Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 maart 2020, nummer WBV 2019/6, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/28 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

28. Het asielbeleid ten aanzien van Turkije

28.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

28.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

28.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
28.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

28.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Turkije uitsluitend de volgende categorieën vreemdelingen aan als risicogroep:

  • personen uit Turkije, die actief zijn in de politiek, journalistiek of op het gebied van mensenrechten en daarbij significant kritiek uiten op de autoriteiten en om die reden in de negatieve aandacht van de autoriteiten staan; en

  • (toegedichte) Gülen-aanhangers.

28.3.3. Vervolging vanwege dienstweigering of desertie

Het algemene beleid in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc is van toepassing.

De IND neemt ten aanzien van dienstplichtige Koerden in beginsel niet aan dat zij een gegronde vrees hebben in een conflict te worden ingezet tegen eigen volk of familie.

28.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
28.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.5. Bescherming
28.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

28.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

28.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In Turkije is adequate opvang beschikbaar in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

28.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

28.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 maart 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, C. Riezebos wnd. directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 31 oktober 2019 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht ten aanzien van Turkije gepubliceerd (TK 2019–2020, 19 637, nr. 2578). Zoals in de brief van 4 februari jl. aan de Tweede Kamer is aangegeven, is het ambtsbericht aanleiding om het landgebonden asielbeleid voor Turkije te wijzigen.

Paragraafsgewijs

28.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Op basis van de informatie uit het ambtsbericht is besloten om twee risicogroepen aan te wijzen in het landgebonden asielbeleid voor Turkije. Dit betreffen (toegedichte) Gülen-aanhangers en personen uit Turkije die actief zijn in de politiek, journalistiek of op het gebied van mensenrechten en daarbij significant kritiek uiten op de autoriteiten en om die reden in de negatieve aandacht van de autoriteiten staan. Deze laatste groep omvat ook Koerdische politici en activisten, nu uit het ambtsbericht blijkt dat de Koerdische politieke oppositie, na de Gülenbeweging, het meest getroffen wordt door de huidige vervolging in Turkije.

28.3.3. Vervolging vanwege dienstweigering of desertie

Hetgeen vermeld stond in de oude paragraaf 28.3.3. (Vervolging vanwege dienstweigering of desertie) is nog steeds van toepassing, maar is geschrapt, omdat deze inhoudelijk onvoldoende toegevoegde betekenis heeft.

Op 11 juli 2019 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een thematisch ambtsbericht (TAB) gepubliceerd over de dienstplicht in Turkije. In het TAB, dat zich met name richt op de periode sinds de mislukte couppoging van juli 2016 tot en met juni 2019, wordt de situatie in Turkije beschreven van dienstweigeraars en deserteurs uit Turkije voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van deze personen en voor de besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Turkse asielzoekers. Op basis van dit TAB is opgenomen dat de IND ten aanzien van dienstplichtige Koerden in beginsel niet aanneemt dat zij een gegronde vrees hebben in een conflict te worden ingezet tegen eigen volk of familie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, C. Riezebos wnd. directeur-generaal Migratie

Naar boven