Besluit van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 6 april 2020, nr. Min-BuZa.2020.5142-11, tot vaststelling van beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 10.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van artikel 10.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis met het oog op de bestrijding van (de gevolgen van) de COVID-19 epidemie gelden de in de bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis komen uitsluitend organisaties in aanmerking waaraan reeds subsidie is verleend op grond van de artikelen 2.5, 4.2, 5.1, 6.1, 6.2, 6.4, 7.1, 7.2, 8.1 en 10.2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, van welke subsidie het tijdvak nog niet is verstreken en ten minste € 1.000.000 nog niet is besteed aan de activiteiten waarvoor die subsidie is verleend.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis bedraagt ten minste € 1.000.000.

  • 3. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die zijn gericht op de bestrijding van (de gevolgen van) de COVID-19 epidemie.

Artikel 3

Aanvragen voor een subsidie in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis worden ingediend in de periode vanaf 8 april 2020 tot en met uiterlijk 7 mei 2020 aan de hand van het daartoe door de minister vastgestelde aanvraagformat en voorzien van de op het aanvraagformat gevraagde bescheiden.1

Artikel 4

  • 1. Dit besluit treedt in werking onmiddellijk na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 9 april 2021 met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, K. van der Heijden

BIJLAGE

Achtergrond

Als gevolg van de COVID-19 epidemie staat de wereld voor een enorme uitdaging als gevolg van de COVID-19 pandemie die juist ook de doelgroep van Ontwikkelingssamenwerking raakt en verder zal raken. Steun aan ontwikkelingslanden is harder nodig en urgenter dan ooit. Nederland draagt vanuit het besef van de noodzaak, verantwoordelijkheid en solidariteit met de meest kwetsbare landen bij aan het bestrijden van de pandemie door in te zetten op humanitaire hulp, preventiemaatregelen en sociaal-economische weerbaarheid. Deze bijdragen worden via multilaterale kanalen als VN, Wereldbank en IMF geleid die snel, effectief en gecoördineerd kunnen optreden.

NGO’s zijn voor het behalen van de doelstellingen op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking ook van groot belang. Er bestaan dan ook veel en goede vormen van samenwerking met hen, onder andere via een aantal subsidieprogramma’s. Ook tijdens deze crisis kunnen NGO’s een cruciale rol spelen, zoals ook bleek uit de door hen veelvuldig geuite wens gezamenlijk een bijdrage te leveren om deze crisis te bestrijden. Daarnaast is het voor veel subsidieontvangers als gevolg van de COVID-19 epidemie vaak niet mogelijk om alle door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gesubsidieerde activiteiten te blijven uitvoeren zoals voorzien.

Uiteraard is er begrip dat de crisis vertraging oplevert in de uitvoering van bestaande programma’s van onze partners. Tegelijkertijd nemen de noden als gevolg van COVID-19 toe. Indien een subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteiten niet meer geheel kan uitvoeren, valt een deel van de subsidiemiddelen vrij. Een crisis als deze vraagt om exceptionele maatregelen en flexibiliteit. Bijgaand subsidiebeleidskader voorziet daarom in de mogelijkheid om binnen bestaande subsidierelaties middelen die als gevolg van de COVID-19 epidemie niet meer kunnen worden besteed zoals voorzien, dan wel door de gewijzigde omstandigheden een andere en logischer aanwending kunnen krijgen, vrij te maken voor inzet op activiteiten gerelateerd aan de gevolgen van de COVID-19 crisis. Dit kader geeft de leidraad voor het indienen van een aanvraag voor een nieuwe subsidie daarvoor en voor de beoordeling van de aanvragen.

Procedure subsidieverstrekking in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis

In geval een subsidieontvanger gebruik wil maken van de mogelijkheid om subsidiemiddelen die hij als gevolg van de COVID-19 epidemie niet meer wil of kan besteden aan de activiteiten waarvoor de subsidie was verleend, in te zetten voor activiteiten gericht op de bestrijding van de (gevolgen van de) COVID-19 epidemie, kan hij een aanvraag doen voor een nieuwe subsidie voor die activiteiten. Gezien de urgentie is voor het verstrekken van dergelijke subsidies een verkorte procedure ontwikkeld. De procedure bestaat uit de volgende stappen:

  • 1. De subsidieontvanger dient uiterlijk 7 mei 2020, aan de hand van het daartoe vastgestelde aanvraagformat2 en voorzien van de op dit format vermelde bescheiden, een aanvraag voor een nieuwe subsidie en een verzoek tot verlaging van de reeds verleende subsidie in bij de contactpersoon vermeld in de bestaande subsidieverleningsbeschikking, met kopieverlening aan dso-covid19@minbuza.nl.3 Het verzoek tot wijziging van de bestaande subsidieverleningsbeschikking bevat in elk geval de gevraagde aanpassing van het verleende subsidiebedrag; indien mogelijk ook de aanpassing van de activiteiten, de planning, en, indien nodig, de liquiditeitsprognose.

  • 2. De aanvraag voor de nieuwe subsidie wordt beoordeeld aan de hand van de maatstaven neergelegd in dit subsidiebeleidskader. Indien de aanvraag in aanmerking komt voor subsidie, volgen een beschikking tot wijziging van de verleende subsidie en een subsidieverleningsbeschikking voor de nieuwe activiteiten, uiterlijk vier weken nadat de aanvraag en het wijzigingsverzoek waren ingediend.

  • 3. De subsidieontvanger dient indien nodig (dit zal dan bij de subsidieverleningsbeschikking en/of wijzigingsbeschikking worden vermeld) uiterlijk 1 juli 2020 bij de eerder genoemde contactpersoon een nadere uitwerking in van de nieuwe activiteiten waarvoor een nieuwe subsidie is verleend en/of van de aanpassing van de activiteiten waarvoor de eerder verleende subsidie was verstrekt.

  • 4. De subsidieontvanger verantwoordt zich na afloop van de respectievelijke tijdvakken van beide subsidies over de besteding van de middelen.

  • 5. Voor subsidies die zijn verleend in het kader van Strategische Partnerschappen Pleiten & Beïnvloeden 2016-20204, SRGR Partnerschappen 2016-20205, Funding Leadership Opportunities for Women 2016-20206, Vrouwen, vrede en veiligheid 2016-20197 en Vrouwen, vrede en veiligheid 20208 geldt dat de subsidieontvanger zowel de reeds gesubsidieerde activiteiten, als de activiteiten waarvoor in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis een subsidie wordt verstrekt, in beginsel voor 1 januari 2021 dient af te ronden.

Ad 2: De financiering van nieuwe activiteiten in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis vindt plaats ten laste van eerder verleende maar nog niet (geheel) aangewende subsidies. Het door een subsidieontvanger voor de nieuwe activiteiten gevraagde subsidiebedrag moet dan ook vrij beschikbaar zijn binnen zijn lopende subsidie. De lopende subsidies wordt, indien de aanvraag in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis wordt gehonoreerd, dan ook met het daarmee corresponderende bedrag bijgesteld.

Criteria

Ten aanzien van de subsidieverlening in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis gelden in aanvulling op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 de hiernavolgende criteria.

  • a Organisaties die in aanmerking kunnen komen voor subsidie: voor subsidieverlening in het kader van het Subsidiebeleidskader NGO’s Corona crisis komen alleen in aanmerking organisaties die op dit moment een subsidie hebben op grond van de artikelen 2.5, 4.2, 5.1, 6.1, 6.2, 6.4, 7.1, 7.2, 8.1 en 10.2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, van welke subsidie het tijdvak nog niet is verlopen, en die binnen die subsidie nog voldoende financiele ruimte hebben (tenminste € 1.000.000, zie hierna bij b) voor ombuiging van de eerder voorziene activiteiten waarvoor de subsidie was verleend.

  • b Omvang: de aanvraag bedraagt tenminste € 1.000.000.

  • c Start activiteiten: de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd starten niet voor moment van indiening van de aanvraag.9

  • d Inhoud aanvraag: de kwaliteit van de aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • 1) Synergie: het voorstel heeft synergie met acties van andere actoren zoals (internationale) non-gouvernementele organisaties, de World Health Organisation, overheden etc., om fragmentatie te voorkomen.

    • 2) Invloedssfeer: het voorstel valt binnen de expertise, capaciteit en doelstellingen van de aanvrager.

    • 3) Realistisch gehalte: het voorstel sluit aan bij bestaande initiatieven, is ingebed in de lokale context, tijdsgebonden en haalbaar.

    • 4) Snelheid: het voorstel kent mogelijkheden van snelle inzet, opschaling en resultaatbereiking.


X Noot
1

Het aanvraagformat wordt geplaatst op www.rijksoverheid.nl en www.government.nl.

X Noot
2

Het aanvraagformat wordt beschikbaar gesteld op www.rijksoverheid.nl en www.government.nl.

X Noot
3

Houd er rekening mee dat bestanden groter dan 14MB niet kunnen worden ontvangen. E‑mails groter dan 14MB dienen in kleinere e-mails te worden verdeeld. Nummer dan de e-mails in de onderwerpregel, waarbij duidelijk is hoeveel e-mails de aanvraag in totaal behelst. Bijvoorbeeld: e-mail 1 van 5, e-mail 2 van 5 etc. tot ‘e-mail 5 van 5’.

X Noot
4

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2014, nr. DSO/MO-113/2014 tot vaststelling van beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Strategische partnerschappen pleiten en beïnvloeden 2016–2020), Stcrt. 2014, nr. 13509.

X Noot
5

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 19 maart 2015 nr. DSO/GA-83/15, tot vaststelling van beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (SRGR Partnerschappen 2016–2020), Stcrt. 2015, nr. 8330.

X Noot
6

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 3 juni 2015, nr. TFVG 122-15, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Funding Leadership Opportunities for Women 2016–2020), Stcrt. 2015, nr. 15691.

X Noot
7

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking van 3 mei 2016, nr. MINBUZA-2016.242245, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Vrouwen, vrede en veiligheid 2016–2019), Stcrt. 2016, nr. 24150.

X Noot
8

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 5 september 2019, Min-BuZa.2019.4266-30, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Vrouwen, vrede en veiligheid 2020), Stcrt. 2019, nr. 50466.

X Noot
9

Artikel 9 Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Naar boven