Regeling van de Minister voor Milieu en Wonen van 18 maart 2020 tot wijziging en aanvulling van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche))

De Minister voor Milieu en Wonen,

Gelet op de artikelen 2.2 en 2.4, vijfde lid, van de Crisis- en herstelwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3.1, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ad door een puntkomma, zes onderdelen toegevoegd, luidende:

  • ae. Stedelijk gebied, gemeente Groningen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 36;

  • af. Spaarnesprong, gemeente Haarlem, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 37;

  • ag. Stadsoevers Oost, gemeente Roosendaal, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 38;

  • ah. Dorp Schiermonnikoog, gemeente Schiermonnikoog, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 39;

  • ai. Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, gemeente Tilburg, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 40;

  • aj. Paraplubestemmingsplan Parkeren, gemeente Zeewolde, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 41.

B

Aan artikel 3.2, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • l. Cranendonck;

  • m. Heerhugowaard.

C

Aan artikel 3.4 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, vier onderdelen toegevoegd, luidende:

  • i. Aardbevingsbestendig bestemmingsplan, gemeente Appingedam, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 91 bij het besluit;

  • j. Stedelijk gebied, gemeente Groningen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 36;

  • k. Buitengebied, gemeente Hattem, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 117 bij het besluit;

  • l. Kernen, gemeente Koggenland, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 148 bij het besluit.

D

In paragraaf 3 worden na artikel 3.5 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3.6

Artikel 6, eerste lid, van het besluit geldt ook voor de volgende gebieden:

  • a. het gehele grondgebied van de gemeente Castricum;

  • b. het gehele grondgebied van de gemeente Nuenen;

  • c. Verzetslaan, gemeente Purmerend, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 42.

Artikel 3.7

Artikel 6q van het besluit geldt ook voor de gemeente Amersfoort.

E

Er worden zeven bijlagen toegevoegd zoals opgenomen in de bijlage:

  • a. Bijlage 36 (Stedelijk gebied, Groningen);

  • b. Bijlage 37 (Spaarnesprong, Haarlem);

  • c. Bijlage 38 (Stadsoevers Oost, Roosendaal);

  • d. Bijlage 39 (Dorp Schiermonnikoog, Schiermonnikoog);

  • e. Bijlage 40 (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, Tilburg);

  • f. Bijlage 41 (Paraplubestemmingsplan Parkeren, Zeewolde);

  • g. Bijlage 42 (Verzetslaan, Purmerend).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL III

In artikel III wordt de citeertitel gegeven. Aan de hand van de citeertitel kan duidelijk worden aangegeven in welke tranche een project of gebied aan een experiment is toegevoegd: de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

I. Algemeen

Deze regeling bevat de vijfde tranche van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Ru Chw).

Met artikel I wordt de Ru Chw aangevuld.

In onderdeel A worden zes gebieden toegevoegd aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Bu Chw). Met dit experiment wordt vooruitgelopen op het omgevingsplan uit de Omgevingswet (Stb. 2016, 156). Het gaat om gebieden in de gemeenten Groningen, Haarlem, Roosendaal, Schiermonnikoog, Tilburg en Zeewolde.

In onderdeel B worden de gemeenten Cranendonck en Heerhugowaard toegevoegd aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het hele grondgebied van de gemeente in artikel 7g van het Bu Chw. Met dit experiment wordt vooruitgelopen op het omgevingsplan uit de Omgevingswet.

In onderdeel C worden vier gebieden toegevoegd aan het experiment met het verleggen van planschade. Met dit experiment wordt het mogelijk om bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte het moment van het vaststellen van planschade te verleggen van vaststelling van het bestemmingsplan naar het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen of voor een bestemmingsplanactiviteit. Het gaat om gebieden in de gemeenten Appingedam, Groningen, Hattem en Koggenland.

In onderdeel D wordt het plangebied Verzetslaan in de gemeente Purmerend en het gehele grondgebied van de gemeenten Castricum en Nuenen toegevoegd aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw. Deze gebieden worden toegevoegd aan dit experiment, zodat ook bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de realisatie van tijdelijke woningen, waarmee voor een tijdsperiode van langer dan tien jaar wordt afgeweken van het bestemmingsplan, gebruik kan worden gemaakt van de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wabo, mits het bouwplan niet aangemerkt wordt als een stedelijk ontwikkelingsproject als bedoeld in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Dit betekent dat de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb niet van toepassing is op verlening van deze omgevingsvergunningen.

Verder wordt in onderdeel D de gemeente Amersfoort toegevoegd aan het experiment in artikel 6q van het Bu Chw, zodat in de bouwverordening kan worden bepaald dat voor aanvragen om een omgevingsvergunning voor een activiteit voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo voor een te bouwen woonfunctie, geen woonwagen zijnde, en een te bouwen kantoorgebouw, een milieuprestatie geldt van ten hoogste 0,9, bepaald volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen (hierna: MPG) en GWW-werken.

In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld.

In artikel III wordt de citeertitel geregeld.

In de Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (Stcrt. 2019, 36718) is opgenomen dat projecten en gebieden alleen bij regeling worden aangewezen als blijkt dat betrokkenheid van de gemeenteraad of provinciale staten is geborgd en de kennisgeving aan of betrokkenheid van belanghebbenden is geborgd. Voor de bij deze regeling toegevoegde projecten en gebieden geldt dat nadere besluitvorming noodzakelijk is voordat het experiment daadwerkelijk kan worden toegepast. Het betreffen dus enkel indirecte experimenten. Hiervoor is nog nadere besluitvorming nodig, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan of het aanpassen van de bouwverordening, waardoor de betrokkenheid is geborgd.

II. Artikelsgewijs

Onderdeel A

Algemeen

Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van het Bu Chw worden zes gebieden toegevoegd. Met dit experiment kunnen gemeenten vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingsplan tot een omgevingsplan. De gemeenten waar deze gebieden liggen, hebben te kennen gegeven dat de bestaande regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening beperkingen heeft voor het bereiken van de gewenste ontwikkelingen in de desbetreffende gebieden. Binnen bestaande regelgeving is bijvoorbeeld organische gebiedsontwikkeling lastig te realiseren of het behalen van ambities vanuit het integrale gedachtegoed dat de Omgevingswet voor ogen heeft.

De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het Bu Chw, liggen in de gemeenten Groningen, Haarlem, Roosendaal, Schiermonnikoog, Tilburg en Zeewolde. De aangewezen projecten binnen de gebieden bevinden zich in verschillende stadia van het planvormingsproces. In sommige gevallen weet de gemeente al precies welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, waar regelgeving wringt en zijn er al concrete ideeën over de invulling van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. In andere gevallen weet de gemeente wel de ontwikkelingsrichting die ze mogelijk wil maken en is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende mogelijkheid biedt om deze ontwikkeling te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet precies wanneer de ontwikkelingen zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling), of hebben nog geen duidelijkheid over welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast zullen worden in het bestemmingsplan. Met de mogelijkheden van artikel 7c van het Bu Chw, waarmee onder meer organische ontwikkeling van een gebied mogelijk wordt gemaakt en de verbreding van een goede ruimtelijke ordening naar een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, voorzien hierin.

De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het Bu Chw, worden toegevoegd, worden hieronder beschreven.

Stedelijk gebied, gemeente Groningen

De gemeente Groningen heeft een grote woningbouwopgave. Er is een tekort aan woningen en behoefte aan passende woningen voor specifieke doelgroepen.

Daarom hebben de gemeente Groningen en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2019 de Woondeal Groningen gesloten. De gemeente heeft een ambitie om in totaal 20.000 woningen te bouwen. Daarbij wordt vastgehouden aan de compacte stad; tweederde deel van de groei moet opgevangen worden in (binnen)stedelijk gebied. Een aanzienlijk deel van deze woningen zal worden gebouwd in de grotere inbreidings- en herstructureringslocaties. Dit zijn het Suikerfabriekterrein (inclusief het bedrijventerrein Hoendiep-Zuid) en de Reitdiepzone aan de westkant en de Stadshavens (voorheen Eemskanaalzone genaamd) en Meerstad aan de oostkant van de stad. Aan deze ontwikkelingen wordt prioriteit gegeven en waar mogelijk wordt al dit jaar gestart met de ontwikkeling van het Suikerfabriekterrein en de Stadshavens. Naast deze grootschalige ontwikkelingen wil Groningen een impuls geven aan de wijkvernieuwing. De gemeente wil voor het stedelijk gebied gebruikmaken van (onderdelen van) bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte. Hiermee kan de woningbouwontwikkeling worden bespoedigd en kunnen gebieden op organische manier ontwikkeld worden. De gemeente overweegt onder meer om gebruik te maken van de omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit, regels op te nemen ten behoeve van de beoordeling van het uiterlijk van bouwwerken, regels uit gemeentelijke verordeningen te integreren in het bestemmingsplan en gebruik te maken van open normen uitgewerkt in beleidsregels.

Spaarnesprong, gemeente Haarlem

Het gebied Spaarnesprong is een van de acht ontwikkellocaties in Haarlem. Het gebied is grotendeels aangewezen als beschermd stadsgezicht en bevat ook een aantal monumenten. In het gebied rond de voormalige Koepelgevangenis wil de gemeente Haarlem een multifunctioneel stedelijk centrumgebied ontwikkelen met ongeveer 600 woningen, bedrijvigheid, detailhandel en lichte horeca. De ontwikkeling draagt niet alleen bij aan de werkgelegenheid in Haarlem, maar biedt ook huisvestingsmogelijkheden voor toekomstige werknemers van bedrijven in de stad.

In de ontwikkelvisie voor het gebied is vastgelegd dat duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie belangrijke voorwaarden voor de ontwikkeling zijn. Met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente deze ambities vertalen in juridische regels, waarbij de regels uiteraard wel moeten strekken ten behoeve van de belangen in artikel 7c, eerste lid, van het Bu Chw. De gemeente Haarlem wil onder meer de regels uit de nog op te stellen gemeentelijke verordening voor de fysieke leefomgeving en de hogere grenswaarden voor geluid opnemen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Ook wil de gemeente onderzoeken op welke wijze de verduurzaming van monumentale panden geborgd kan worden in het bestemmingsplan, zonder dat de monumentale waarden worden aangetast.

Stadsoevers Oost, gemeente Roosendaal

De gemeente Roosendaal wil het gebied Stadsoevers Oost transformeren naar een multifunctioneel gebied waarin ruimte is voor wonen, werken, leren en recreëren. De gemeente legt daarbij op voorhand niet het ontwikkelprogramma vast, maar streeft een organische ontwikkeling na.

In het westelijk deel van het gebied Stadsoevers is al een begin gemaakt met de ontwikkeling van vooral woningbouw en maatschappelijke functies. De gemeente wil nu ook starten met de ontwikkeling van het oostelijk deel van Stadsoevers door realisatie van het Vlietpark: een innovatief, groen en klimaatbestendig stadsdeel voor wonen, werken, leren en recreëren.

Het gebied Vlietpark is verdeeld in ontwikkelplots die in de loop der tijd worden ingevuld. Voor de ontwikkelplots zijn geen vastomlijnde eindbeelden gedefinieerd, maar is een mogelijke invulling beschreven. De invulling ziet onder meer op wonen voor doelgroepen, klimaatbestendigheid, toepassing van duurzame energie, bevorderen van gezond gedrag en ruimte voor groen.

De gemeente Roosendaal wil een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte opstellen om Vlietpark organisch te kunnen ontwikkelen. In dit plan wil de gemeente onder meer regels voor het toetsen van activiteiten opnemen. Ook wil de gemeente gebruikmaken van de omgevingsvergunning voor bestemmingsplanactiviteiten, onderzoekslasten gaan faseren en regels opnemen uit gemeentelijke verordeningen. Tegelijkertijd wil de gemeente het opstellen van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte gebruiken als pilot in het kader van de implementatie van de Omgevingswet.

Dorp Schiermonnikoog, gemeente Schiermonnikoog

De woningmarkt op Schiermonnikoog is in ontwikkeling. Er vindt onder meer een verschuiving plaats van vaste inwoners naar tijdelijke inwoners. Met name door het wegtrekken van het permanent wonen uit de dorpskern komen voorzieningen en leefbaarheid onder druk te staan. Tegelijkertijd is er veel vraag naar wonen op Schiermonnikoog. De gemeente wil zowel permanente als recreatieve bewoning faciliteren door het bieden van goede en betaalbare huisvesting. Met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente dit borgen door onder meer regels over ‘permanente en recreatieve bewoning’ uit de huisvestingsverordening in het bestemmingsplan te integreren en door onderzoekslasten voor nieuw te bouwen woningen te verschuiven. Door regels uit de huisvestingsverordening in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op te nemen, ontstaat onder meer eenduidigheid in begrippen en de wijze van meten. Verder wordt overlap voorkomen en neemt de handhaafbaarheid van de regels toe.

Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, gemeente Tilburg

Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis is ontstaan uit de fusie van het Sint Elisabethziekenhuis en het Tweestedenziekenhuis. Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis beschikt momenteel over drie locaties, maar het ziekenhuis wil de kernactiviteiten concentreren op de, uit te breiden, huidige locatie van het voormalige Sint Elisabethziekenhuis aan de Hilvarenbeekseweg 60. Bij de uitbreiding van het ziekenhuis zal veel aandacht zijn voor duurzaamheid en innovatie. Zo zal een groene inpassing van het ziekenhuis bijdragen aan een zogeheten healing environment. Daarnaast wordt het ziekenhuis flexibel in gebruik door onder andere uitwisselbaarheid van functiegebieden waardoor snel ingespeeld kan worden op krimp en groei van specialismen en functies. Onderzocht wordt welke innovaties in de nieuwbouw kunnen worden doorgevoerd zoals robotica, track and trace van apparatuur en toepassingen van 5G. Voor energie wordt onderzocht of asfaltcollectoren (onderdeel van de energiecorridor A58) kunnen worden toegepast. Voor verwarming en koeling zal verder WKO worden toegepast.

De uitvoering van het plan zal zeker twintig jaar vergen, waarbij op voorhand nog geen concreet eindbeeld beschikbaar is. De gemeente Tilburg is daarom voornemens om voor dit gebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op te stellen, zodat onder meer gebruik kan worden gemaakt van de looptijd van twintig jaar. Verder overweegt de gemeente om gebruik te maken van globale planregels, uitgewerkt in beleidsregels.

Paraplubestemmingsplan Parkeren, gemeente Zeewolde

De gemeente Zeewolde wil de behoefte aan parkeervoorzieningen beter afstemmen op de economische gebruiksfuncties van gronden. In een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente borgen dat bij enigerlei vorm van bouwen of een gebruikswijziging van gronden wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Hiermee kan de gemeente eveneens invulling geven aan vormen van duurzame mobiliteit. De gemeente wil ter beoordeling van de vraag of sprake is van voldoende parkeergelegenheid gebruikmaken van een flexibele planregeling, uitgewerkt in een beleidsregel. De Wabo voorziet niet in een vergunningplicht voor een gewijzigd gebruik van gronden als het gewijzigde gebruik niet in strijd is met het bestemmingsplan. Er hoeft daarom geen aanvraag om een omgevingsvergunning voor gewijzigd gebruik van gronden, dat niet in strijd is met het bestemmingsplan, te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Daardoor is het niet mogelijk om voor een wijziging van het gebruik van gronden te toetsen of sprake is van voldoende parkeergelegenheid conform de regels van het bestemmingsplan en de daaraan gekoppelde beleidsregel. In het (facet)bestemmingsplan verbrede reikwijdte dat de gemeente opstelt voor het stedelijk gebied, wil zij een vergunningplicht opnemen voor bestemmingsplanactiviteiten. Op deze manier zijn gebruikswijzigingen vergunningplichtig en kan zij toetsen aan de regels voor parkeren die zij wil opnemen in het plan.

Onderdeel B

Algemeen

Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied in artikel 7g van het Bu Chw worden de gemeenten Cranendonck en Heerhugowaard toegevoegd. Dit experiment maakt het mogelijk dat gemeenten toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied. Met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kunnen gemeenten vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingsplan tot een omgevingsplan.

De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7g van het Bu Chw, worden toegevoegd, worden hieronder beschreven.

Gemeente Cranendonck

De gemeente Cranendonck wil bestaande bestemmingsplannen actualiseren. Zo wil de gemeente onder meer bestemmingsplannen opstellen voor twee grote projecten: Buitenkans en de gebiedsontwikkeling Baronie van Cranendonck. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil de gemeente in het bestemmingsplan voor de Baronie van Cranendonck meer afwegingsruimte creëren waardoor mogelijkheden ontstaan om nieuwe, nog onbekende initiatieven planologisch in te passen. Voor het buitengebied heeft de gemeente de ambitie om meer afwegingsruimte te bieden voor bijvoorbeeld een passende invulling van vrijkomende agrarische bebouwing. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt mogelijkheden om invulling te geven aan deze wensen. In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente, afhankelijk van het type gebied of het type ontwikkeling, onder meer regels opnemen over cultuurhistorie, natuur en duurzaamheid, regels uit gemeentelijke verordeningen integreren, open normen uitgewerkt in beleidsregels en onderzoekslasten faseren.

Gemeente Heerhugowaard

De gemeente Heerhugowaard heeft de ambitie om het beleid op het gebied van de ondergrond op een meer gestructureerde en geïntegreerde wijze vorm te geven. De ondergrond raakt steeds voller en met nieuwe opgaven als klimaatadaptatie, energietransitie en woningbouw zal de claim op de ondergrondse ruimte en het daarmee samenhangende ruimtegebruik nog groter worden. Daarom heeft de gemeente Heerhugowaard de wens om meer regie op de ondergrond te krijgen en te houden. De fysieke aspecten van de ondergrondse leefomgeving dienen integraal en op een duurzame wijze afgewogen te worden tegen de ambities voor stedelijke ontwikkeling, energie en klimaat. Het opstellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor de ondergrond geeft hierbij het wettelijk kader en geeft de mogelijkheid voor de gemeente om regie te voeren. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor de ondergrond zal de toetsingskaders bieden voor toekomstige ontwikkelingen die raakvlakken hebben met de ondergrond. Gezien de lange doorlooptijd van ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie uit de bodem en het opkomen van nieuwe technologieën is een planperiode van 20 jaar noodzakelijk. Om in te kunnen spelen op nieuwe (technologische) ontwikkelingen worden in het bestemmingsplan open normen opgenomen die met beleidsregels van een invulling worden voorzien. Met een meldingsplicht voor het verrichten van activiteiten blijft de gemeente op de hoogte van ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de ondergrond.

Onderdeel C

Aan het experiment van planschade bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7w van het Bu Chw worden vier plangebieden toegevoegd. Met dit experiment wordt het mogelijk om het moment van vaststellen van planschade te verleggen van vaststelling van het bestemmingsplan naar het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen of voor een bestemmingsplanactiviteit.

Planschade is schade die wordt geleden ten gevolge van rechtmatige planologische besluitvorming. Dit is nu geregeld in afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). Op de plangebieden die met deze regeling aan dit experiment worden toegevoegd, zijn of worden bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte van toepassing waarin gemeenten ruimte willen bieden aan verschillende initiatieven (organische gebiedsontwikkeling). Omdat bij organische gebiedsontwikkeling op voorhand niet duidelijk is of, en zo ja, in hoeverre daadwerkelijk gebruik zal worden gemaakt van de ruimte die het plan biedt, zal dit bij de vaststelling van het plan planschade tot gevolg kunnen hebben. Immers op grond van afdeling 6.1 van de Wro is de vaststelling van een bestemmingsplan een oorzaak waarbij, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, om vergoeding van planschade kan worden verzocht. Verder moet bij de beoordeling van de vraag of sprake is van planschade worden uitgegaan van de maximale mogelijkheden van het plan, wat kan leiden tot de uitkering van een hoger schadebedrag dan als wordt uitgegaan van wat daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

Om bovengenoemde ongewenste effecten bij organische gebiedsontwikkeling weg te nemen, maakt dit experiment het mogelijk dat het moment van vaststellen van planschade wordt verlegd van de vaststelling van het bestemmingsplan naar de vergunningverlening. Voor een uitgebreide beschrijving van dit experiment wordt verwezen naar de toelichting bij de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, nr. 53).

De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in artikel 7w van het Bu Chw, liggen in de gemeenten Appingedam, Groningen, Hattem en Koggenland. De plangebieden in de gemeenten Appingedam, Hattem en Koggenland zijn al in het Bu Chw aangewezen, daarvoor wordt dan ook verwezen naar de kaarten in de bijlage bij dat besluit. Het stedelijk gebied in de gemeente Groningen wordt in deze tranche van de Ru Chw aangewezen. Voor deze gebieden wordt via deze regeling een kaart opgenomen in de bijlage bij de Ru Chw. Met het toevoegen van deze gemeenten aan dit instrument wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het vormgeven van organische gebiedsontwikkeling en het werken in de geest van de Omgevingswet.

Onderdeel D

Aan het experiment in artikel 6, eerste lid, van het Bu Chw worden het gehele grondgebied van de gemeenten Castricum en Nuenen en het plangebied Verzetslaan in de gemeente Purmerend toegevoegd. Op grond van artikel 6 van het Bu Chw is de uitgebreide voorbereidingsprocedure, bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wabo niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Het gaat om een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij ten behoeve van het bevorderen van duurzame en innovatie toepassingen voor een activiteit voor een bepaalde termijn toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo.

De gemeenten Castricum, Nuenen en Purmerend hebben de wens om op korte termijn zogeheten flexwoningen te realiseren. Het gaat om tijdelijke woningen. In Castricum zullen deze woningen huisvesting bieden aan arbeidsmigranten, jongeren en andere spoedzoekers die niet zijn ingedeeld in een urgentiecategorie in de huisvestingsverordening. Spoedzoekers zijn mensen die snel huisvesting nodig hebben maar daar niet jaren op kunnen wachten. Ook in Nuenen en Purmerend gaat het om woningen ten behoeve van spoedzoekers. Vanwege de grote behoefte aan woonruimte in de betreffende gemeenten is het van belang om snel aan te kunnen vangen met de realisatie van de flexwoningen.

Op grond van artikel 4, elfde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht kan tijdelijk worden afgeweken van het bestemmingsplan voor de duur van tien jaar. Hier is de reguliere voorbereidingsprocedure op van toepassing, waardoor de procedure om een omgevingsvergunning te verkrijgen voor het bouwen van tijdelijke woningen relatief snel kan worden doorlopen. Een termijn van tien jaar voor afwijking van het bestemmingsplan is echter te kort in verhouding tot de termijn om tot een kostendekkende exploitatie te komen voor flexwoningen. Met de toevoeging van het gehele grondgebied van de gemeenten Castricum en Nuenen en het plangebied Verzetslaan in de gemeente Purmerend aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw kan ook voor de vergunning om tijdelijk van het bestemmingsplan af te wijken, voor een afwijkperiode langer dan tien jaar, gebruik worden gemaakt van de reguliere voorbereidingsprocedure en kan de bouw van de tijdelijke woningen sneller ter hand worden genomen.

Aan het experiment in artikel 6q van het Bu Chw wordt de gemeente Amersfoort toegevoegd. De gemeente Amersfoort wil inzetten op een versnelling naar een meer circulaire economie. Afgelopen jaren zijn de eerste stappen daarvoor gezet door de vaststelling van het plan van aanpak ‘Versnelling Circulaire Economie Amersfoort’ (2018) en het deelakkoord duurzaamheid ‘Samen Duurzaam’ (2019) door de gemeenteraad. Op basis van een grondstoffenanalyse in de geplande bouw- en sloopopgave in de stad is vastgesteld dat de potentie voor circulaire economie het grootst is in de sectoren bouw en demontage. Het aanscherpen van de MPG-eis draagt bij aan de versterking van de lokale circulaire (bouw)economie. Een lagere MPG leidt tot een duurzamer en meer circulair en bio-based materiaalgebruik bij nieuwbouwprojecten. Door een lagere MPG wil Amersfoort stimuleren dat nieuwe woningen zo duurzaam en innovatief mogelijk worden gerealiseerd.

Artikel II (inwerkingtreding)

In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld. Er wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden omdat door onmiddellijke inwerkingtreding voor de doelgroep (verschillende overheden) aanmerkelijke publieke nadelen worden voorkomen. De in deze regeling betrokken overheden hebben zelf verzocht om bij regeling te worden toegevoegd aan in het Bu Chw mogelijk gemaakte experimenten. Enkele zijn ook al begonnen met de procedures die moeten leiden tot besluiten waarin uitvoering wordt gegeven aan de experimenten waaraan de projecten middels deze regeling worden toegevoegd. Zij zullen worden benadeeld als de besluitvormingsprocedure voor deze projecten wordt vertraagd door toepassing van de regeling inzake vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden. De regeling bevat verder geen regels waaraan administratieve lasten verbonden zijn voor burgers en bedrijven of andere nadelen als gevolg van de afwijking.

Artikel III

In artikel III wordt de citeertitel gegeven. Aan de hand van de citeertitel kan duidelijk worden aangegeven in welke tranche een project of gebied aan een experiment is toegevoegd: de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche).

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Bijlage 36. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Groningen, Stedelijk gebied

Kaart Groningen, Stedelijk gebied

Bijlage 37. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Haarlem, Spaarnesprong

Kaart Haarlem, Spaarnesprong

Bijlage 38. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Roosendaal, Stadsoevers Oost

Kaart Roosendaal, Stadsoevers Oost

Bijlage 39. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Schiermonnikoog, Dorp Schiermonnikoog

Kaart Schiermonnikoog, Dorp Schiermonnikoog

Bijlage 40. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Tilburg, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis

Kaart Tilburg, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis

Bijlage 41. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Zeewolde, Paraplubestemming Parkeren

Kaart Zeewolde, Paraplubestemming Parkeren

Bijlage 42. bij Regeling uitvoeirng Crisis- en herstelwet

Kaart Purmerend, Verzetslaan

Kaart Purmerend, Verzetslaan
Naar boven