BIJLAGE 2 ALS BEDOELD IN ARTIKEL I, ONDERDEEL C
Bijlage 2. Specifieke informatie over grote en micro zorginstellingen verslagjaar
2020
(bijlage als bedoeld in artikel 8a van de Regeling verslaggeving WTZi)
Bijlage 2 bevat de specifieke informatie die zorginstellingen bij het CIBG via het
elektronisch platform DigiMV moeten aanleveren.
In bijlage 2 wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en micro-entiteiten. Een micro-entiteit
is een zorginstelling die ingevolge artikel 3, onderdeel e, van de Regeling verslaggeving
WTZi bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV een vereenvoudigde jaarrekening
kan aanleveren, voor zover in de Regeling verslaggeving WTZi niet anders is bepaald.
1. Bestuursverklaring
De bestuursverklaring wordt uitsluitend verwerkt voor de IGJ en derhalve niet openbaar.
|
Bestuursverklaring
|
|
Het bestuur van de zorginstelling verklaart dat de jaarverantwoording juist en volledig
is en niet strijdig is met andere beschikbare informatie of wet- en regelgeving.1 Het bestuur heeft niet meer persoonsgegevens openbaar gemaakt dan strikt noodzakelijk
is voor deze openbaarmakingsverplichting.
De zorginstelling heeft de administratie ter inzage beschikbaar zodat de jaarverantwoording
verifieerbaar is door de bevoegde autoriteiten.
De jaarverantwoording wordt onder andere openbaar gemaakt op de volgende websites:
www.jaarverantwoordingzorg.nl en www.kiesbeter.nl.
Het CIBG levert de jaarverantwoording onder andere door aan:
– externe toezichthouders (IGJ, NZa, CIBG en ISZW);
– Centraal Bureau voor de Statistieken (CBS);
– RIVM;
– brancheorganisatie;
– het besloten portaal Raadpleging Integriteit Zorgaanbieders (RIZ);
– Landelijk Register van Zorgaanbieders (LRZa);
– Zorginstituut Nederland (ZINL).
|
|
Bestuursfunctie:
|
Tekstveld
|
|
Naam:
|
Tekstveld
|
|
Vinkje
|
Accorderen/voltooien
|
X Noot
1Te denken valt aan andere managementinformatie, de jaarrekening, de bij de jaarrekening
te voegen informatie en uitgevoerde audits.
2. Profiel van de organisatie
|
Typering zorgverlening (meerdere antwoorden mogelijk)
1
|
Aanvinken
|
|
Medisch specialistische zorg
|
|
|
– Universitair Medisch centrum
|
|
|
– Algemeen ziekenhuis (inclusief het Centraal Militair Hospitaal)
|
|
|
– Categoraal ziekenhuis (niet zijnde revalidatiecentrum)
|
|
|
– Zelfstandig behandelcentrum (curatieve somatische medisch-specialistische zorg,
geen GGZ)
|
|
|
– Revalidatiecentrum
|
|
|
– Indien UMC of ziekenhuis: beschikt de instelling ook over een Psychiatrische Universiteitskliniek
of Psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis (PAAZ)?
|
|
|
Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV)
|
|
|
Geestelijke gezondheidszorg (Zvw of Wlz)
|
|
|
Gehandicaptenzorg (Zvw of Wlz)
|
|
|
Verpleging, verzorging en wijkverpleging(Zvw of Wlz)
|
|
X Noot
1Zorg of dienst waarop aanspraak bestaat ingevolge de Zorgverzekeringswet en Wet langdurige
zorg.
|
Bijzonder kenmerk (alle organisaties, m.u.v. RAV)
|
Aanvinken
|
|
Is er sprake van een micro-entiteit?
|
|
|
Is de toelating afgegeven in het verslagjaar?
|
|
|
Heeft de zorginstelling in het gehele verslagjaar – 365 dagen – geen zorg verleend
waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge
een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet?1
|
|
|
Is aan de zorginstelling in het verslagjaar een WTZi toelating verleend en gedurende
deze periode geen zorg verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van
de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1,
onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet namens de instelling?2
|
|
|
Is de zorginstelling in het verslagjaar ontbonden of geliquideerd?
|
|
X Noot
1In paragraaf 5 van de Beleidsregels WTZi 2017 is bepaald dat de MZS een toelating
kan intrekken, indien de instelling gedurende een jaar geen zorg heeft verleend waarop
aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge
een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet
(Stcrt. 2017, 69641).
X Noot
2De WTZi-toelating wordt in dit geval niet ingetrokken, omdat niet gedurende 365 dagen
geen zorg is verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet
langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel
d, van de Zorgverzekeringswet namens de instelling.
|
Nadere typering categoraal ziekenhuis/ZBC’s
|
Aanvinken
|
|
Abortuskliniek
|
|
|
Audiologisch Centrum
|
|
|
Brandwondencentrum
|
|
|
Dialysecentrum
|
|
|
Chronische ziekten/chronisch orgaanfalen
|
|
|
Epilepsiecentrum
|
|
|
Huidziekten
|
|
|
Longziekten/astmacentrum/sanatorium
|
|
|
Oncologie
|
|
|
Oogziekten
|
|
|
Huidziekten
|
|
|
Tandheelkunde
|
|
|
Overige, namelijk
|
Tekstveld
|
|
Nadere typering geestelijke gezondheidszorg
|
Aanvinken
|
|
Behandeling zonder verblijf
|
|
|
Behandeling met verblijf
|
|
|
Kleinschalig wonen
|
|
|
Begeleid Zelfstandig Wonen/ambulante begeleiding
|
|
|
Dagactiviteiten
|
|
|
Verslavingszorg
|
|
|
Nadere typering gehandicaptenzorg, verpleging, verzorging en wijkverpleging
|
Aanvinken
|
|
Somatische aandoening of beperking
|
|
|
Psychogeriatrische aandoening of beperking
|
|
|
Psychiatrische aandoening
|
|
|
Lichamelijke handicap
|
|
|
Verstandelijke handicap
|
|
|
Zintuiglijke handicap of communicatieve stoornis
|
|
3. Bedrijfsstructuur
|
Rechtsvorm
|
Aanvinken
|
|
Stichting
|
|
|
Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
|
|
|
Vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid
|
|
|
Coöperatieve vereniging
|
|
|
Eenmanszaak
|
|
|
Vennootschap onder firma (vof)
|
|
|
Maatschap
|
|
|
Besloten vennootschap (bv) met raad van toezicht/raad van commissarissen
|
|
|
Besloten vennootschap (bv) zonder raad van toezicht/raad van commissarissen
|
|
|
Naamloze vennootschap (nv)
|
|
|
Coöperatieve en onderlinge waarborgmaatschappij
|
|
|
Publiekrechtelijk rechtspersoon (bijv. gemeente, zelfstandig bestuursorgaan, universiteit,
gemeenschappelijke regeling of veiligheidsregio)
|
|
|
Kerkgenootschap
|
|
|
Andere rechtsvorm, namelijk:
|
|
Verbonden partijen
|
Naam
|
KvKnummer
|
Statutaire vestigingsplaats
|
Juridische vorm
|
Aard van de activiteiten1
|
Eigen vermogen
|
Resultaat
|
Deelname
|
Consolidatie
|
|
Tekst
|
|
|
Tekst
|
Tekst
|
€
|
€
|
%
|
%
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Inclusief organisaties die in de consolidatie zijn meegenomen, maar geen Zvw of Wlz
zorg leveren.
|
Ultimate beneficial owner (UBO)
|
Antwoordcategorie
|
|
Voornaam
|
Tekstveld
|
|
Achternaam
|
Tekstveld
|
|
Geboortemaand
|
Maand
|
|
Geboortejaar
|
Jaar
|
|
Nationaliteit
|
Tekstveld
|
|
Woonstaat
|
Tekstveld
|
|
Aard en omvang van economisch belang UBO
|
Tekstveld
|
|
De zorginstelling verklaart geen uiteindelijk belanghebbende aan te kunnen wijzen.
|
Aanvinken
|
Uitbesteding van zorg (in onderaanneming)
|
Bedrijfsnaam onderaannemer
|
KvK nummer
|
Hoe ziet de zorginstelling als hoofdaannemer toe op de kwaliteit van de uitbesteden
zorg?
|
| |
|
|
| |
|
|
| |
|
|
Verlenen van zorg als onderaannemer
|
Bedrijfsnaam hoofdaannemer
|
KvK nummer
|
| |
|
| |
|
| |
|
4 Financiële gegevens
(Deze paragraaf is niet van toepassing op regionale ambulancevoorzieningen met publiekrechtelijke
rechtspersoonlijkheid.)
|
Type Jaarrekening
|
Aanvinken
|
|
Enkelvoudige jaarrekening
|
|
|
Geconsolideerde jaarrekening
|
|
Balans (micro-entiteit)
|
Balans
|
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
Activa
|
Materiële vaste activa
|
|
|
|
Liquide middelen
|
|
|
|
Overige activa
|
|
|
|
Totale activa
|
|
|
|
Passiva
|
Eigen vermogen
|
|
|
|
voorzieningen
|
|
|
|
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
|
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
Totale passiva
|
|
|
|
Toelichting op de balans
|
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
Mutatie materiële vaste activa
|
Boekwaarde per 1 januari
|
|
|
|
Bij: investeringen
|
|
|
|
Bij: herwaarderingen
|
|
|
|
Af: afschrijvingen
|
|
|
|
Af: bijzondere waardeverminderingen
|
|
|
|
Af: terugname afgeschreven activa
|
|
|
|
Af: desinvesteringen
|
|
|
|
Boekwaarde per 31 december
|
|
|
Balans
|
Balans (na resultaatbestemming)1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
ACTIVA
|
|
|
| |
|
|
|
Vaste activa
|
|
|
| |
|
|
|
Immateriële vaste activa
|
0
|
0
|
|
Materiële vaste activa
|
0
|
0
|
|
Financiële vaste activa
|
0
|
0
|
|
Totaal vaste activa
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Vlottende activa
|
|
|
| |
|
|
|
Voorraden
|
0
|
0
|
|
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's /
DBC zorgproducten
|
0
|
0
|
|
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
|
0
|
0
|
|
Debiteuren en overige vorderingen
|
0
|
0
|
|
Effecten
|
0
|
0
|
|
Liquide middelen
|
0
|
0
|
|
Totaal vlottende activa
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal activa
|
0
|
0
|
| |
|
|
| |
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
| |
|
|
|
PASSIVA
|
|
|
| |
|
|
|
Eigen vermogen2
|
|
|
|
Het geplaatste kapitaal
|
0
|
0
|
|
Agio
|
0
|
0
|
|
Herwaarderingsreserve
|
0
|
0
|
|
Wettelijke reserves
|
0
|
0
|
|
Statutaire reserve
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsreserves
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsfondsen
|
0
|
0
|
|
Algemene en overige reserves
|
0
|
0
|
|
Totaal eigen vermogen
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Aandeel derden in groepsvermogen3
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal groepsvermogen4
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Voorzieningen
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
|
|
|
|
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
|
0
|
0
|
|
Overige kortlopende schulden
|
0
|
0
|
|
Totaal kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal passiva
|
0
|
0
|
X Noot
1Model A, Bijlage 1, Hoofdstuk 655, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, Raad voor
de Jaarverslaggeving.
X Noot
2Artikel 373, eerste lid van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
X Noot
3Balanspost komt in beginsel voor bij UMC’s, in het geval van geconsolideerde jaarrekening.
X Noot
4Indien er sprake is van een geconsolideerde jaarrekening en aandeel derden in groepsvermogen.
Toelichting op de balans (grote instelling)
|
Materiële vaste activa1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
De specificatie is als volgt:2
|
|
|
| |
|
|
|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
|
0
|
0
|
|
Machines en installaties
|
0
|
0
|
|
Andere vaste bedrijfsmiddelen3
|
0
|
0
|
|
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
|
0
|
0
|
|
Niet aan bedrijfsoefening dienstbaar
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal materiële vaste activa
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:4
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
| |
|
|
|
Boekwaarde per 1 januari
|
0
|
0
|
|
Investeringen
|
0
|
0
|
|
Desinvesteringen
|
0
|
0
|
|
Afschrijvingen
|
0
|
0
|
|
Afschrijving op desinvestering
|
0
|
0
|
|
Herwaardering
|
0
|
0
|
|
Bijzondere waardeverminderingen
|
0
|
0
|
|
Terugneming van bijzondere waardeverminderingen
|
0
|
0
|
|
Verwerving via fusie of overnames
|
0
|
0
|
|
Buitengebruikstellingen en afstotingen
|
0
|
0
|
|
Omrekeningsverschillen
|
0
|
0
|
|
Overboekingen
|
0
|
0
|
|
Overige mutaties
|
0
|
0
|
|
Totaal mutaties gedurende periode
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Boekwaarde per 31 december
|
0
|
0
|
X Noot
1Artikel 366, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
X Noot
2Model A van het Besluit modellen jaarrekening.
X Noot
3Bijvoorbeeld technische en administratieve uitrusting.
X Noot
4Model-jaarrekening OCW.
|
Investeringen
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
|
0
|
0
|
|
Machines en installaties
|
0
|
0
|
|
Andere vaste bedrijfsmiddelen1
|
0
|
0
|
|
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
|
0
|
0
|
|
Niet aan bedrijfsoefening dienstbaar
|
0
|
0
|
|
Totaal investeringen
|
0
|
0
|
X Noot
1Bijvoorbeeld technische en administratieve uitrusting.
|
Financiële vaste activa1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
De specificatie is als volgt:
|
|
|
| |
|
|
|
Deelneming in groepsmaatschappijen2
|
0
|
0
|
|
Vorderingen op groepsmaatschappijen
|
0
|
0
|
|
Andere deelnemingen
|
0
|
0
|
|
Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
0
|
0
|
|
Overige effecten
|
0
|
0
|
|
Overige vorderingen
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal financiële vaste activa
|
0
|
0
|
X Noot
1Artikel 367, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek; Model A van het Besluit modellen
jaarrekening.
X Noot
2Bijvoorbeeld: aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen van deelneming
in groepsmaatschappijen.
|
Debiteuren en overige vorderingen1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
De specificatie is als volgt:
|
|
|
| |
|
|
|
Vorderingen op handelsdebiteuren
|
0
|
0
|
|
Vorderingen op groepsmaatschappijen
|
0
|
0
|
|
Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
0
|
0
|
|
Nog te factureren omzet DBC’s/DBC-zorgproducten’
|
0
|
0
|
|
Overige vorderingen
|
0
|
0
|
|
Vorderingen van aandeelhouders opgevraagde stortingen
|
0
|
0
|
|
Overlopende activa
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal debiteuren en overige vorderingen
|
0
|
0
|
X Noot
1Artikel 370, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek; Model A van het Besluit Modellen
jaarrekening.
|
Overige kortlopende schulden1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
De specificatie is als volgt:2
|
|
|
| |
|
|
|
Converteerbare leningen
|
0
|
0
|
|
Andere obligaties en onderhandse leningen
|
0
|
0
|
|
Schulden aan banken
|
0
|
0
|
|
Vooruit ontvangen op bestellingen
|
0
|
0
|
|
Schulden aan leveranciers en handelskredieten
|
0
|
0
|
|
Te betalen wissels en cheques
|
0
|
0
|
|
Schulden aan groepsmaatschappijen
|
0
|
0
|
|
Schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
|
0
|
0
|
|
Belastingen en premies sociale verzekeringen
|
0
|
0
|
|
Schulden ter zake pensioenen
|
0
|
0
|
|
Overige schulden
|
|
|
|
Overlopende passiva
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal overige kortlopende schulden
|
0
|
0
|
X Noot
1Artikel 375, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
X Noot
2Model A van het Besluit modellen jaarrekening.
|
Specificatie financieringstekort/overschot
1
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
|
|
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies)
|
|
|
|
Af: Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget
|
|
|
|
Totaal financieringstekort/overschot
|
|
|
X Noot
1RJ 655, Bijlage 1, Model C, tweede onderdeel.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen (alle medisch specialistische zorg, geestelijke
gezondheidszorg, geriatrische revalidatiezorg en wijkverpleging)
|
Heffingsgrondslag Macrobeheersinstrument1
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
Tariefopbrengst van DBC’s, DBC-zorgproducten, overige zorgproducten in zowel het gereguleerde
als het vrije segment en ZZP’s GGZ
|
0
|
0
|
|
Verrekenbedrag op grond van de beleidsregel Transitie bekostigingsstructuur medisch
specialistische zorg resp. de beleidsregel Verlenging transitiemodel voor gebudgetteerde
zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ
|
0
|
0
|
|
Mutatie medisch specialistische zorg in het onderhanden werk
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Totaal heffingsgrondslag
|
0
|
0
|
X Noot
1Uitsluitend voor medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, geriatrische
revalidatiezorg en wijkverpleging.
Resultatenrekening met beperkte toelichting (micro-entiteiten)
|
Resultatenrekening
|
|
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
|
|
Bedrijfsopbrengsten
|
Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
|
Opbrengsten Zvw-zorg
|
|
|
|
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg
|
|
|
|
Opbrengsten Jeugdwet
|
|
|
|
Opbrengsten Wmo
|
|
|
|
Opbrengsten forensische zorg
|
|
|
|
Opbrengsten overige zorgprestaties
|
|
|
|
Opbrengsten uit onderaanneming
|
|
|
|
Totaal opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
|
|
|
|
Subsidies (excl. Jeugdwet en Wmo)
|
|
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
Totaal bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
Bedrijfslasten
|
Personeelskosten
|
Lonen en salarissen
|
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
|
Pensioenpremies
|
|
|
|
Andere personeelskosten
|
|
|
|
Personeel niet in loondienst
|
|
|
|
Totaal personeelskosten
|
|
|
|
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen vaste activa
|
|
|
|
Kosten uitbesteding aan onderaanneming
|
|
|
|
Overige bedrijfskosten
|
|
|
|
Totaal bedrijfslasten
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat (a)
|
Automatisch berekend (bedrijfsopbrengsten minus bedrijfslasten)
|
|
|
|
Financieel resultaat (resultaat financiële baten en lasten, b)
|
|
|
|
|
|
Resultaat verslagjaar (a+b)
|
|
|
|
|
|
Belastingen
|
|
|
|
|
|
Resultaat na belastingen
|
|
|
|
|
Resultatenrekening met toelichting (grote instelling, m.u.v. RAV met publieke rechtspersoonlijkheid)
|
Resultatenrekening1
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
|
|
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
|
|
|
| |
|
|
|
Opbrengsten zorgprestaties, jeugdhulp (en maatschappelijke ondersteuning)
|
|
|
|
– Opbrengsten zorgverzekeringswet (Zvw)
2
|
0
|
0
|
|
– Waarvan MSZ, GGZ en Geriatrische revalidatiezorg
|
0
|
0
|
|
– Waarvan overige Zvw
|
0
|
0
|
|
– Wettelijk budget aanvaardbare kosten (Wlz)
3
|
0
|
0
|
|
– Opbrengsten Jeugdwet
4
|
0
|
0
|
|
– Opbrengsten Wmo
5
|
0
|
0
|
|
– Opbrengsten Ministerie Justitie en Veiligheid
|
0
|
0
|
|
– Beschikbaarheidsbijdragen zorg
|
0
|
0
|
|
– Opbrengsten uit onderaanneming
|
|
|
|
– Overige zorgprestaties
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
0
|
0
|
|
Subsidies (exclusief Wmo 2015 en Jeugdwet)6
|
|
|
|
– Subsidie Zvw
|
0
|
0
|
|
– Subsidie Wlz
|
0
|
0
|
|
– Rijksbijdrage werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC’s
|
0
|
0
|
|
– Subsidies speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
|
0
|
0
|
|
– Rijkssubsidies vanwege Ministerie van Justitie en Veiligheid
|
0
|
0
|
|
– Rijkssubsidies vanwege Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
|
0
|
0
|
|
– Overige Rijkssubsidies
|
0
|
0
|
|
– Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingen
|
0
|
0
|
|
– Subsidie vanwege Provincie of gemeenten
|
0
|
0
|
|
– Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
|
|
|
Overige bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
– Overige dienstverlening (waaronder 2e – 4egeldstroom UMC’s voor onderzoek)
|
0
|
0
|
|
– Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel, verhuur onroerend
goed)
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
0
|
0
|
|
Som der bedrijfsopbrengsten
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
BEDRIJFSLASTEN:
|
|
|
| |
|
|
|
Personeelskosten
|
|
|
|
– Lonen en salarissen
|
0
|
0
|
|
– Sociale lasten
|
0
|
0
|
|
– Pensioen premies
|
0
|
0
|
|
– Andere personeelskosten
|
0
|
0
|
|
– Subtotaal
|
0
|
0
|
|
– Personeel niet in loondienst
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
0
|
0
|
|
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
|
|
|
|
– Afschrijvingen immateriële vaste activa
|
0
|
0
|
|
– Afschrijvingen materiele vaste activa
|
0
|
0
|
|
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
|
0
|
0
|
|
Honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten
|
0
|
0
|
|
Overige bedrijfskosten
|
|
|
|
– Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
|
0
|
0
|
|
– Algemene kosten
|
0
|
0
|
|
– Patiënt- en bewonersgebonden kosten
|
0
|
0
|
|
– Onderhoud en energiekosten
|
0
|
0
|
|
– Kosten uitbesteding aan onderaanneming
|
|
|
|
– Huur en leasing
|
0
|
0
|
|
– Dotaties voorzieningen
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
|
|
|
Som der bedrijfslasten
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
BEDRIJFSRESULTAAT
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Financiële baten en lasten
|
|
|
|
– Rentebaten
|
0
|
0
|
|
– Resultaat deelnemingen
|
0
|
0
|
|
– Waarde veranderingen financiële vaste activa en effecten
|
0
|
0
|
|
– Rentelasten
|
0
|
0
|
|
– Totaal
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITEOFENING VOOR BELASTINGEN
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Belastingen over resultaat gewone bedrijfsuitoefening
|
0
|
0
|
|
Overige belastingen
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
Aandeel derden in resultaat
|
0
|
0
|
|
Minderheidsbelang derden
|
0
|
0
|
| |
|
|
|
RESULTAAT VERSLAGJAAR
|
|
|
| |
|
|
|
RESULTAATBESTEMMING
|
|
|
| |
|
|
|
Het resultaat is als volgt verdeeld:
|
|
|
| |
|
|
|
Toevoeging/(onttrekking):
|
0
|
0
|
|
Agio
|
0
|
0
|
|
Herwaarderingsreserve
|
0
|
0
|
|
Wettelijke reserve
|
0
|
0
|
|
Statutaire reserve
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsreserve 1
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsreserve 2
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsfonds 1
|
0
|
0
|
|
Bestemmingsfonds 2
|
0
|
0
|
|
Algemene reserves
|
0
|
0
|
|
Overige reserves
|
0
|
0
|
X Noot
1Model B en D, Bijlage 1, Hoofdstuk 655, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, Raad
voor de Jaarverslaggeving.
X Noot
2Inclusief persoonsgebonden budgetten (pgb).
X Noot
3Inclusief persoonsgebonden budgetten (pgb).
X Noot
4Inclusief persoonsgebonden budgetten (pgb).
X Noot
5Inclusief persoonsgebonden budgetten (pgb).
X Noot
6Subsidie Jeugdwet en Wmo 2015 worden ingevuld bij opbrengsten zorgprestaties, jeugdhulp
(en maatschappelijke ondersteuning)
|
Honoraria accountant1 (grote instellingen)
|
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
|
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
|
|
Controle van de jaarrekening
|
0
|
0
|
|
Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC, GGZ-zelfonderzoek, Nacalculatie
Wlz en WNT)
|
0
|
0
|
|
Fiscale advisering
|
0
|
0
|
|
Niet-controlediensten
|
0
|
0
|
|
Accountant Honoraria
|
|
|
X Noot
1Artikel 382a, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
|
Overzicht langlopende leningen (voor nog voor meer dan één jaar) (grote instelling)
|
Lening 1
|
Lening 2
|
Lening 3
|
|
Leninggever
|
|
|
|
|
Afsluitdatum
|
|
|
|
|
Hoofdsom
|
€
|
|
|
|
Totale looptijd in jaren
|
|
|
|
|
Soort lening
|
|
|
|
|
Werkelijke rente %
|
%
|
|
|
|
Restschuld 31 december vorig verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Nieuwe leningen in verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Aflossing in verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Restschuld 31 december verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Restschuld over 5 jaar
|
€
|
|
|
|
Resterende looptijd in jaren eind van het verslagjaar
|
|
|
|
|
Aflossingswijze
|
|
|
|
|
Aflossing komend verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Gestelde zekerheden
|
|
|
|
|
Overzicht langlopende vorderingen (voor nog voor meer dan één jaar) (grote instellingen)
|
Vordering 1
|
Vordering 2
|
Vordering 3
|
|
Leningnemer
|
|
|
|
|
Afsluitdatum
|
|
|
|
|
Hoofdsom
|
€
|
|
|
|
Totale looptijd in jaren
|
|
|
|
|
Soort lening
|
|
|
|
|
Werkelijke rente %
|
%
|
|
|
|
Restschuld 31 december vorig verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Nieuwe leningen in verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Aflossing in verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Restschuld 31 december verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Restschuld over 5 jaar
|
€
|
|
|
|
Resterende looptijd in jaren eind van het verslagjaar
|
|
|
|
|
Aflossingswijze
|
|
|
|
|
Aflossing komend verslagjaar
|
€
|
|
|
|
Gestelde zekerheden
|
|
|
|
Kasstroomoverzicht (alle organisaties, m.u.v. micro-entiteiten en RAV met publieke
rechtspersoonlijkheid)
|
Kasstroom
|
Bedrag in euro’s verslagjaar
|
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
|
|
Operationele activiteiten
|
0
|
0
|
|
Investeringsactiviteiten
|
0
|
0
|
|
Financieringsactiviteiten
|
0
|
0
|
Kengetallen (alle organisaties)
|
Economische ratio’s
|
Geconsolideerde jaarrekening
|
Enkelvoudige jaarrekening
|
|
Rentabiliteit1
|
0
|
0
|
|
Liquiditeit2
|
0
|
0
|
|
Solvabiliteit3
|
0
|
0
|
|
Debt Service Coverage ratio4
|
0
|
0
|
|
Toelichting
|
Tekstveld
|
Tekstveld
|
X Noot
1Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten / balanstotaal
X Noot
2Current ratio: vlottende activa inclusief liquide middelen / totaal kortlopende schulden
X Noot
3Eigen vermogen / balanstotaal
X Noot
4Resultaat na belastingen + (afschrijvingen + rente) / (rente + aflossingen)
Som der bedrijfsopbrengsten uitgesplitst per typering bedrijfsactiviteiten (alle organisaties,
m.u.v. RAV)
|
Type zorg
|
MSZ
|
PUK, PAAZ
|
Forensische zorg
|
GGZ
|
Gehandicaptenzorg
|
VVT
|
Kraamzorg
|
Jeugdhulp
|
Jeugdbescherming /reclassering
|
Just. jeugd inrichting.
|
AMHK
|
Overig
|
Totaal vlg jaarrekening
|
|
Opbrengsten Zvw (exclusief subsidies)1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten Wlz (exclusief subsidies) 2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten Wmo3
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten Jeugdwet4
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten forensische zorg (exclusief subsidies)5
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaarheidsbijdragen zorg exclusief opleidingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten subsidies
(exclusief Wmo en Jeugdwet)
|
Zvw & Wlz6
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VWS7
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
V&J8
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OCW9
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaarheidsbijdragen medische (vervolg) opleidingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overig10
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten11
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal bedrijfsopbrengsten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Opbrengsten Zvw (exclusief subsidies; beschikbaarheidsbijdragen): medisch specialistische
zorg, ggz, geriatrische revalidatiezorg, wijkverpleging (incl. pgb), kraamzorg en
overige Zvw-zorg
X Noot
2Opbrengsten Wlz (exclusief subsidies; beschikbaarheidsbijdragen): wettelijk budget
voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg in natura; betalingen uit pgb's)
X Noot
3Opbrengsten uit Wmo-voorzieningen in natura (zowel maatwerk- of specialistische als
sociale basisvoorzieningen) en betalingen uit persoonsgebonden budgetten (pgb’s) gefinancierd
vanuit Wmo 2015.
X Noot
4Opbrengsten uit jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering in natura en betalingen
uit persoonsgebonden budgetten (pgb’s) gefinancierd vanuit Jeugdwet
X Noot
5Opbrengsten Ministerie van Justitie en Veiligheid forensische zorg (exclusief subsidies;
waaronder opbrengsten DBBC's)
X Noot
6Subsidies Zvw en Wlz
X Noot
7Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (exclusief beschikbaarheidsbijdragen
zorg en beschikbaarheidsbijdragen medische (vervolg)opleidingen en subsidies Wlz/Zvw)
X Noot
8Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Justitie en Veiligheid (exclusief opbrengsten
DBBC’s)
X Noot
9Rijksbijdrage werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC's en overige subsidies
vanwege OCW (speciaal onderwijs)
X Noot
10Overige rijkssubsidies, subsidies vanwege provincies en gemeenten (excl. Wmo 2015
en Jeugdwet), overige subsidies waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
X Noot
11Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten: Opbrengsten overige zorgprestaties (eigen
bijdragen van cliënten met Wlz/Zvw/Wmo/Jeugdwet, betalingen door cliënten voor zorg
niet verzekerd o.b.v. Wlz/Zvw, betalingen uit hoofde van aanvullende zorgverzekeringen),
opbrengsten werk in opdracht, overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstromen
UMC’s voor onderzoek) en overige opbrengsten (waaronder vergoedingen voor uitgeleend
personeel en verhuur van onroerend goed).
5. Governance
Governancecode zorg 2017
|
De zeven principes
|
Geef aan of u volledig voldoet aan het principe1
|
Zo nee, leg uit waarom wordt afgeweken van de Governancecode
|
|
Principe 1. Goede zorg.
De maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden
van goede zorg aan cliënten
|
Ja/Nee
|
Tekstveld
|
|
Principe 2. Waarden en normen.
De raad van bestuur en raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij
de maatschappelijke positie van de zorginstelling
|
Ja/Nee
|
Tekstveld
|
|
Principe 3. Invloed belanghebbenden.
De zorgorganisatie schept randvoorwaarden en waarborgen voor adequate invloed van
belanghebbenden
|
Ja/Nee
|
Testveld
|
|
Principe 4. Inrichting governance.
De raad van bestuur en raad van toezicht zijn een ieder verantwoordelijk voor de governance
van de zorgorganisatie
|
Ja/Nee
|
Tekstveld
|
|
Principe 5. Goed bestuur.
De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie gericht op haar maatschappelijke doelstelling
|
Ja/nee
|
Tekstveld
|
|
Principe 6. Verantwoord toezicht.
De raad van toezicht houdt toezicht op de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie
|
Ja/Nee
|
Tekstveld
|
|
Principe 7. Continue ontwikkeling.
De raad van bestuur en raad van toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit
en deskundigheid
|
Ja/Nee
|
Tekstveld
|
|
Is uw organisatie (naast de Governancecode zorg) onderworpen aan een andere code of
past u deze vrijwillig toe? Zo ja, welke code is dat?
|
Ja/Nee2
|
Tekstveld
|
X Noot
1Indien een zorginstelling niet aan alle principes of beginsel binnen het principe
voldoet, vult zij nee in.
X Noot
2Zoals: ZKN Governancecode, Governancecode GGD GHOR Nederland of Corporate governance.
Bestuur (raad van bestuur, directie, vennoten, maten)
Deze specifieke informatie wordt uitsluitend verwerkt ten behoeve van de IGJ.
|
Achternaam
|
Tussen-voegsels
|
Voorletters
|
Dhr. Of mw.
|
Functie in raad van bestuur of directie
|
Interim ja/nee
|
Functie vervuld sinds (datum)
|
Hoofdfunctie
|
Nevenfuncties
|
Op welke wijze heeft de bestuurder zijn professionaliteit en deskundigheid het afgelopen
verslagjaar ontwikkeld?
1
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Principe 7 van de Governance code zorg 2017. Denk hierbij aan: 7.1.2. Bestuurders
zorgen dat zij vakbekwaam en geschikt zijn en blijven. Bestuurders werken daartoe
continu aan hun eigen ontwikkeling en laten zich daarop aanspreken en toetsen. Bestuurders
maken daarbij gebruik van interne spiegeling, externe intervisie, coaching, scholing
en/of opleiding. In het door de Vereniging voor bestuurders in de zorg (NVZD) ontwikkelde
accreditatietraject hebben deze zaken een plek. Ook deze accreditatie kan behulpzaam
zijn.
Onafhankelijk intern toezichthoudend orgaan
Deze specifieke informatie wordt uitsluitend verwerkt ten behoeve van de IGJ.
|
Achternaam
|
Voorvoegsels
|
Voorletters
|
Dhr. Of mw.
|
Functie in toezichthoudend orgaan
|
Interim ja/nee
|
Functie vervuld sinds (datum)
|
Hoofdfunctie
|
Nevenfuncties
|
Op welke wijze heeft de toezichthouder zijn professionaliteit en deskundigheid het
afgelopen verslagjaar ontwikkeld?1
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Principe 7 van de Governance code zorg 2017. Denk hierbij aan: Het programma Goed
Toezicht van de NVTZ gaat uit van drie waarden die belangrijk zijn voor goed toezicht,
waarbij ‘Goed beslagen ten ijs’ staat voor kennisvergaring door middel van scholing,
‘Evaluatie en reflectie’ voor voortdurende professionalisering en ‘Transparantie’
voor aanspreekbaarheid en verantwoording. Het doel van Goed Toezicht is om raden van
toezicht te stimuleren om voortdurend aan hun kwaliteit van toezicht te werken.
Goedkeuring van intern toezichthoudend orgaan
|
Vraag
|
Antwoordcategorie
|
|
Over welke onderwerpen heeft de Raad van Bestuur in het verslagjaar goedkeuring gevraagd
aan de Raad van toezichthouders/Raad van commissarissen?
|
Tekstveld
|
Risicomanagement
|
Onderwerp
|
Geef aan of het onderwerp aan de orde is (self assessment)
|
Zo ja, licht in maximaal 200 woorden de antwoorden toe
|
|
Zijn in de zorginstelling in het verslagjaar belangrijke gebeurtenissen aan de orde
geweest zoals:
– fusieplannen;
– wijziging in de visie;
– wijziging in de strategie;
– wijziging in het besturingsmodel;
– wijziging in de organisatie;
– belangrijke inkrimping of uitbreiding van de omzet;
– belangrijke investeringen;
– ICT-migraties
– personeelstekort;
– andere belangrijke gebeurtenissen.
|
Ja/Nee
|
Welke gebeurtenis gaat het?
|
|
Zijn dergelijke belangrijke gebeurtenissen in de komende twee verslagjaren te voorzien?
|
|
|
|
Is er sprake van een continuïteitsveronderstelling?1
|
Ja/Nee2
|
|
|
Voert de zorginstelling in het verslagjaar een actief duurzaamheidsbeleid (energiebewustzijn,
duurzame inkoop)?
|
Ja/Nee
|
Nee = Welke maatregelen kan de zorginstellinge in het komende verslagjaar nemen?
Ja = Geeft dit beleid op hoofdlijnen weer?
|
X Noot
1De organisatie kan nog minimaal één jaar voortbestaan?
X Noot
2Ja, dan kan de zorginstelling na de vaststelling minimaal één jaar voortbestaan.
Schriftelijke vastlegging
|
Vraag
|
Antwoordcategorie
|
|
Zijn er schriftelijke afspraken vastgelegd over het tegengaan van (de schijn van)
belangenverstrengeling?
|
Ja/Nee
|
|
Beschikt de organisatie over een schriftelijk vastgelegde conflictregeling tussen
de RvB en RvT/RvC?
|
Ja/Nee
|
Accountant
|
Vraag
|
Antwoordcategorie
|
|
Soort accountantsverklaring
|
Aanvinken
|
|
– Samenstellingsverklaring
|
|
|
– Beoordelingsverklaring
|
|
|
– Controleverklaring
|
|
|
– Geen accountantsverklaring1
|
|
|
Vorm van accountantsverklaring2
|
Aanvinken
|
|
– Goedkeurende verklaring
|
|
|
– Verklaring met beperking
|
|
|
– Afkeurende verklaring
|
|
|
– Verklaring van oordeelsonthouding
|
|
|
Bent u van accountant gewisseld?
|
Ja/Nee
|
|
Toelichting
|
Tekstveld
|
X Noot
1Volgende vragen niet van toepassing
X Noot
2Strekking van het oordeel van de verklaring. Betreft de accountantsverklaring die
is bijgevoegd bij de jaarrekening.
Cliëntenraad
|
Vraag
|
Antwoordcategorie
|
|
Heeft uw zorginstelling inspraak georganiseerd?
1
|
Ja/Nee
|
|
Heeft uw zorginstelling een cliëntenraad?
|
Ja/nee
|
|
Zo ja, hoeveel cliëntenraden heeft uw organisatie?
|
Aantal
|
|
Totaal aantal bijeenkomsten cliëntenraad in het afgelopen verslagjaar
|
Aantal
|
|
Datum laatste bijeenkomst cliëntenraad
|
Datum (dag/maand/2019)
|
|
Wanneer u geen cliëntenraad heeft, kunt u dan aangeven waarom niet?
|
tekstveld
|
|
Wordt/worden de cliëntenraad/raden in financiële en materiële zin voor alle taken
ondersteund naar tevredenheid van cliëntenraad/raden?
|
Ja/nee
|
|
Wordt/worden de cliëntenraad/raden in deskundigheidsbevordering ondersteund naar tevredenheid
van cliëntenraad/raden?
|
Ja/nee
|
|
Hoeveel ongevraagde adviezen zijn er in het verslagjaar door cliëntenraden uitgebracht?
|
Aantal
|
|
Hoeveel gevraagde adviezen zijn er in het verslagjaar door cliëntenraden uitgebracht?
|
Aantal
|
|
Hebben deze adviezen tot maatregelen geleid in uw zorginstelling?
|
%
|
|
Heeft uw concern een commissie van vertrouwenslieden ingesteld, dan wel aansluiting
bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden?
|
Ja/nee
|
X Noot
1Onder «inspraak» wordt verstaan: de mogelijkheid van alle individuele cliënten om
direct jegens de zorgaanbieder hun wensen en meningen kenbaar te maken. Daarbij kan
worden gedacht aan enquêtes, huiskamergesprekken etc. Overigens is het onderscheid
tussen directe en indirecte participatie in de praktijk niet zo zwart-wit bij inspraak.
Er zijn immers ook vormen van inspraak waarbij van indirecte participatie zoals panels,
focusgroepen en familie- en ouderraden gebruik wordt gemaakt om wensen en meningen
in kaart te brengen.
Klachten en geschillen zorginstellingen
|
Vraag
|
Antwoordcategorie
|
|
Kunnen patiënten/cliënten in het concern terecht bij een klachtenfunctionaris?
|
Ja/nee
|
|
Beschikt de zorginstelling over een regeling voor een effectieve en laagdrempelige
opvang en afhandeling van klachten jegens de cliënt van uw zorginstelling?
|
Ja/nee
|
|
Is de zorginstelling aangesloten bij een onafhankelijke geschilleninstantie conform
de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
|
Ja/nee
|
|
Zo ja, welke?
|
Tekstveld
|
Melding geweld tussen cliënten
|
Onderwerp
|
Aantal in verslagjaar
|
|
Zware gevallen van geweld tussen cliënten
|
|
|
Minder zware gevallen van geweld tussen cliënten
|
|
Melding van geweld jegens medewerkers van Regionale Ambulancevoorzieningen
|
Agressiegerelateerde incidenten
|
Aantal einde van verslagjaar
|
|
Agressiegerelateerde incidenten jegens de eigen medewerkers van Regionale Ambulancevoorzieningen
|
|
6. Personeel
Personeel op het niveau van uw gehele zorginstelling
| |
Instroom aantal personen
|
Instroom aantal fte’s
|
Uitstroom aantal personen
|
Uitstroom aantal fte’s
|
Aantal personen op 31-12 van het verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van het verslagjaar
|
|
Personeel in loondienst incl. leerlingen BBL
|
|
|
|
|
|
|
|
Zelfstandige (geen gezagsverhouding, zoals DGA, maten, vennoten, niet zijnde onderaannemers)
|
|
|
|
|
|
|
|
Ingehuurd personeel (uitzendkrachten)
|
|
|
|
|
|
|
|
Stagiaires
|
|
|
|
|
|
|
|
Vrijwilligers
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
– waarvan zorgverleners1
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Onder zorgverlener wordt ook verstaan een stagiaire of assistente die medische handelingen
mag verrichten.
Cliëntgebonden personeel en niet-cliëntgebonden personeel (grote instellingen)
|
Verhouding cliëntgebonden personeel/niet-cliëntgebonden personeel
|
Percentage
|
|
Cliëntgebonden personeel
|
|
|
niet-cliëntgebonden personeel
|
|
Verdeling personeel naar financieringsstroom
De organisatie geeft een schatting van de verdeling van personeel naar financieringsstroom.
| |
Zvw
|
Wlz
|
Wmo 2015
|
Jeugdwet
|
Forensische zorg
|
Overige
|
|
Percentage fte totaal personeel
|
|
|
|
|
|
|
Nadere specificaties medisch specialisten (UMC’s, algemene ziekenhuizen, categorale
ziekenhuizen, ZBC’s) (grote instellingen)
|
Nadere specificaties
|
Aantal werkzame personen op 31-12 van verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van verslagjaar
|
|
Medisch specialisten in loondienst
|
|
|
|
Medisch specialisten inhuur
|
|
|
|
Medisch specialisten vrij beroep / medisch specialistisch bedrijf
|
|
|
|
Psychiaters PUK en PAAZ (loon +inhuur + vrijberoep)
|
|
|
Nadere specificaties revalidatiecentra (grote instellingen)
|
Nadere specificaties
|
Aantal werkzame personen op 31-12 van verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van verslagjaar
|
|
Medisch specialisten (loon +inhuur + vrijberoep)
|
|
|
Nadere specificaties GGZ voor cliënten Zvw of Wlz, exclusief PUK en PAAZ (grote instellingen)
|
Nadere specificaties
|
Aantal werkzame personen op 31-12 van verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van verslagjaar
|
|
Psychiaters (loon +inhuur + vrijberoep)
|
|
|
Nadere specificaties verpleging, verzorging, wijkverpleging en kraamzorg Zvw/Wlz (grote
instellingen)
|
Nadere specificaties
|
Aantal werkzame personen op 31-12 van verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van verslagjaar
|
|
Specialist ouderengeneeskunde/basisarts
|
|
|
|
(GZ)Psycholoog
|
|
|
|
Verpleegkundig specialist
|
|
|
|
Verpleegkundige hbo
|
|
|
|
Verpleegkundige mbo
|
|
|
|
IG-Verzorgende
|
|
|
|
Verzorgende/helpende
|
|
|
|
Zorghulp
|
|
|
|
Physician assistant
|
|
|
|
Kraamverzorgenden
|
|
|
Nadere specificaties Regionale Ambulancevoorzieningen
|
Nadere specificaties
|
Aantal werkzame personen op 31-12 van verslagjaar
|
Aantal fte’s op 31-12 van verslagjaar
|
|
Ambulanceverpleegkundige
|
|
|
|
Bachelor Medisch Hulpverlening
|
|
|
|
Ambulancechauffeur
|
|
|
|
Zorgambulancebegeleider
|
|
|
|
Zorgambulancechauffeur
|
|
|
|
Verpleegkundig centralist MKA
|
|
|
|
Niet-verpleegkundig centralist MKA
|
|
|
|
Overige
|
|
|
Verzuim personeel (exclusief zwangerschap)
|
Verzuim
|
Percentage
|
|
Verzuim totaal personeel in loondienst
|
|
Vacatures
|
Personeel
|
Totaal aantal vacatures op 31 december verslagjaar
|
Waarvan moeilijk vervulbaar
|
|
Alle soorten vacatures
|
|
|
|
Cliëntgebonden functies
|
|
|
7. Patiënten en cliënten
De paragraaf patiënten en cliënten wordt uitsluitend ingevuld door grote instellingen.
|
Aantal patiënten/cliënten gehele organisatie (alle vormen van zorg, jeugdhulp of maatschappelijke
ondersteuning)
|
Aantal
|
|
Aantal unieke patiënten/cliënten in zorg op 1 januari van het verslagjaar
|
|
|
Aantal nieuw ingeschreven unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
|
|
|
Totaal aantal unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
|
|
|
Aantal uitgeschreven unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
|
|
|
Aantal unieke patiënten/cliënten in zorg of behandeling op 31 december van het verslagjaar
|
|
|
Verhouding naar financieringsstroom (m.u.v., RAV)
|
Percentage
|
|
Zvw patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december
van het verslagjaar
|
|
|
Wlz patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december
van het verslagjaar
|
|
|
Jeugdwet patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december
van het verslagjaar
|
|
|
Wmo 2015 patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december
van het verslagjaar
|
|
|
Forensische zorg patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg
op 31 december van het verslagjaar
|
|
Patiënten UMC’s, ziekenhuizen en ZBC’s
|
Aantal patiënten
|
Aantal
|
|
Aantal patiënten met minimaal één afgesloten DBC/DBC-product in verslagjaar
|
|
Patiënten revalidatiecentrum
|
Aantal patiënten
|
Aantal
|
|
Aantal patiënten met minimaal één afgesloten DBC/DBC-product in verslagjaar
|
|
Cliënten gehandicaptenzorg Zvw of Wlz
|
Aantal cliënten
|
Aantal op 31 december van het verslagjaar
|
|
Cliënten Wlz
|
|
|
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel met dagbesteding
|
|
|
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel zonder dagbesteding
|
|
|
Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis
|
|
|
Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis
|
|
|
Aantal cliënten dat zorg bij de organisatie inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget
Wlz
|
|
|
Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling)
|
|
|
Cliënten Zvw, inclusief kindzorg
|
|
|
Aantal cliënten wijkverpleging
|
|
|
Aantal cliënten eerstelijnsverblijf
|
|
|
Aantal cliënten geriatrische revalidatiezorg
|
|
Cliënten verpleging, verzorging en wijkverpleging Zvw of Wlz
|
Aantal cliënten
|
Aantal cliënten op 31 december van het verslagjaar
|
|
Cliënten Wlz
|
|
|
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel
|
|
|
Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis
|
|
|
Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis
|
|
|
Aantal cliënten dat zorg bij u inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget Wlz
|
|
|
Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling Wlz)
|
|
|
Cliënten Zvw
|
|
|
Aantal cliënten wijkverpleging, inclusief intensieve Kindzorg
|
|
|
Aantal cliënten eerstelijnsverblijf
|
|
|
Aantal cliënten geriatrische revalidatiezorg (verblijf op basis van DBC)
|
|
|
Aantal cliënten extramurale behandeling Specialist ouderengeneeskunde
1
|
|
X Noot
1Per 2020 is een gedeelte van de tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling
Wlz overgeheveld naar de Zvw. Dit betreft de individuele behandeling door de Specialist
ouderengeneeskunde en de Arts verstandelijk gehandicapten. Cliënten die zowel extramurale
behandeling uit de Zvw als uit de Wlz ontvangen, kunnen bij beide categorieën worden
vermeld.
Cliënten geestelijke gezondheidszorg Zvw en Wlz
|
Aantal cliënten
|
Aantal cliënten op 31 december van het verslagjaar
|
|
Aantal verblijfcliënten (Zvw)
|
|
|
Aantal verblijfcliënten (Wlz)
|
|
8 Capaciteit
Capaciteit en productie zelfstandige behandelklinieken medisch-specialistische zorg
(micro-entiteit)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling
per einde verslagjaar
|
|
|
– waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
|
|
Capaciteit UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s (exclusief revalidatiecentra,
exclusief PUK en PAAZ) (grote instelling)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling
per einde verslagjaar
|
|
|
-Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
|
|
|
-Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen
|
|
|
Aantal beschikbare operatiekamers
|
|
Capaciteit per locatie (UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling
per einde verslagjaar
|
|
|
-Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
|
|
|
-Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen
|
|
Capaciteit PUK en PAAZ
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames of
verblijf
|
|
|
Aantal plaatsen deeltijdbehandeling
|
|
Capaciteit revalidatiecentra (micro-entiteit)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal bedden dat beschikbaar is voor klinische zorg
|
|
Capaciteit revalidatiecentra (grote instellingen)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal bedden dat beschikbaar is voor klinische zorg
|
|
|
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
|
|
|
Waarvan voor volwassenen
|
|
Capaciteit GGZ Zvw en Wlz (micro-entiteit)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames,
verblijf of voor dagbehandeling.
|
|
Capaciteit GGZ Zvw en Wlz (exclusief PAAZ en PUK) (grote instellingen)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames,
verblijf of voor dagbehandeling.
|
|
|
Waarvan klinische bedden (Zvw en Wlz)
|
|
Capaciteit gehandicaptenzorg Wlz en Zvw (micro en grote instellingen)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor verblijfszorg per einde verslagjaar,
inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
|
|
Capaciteit verpleging, verzorging en wijkverpleging Zvw en Wlz (micro-entiteit)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal beschikbare bedden/plaatsen verblijfszorg per einde verslagjaar
|
|
|
– Waarvan beschikbare bedden/plaatsen geriatrische revalidatiezorg in verslagjaar
(verblijf op basis van DBC)
|
|
Capaciteit verpleging, verzorging en wijkverpleging Wlz en Zvw (grote instellingen)
|
Capaciteit
|
Aantal op 31/12 verslagjaar
|
|
Aantal beschikbare bedden/plaatsen verblijfszorg per einde verslagjaar
|
|
|
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor Wlz-zorg met verblijf
|
|
|
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor geriatrische revalidatiezorg (verblijf
op basis van DBC)
|
|
|
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor eerstelijnsverblijf
|
|
Capaciteit Regionale Ambulancevoorzieningen
|
Capaciteit
|
Antwoordcategorie
|
|
Standplaatsen
|
Aantal op 31 december van het verslagjaar
|
|
Aantal ambulance
1
|
Aantal op 31 december van het verslagjaar
|
X Noot
1Ambulances: ALS-ambulance capaciteit.
9. Productie
Productie zelfstandige behandelklinieken medisch-specialistische zorg (micro-entiteit)
|
Productie
|
Aantal
|
|
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten (afkomstig uit ZIS)
|
|
|
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-zorgproducten (afkomstig uit ZIS)
|
|
Productie UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s (exclusief revalidatiecentra,
exclusief PUK en PAAZ) (grote instellingen)
|
Productie
|
Aantal
|
|
Aantal in verslagjaar geopende DBC-zorgproducten (ontlenen aan ZIS)
|
|
|
Aantal in verslagjaar gesloten DBC-zorgproducten (ontlenen aan ZIS)
|
|
|
Aantal klinische opnamen (exclusief interne overnamen in verslagjaar)
|
|
|
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar
|
|
|
Aantal dagverplegingsdagen in verslagjaar
|
|
|
Aantal langdurige observaties zonder overnachting in verslagjaar
|
|
|
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar (inclusief verkeerde bed)
|
|
|
– Waarvan verkeerde-bed-dagen
|
|
Productie PUK en PAAZ (grote instellingen)
|
Productie
|
Aantal
|
|
Aantal openstaande DBC-zorgproducten op 1 januari van verslagjaar (ontleend aan het
instellingensysteem niet uit DIS)
|
|
|
Aantal in het verslagjaar geopende DBC-zorgproducten (ontleend aan het instellingensysteem
niet uit DIS)
|
|
|
Aantal in het verslagjaar gesloten DBC-zorgproducten (ontleend aan het instellingensysteem
niet uit DIS)
|
|
|
Aantal openstaande DBC-zorgproducten op 31 december van verslagjaar (ontleend aan
het instellingensysteem, niet uit DIS)
|
|
|
Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar
|
|
|
Aantal eerste polikliniekbezoeken in het verslagjaar
|
|
|
Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar
|
|
|
Aantal psychiatrische deeltijdbehandelingen in verslagjaar
|
|
|
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar
|
|
Productie revalidatiecentra (micro-entiteit)
|
Productie
|
Aantal
|
|
Aantal deeltijdbehandeling per einde verslagjaar
|
|
|
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten (afkomstig uit instellingssystemen)
|
|
|
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-zorgproducten (afkomstig uit instellingssystemen)
|
|
Productie revalidatiecentra (grote instellingen)
|
Productie
|
Aantal
|
|
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar
|
|
|
– Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
|
|
|
– Waarvan voor volwassenen
|
|
|
Aantal klinische opnamen in verslagjaar
|
|
|
– Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
|
|
|
– Waarvan voor volwassenen
|
|
|
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten ontleend aan informatiesysteem
van de instelling
|
|
|
– Waarvan klinisch
|
|
|
– Waarvan poliklinisch
|
|
|
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-producten ontleend aan informatiesysteem
van de instelling
|
|
|
– Waarvan klinisch
|
|
|
– Waarvan poliklinisch
|
|
Enquête Beeldvormende diagnostiek (grote instellingen)
Deze vragenlijst is niet opgenomen in het model-jaardocument, maar wordt getoond in
DigiMV. De enquête beeldvormende diagnostiek heeft als doel het maken van ramingen
van de dosis voor patiënten/cliënten als bedoeld in artikel 64 van Richtlijn 2013/59.
Deze vraag is derhalve afkomstig van Europese regelgeving.1
Artikel 64 is geïmplementeerd in artikel 8.13 van het huidige Besluit basisveiligheidseisen
stralingsbescherming (individuele dosisschattingen): ‘Onze Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport draagt zorg voor de verdeling van individuele dosisschattingen als
gevolg van medische blootstelling voor radiodiagnostiek en interventieradiologie.
Indien nodig, wordt rekening gehouden met de leeftijdsverdeling en het geslacht van
de blootgestelde populatie.’
Het RIVM gebruikt de verkregen gegevens voor het actueel houden van het Informatiesysteem
Medische Stralingstoepassingen (IMS). Deze website voor professionals in de gezondheidszorg
verschaft inzicht in de aard en omvang van medische stralingstoepassingen in Nederland.
Productie GGZ (Zvw en Wlz), exclusief PAAZ en PUK (alle GGZ instellingen)
|
Productie GGZ (Zvw en Wlz), exclusief PAAZ en PUK
|
Aantal
|
|
Productie Zvw – Basis GGZ
|
|
|
Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 1 januari van verslagjaar
|
|
|
Aantal in het verslagjaar geopende zorgproducten basis GGZ
|
|
|
Aantal in het verslagjaar gesloten zorgproducten basis GGZ
|
|
|
Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 31 december van verslagjaar
|
|
|
Productie Zvw – Gespecialiseerde GGZ
|
|
|
Aantal openstaande DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ op 1 januari van verslagjaar
(niet ontleend aan DIS)
|
|
|
Aantal in het verslagjaar geopende DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ (niet ontleend
aan DIS)
|
|
|
Aantal in het verslagjaar gesloten DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ (niet ontleend
aan DIS)
|
|
|
Aantal openstaande DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ op 31 december van verslagjaar
(niet ontleend aan DIS)
|
|
|
Aantal ZZP langdurige GGZ met behandeling in 2de en 3de jaar in dagen in verslagjaar
|
|
|
Productie Wlz
|
|
|
Aantal ZZP/zorgprofiel – B dagen in verslagjaar
|
|
Productie gehandicaptenzorg Zvw en Wlz (alle gehandicapten-instellingen)
|
Productie in verslagjaar
|
Aantal
|
|
Aantal dagen met zorg met verblijf en dagbesteding
|
|
|
Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding
|
|
|
Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis
|
|
|
Aantal dagdelen dagbesteding
|
|
Productie verpleging, verzorging en wijkverpleging (Wlz of Zvw), exclusief kraamzorg
(alle VVT-instellingen)
|
Productie in verslagjaar
|
Aantal
|
|
Wlz
|
|
|
Aantal dagen zorg met verblijf
|
|
|
Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis
|
|
|
Zvw
|
|
|
Aantal dagen eerstelijnsverblijf
|
|
|
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg
|
|
|
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg
|
|
Productie Regionale Ambulancevoorzieningen
|
Productie
|
Aantal ritten per verslagjaar
|
|
A1-ritten
|
|
|
A2-ritten
|
|
|
B-ritten met ambulance
|
|
|
B-ritten met zorgambulance
|
|
|
EHGV-ritten
1
|
|
|
Loze ritten
2
|
|
|
A1-ritten ten behoeve van andere regio’s
|
|
|
A2-ritten ten behoeve van andere regio’s
|
|
|
B-ritten ten behoeve van andere regio’s
|
|
|
Ritten ten behoeve van een buitenlandse buurregio
|
|
|
Inzetten van een buitenlandse buurregio binnen de RAV regio,
|
|
|
MICU-ritten
|
|
X Noot
1EHGV-rit: een rit die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening of hulpverlening
en vervoer, maar waarbij de noodzaak tot vervoer na onderzoek van de patiënt niet
is gebleken.
X Noot
2Loze rit: een rit die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening of hulpverlening
en vervoer, maar waarbij blijkt dat er geen noodzaak was tot hulpverlening.
Prestaties Regionale Ambulancevoorzieningen
|
Prestatie
|
Gemiddeld per verslagjaar
|
|
Tijdsduur aanname en uitgifte A1-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Uitruktijd A1-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Aanrijtijd A1-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Responstijd A1-ritten
|
minuten : seconden
|
|
A1-ritten binnen 14 minuten bij de patiënt
|
Percentage %
|
|
A1 ritten binnen 15 minuten bij de patiënt
|
Percentage %
|
|
A1-ritten binnen 16 minuten bij de patiënt
|
Percentage %
|
|
Tijdsduur aanname en uitgifte A2-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Uitruktijd A2-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Aanrijtijd A2-ritten
|
minuten : seconden
|
|
Responstijd A2-ritten
|
minuten : seconden
|
|
A2 ritten binnen 30 minuten bij de patiënt
|
Percentage %
|
TOELICHTING
Algemeen
Deze wijzigingsregeling betreft een bijwerking van de modellen voor de balans en de
resultatenrekening voor de vereenvoudigde verantwoording, opgenomen in bijlage 1,
alsmede van het model voor de specifieke informatie dat is opgenomen in de bijlage
2 bij deze regeling. Tevens worden in deze regeling de jaarverantwoordingsregels voor
Regionale Ambulancevoorzieningen (hierna: RAV’s) zoveel mogelijk geharmoniseerd met
die voor andere zorginstellingen.
Bijlage 1
Bijlage 1 is slechts beperkt gewijzigd. Hieraan zijn twee posten toegevoegd die zien
op de opbrengsten en lasten in relatie tot onderaannemers, en zijn twee posten verwijderd
waardoor beloningen voor bestuurders en toezichthouders niet langer hoeven te worden
gespecificeerd. Op grond van artikel 33, derde lid, van de Wet op het Centraal bureau
voor de statistiek en de artikelen 2, onderdeel p, en 3, onderdeel h, van het Besluit
gegevensverwerving CBS kan het Centraal bureau voor de statistiek (hierna: CBS) bij
ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen die gezondheidszorg
leveren, gegevens betreffende de resultatenrekening opvragen. Om de administratieve
lasten te beperken, worden deze gegevens jaarlijks uitgevraagd via de jaarverantwoording.
Het CBS is op grond van het Framework Regulation Integrating Business Statistics (FRIBS)
verplicht om informatie over onderaannemers aan de Europese Commissie (EC) te verstrekken
te behoeve van Eurostat. De vereenvoudigde resultatenrekening is hierop aangepast.
Ook in de RJ richtlijn zorginstellingen (RJ 655) zijn op verzoek van het CBS posten
ten aanzien van de onderaannemers opgenomen in de bijlage betreffende de modelresultatenrekening.
De beloningen voor bestuurders en toezichthouders worden niet langer uitgevraagd.
Voor zover het rechtspersonen betreft, moet deze informatie in de toelichting bij
de WNT-gegevens (Wet normering topinkomens) worden vermeld.
Bijlage 2
Er hebben meerdere wijzigingen plaatsgevonden in bijlage 2, voornamelijk in de Governance-paragraaf.
Deze wijzigingen komen voort uit de subwerkgroep ‘Evaluatie Governance en bedrijfsstructuur’.
Er is een aantal vragen toegevoegd om de bepalingen uit de Governancecode zorg 2017
te toetsen, zoals enkele vragen over:
-
1. op welke wijze de professionaliteit en deskundigheid van bestuur/toezichthouder is
ontwikkeld (principe 7);
-
2. onderwerpen over goedkeuring door de interne toezichthouder;
-
3. schriftelijke vastlegging met betrekking tot (schijn van) belangenverstrengeling;
en
-
4. schriftelijke conflictregeling.
Op verzoek van de Tweede Kamer wordt de Kamer jaarlijks geïnformeerd over de (trends
in de) door zorginstellingen in hun Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording aan
de Inspectie gezondheidszorg en jeugd (hierna: IGJ) aangeleverde gegevens. Dit zijn
bijvoorbeeld gegevens over de aanwezigheid van cliëntenraden, de ondersteuning daarvan
in financiële en materiële zin, alsook de tevredenheid van cliëntenraden hierover,
het aantal ongevraagde adviezen en de mate waarin die tot maatregelen hebben geleid,
en de instelling van commissies van vertrouwenslieden dan wel de aansluiting bij de
Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Voor verslagjaar 2020 is de tabel cliëntenraden
hierop aangepast.2
Verder wordt verplicht gesteld dat zorgaanbieders inzicht geven in de uiteindelijk
belanghebbende (‘ultimate beneficial owner’), waardoor de transparantie van organisatorische
en financiële structuren binnen de zorg wordt vergroot. Dit is reeds aangekondigd
in de brief aan beide Kamers der Staten-Generaal van 9 juli 2019.3
De toelichting bij de balans is aangepast aan het Besluit modellen jaarrekening. Tot
slot heeft nog een aantal marginale wijzigingen plaatsgevonden in de bijlage, zoals
het schrappen van een aantal productievragen voor ziekenhuizen en het anders formuleren
van vragen in verband met gewijzigde wetgeving.
Regionale Ambulancevoorzieningen
Tevens zijn in deze wijzigingsregeling enkele aanpassingen vervat die er toe leiden
dat de regels voor RAV’s met betrekking tot de jaarverantwoording zoveel mogelijk
in lijn worden gebracht met de regels die gelden voor andere zorginstellingen. Met
de wijzigingsregeling van 5 juni 2018 (Stcrt. 2018, 32252) zijn hier al stappen in gezet. De onderhavige wijzigingsregeling zet die lijn voort.
Hierbij is onderscheid gemaakt tussen RAV’s met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid
(hierna: privaatrechtelijke RAV’s) en RAV’s met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid
(hierna: publiekrechtelijke RAV’s). Voor privaatrechtelijke RAV’s geldt voor de jaarverantwoording
over het verslagjaar 2019 dat zij (slechts) een jaarverslaggeving hoeven aan te leveren.
Vanaf verslagjaar 2020 zullen zij ook de specifieke informatie zoals bedoeld in bijlage
2 moeten aanleveren. Gezamenlijk komt dit neer op een volledige Jaarverantwoording
Zorg, waarmee privaatrechtelijke RAV’s volledig gelijk worden getrokken met andere
zorginstellingen die op grond van deze regeling een jaarverantwoording moeten aanleveren.
Hierbij zij opgemerkt dat op grond van artikel 2a, eerste lid, voor privaatrechtelijke
RAV’s niet de uitzondering van artikel 3, onderdeel e, geldt. Dit betekent dat alle
RAV’s altijd de volledige Jaarverantwoording Zorg moeten aanleveren.
Voor publiekrechtelijke RAV’s geldt over het verslagjaar 2019 dat zij de gemeentelijke
stukken moeten aanleveren die hun gemeente volgens het Besluit begroting en verantwoording
provincies en gemeenten moet opstellen. Vanaf verslagjaar 2020 moeten zij ingevolge
de onderhavige wijzigingsregeling daarbovenop de specifieke informatie zoals bedoeld
in bijlage 2 aanleveren. In die bijlage is bepaald dat zij niet de financiële gegevens,
bedoeld in paragraaf 4, hoeven aan te leveren. Binnen gemeenten worden dergelijke
financiën niet op het niveau van de RAV bijgehouden en het zou een zware extra last
zijn om dat te verplichten. Dit is anders bij privaatrechtelijke RAV’s; zij zijn op
grond van het Burgerlijk Wetboek al verplicht om dergelijke gegevens bij te houden.
Ambulancezorg Nederland (AZN) is over deze wijzigingen op ambtelijk niveau geraadpleegd
en had hiertegen geen bezwaar.
Gevolgen voor de regeldruk
Deze wijzigingsregeling brengt een kleine verandering in de regeldruk teweeg, die
voor het grootste deel het gevolg is van het feit dat de verslaggevingsplicht van
RAV’s vanaf verslagjaar 2020 wordt uitgebreid van slechts een jaarverslaggeving, naar
een volledige Jaarverantwoording Zorg. Het extra element van zo’n Jaarverantwoording
Zorg betreft de ‘specifieke informatie’ (zie artikel 1, onderdeel f). De specifieke
informatie bestaat uit gegevens betreffende de organisatiestructuur, bestuursstructuur,
exploitatiekosten en bedrijfsvoering van de zorginstelling (zie artikel 1, onderdeel
g). In artikel 8a is bepaald dat dit neerkomt op het invullen van het formulier in
bijlage 2 (waarbij publiekrechtelijke RAV’s, zoals hiervoor genoemd, de financiële
gegevens van paragraaf 4 niet hoeven in te vullen). Het invullen van dit formulier
kost naar schatting 4 uur en de kosten worden geraamd op € 37,– per uur, waarmee deze
wijziging per RAV € 148,– zal kosten. Zoals in de vorige paragraaf is vermeld, zijn
RAV’s altijd verplicht om een volledige Jaarverantwoording Zorg in te leveren. In
totaal telt Nederland 25 RAV’s, waardoor de totale vergroting van de regeldruk voor
deze groep neerkomt op € 3.700. Hierbij wordt opgemerkt dat een gedeelte van de gevraagde
gegevens voorheen al moest worden aangeleverd op grond van artikel 23, eerste lid,
de Regeling Tijdelijke wet ambulancezorg en Bijlage 2 bij die regeling, die met deze
regeling komen te vervallen.
De wijziging van de bijlagen levert een kleine lastendrukverhoging op vanwege de extra
vragen die zijn toegevoegd om de Governancecode Zorg 2017 te toetsen. De toepassing
van deze code is immers niet vrijblijvend. Daarom is ook voor de Jaarverantwoording
Zorg aangesloten bij het interdepartementale principe van ‘pas toe of leg uit’. Als
een zorgaanbieder volledig voldoet aan de principes van de Governancecode Zorg, dan
kunnen de betreffende vragen zeer snel met ‘ja’ worden beantwoord en is de toename
in regeldruk nihil.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het voorstel getoetst en deelt de
conclusie dat de gevolgen voor de regeldruk zeer beperkt zijn.
Fraudetoets
Er worden geen fouten of fraude bij voorgestelde wijzigingen verwacht.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Door de wijziging van artikel 9 (artikel I, onderdeel B) moeten privaatrechtelijke
RAV’s vanaf verslagjaar 2020 ook specifieke informatie aanleveren. In het verlengde
hiervan wordt in artikel 2a, eerste lid, bepaald dat privaatrechtelijke RAV’s ook
moeten voldoen aan artikel 8a. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de Jaarverantwoording
Zorg van privaatrechtelijke RAV’s de specifieke informatie als bedoeld in de op artikel
8a gebaseerde bijlage 2 moet bevatten.
Tevens wordt in beide leden van artikel 2a een omissie hersteld. Abusievelijk was
in een eerdere wijziging nog niet geregeld dat ook artikel 10 op RAV’s van toepassing
is. Uiteraard is het de bedoeling dat RAV’s, net als andere zorgaanbieders, zelf de
kosten dragen voor de jaarverantwoording. Voor een andere bekostiging bestaat ook
geen rechtsgrondslag. De verwijzing naar artikel 10 is daarom aan artikel 2a, eerste
en tweede lid, toegevoegd.
In artikel 2a, tweede lid, worden voorts enkele zinssneden toegevoegd, die ertoe leiden
dat publiekrechtelijke RAV’s vanaf verslagjaar 2020, naast de gegevens die zij jaarlijks
op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten moeten
opstellen, ook de specifieke gegevens moeten aanleveren die het model van bijlage
2 voorschrijft. In paragraaf ‘4. Financiële gegevens’ van bijlage 2 is uitdrukkelijk
bepaald dat publiekrechtelijke RAV’s de financiële gegevens, bedoeld in die paragraaf,
niet hoeven aan te leveren. Zie voor meer informatie het algemene deel van deze toelichting.
Tevens is in dit artikel een verwijzing naar artikel 9, derde lid, vervangen door
een verwijzing naar het tweede lid van dat artikel, in verband met de wijziging in
onderdeel B van het onderhavige artikel van deze wijzigingsregeling.
Onderdeel B
In artikel 9 vervalt het tweede lid, dat voor privaatrechtelijke RAV’s een uitzondering
regelde op het eerste lid. Door de uitzondering hoefden dergelijke instellingen slechts
een jaarverslaggeving aan te leveren, in plaats van een volledige Jaarverantwoording
Zorg. Dit artikellid komt te vervallen, waardoor privaatrechtelijke RAV’s vanaf verslagjaar
2020 evenals andere zorginstellingen een volledige Jaarverantwoording Zorg zullen
moeten aanleveren. Zie voor meer informatie het algemene deel van deze toelichting.
Het derde lid van artikel 9 wordt vernummerd tot tweede lid.
Onderdeel C
Bijlage 1 betreft de modellen voor de balans, resultatenrekening en toelichting van
micro-entiteiten, die worden gehanteerd bij een zogenaamde vereenvoudigde verantwoording
over het verslagjaar 2020. Bijlage 2 betreft de specifieke informatie over verslagjaar
2020 die grote zorginstellingen en micro-zorginstellingen moeten aanleveren. In het
algemene deel van deze toelichting wordt inhoudelijk op de aanpassingen in deze bijlagen
ingegaan.
Onderdeel D
In dit onderdeel wordt in de Regeling verslaggeving WTZi het overgangsrecht geregeld.
Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2020. Mochten er op dat moment echter zorginstellingen
zijn die nog niet aan hun verplichtingen met betrekking tot het verslagjaar 2019 hebben
voldaan, of mochten er nog bezwaar- of beroepszaken lopen met betrekking tot verslaggeving
over dat verslagjaar, dan is het uiteraard de bedoeling dat daarvoor het recht blijft
gelden zoals dat luidde voordat artikel I van deze regeling in werking trad (met uitzondering
van artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3). Om hierover geen twijfel te laten bestaan,
is dit geregeld in het onderhavige artikel 12a.
Artikel II
Onderdeel A
Artikel 23 van de Regeling Tijdelijke wet ambulancezorg verplicht RAV’s om jaarlijks
de gegevens, bedoeld in bijlage 2 bij die regeling, te verstrekken aan de minister.
Die gegevens worden met de onderhavige wijzigingsregeling opgenomen in bijlage 2 bij
de Regeling verslaggeving WTZi en RAV’s krijgen vanaf verslagjaar 2020 de plicht om
de gegevens, bedoeld in die bijlage, jaarlijks voor 1 juni, volgend op het verslagjaar,
aan de minister aan te leveren. Daarom zijn artikel 23 van de Regeling Tijdelijke
wet ambulancezorg en de daarin genoemde bijlage voor het verslagjaar 2020 overbodig
geworden en kunnen deze worden geschrapt.
Doordat artikel 23 van de Regeling Tijdelijke wet ambulancezorg vervalt, vervalt ook
het nut van artikel 24 van die regeling. Dat artikel bepaalde dat de gegevens die
niet reeds jaarlijks op grond van artikel 23 moesten worden aangeleverd, incidenteel
konden worden opgevraagd door de minister. Beide artikelen waren echter een uitwerking
van artikel 10 van de Tijdelijke wet ambulancezorg en op grond van dat artikel bestaat
ook al een directe algemene bevoegdheid voor de minister om bij RAV’s gegevens op
te vragen. Derhalve heeft artikel 24 van de Regeling Tijdelijke wet ambulancezorg
geen meerwaarde naast artikel 10 van de Tijdelijke wet ambulancezorg en kan artikel
24 eveneens vervallen. Omdat hoofdstuk IV daarmee een leeg hoofdstuk wordt, vervalt
ook het opschrift van dat hoofdstuk.
Onderdeel B
In dit onderdeel wordt in de Regeling Tijdelijke wet ambulancezorg het overgangsrecht
geregeld. Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2020. Mochten er op dat moment
RAV’s zijn die nog niet aan hun verplichtingen met betrekking tot het jaar 2019 hebben
voldaan, of mochten er nog bezwaar- of beroepszaken lopen met betrekking tot gegevensverstrekking
over dat jaar, dan is het uiteraard de bedoeling dat daarvoor het recht blijft gelden
zoals dat luidde voordat artikel II van deze regeling in werking trad. Om hierover
geen twijfel te laten bestaan, is dit geregeld in het onderhavige artikel 34a.
Artikel III
Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, in
werking met ingang van 1 juli 2020. Deze datum is gekozen omdat dit het eerste vaste
verandermoment is dat ligt na het moment waarop zorginstellingen en RAV’s in beginsel
aan hun verslaggevingsverplichtingen over het jaar 2019 zullen moeten hebben voldaan.
Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat dit betekent dat de in deze regeling opgenomen
wijzigingen voor het eerst van toepassing zijn op de Jaarverantwoording Zorg over
het verslagjaar 2020. Omdat deze wijzigingsregeling ruim voor het verslagjaar 2020
zal worden gepubliceerd, hebben zorginstellingen voldoende de tijd om hiervan kennis
te nemen en gedurende het verslagjaar 2020 de juiste gegevens te verzamelen.
Artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, treedt in werking op de dag na de uitgifte van
de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Dat onderdeel betreft immers
het herstel van een omissie die al betrekking had op het verslagjaar 2019.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins