Convenant Samenwerkingsafspraken SeedNL

Partijen,

1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten, hierna te noemen: LNV;

2. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Sigrid Kaag, hierna te noemen: BHOS;

Partijen genoemd onder 1 en 2, beiden handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen te noemen: Rijksoverheid;

3. Plantum NL, te dezen vertegenwoordigd door: de heer Niels Louwaars, directeur, hierna te noemen: Plantum;

Overwegen het volgende,

De mondiale gemeenschap heeft zich gecommitteerd extreme armoede en honger te beëindigen in 2030. Volgens de Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties (FAO, SOFA report, 20191) hebben op dit moment meer dan 820 miljoen mensen niet genoeg voedsel om een gezond en actief leven te leiden. Dit is ongeveer een op de negen mensen wereldwijd. In sub-Sahara Afrika lijden naar verhouding de meeste mensen honger; een op de vier mensen in deze regio is ondervoed. Het voor iedereen toegang geven tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel, het hele jaar door, vormt een enorme uitdaging.

Landbouwinput, waaronder zaden en uitgangsmaterialen, speelt een belangrijke rol in de transitie naar duurzame voedselsystemen, voor het behalen van Agenda 2030 en de duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG’s) van de Verenigde Naties. Het verbeteren van toegang tot goede kwaliteit zaden draagt bij aan verhoging van productiviteit en inkomen van boeren en kleinschalige voedselproducenten. Bovendien worden daarmee toegang tot duurzame, gevarieerde en voedzame voedingspatronen en kansen voor klimaat-slimme landbouw verbeterd. Deze verbetering hiervan, vanuit zowel formele als informele systemen, maakt boeren weerbaarder tegen de effecten van klimaatverandering en marktrisico’s. Zaaizaad van goede kwaliteit gecombineerd met een aanpak voor klimaat-slimme landbouw en toegang tot markten, zal hun productiviteit en inkomen verhogen.

Nederland is een wereldleider op het gebied van zaden en jonge planten. Bedrijven, beleidsmakers, non-gouvernementele organisaties, NGO’s, en academische instellingen werken samen in de ‘Dutch Diamond’ aanpak, ter ondersteuning van een effectieve zaaizaadsector. Deze aanpak is gericht op het realiseren van de juiste ‘enabling environment’ om hoge kwaliteit teelt, onderzoek en regulering mogelijk te maken. Met name de Nederlandse ervaring met deze ‘enabling environment’ is cruciaal ter ondersteuning van de ontwikkeling van de zaaizaadsector in ontwikkelingslanden. In de gezamenlijke voedselzekerheidsbrief2 van 6 juni 2019 aan de Tweede Kamer, presenteren LNV en BHOS scherpe ambities voor klimaat-slimme landbouw en innovatieve publiek-private partnerships voor het behalen van Agenda 2030, en meer specifiek het uitbannen van honger (SDG 2). SDG 2 hangt nauw samen met de andere SDG’s en een inzet op SDG2 zal daarom ook een positieve impact hebben op andere SDG’s.

Als uitwerking van deze ambities hebben LNV en BHOS, samen met Plantum, de Nederlandse brancheorganisatie voor de sector zaden en jonge planten, verkend hoe de zaaizaadsector in ontwikkelingslanden kan worden versterkt, en waar mogelijk uitgebreid naar opkomende markten, om zo de productiviteit van boeren aldaar te verbeteren. Met een innovatieve publiek-private samenwerkingsverband ‘SeedNL’ kan hier invulling aan worden gegeven. Partijen willen de komende vier jaar werken aan een 4-jarige agenda, de SeedNL Agenda, waarbij de focus van de gezamenlijk inzet om te zorgen voor een ‘enabling environment’ voor de zaaizaadsector en klimaat-slimme landbouw in ontwikkelingslanden zal liggen op de meest kwetsbare regio’s: de Sahel, de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Dit blijft gepaard gaan met een inzet in andere landen waar significante verbetering van voedselsystemen mogelijk is, dan wel een bijdrage aan het uitbannen van honger (SDG 2) kan worden geleverd, door onder meer het betrekken van het bedrijfsleven in uitvoering van activiteiten.

Voor de uitvoering van de SeedNL Agenda zullen betrokkenen steeds de balans moeten zoeken tussen opschalen van wat werkt, en het inspelen op nieuwe uitdagingen, door voortdurend te innoveren. In de aanloopfase van SeedNL is gekozen voor initiële focus op twee landen. Het betreft Ethiopië en Nigeria waarvoor mogelijkheden worden onderzocht op welke wijze verschillende samenwerkingen onder een SeedNL Agenda eruit zouden kunnen zien.

Spreken het volgende af,

I. Algemeen: doel en opzet van SeedNL en de SeedNL Agenda

Artikel 1 Definities

Focusregio’s:

de gebieden zoals beschreven in de brief van de Rijksoverheid van 6 juni 2019, Kamerstukken II, 2018–19, nr. 33 625, nr. 280;

Klimaat-slimme landbouw:

verduurzaming van de landbouwproductiviteit en voedselzekerheid door bij de landbouwproductie direct klimaatadaptatie en -mitigatie te integreren;

Zaaigoed:

teeltmateriaal zoals zaden, jonge planten, bollen, knollen en stekken;

Zaaizaadsector:

alle activiteiten en actoren die betrekking hebben op onderzoek, veredeling en vermeerdering van Zaaigoed en de handel daarin.

Artikel 2 Doel

Partijen beogen met SeedNL als publiek-privaat samenwerkingsverband de beschikbaarheid, toegang en het gebruik van kwalitatief hoogstaand Zaaigoed te verhogen voor boeren waarbij de inzet gericht is op een aantal focusregio’s en waar mogelijk op opkomende markten.

Artikel 3 Uitgangspunten

SeedNL richt zich op:

  • a. het met stakeholders verkennen van de mogelijkheden en ontwikkelingen voor Nederlandse inzet in de ontwikkeling van de Zaaizaadsector in gekozen landen;

  • b. het bevorderen, bundelen en delen van kennis en ervaring van Nederlandse bedrijven, NGO’s en kennisinstellingen in de Zaaizaadsector (Dutch Diamond aanpak);

  • c. het opstellen van een gemeenschappelijke agenda om de doelen van SeedNL en de zichtbaarheid en impact van publieke bijdragen en private investeringen in de Zaaizaadsector te verhogen;

  • d. het bevorderen van de verduurzaming van landbouwproductiviteit en voedselzekerheid door klimaat-slimme landbouw;

  • e. het vormen en onderhouden van een netwerk van en voor alle relevante stakeholders;

  • f. een brede impact van de aanpak die Nederlandse belangen overstijgt;

  • g. het bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve partnerships in de Zaaizaadsector van publieke en private partners en het bundelen van de krachten van deze partnerships zodat hun initiatieven en bijdragen (kosten)efficiënter en effectiever worden met een grotere impact.

Artikel 4 SeedNL Agenda

  • 1. SeedNL zorgt voor een breed gedragen gemeenschappelijke agenda aan de hand van een vijftal thema’s:

    • a. ‘enabling environment’;

    • b. versterken lokale Zaaizaadsector;

    • c. promotie van hoogwaardige rassen en landbouw voorlichting over gebruik van goed Zaaizaad, teeltmethoden en het vermarkten;

    • d. onderwijs en capaciteitsopbouw; en

    • e. versterken van (inter)nationale Zaaizaadsector stakeholdernetwerken.

  • 2. De ondersteuning van projecten, initiatieven en activiteiten in het kader van de uitvoering van de SeedNL Agenda, zoals de financiering hiervan, maakt geen onderdeel uit van dit convenant. Partijen zullen op grond van hun eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden en voor zover relevant in overeenstemming met de Unierechtelijke en nationale wettelijke kaders en procedures beslissen over het beschikbaar stellen van financiële of andere middelen.

Artikel 5 Werkwijze SeedNL

  • 1. SeedNL zorgt voor afstemming en coördinatie van de volgende activiteiten:

    • a. het verkennen, inventariseren en identificeren van concrete uitdagingen voor het beleid en ‘enabling environment’ ten behoeve van de versterking van de lokale zaaizaadsector;

    • b. het onderzoeken van de mogelijke oplossingen en aanpak van de geïnventariseerde concrete uitdagingen;

    • c. het samenbrengen van Nederlandse kennis en ervaring op het gebied van Zaaigoed zoals bijvoorbeeld concrete resultaten van projecten en initiatieven en het faciliteren van het delen daarvan om de continuïteit van kennisontwikkeling en -opbouw te borgen;

    • d. het initiëren en faciliteren van initiatieven en activiteiten om de doelen van SeedNL te bereiken.

  • 2. De SeedNL partners dragen zorg voor de afstemming en coördinatie van ieders inzet van bestaande beleidsinstrumenten en investeringen om de impact van de initiatieven van bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden te vergroten door het intensiveren van kennisdeling, het versterken van het netwerk en het ontwikkelen van nieuwe concrete initiatieven.

II. Organisatie van SeedNL

Artikel 6 Samenwerkingsverband SeedNL

SeedNL treedt naar buiten toe op als een herkenbaar publiek-privaat samenwerkingsverband dat bestaat uit de volgende organisatorische onderdelen: een Steering Comité, een Technisch Comité, een Klankbordgroep en een Secretariaat.

Artikel 7 SeedNL: Steering Comité

  • 1. Het Steering Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van LNV en van BHOS en Plantum op directieniveau.

  • 2. Het Steering Comité heeft de volgende taken:

    • a. geeft nadere invulling aan de samenwerking van Partijen in SeedNL op hoofdlijnen via een algemene opdrachtbrief;

    • b. stelt de jaarplannen voor SeedNL vast;

    • c. zorgt waar nodig voor afstemming van de inbreng van Partijen, elk vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid, met inachtneming van relevante internationale en multilaterale verdragen teneinde de krachten te bundelen en de gezamenlijke slagkracht te vergroten;

    • d. bestuurt de uitvoering van de SeedNL Agenda en beslist over het toevoegen van (mogelijke) nieuwe, initiatieven en activiteiten aan de SeedNL Agenda;

    • e. beslist over mogelijke samenwerking met andere relevante betrokkenen die SeedNL en de uitvoering van dit convenant kunnen versterken met inachtneming van de relevante wettelijke kaders zoals de mededingingsregels;

    • f. stelt het jaarlijkse verslag over SeedNL vast, en legt daarmee de bereikte resultaten vast.

    • g. stelt de voorzitter van de Klankbordgroep aan

    • h. stelt de leden van de Klankbordgroep aan

    • i. bepaalt wat het maximale aantal leden van de Klankbordgroep is;

  • 3. Het Steering Comité voorziet in zijn eigen werkwijze en wordt ondersteund door het Secretariaat.

Artikel 8 SeedNL: Technisch Comité

  • 1. Het Technisch Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van LNV en van BHOS en Plantum op technisch niveau.

  • 2. Het Technisch Comité heeft de volgende taken:

    • a. bereidt de vergaderingen van het Steering Comité voor en betrekt daarbij de input van het Klankbordgroep;

    • b. houdt via LNV en BHOS contact met de landbouwraden en relevante betrokken ambassades over mogelijke activiteiten om de doelen van SeedNL te bereiken;

    • c. Houdt via Plantum contact met de leden van Plantum en betrekt deze waar nodig;

    • d. verzamelt ten behoeve van het Steering Comité informatie over de internationale en multilaterale verdragen die voor SeedNL relevant zijn;

    • e. stelt ten behoeve van het Steering Comité een advies op over mogelijke samenwerking met andere relevante betrokkenen die SeedNL en de uitvoering van dit convenant kunnen versterken;

    • f. draagt zorg voor de voorbereiding van de jaarlijkse verslaggeving over SeedNL, de uitvoering van de SeedNL Agenda en de daarmee bereikte resultaten;

    • g. nomineert de voorzitter van de klankbordgroep;

    • h. nomineert de leden van de klankbordgroep.

  • 3. Het Technisch Comité voorziet in zijn eigen werkwijze en wordt ondersteund door het Secretariaat.

Artikel 9 SeedNL: Klankbordgroep

  • 1. De Klankbordgroep van SeedNL bestaat uit een door het Steering Comité bepaald maximaal aantal personen, en het Technisch Comité en is toegankelijk voor (vertegenwoordigers van) de voor SeedNL relevante stakeholders zoals onder meer maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, bedrijven en andere overheden.

  • 2. Voor deelname aan de Klankbordgroep worden in elk geval de Nederlandse stakeholders actief uitgenodigd die Zaaizaadsector gerelateerde activiteiten uitvoeren in de focusregio’s en een strategische kijk hebben op Zaaizaad. Internationale stakeholders met strategische kennis over Zaaizaden kunnen indien wenselijk betrokken worden.

  • 3. De Klankbordgroep wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter en komt minimaal tweemaal per jaar bijeen.

  • 4. De Klankbordgroep heeft de volgende taken:

    • a. het stimuleren van samenwerking in de zaaizaadsector en het identificeren van potentiele nieuwe samenwerking en partnerships door het afstemmen van lopende initiatieven, het delen van de geleerde lessen (concrete projectresultaten) en het analyseren van lopende activiteiten;

    • b. het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan het Steering Comité.

Artikel 10 SeedNL: Secretariaat

  • 1. Het Secretariaat van SeedNL draagt zorg voor de ondersteuning van de activiteiten van SeedNL.

  • 2. Het Secretariaat is het eerste aanspreekpunt voor SeedNL.

  • 3. Het Secretariaat heeft de volgende taken:

    • a. secretariële ondersteuning van de Comités en de Klankbordgroep;

    • b. het organiseren van bijeenkomsten voor de voor SeedNL relevante Nederlandse stakeholders;

    • c. het verzamelen en delen van de voor SeedNL relevante informatie;

    • d. het zorgdragen voor het bewaken van de samenhang van uitvoering van de SeedNL Agenda en de onderlinge versterking tussen de verschillende projecten in het kader van de SeedNL Agenda door kennis, ervaring en netwerken efficiënt samen te brengen;

    • e. het identificeren van mogelijke samenwerkingen;

    • f. het breed beschikbaar stellen van bestaande kennis en expertise en het leggen van verbindingen tussen (netwerken van) relevante stakeholders.

    • g. het organiseren van minimaal één netwerkevent per jaar.

  • 4. Het Secretariaat wordt gefinancierd door de ministeries van LNV en van BHOS gezamenlijk, op een nader door het Steering Comité te bepalen komen wijze. Plantum levert een nader door het Steering Comité te bepalen in kind bijdrage.

III. Inzet en acties van Partijen voor SeedNL

Artikel 11 Bijdrage LNV

  • 1. LNV spant zich in om:

    • a. zorg te dragen dat in de voorbereiding van standpunten, projectvoorstellen, of andere activiteiten in het kader van internationale verdragen en dossiers dat de input van BHOS en Plantum actief gevraagd en meegenomen wordt.

    • b. ten behoeve van SeedNL vanuit haar beleidsverantwoordelijkheid richting geven aan instrumenten betreffende Zaaigoed zoals uitgevoerd door het Ministerie van LNV (de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit), door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en organisaties als NAK-Tuinbouw, NAK, NUFFIC en anderen;

    • c. bij de landbouwraden zorg te dragen voor afstemming van de programmering van SeedNL;

    • d. een overzicht te geven van de verschillende door LNV gefinancierde programma’s en de onderlinge samenhang te versterken, alsmede aan te geven hoe deze programma’s bijdragen aan de SeedNL Agenda;

  • 2. LNV stelt een financiële bijdrage beschikbaar voor het Secretariaat voor zover dat in overeenstemming is met de daarvoor relevante Unierechtelijke en nationale wettelijke kaders en procedures.

Artikel 12 Bijdrage BHOS

  • 1. BHOS spant zich in om:

    • a. zorg te dragen dat in de voorbereiding van standpunten, projectvoorstellen, of andere activiteiten in het kader van internationale verdragen en dossiers dat de input van LNV en Plantum actief gevraagd en meegenomen wordt.

    • b. beleidsmatig richting te geven aan (beleidsverantwoordelijk voor) uitvoering van OS beleid en OS instrumenten m.b.t. Zaaigoed van uitvoeringsorganisatie RVO en NUFFIC en andere relevante organisaties;

    • c. zorg te dragen voor afstemming met de posten (en relevante directies) van de programmering van SeedNL;

    • d. een overzicht te geven van de verschillende door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gefinancierde programma’s en de onderlinge samenhang te versterken en aan te geven hoe deze programma’s bijdragen aan de SeedNL Agenda.

  • 2. BHOS stelt een financiële bijdrage beschikbaar voor het Secretariaat voor zover dat in overeenstemming is met de daarvoor relevante Unierechtelijke en nationale wettelijke kaders en procedures.

Artikel 13 Bijdrage Plantum

  • 1. Plantum spant zich in om:

    • a. input te leveren op internationale dossiers van LNV en BHOS en input te vragen op eigen internationale Zaaigoeddossiers;

    • b. mobiliseren en motiveren van haar leden om deel te nemen als SeedNL Partner, bij te dragen aan SeedNL, input te leveren voor het opstellen van de SeedNL Agenda of de SeedNL Agenda uit te voeren;

    • c. haar leden te stimuleren (commerciële) activiteiten te ontwikkelen landen waar SeedNL activiteiten plaatsvinden;

    • d. private bijdragen van haar achterban te bevorderen waar nodig is voor publieke-private partnerschappen in de landen waar SeedNL activiteiten plaatsvinden.

  • 2. Plantum zal een in kind bijdrage ter beschikking stellen voor het Secretariaat.

IV. Slotbepalingen

Artikel 14 Uitvoering in overeenstemming met internationaal recht, Unierecht en Nederlands recht

De afspraken van dit convenant en de nadere uitwerking daarvan zullen in overeenstemming met het internationale recht, het Unierecht en het Nederlandse recht worden uitgevoerd in het bijzonder de mededingingsregels.

Artikel 15 Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan de andere Partij(en) schriftelijk verzoeken het Convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen twee maanden nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partij(en) schriftelijk heeft meegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage aan het convenant gehecht.

Artikel 16 Opzegging

  • 1. Elke Partij kan het Convenant met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2. Wanneer een Partij het Convenant opzegt, eindigt het Convenant voor alle Partijen.

  • 3. Na opzegging zullen Partijen de consequenties hiervan in brede zin (financieel en organisatorisch) inzichtelijk maken en oplossingsrichtingen overeenkomen.

  • 4. Partijen zijn jegens elkaar niet schadeplichtig in geval van opzegging, om welke reden dan ook.

Artikel 17 Toetredingsregeling

  • 1. Toetreding als Partij bij het Convenant is mogelijk indien de nieuwe partij een significante, actieve en concrete bijdrage kan leveren aan het doel van dit Convenant en de slagkracht van SeedNL kan verbeteren. Een toetredende Partij dient de verplichtingen die voor haar uit het convenant voortvloeien, zonder voorbehoud te aanvaarden.

  • 2. Een toetredende Partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk of per e-mail en vergezeld van haar motivering en uiteenzetting van haar bijdrage bekend aan het Secretariaat. Zodra alle Partijen unaniem schriftelijk of per e-mail hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van het convenant en gelden voor die Partij de voor haar uit het convenant voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan het convenant gehecht.

Artikel 18 Afdwingbaarheid

Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.

Artikel 19 Escalatieregeling

  • 1. Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna Partijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.

  • 2. Indien het minnelijk overleg (of het volgen van de escalatieregeling) niet binnen zes maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen Partijen dit Convenant beëindigen met inachtneming van artikel 16 van dit Convenant.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit Convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt met ingang van 31 december 2023. Partijen treden uiterlijk drie maanden voor laatstgenoemde datum in overleg over voortzetting van dit Convenant.

Artikel 21 Toepasselijk recht

Op dit Convenant is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 22 Publicatie

  • 1. Binnen twee maanden na ondertekening van dit Convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant en op https://www.officielebekendmakingen.nl/staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in het convenant vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

  • 3. Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend,

‘s-Gravenhage, 12 februari 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Namens deze, Directeur-generaal Agro M. Sonnema

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Namens deze, Directeur-Generaal Plantum NL, Algemeen Directeur


X Noot
1

FAO. 2019. The State of Food and Agriculture 2019. Moving forward on food loss and waste reduction. Rome. Licence: CC BY-NC-SA 3.0 IGO.

Naar boven