Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 februari 2019, nr. 2019-0000062565 tot wijziging van enige wetten en besluiten in verband met de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het personeel in de sector Rijk 2018–2020 en tot wijziging van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 1, tweede lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, artikel 1, zevende lid, van de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman, de artikelen 2, tweede lid, en 6a, tweede lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, artikel 9 van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, artikel 3, zesde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, artikel 10, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, de artikelen 2.1.2, derde lid, 2.1.4, derde lid, 2.1.5, vierde lid, 2.1.10, derde lid, 2.2.1, derde lid, 2.2.15, derde lid, 3.1.2, derde lid. 3.1.4, derde lid, 3.1.5, vierde lid, 3.1.10, derde lid, 3.2.1, zesde lid, 3.2.15, tweede lid, 4.1.2, derde lid, 4.1.4, derde lid, 4.1.5, vierde lid, 4.1.10, derde lid, 4.2.1, vierde lid en 4.2.15, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel 2, zevende lid, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES, artikel 2, vierde lid, van het Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs en de artikelen 3.2, tweede lid, 3.8, tweede lid, 3.11, tweede lid, en 3.24, derde lid, van het Waterschapsbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 6a, eerste lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 590’ wordt vervangen door ‘€ 603,57’.

2. ‘€ 603,57’ wordt vervangen door ‘€ 615,64’.

3. ‘€ 615,64’ wordt vervangen door ‘€ 627,95’.

4. ‘€ 627,95’ wordt vervangen door ‘€ 632,98’.

5. ‘€ 632,98’ wordt vervangen door ‘€ 648,80’.

6. ‘€ 648,80’ wordt vervangen door ‘€ 668,27’.

7. ‘€ 668,27’ wordt vervangen door ‘€ 677,62’.

ARTIKEL II

In de kolom C van tabel 1 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten en besluiten worden de in kolom E opgenomen bedragen vervangen door de in kolom F opgenomen bedragen met ingang van 1 juli 2018.

Tabel 1

A

B

C

D

E

F

Nr.

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

lid

Bedragen per 1-1-2017

Bedragen per 1-7-2018

1

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 10.667,77

€ 10.987,80

2

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 11.427,98

€ 11.770,82

3

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

1

€ 11.427,98

€ 11.770,82

4

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

2

€ 10.667,77

€ 10.987,80

5

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

3

€ 9.955,80

€ 10.254,47

6

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

2

1

€ 7.8133,14

€ 8.047,53

7

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

6a

1

€ 677,62

€ 697,95

8

Wet vergoeding leden Eerste Kamer

4

 

€ 2.135,36

€ 2.199,42

9

Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning

3

1

€ 11.427,98

€ 11.770,82

10

Rechtspositiebesluit gedeputeerden

3

1

€ 8.518,41

€ 8.773,96

11

Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden

10

1

€ 103,98

€ 107,10

12

Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES

2

1

€ 9.955,80

€ 10.254,47

13

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

1

Afl. 23.893,92

Afl. 24.610,74

14

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

2

NAF 23.893,92

NAF 24.610,74

15

Waterschapsbesluit

3.8

1

€ 103,98

€ 107,10

16

Waterschapsbesluit

3.11

1

€ 1.516,86

€ 1.562,37

17

Waterschapsbesluit

3.24

1

€ 9.287,73

€ 9.566,36

ARTIKEL III

In de kolom C van tabel 2 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten en besluiten worden de in kolom E opgenomen bedragen vervangen door de in kolom F opgenomen bedragen met ingang van 1 juli 2019.

Tabel 2

A

B

C

D

E

F

Nr.

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

lid

Bedragen per 1-7-2018

Bedragen per 1-7-2019

1

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 10.987,80

€ 11.207,56

2

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 11.770,82

€ 12.006,24

3

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

1

€ 11.770,82

€ 12.006,24

4

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

2

€ 10.987,80

€ 11.207,56

5

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

3

€ 10.254,47

€ 10.459,56

6

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

2

1

€ 8.047,53

€ 8.208,48

7

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

6a

1

€ 697,95

€ 711,91

8

Wet vergoeding leden Eerste Kamer

4

 

€ 2.199,42

€ 2.243,41

9

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.2

1

€ 120

€ 122,40

10

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.4

1

€ 120

€ 122,40

11

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.5

1

€ 70

€ 71,40

12

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.5

1

€ 10

€ 10,20

13

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.10

1

€ 107,10

€ 109,24

14

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.1

1

€ 11.770,82

€ 12.006,24

15

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.1

2

€ 8.773,96

€ 8.949,44

16

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.15

1

€ 590

€ 601,80

17

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.2

1

€ 120

€ 122,40

18

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.4

1

€ 120

€ 122,40

19

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.5

1

€ 70

€ 71,40

20

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.5

1

€ 10

€ 10,20

21

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.10

1

€ 107,10

€ 109,24

22

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 6.310,49

€ 6.436,70

23

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 6.942,20

€7.081,04

24

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 7.569,19

€ 7.720,57

25

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 8.228,14

€ 8.392,70

26

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 8.920,34

€ 9.098,75

27

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 9.671,86

€ 9.865,30

28

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 10.254,47

€ 10.459,56

29

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 10.987,80

€ 11.207,56

30

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 11.770,82

€ 12.006,24

31

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 4.809,66

€ 4.905,85

32

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 5.450,88

€ 5.559,90

33

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 6.097,10

€ 6.249,53

34

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 6.524,95

€ 6.688,07

35

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 7.168,96

€ 7.312,34

36

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 7.811,85

€ 7.968,09

37

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 8.532,03

€ 8.702,67

38

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 9.037,89

€ 9.218,65

39

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 10.254,47

€ 10.459,56

40

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 262

€ 267,24

41

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 303

€ 309,06

42

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 343

€ 349,86

43

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 369

€ 367,38

44

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 410

€ 418,20

45

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 450

€ 459,00

46

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 491

€ 500,82

47

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 518

€ 528,36

48

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 590

€ 601,80

49

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.2

1

€ 120

€ 122,40

50

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.4

1

€ 120

€ 122,40

51

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.5

1

€ 70

€ 71,40

52

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.5

1

€ 10

€ 10,20

53

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.10

1

€ 107,10

€ 109,24

54

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.1

2

€ 9.566,36

€ 9.757,69

55

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.1

3

€ 7.811,85

€ 7.968,09

56

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.15

1

€ 590

€ 601,80

57

Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES

2

1

€ 10.254,47

€ 10.459,56

58

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

1

Afl. 24.610,74

Afl. 25.102,95

59

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

2

NAF 24.610,74

NAF 25.102,95

ARTIKEL IV

In de kolom C van tabel 3 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten, besluiten en ministeriële regelingen worden de in kolom E opgenomen bedragen vervangen door de in kolom F opgenomen bedragen met ingang van 1 januari 2020.

Tabel 3

A

B

C

D

E

F

Nr.

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

lid

Bedragen per 1-7-2019

Bedragen per 1-1-2020

1

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 11.207,56

€ 11,431,71

2

Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen

1

1

€ 12.006,24

€ 12.246,36

3

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

1

€ 12.006,24

€ 12.246,36

4

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

2

€ 11.207,56

€ 11,431,71

5

Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

1

3

€ 10.459,56

€ 10.668,75

6

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

2

1

€ 8.208,48

€ 8.372,65

7

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

6a

1

€ 711,91

€ 726,15

8

Wet vergoeding leden Eerste Kamer

4

 

€ 2.243,41

€ 2.288,28

9

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.2

1

€ 122,40

€ 124,85

10

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.4

1

€ 122,40

€ 124,85

11

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.5

1

€ 71,40

€ 72,83

12

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.5

1

€ 10,20

€ 10,40

13

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.1.10

1

€ 109,24

€ 111,42

14

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.1

1

€ 12.006,24

12.246,36

15

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.1

2

€ 8.949,44

€ 9.128,43

16

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

2.2.15

1

€ 601,80

€ 613,84

17

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.2

1

€ 122,40

€ 124,85

18

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.4

1

€ 122,40

€ 124,85

19

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.5

1

€ 71,40

€ 72,83

20

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.5

1

€ 10,20

€ 10,40

21

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.1.10

1

€ 109,24

€ 111,42

22

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 6.436,70

€ 6.565,43

23

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€7.081,04

€ 7.222,66

24

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 7.720,57

€ 7.874,98

25

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 8.392,70

€ 8.560,55

26

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 9.098,75

€ 9.280,73

27

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 9.865,30

€ 10.062,61

28

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 10.459,56

€ 10.668,75

29

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 11.207,56

€ 11.431,71

30

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

1

€ 12.006,24

€ 12.246,36

31

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 4.905,85

€ 5.003,97

32

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 5.559,90

€ 5.671,10

33

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 6.249,53

€ 6.374,52

34

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 6.688,07

€ 6.821,83

35

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3, tabel

€ 7.312,34

€ 7.458,59

36

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 7.968,09

€ 8.127,45

37

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 8.702,67

€ 8.876,72

38

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3

€ 9.218,65

€ 9.403,02

39

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.1

3, tabel

€ 10.459,56

€ 10.668,75

40

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 267,24

€ 272,58

41

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 309,06

€ 315,24

42

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 349,86

€ 356,86

43

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 367,38

€ 383,91

44

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 418,20

€ 426,56

45

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 459,00

€ 468,18

46

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 500,82

€ 510,84

47

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 528,36

€ 538,93

48

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

3.2.15

1

€ 601,80

€ 613,84

49

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.2

1

€ 122,40

€ 124,85

50

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.4

1

€ 122,40

€ 124,85

51

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.5

1

€ 71,40

€ 72,83

52

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.5

1

€ 10,20

€ 10,40

53

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.1.10

1

€ 109,24

€ 111,42

54

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.1

2

€ 9.757,69

€ 9.952,84

55

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.1

3

€ 7.968,09

€ 8.127,45

56

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

4.2.15

1

€ 601,80

€ 613,84

57

Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES

2

1

€ 10.459,56

€ 10.668,75

58

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

1

Afl. 25.102,95

Afl. 25.605,01

59

Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs

2

2

NAF 25.102,95

NAF 25.605,01

ARTIKEL V

In artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit wordt ‘€ 489,34’ vervangen door ‘€ 492,68’.

ARTIKEL VI

In artikel 4.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt ‘€ 489,34’ vervangen door ‘€ 492,68’.

ARTIKEL VII

De Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, onderdeel b, wordt ‘tram’ vervangen door ‘metro, tram’.

B

In artikel 2.8, eerste lid, onder a en b, wordt na ‘kalenderjaar’ telkens ingevoegd ‘door betrokkene’.

C

In artikel 3.3, derde lid, wordt ‘de artikelen 3.2.7’ vervangen door ‘artikel 3.2.7’.

D

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de artikelen 3.2.7’ vervangen door ‘artikel 3.2.7’.

2. In het tweede lid, onder c, wordt na ‘is benoemd’ toegevoegd ‘, vermeerderd met de kosten voor energie en water’.

3. In het derde lid wordt ‘van de in 3.2.7’ vervangen door ‘van de in artikel 3.2.7’.

E

In artikel 3.6, zevende lid, vervalt ‘binnen de gemeente’.

F

Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, wordt na ‘kalenderjaar’ ingevoegd ‘door betrokkene’.

2. In het eerste lid, onder b, vervalt ‘anders dan voor zakelijke of bestuurlijke doeleinden’.

G

In het opschrift van artikel 4.2 vervalt ‘en leden van het dagelijks bestuur’.

H

In artikel 4.8, eerste lid, onder a, wordt na ‘kalenderjaar’ ingevoegd ‘door betrokkene’.

ARTIKEL VIII

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Het eerste lid werkt terug tot en met 1 januari 2007, het tweede lid tot en met 1 april 2008, het derde lid tot en met 1 april 2009, het vierde lid tot en met 1 januari 2015, het vijfde lid tot en met 1 september 2015, het zesde lid tot en met 1 januari 2016 en het zevende lid tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2018.

  • 3. Artikel III treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

  • 4. Artikel IV treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 5. Artikel V in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 6. Artikel VI treedt in werking met ingang van 28 maart 2019.

  • 7. Artikel VII, onderdelen B, G en H, treedt in werking met ingang van 28 maart 2019.

  • 8. Artikel VII, onderdelen A en C tot en met F, treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

De onderhavige regeling behelst het aanpassen van bedragen ten behoeve van diverse wettelijk geregelde vergoedingen voor politieke ambtsdragers. Deze aanpassing houdt verband met de totstandkoming van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2019. Op grond van bovenliggende regelgeving krijgen wijzigingen in de bezoldiging voor het burgerlijk rijkspersoneel doorwerking naar de bezoldiging en andere vergoedingen van politieke ambtsdragers. In de desbetreffende wetten en besluiten is bepaald dat de desbetreffende bedragen overeenkomstig de wijzigingen in de bezoldiging met een algemeen karakter van het burgerlijk personeel in de sector Rijk bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 is met ingang van 1 juli 2018 een salarisverhoging van 3% overeengekomen. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarissen van de medewerkers van de sector Rijk nog eens met 2% verhoogd en met ingang van 1 januari 2020 wederom met 2%. In artikel II zijn de bezoldigingsbedragen van ministers, staatssecretarissen, de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de overige leden van de Raad van State, de overige leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer, de substituut-ombudsmannen, de commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, de burgemeesters, de wethouders, de voorzitters en de dagelijks bestuursleden van de waterschappen, de Rijksvertegenwoordiger BES en de gouverneurs, alsmede de schadeloosstelling voor de leden van de Tweede Kamer, en de vergoedingen voor de werkzaamheden voor de leden van de Eerste Kamer per 1 juli 2018 aangepast. Artikel III bevat de verhoging van de bedragen per 1 juli 2019 en artikel IV die met ingang van 1 januari 2020.

Sinds 11 oktober 2006 is in artikel 6a, eerste lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer bepaald dat een kamerlid dat is benoemd in de plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een kamerlid wegens zwangerschap en bevalling aanspraak heeft op € 590 om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Op grond van het tweede lid dient ook dit bedrag bij ministeriële regeling te worden aangepast overeenkomstig de algemene salarisverhogingen bij de sector Rijk. Die aanpassing heeft echter abusievelijk nooit plaatsgevonden. In artikel I in samenhang met artikel VI, eerste lid, wordt het bedrag alsnog en met terugwerkende kracht, aangepast aan de hand van de ontwikkelingen van de salarissen bij de sector Rijk in de periode van 11 oktober 2006 en 30 juni 2018. De aanpassingen van het bedrag naar aanleiding van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 is opgenomen in de artikelen II, III en IV.

In de artikelen V en VI is het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden van het lid van het algemeen bestuur van een waterschap gecorrigeerd. In de Regeling van 18 december 2018, nr. 2018-0000963526 tot wijziging van enige wetten, besluiten en regelingen in verband met de jaarlijkse aanpassingen van bedragen aan de prijsontwikkeling van de in die wetten, besluiten en regeling genoemde bedragen voor 2019 (Stct. 2018, 72813) is dat bedrag abusievelijk gewijzigd in € 489,34. Het juiste bedrag is € 492,68. Tot 28 maart 2019 is de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van het algemeen bestuur geregeld in artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit en met ingang van die datum in artikel 4.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel VII bevat enkele correcties van technische aard van de in december 2018 gepubliceerde nieuwe Regeling decentrale politieke ambtsdragers.

Gevolgen regeldruk

Deze regeling brengt geen gevolgen voor de regeldruk met zich mee.

Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Artikel II werkt terug tot en met 1 juli 2018, zijnde de datum waarop de eerste salarisverhoging op grond van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 plaatsvindt. Artikel III treedt gelijktijdig met de tweede verhogingsdatum van de ambtenarensalarissen in werking (1 juli 2019) en artikel IV gelijk met de derde verhoging per 1 januari 2020.

De correctie van het voor 2019 geïndexeerde bedrag in artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit werkt terug tot en met 1 januari 2019; de correctie van hetzelfde bedrag in artikel 4.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers treedt in werking per 28 maart 2019: dit is gelijk met de inwerkingtreding van hoofdstuk 4 van dat besluit.

Artikel VII bevat, zoals hiervoor vermeld, enkele correcties in de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. De bepalingen in die regeling die van toepassing zijn op de gemeentelijke politieke ambtsdragers is op 1 januari 2019 in werking getreden. Voor zover de correcties betrekking hebben op die bepalingen, werken zij tot en met 1 januari 2019 terug. De overige onderdelen van artikel VII treden tegelijk in werking met de hoofdstukken die betrekking hebben op de ambtsdragers van de provincies en waterschappen (2 en 4), namelijk op 28 maart 2019.

De overheidsorganen zijn reeds per circulaire op de hoogte gebracht van de verhoging van de bedragen.

In artikel II, III en IIV zijn de bezoldigingsbedragen van ministers, staatssecretarissen, de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de overige leden van de Raad van State, de overige leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer, de substituut-ombudsmannen, de commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, de burgemeesters, de wethouders, de voorzitters en de dagelijks bestuursleden van de waterschappen, de Rijksvertegenwoordiger BES en de gouverneurs, alsmede de schadeloosstelling voor de leden van de Tweede Kamer, en de vergoedingen voor de werkzaamheden voor de leden van de Eerste Kamer per 1 juli 2018, onderscheidenlijk 1 juli 2019 en 1 januari 2020 aangepast.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven