Besluit van de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 19 december 2019, Digijust nummer 2774990, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de hoofddirecteur ressorterende functionarissen (Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020)

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid onder b, van de Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie of bureau betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur van de directie Dienstverlenen;

    • b. de directeur van de directie Regulier Verblijf en Nederlanderschap;

    • c. de directeur van de directie Asiel en Bescherming;

    • d. de directeur van de directie Juridische Zaken;

    • e. de directeur van de directie Strategie en Uitvoeringsadvies;

    • f. de directeur van de directie Bedrijfsvoering;

    • g. het hoofd van het bureau Hoofddirectie;

    • h. het hoofd van het bureau Chief Information Officer.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid van een directeur treedt de plaatsvervangend directeur in alle facetten als directeur op.

  • 3. Bij afwezigheid van het hoofd van het bureau Hoofddirectie treedt het plaatsvervangend hoofd van het bureau Hoofddirectie in alle facetten als hoofd op.

Artikel 2

Als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk ten aanzien van de onder hen ressorterende functionarissen, wordt aangewezen en volmacht verleend aan de functionarissen, genoemd in de kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden vermeld in kolom D van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom E van die bijlage.

Artikel 4

Als bevoegd om besluiten te nemen bij of krachtens de Vreemdelingenwet, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet toelating en uitzetting BES, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, verzoeken om schadevergoeding, en de behandeling van klachten worden aangewezen de functionarissen genoemd in kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit en de onder hen ressorterende functionarissen voor zover het betreft de rechtshandelingen, genoemd in de kolommen F, G en H van bijlage 1.

Artikel 5

Als bevoegd om besluiten te nemen bij of krachtens de Wet toelating en uitzetting BES en de Rijkswet op het Nederlanderschap, alsmede daaraan gerelateerde besluiten, worden aangewezen de functionarissen werkzaam voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst Caribisch Nederland ressorterend onder de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Artikel 6

  • 1. Aan de hoofddirecteur blijft voorbehouden:

    • a. de bevoegdheid tot het vaststellen van de kwalitatieve formatie;

    • b. de bevoegdheid tot het nemen van niet-individuele personeelsbeslissingen;

    • c. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake buitenlandse dienstreizen, met uitzondering van dienstreizen naar België en Luxemburg;

    • d. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

    • e. de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen voor het huren van panden of het aanschaffen van ICT-apparatuur of software;

    • f. de bevoegdheid tot de inkoop en inhuur van producten, middelen en diensten voor bedragen vanaf € 300.000;

    • g. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeur van de directie Bedrijfsvoering de bevoegdheid verleend tot het aanschaffen van ICT-apparatuur of software voor bedragen tot € 300.000.

  • 3. Onverminderd het eerste en het tweede lid worden in het geval van verhindering of afwezigheid van de hoofddirecteur aan de directeur Bedrijfsvoering de bevoegdheden verleend zoals genoemd onder a tot en met c en e tot en met g van het eerste lid.

  • 4. Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeur van de directie Juridische Zaken de bevoegdheid verleend tot inhuur van de dienstverlening van de landsadvocaat.

Artikel 7

De in artikel 1, onder a tot en met f genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1 genoemde bevoegdheden.

Artikel 8

Het Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 bij dit besluit ligt bij de directie Juridische Zaken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst ter inzage.

Den Haag, 19 december 2019

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Berckel-van de Langemheen

TOELICHTING

1. Algemeen

In dit besluit wordt door de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeuren en hoofden van bureaus de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten te nemen voor aangelegenheden die hun directie of bureau betreffen (artikel 1, eerste lid van het besluit).

De mandaatverlening is nader uitgewerkt in bijlage 1 van het mandaatbesluit dat ter inzage ligt bij de directie Juridische Zaken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Deze bijlage geeft aan, aan welke functionarissen een F-mandaat of een P-volmacht is toegekend. Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening wordt verwezen naar de toelichting bij het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (Stcrt. 2018, nr. 62274). Tevens is in bijlage 1 aangegeven welke functionarissen bevoegd zijn om besluiten te nemen en andere rechtshandelingen te verrichten bij of krachtens de Vreemdelingenwet, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet toelating en uitzetting BES, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, verzoeken om schadevergoeding, en de behandeling van klachten.

Een medewerker volgt het mandaat van zijn bevoegd gezag genoemd in kolom B van bijlage 1. In het mandaatbesluit wordt gesproken over functionarissen die werkzaam zijn voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hiermee is beoogd dat ook medewerkers zonder (vast) dienstverband, die werkzaam zijn voor de IND (bijvoorbeeld uitzendkrachten en externen), gemandateerd zijn op gelijke voet met IND medewerkers met een (vast) dienstverband bij de IND. De medewerkers volgen het mandaat van de functionaris onder wiens toezicht en leiding zij werkzaamheden verrichten.

2. Toelichting kolommen

De bijlage bij het mandaatbesluit is opgedeeld in een aantal kolommen. Kolom A geeft de plaatsing van de functionaris aan, kolom B zijn functie. In kolom D staat aangegeven het P-mandaat dat aan de functionaris is verleend en in kolom F het F-mandaat dat aan de functionaris is verleend. Een functionaris is aangewezen in de zin van dit besluit indien er een aanduiding in zijn rij van kolom D of E is aangebracht. Hetzelfde geldt voor de kolommen F, G en H. Indien een kruis is aangebracht in de rij van de betreffende functionaris, dan is deze aangewezen in de zin van dit besluit. Voor de aanwijzing in kolommen F, G, en H geldt, zoals hiervoor is aangeven, dat de onder de functionaris ressorterende functionarissen dit mandaat volgen. Hieronder volgt een toelichting op de kolommen in de bijlage.

2.1 Kolom D (P-volmacht)

De functionaris bij wie in kolom D van bijlage 1 de letter A is geplaatst, is, onverminderd artikel 6 van dit besluit bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen ten aanzien van werknemers die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en de Collectieve Arbeidsovereenkomst Rijk 2020 (hierna: CAO Rijk 2020). De functionaris bij wie in kolom D van bijlage 1 de letter B is geplaatst, is, onverminderd artikel 5 van dit besluit bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen ten aanzien van werknemers die voortvloeien uit het Burgerlijk wetboek en de CAO Rijk 2020, met uitzondering van het aangaan van een arbeidsovereenkomst (hoofdstuk 2, paragraven 2.1 en 2.2 CAO Rijk 2020), en het opleggen van disciplinaire straffen (hoofdstuk 15 CAO Rijk 2020).

2.2 Kolom E (F-mandaat)

De functionaris genoemd in kolom E van bijlage 1 is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven. Onder het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven valt ook de inhuur van uitzendkrachten en externen. Indien in kolom E een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de functionaris telkens een verplichting of uitgave mag doen.

2.3 Kolom F (algemeen mandaat)

De functionarissen en de onder hen ressorterende functionarissen genoemd in kolom F van bijlage 1 zijn bevoegd om besluiten te nemen, stukken af te doen en uitgaande brieven te tekenen voortvloeiend uit hun taak voor de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de daarop gebaseerde regelgeving, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, verzoeken om schadevergoeding en de behandeling van klachten.

2.4 Kolom G (Wet toelating en uitzetting BES)

De functionarissen en de onder hen ressorterende functionarissen genoemd in kolom G van bijlage 1 zijn bevoegd om in overeenstemming met de Wet toelating en uitzetting BES en de overige regelingen en overeenkomsten in relatie tot deze wet besluiten te nemen, stukken af te doen, uitgaande brieven te tekenen voortvloeiend uit hun taak alsmede de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in rechte te vertegenwoordigen en rechtsmiddelen in te stellen ten aanzien van alle aangelegenheden voortvloeiend uit hun taak.

2.5 Kolom H (procesvertegenwoordiging)

De functionarissen en de onder hen ressorterende functionarissen genoemd in kolom H van bijlage 1 zijn bevoegd om de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in rechte te vertegenwoordigen en rechtsmiddelen in te stellen ten aanzien van alle aangelegenheden voortvloeiend uit hun taak.

3. Overige

Ingevolge artikel 7 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt met verlening en doorgifte van mandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging. Het doorgeven van volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten is slechts toegestaan voor zover het regelmatig voorkomende rechtshandelingen betreft.

De hoofddirecteur kan nadere instructies geven waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van de bevoegdheden.

Ingevolge artikel 5 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tenzij de secretaris-generaal anders bepaalt.

Den Haag, 19 december 2019

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Berckel-van de Langemheen

Naar boven