TOELICHTING
1. Inleiding
Op 5 oktober 2018 zijn het kabinet en de regionale bestuurders het startdocument Nationaal
Programma Groningen (NPG) overeen gekomen, dat Groningen een perspectief biedt. Met
dit programma zorgen Rijk en regio gezamenlijk dat Groningen een toekomstbestendig
en leefbaar gebied blijft, met behoud van eigen identiteit, waar het goed wonen, werken
en recreëren is. Het Rijk investeert via dit programma 1,15 miljard euro in Groningen.
De gaswinning uit het Groningenveld wordt de komende jaren in forse stappen teruggebracht
en zal uiterlijk 2030 volledig zijn beëindigd. Daarmee is uitzicht op een veilig Groningen
ontstaan. Rijk en regio willen de kansen die het nieuwe aardgasloze perspectief biedt,
maximaal en in gezamenlijkheid benutten. Met deze gezamenlijke aanpak levert het NPG
een bijdrage aan het oplossen van vraagstukken die in heel Nederland spelen: demografische
veranderingen, de energietransitie en economische uitdagingen rond digitalisering
en vergroening.
Daarom heeft het kabinet, gelijktijdig met het besluit om de gaswinning te beëindigen,
de afspraak gemaakt om een substantiële, meerjarige bijdrage te leveren aan een toekomstbestendig
Groningen. Het bedrag van 1,15 miljard euro wordt aangevuld met cofinanciering vanuit
andere publieke en private middelen.
Op 11 maart 2019 zijn in een bestuursovereenkomst en het document ‘Een programma dat
groeit’ de samenwerkingsafspraken voor het vervolg van het NPG vastgelegd. Hiermee
zijn de doelen en ambities van het NPG verder aangescherpt. In dit kader zijn ook
afspraken gemaakt over de manier waarop het NPG georganiseerd wordt, welke positie
gemeenteraden en Provinciale Staten krijgen en onder welke voorwaarden middelen beschikbaar
komen voor het NPG. Daarnaast is op 11 maart 2019 afgesproken snel te starten met
enkele projecten, waarover het NPG Bestuur zal besluiten. Gemeenten en provincie Groningen
hebben ieder een voorschot op hun trekkingsrecht ter waarde van 15 miljoen euro gekregen.
Voor dit bedrag kunnen projecten worden ingediend bij het NPG Bestuur, die ze beoordeelt
aan de hand van een lichte toets. In de bestuursvergadering van 17 juni 2019 is afgesproken
dat de trekkingsrechten waar de gemeenten en provincie gebruik van kunnen maken op
elk van de bestuursvergaderingen van het NPG Bestuur kunnen worden ingewilligd.
Met de specifieke uitkering van 12 juli 2019 (Stcrt. 2019, 40228; gewijzigd op 9 september 2019, Stcrt. 2019, 49943) zijn middelen ter beschikking gesteld aan de gemeenten en de provincie Groningen
voor de projecten die zijn goedgekeurd in de bestuursvergaderingen van het NPG Bestuur
op 15 mei 2019 en 17 juni 2019.
Met onderhavige specifieke uitkering worden middelen ter beschikking gesteld voor
een tweede tranche aan projecten.
Omdat de specifieke uitkering onder meer besteed kan worden aan door derden verleende
diensten, is het van belang dat de gemeenten en de provincie Groningen bij de besteding
alert zijn op de – Europese – regels inzake staatssteun. In artikel 3, onderdeel b,
van deze regeling is daarom bepaald dat bij de besteding van de uitkering de vigerende
wet- en regelgeving, waaronder de staatssteunkaders in acht worden genomen. Overigens
hebben de gemeenten en de provincie, afgezien van deze bepaling, een zelfstandige
verantwoordelijkheid om te waarborgen dat geen verboden staatssteun wordt verstrekt.
Ook wordt opgemerkt dat bij aanbestedingen ten behoeve van de projecten de regels
uit de Aanbestedingswet 2012 van toepassing kunnen zijn.
2. Goedgekeurde projecten
Verschillende gemeenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om projecten in
te dienen voor de tweede tranche projecten. Ook de provincie Groningen heeft van deze
mogelijkheid gebruik gemaakt. De projecten zijn besproken op de bestuursvergaderingen
van het NPG Bestuur op 19 september 2019 en 4 november 2019. De projecten zijn daar
goedgekeurd, onder de voorwaarde dat enkele aandachtspunten nog nader worden uitgewerkt.
Ook heeft het NPG Bestuur in deze bestuursvergaderingen ingestemd met een specifieke
uitkering voor de programmakosten voor het nationaal programma Groningen.
De projecten dragen bij aan de doelstellingen van het NPG. Deze doelstellingen zijn
vastgesteld in het Startdocument Nationaal Programma Groningen van 5 oktober 2018
en uitgewerkt in de zogenaamde ‘lichte toets’, die op de Bestuursvergadering van het
NPG op 15 april 2019 is vastgesteld.
Naast de projecten die in de bestuursvergaderingen van het NPG Bestuur zijn goedgekeurd,
wordt een eenmalige specifieke uitkering verstrekt voor de uitvoering van het project
Opwierde Zuid. In dit project is ervoor gekozen om, in plaats van het versterken van
162 vliesgevelwoningen, over te gaan tot het maatschappelijk wenselijkere sloop/nieuwbouw.
Met deze specifieke uitkering wordt een bedrag van 17.600.000 euro uitgekeerd ten
behoeve van de uitvoering van dit project.
3. Portefeuilleoverdracht
De verantwoordelijkheid voor het nationaal programma Groningen is op 16 oktober 2019
overgedragen van de Minister van Economische Zaken en Klimaat naar de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De budgetten voor het nationaal programma
Groningen staan voor 2019 echter nog op de begroting van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat. Daarom is deze regeling vastgesteld door de Minister van Economische
Zaken en Klimaat, handelend in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties.
Per 1 januari 2020 worden de budgetten voor het nationaal programma Groningen op de
begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties opgenomen.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze regeling komt per 1 januari 2020
volledig bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te liggen.
4. Eenmalige uitkering
Dit betreft een eenmalige uitkering voor de projecten die zijn opgenomen in artikel
2. Eventuele volgende specifieke uitkeringen voor het Nationaal Programma Groningen
worden beschikt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Met deze uitkering is geenszins sprake van het vervallen van de resterende trekkingsrechten
van de gemeenten en de provincie Groningen. Conform de afspraken van 11 maart 2019
kunnen al deze organisaties hun trekkingsrecht uitoefenen op een bedrag van 15 miljoen
euro.
5. Hoogte van de uitkering
De hoogte van de uitkering bedraagt 29.189.721 miljoen euro, verdeeld over gemeenten
en de provincie Groningen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes