De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 2.7, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Bezoldigingsmaxima
De bezoldiging van een topfunctionaris van een toegelaten instelling bedraagt per
bezoldigingsklasse ten hoogste:
Bezoldigingsklasse
|
Maximale bezoldiging
|
A
|
94.000
|
B
|
106.000
|
C
|
118.000
|
D
|
127.000
|
E
|
147.000
|
F
|
168.000
|
G
|
189.000
|
H
|
De maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet.
|
B
Het opschrift van de tabel behorende bij de regeling komt te luiden: Tabel behorende
bij de Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
TOELICHTING
1. Algemeen
Op grond van de Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting
(hierna: de regeling), die sinds 1 januari 2014 van kracht is, worden de bezoldigingen
van directeuren/bestuurders en van de leden van de Raad van Commissarissen van woningcorporaties
aan verlaagde sectorale maxima gebonden. De regeling is een uitwerking van artikel
2.7 van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) en kent een klassenindeling op
grond van het aantal verhuureenheden en de gemeentegrootte waar de corporatie werkzaam
is. Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum
genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de WNT (hierna: het algemeen bezoldigingsmaximum
van de WNT).
Het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT bedroeg per 1 januari 2019 € 194.000.
Dit bedrag is per 1 januari 2020 verhoogd tot € 201.000.1 Daarmee is gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel 2.3, tweede en derde lid, van
de WNT, op grond waarvan het bezoldigingsmaximum per 1 januari van elk jaar wordt
aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals
deze voor het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
is bepaald, tenzij deze ontwikkeling niet tot een verhoging leidt. Omwille van de
consistentie en de wens om voor alle topfunctionarissen bij woningcorporaties een
gelijke ontwikkeling van het bezoldigingsmaximum te bewerkstelligen, zijn ook de maximumbedragen
behorend bij elke bezoldigingsklasse met hetzelfde door het CBS bepaalde cijfer van
3,2% aangepast2, met dien verstande dat de bedragen na verhoging op € 1.000 naar boven zijn afgerond.
Bij de voorgaande wijziging van de regeling is de naam van de regeling gewijzigd.
Abusievelijk is destijds verzuimd het opschrift van de tabel aan te passen. Die omissie
is hersteld.
2. Effecten
Met uitzondering van de zeer geringe administratieve last die gepaard gaat met het
kennis nemen van de nieuwe maxima per bezoldigingsklasse, brengt de onderhavige regeling
geen additionele administratieve lasten met zich mee.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Daarmee is voldaan
aan de vaste verandermomenten. In overeenstemming met artikel 2.7, tweede lid, WNT
is deze regeling gepubliceerd vóór 30 november van het voorafgaande jaar. Er is voldaan
aan de publicatietermijn van twee maanden voor inwerkingtreding.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren