtijdvak voor het ministerie
van Justitie en Veiligheid ten behoeve van de re-integratie van gedetineerden
De wijziging heeft betrekking op het openstellen van een nieuw aanvraagtijdvak ten
behoeve van ‘Investeringsprioriteit A: Actieve inclusie, mede met het oog op bevordering
van gelijke kansen en actieve participatie, en het verbeteren van de inzetbaarheid,
Hoofdstuk III. De Minister van Veiligheid en Justitie’. Het aanvraagtijdvak zal worden
opengesteld van 1 oktober 2020 tot en met 30 oktober 2020 en heeft betrekking op het
kalenderjaar 2021. Het beschikbare budget voor dit tijdvak is opgenomen in artikel
A20 en bedraagt maximaal 9 miljoen euro.
In artikel A23 is geregeld dat de looptijd van het project waarvoor subsidie wordt
aangevraagd in betreffend aanvraagtijdvak maximaal 24 maanden bedraagt, gerekend vanaf
1 januari 2021. Ten opzichte van eerdere aanvraagtijdvakken maakt dit een langere
looptijd van het project mogelijk. Dit aanvraagtijdvak kent een langere looptijd om
ruimte te geven aan een mogelijke verlenging van het project, dat normaal gesproken
een looptijd heeft van één kalenderjaar. Indien gebruik zou worden gemaakt door de
subsidieontvanger van de mogelijkheid om een langere projectperiode te hanteren dan
één kalenderjaar, dan kan de Minister, op basis van het nieuwe artikel A24a, vragen
om een tussentijdse declaratie. Na beoordeling van deze tussentijdse declaratie wordt
een besluit genomen over de betaling van de subsidie.
Artikel II. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met het oog op de aanvang van het schooljaar
2020–2021 en de daarmee samenhangende datum van openstelling van het nieuwe aanvraagtijdvak
in artikel A2, tweede lid, onderdeel d, is spoedige inwerkingtreding wenselijk.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark