Wijziging van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 20 december 2019, nr. 2019-26315

De Minister van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit betreft een wijziging van het besluit van 12 maart 2014, nr. BLKB2014/396M, Stcrt. 2012, nr. 8217 (Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen). De wijziging betreft enkele noodzakelijke actualisaties.

ARTIKEL I

Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen van 12 maart 2014, nr. BLKB2014/396M (Stcrt. 2012, nr. 8217), wordt als volgt gewijzigd:

A

§ 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

  • 2. De laatste volzin van het eerste lid (nieuw) vervalt.

  • 3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

    • 2. Bij het opleggen van een bestuurlijke boete is Hoofdstuk 1 (Algemene bepalingen) van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (hierna: BBBB) van overeenkomstige toepassing.

    • 3. Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 20 december 2019, nr. 2019-26315 (Stcrt. 2019, 66188). De wijziging betrof de paragrafen 1, 3, 4 en 4a. Het betrof de verwerking van enkele noodzakelijke actualisaties.

B

§ 3, zevende lid, vervalt.

C

§ 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het zesde lid vervalt onder vernummering van het zevende en achtste lid tot zesde en zevende lid.

  • 2. Aan het zevende lid (nieuw) wordt toegevoegd ‘, waarbij een kennisgeving van het voornemen om een boete op te leggen wordt aangemerkt als een rapport in de zin van artikel 5:48 van de Awb’.

D

Na § 4 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4a. Vrijwillige verbetering (artikel 42 van de Awir)

  • 1. Er is sprake van een vrijwillige verbetering als de belanghebbende, zijn partner of een medebewoner de Belastingdienst/Toeslagen alsnog de juiste en volledige gegevens en inlichtingen verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Belastingdienst/Toeslagen met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden (artikel 42, eerste lid, van de Awir).

  • 2. Als sprake is van vrijwillige verbetering legt de Belastingdienst/Toeslagen geen boete op, tenzij de juiste en volledige gegevens en inlichtingen betrekking hebben op inkomen uit aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 4.12 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of op inkomen uit sparen en beleggen als bedoeld in artikel 5.1 van die wet (artikel 42 van de Awir).

  • 3. Als na een vrijwillige verbetering een boete wordt opgelegd, dan geldt de vrijwillige verbetering als strafverminderende omstandigheid. Dit betekent dat de Belastingdienst/Toeslagen de in § 3 en 4 bedoelde boeten zal matigen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 december 2019

De Minister van Financiën, namens deze, J. de Blieck Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A, wijzigt § 1. In het tweede lid is verduidelijkt dat de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (hierna: BBBB) van overeenkomstige toepassing zijn. Dit is gedaan om tot uitdrukking te brengen dat een besluit tot openbaarmaking van een vergrijpboete die is opgelegd aan een professionele gemachtigde (artikel 42a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regeling; hierna: Awir) wordt afgestemd met de algemeen directeur van de Belastingdienst/Toeslagen en de hoofddirecteur van de concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken van de Belastingdienst (zie § 2, zevende lid, BBBB). Daarnaast is in het derde lid een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.

Artikel I, onderdeel B, wijzigt § 3. Het zevende lid is komen te vervallen vanwege de gewijzigde vrijwillige verbetering.

Artikel I, onderdeel C, wijzigt § 4. Het zesde lid is, onder vernummering van de daaropvolgende leden, komen te vervallen vanwege de gewijzigde regeling van vrijwillige verbetering.

Artikel I, onderdeel D, voegt § 4a toe.

Deze paragraaf is toegevoegd vanwege de gewijzigde wettelijke regeling van vrijwillige verbetering. Na vrijwillige verbetering kan tegenwoordig in bepaalde situaties een verzuim- of vergrijpboete worden opgelegd (artikel 42, tweede lid, Awir). Als de Belastingdienst/Toeslagen na vrijwillige verbetering een verzuim- of vergrijpboete oplegt, dan neemt hij de omstandigheid dat vrijwillig is verbeterd in aanmerking als strafverminderende omstandigheid. De mate waarin dit gebeurt is, net als bij de overige strafverminderende omstandigheden, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Voorts is ter verduidelijking in dit besluit opgenomen dat voor de toepassing van artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht een kennisgeving wordt aangemerkt als een rapport in de zin van artikel 5:48 van die wet (zie § 4). Voorheen volgde dit uit een verwijzing naar het BBBB.

De Minister van Financiën, namens deze, J. de Blieck Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven