De ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB;
Overwegende dat het gewenst is de wijze van identificatie door de notaris die volgt
uit artikel 39 lid 1 nader in te vullen;
Gelet op artikel 61 lid 2 van de Wet op het notarisambt;
Gezien het ontwerp van het bestuur met bijbehorende toelichting;
Gelet op de adviezen van de ringen;
stelt de navolgende verordening vast:
De Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 wordt als volgt gewijzigd.
I
Na artikel 19 wordt een artikel toegevoegd. Dit artikel wordt genummerd artikel 19A.
II
Het nieuwe artikel komt te luiden:
“Bij het vaststellen van de identiteit van de bij het verlijden van een akte voor de
eerste maal voor de notaris verschijnende personen, controleert de notaris het hem
getoonde document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht op
diefstal, vermissing, geldigheid en echtheid. De notaris maakt hierbij voor zover
mogelijk gebruik van hiervoor geschikte, door het bestuur aangewezen apparatuur, programmatuur,
applicaties en systemen.”
De toelichting bij dit artikel wordt als volgt:
“In artikel 39 lid 1 van de Wet op het notarisambt is bepaald dat de bij het verlijden
van een akte verschijnende personen aan de notaris bekend moeten zijn. De notaris
moet de identiteit van de personen die de eerste maal voor hem verschijnen vaststellen
aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
De ratio van deze identificatieplicht is dat de notaris zich vergewist van de identiteit
van de voor hem verschijnende personen. Hij moet verifiëren of degene die voor hem
verschijnt de identiteit heeft van degene die hij opgeeft te zijn. Het controleren
van de echtheid van het getoonde document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht houdt onder meer in dat de notaris controleert of de gegevens
op het document overeenkomen met de gegevens in de Basisregistratie Personen, voor
zover deze gegevens hierin zijn opgenomen. Er zijn middelen die de notaris kunnen
helpen bij deze taak. Het past bij de rol van de notaris als poortwachter om die middelen
te gebruiken. Het wordt hierbij van belang geacht dat elke notaris dezelfde middelen
gebruikt. Het bestuur van de KNB kan in dit kader leden faciliteren bij de aanschaf
van de benodigde middelen. Gezien de snelle ontwikkelingen op dit gebied kan het bestuur
via de gebruikelijke kanalen aan haar leden kenbaar maken welke middelen gebruikt
moeten worden. De notaris is ingevolge dit artikel verplicht de door het bestuur aangewezen
middelen steeds te gebruiken bij voormelde identificatieplicht. Met de zinsnede ‘voor
zover mogelijk’ wordt uitsluitend gedoeld op uitzonderingsgevallen waarin de notaris
documenten worden getoond die niet met gebruikmaking van de door het bestuur aangewezen
apparatuur, programmatuur, applicaties en systemen kunnen worden gecontroleerd op
diefstal, vermissing, geldigheid en echtheid.
III
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2019 of zoveel later
als de termijn van tien dagen na publicatie in de Staatscourant is verstreken als
bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Wet op het notarisambt.
Vastgesteld door de ledenraad op 18 september 2019 en getekend door de voorzitter
van de ledenraad, goedgekeurd door de Minister van Justitie en Veiligheid bij besluit
van 20 november 2019.