Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2019, 49153 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2019, 49153 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 2.3, tweede lid, van de Wet normering topinkomens en artikel 4, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT;
BESLUIT:
In artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens wordt ‘€ 194.000’ vervangen door ‘€ 201.000’.
Artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit WNT wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 25.900’ vervangen door ‘€ 26.800’ en wordt ‘€ 19.600’ vervangen door ‘€ 20.300’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 187’ vervangen door ‘€ 193’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Deze regeling strekt ertoe het algemeen bezoldigingsmaximum van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) voor 2020 vast te stellen, alsmede de bedragen die gelden voor de bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking tijdens de eerste twaalf maanden van hun functievervulling op grond van het Uitvoeringsbesluit WNT.
Op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT, en artikel 4, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT worden de in die artikelen genoemde bedragen telkens per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals deze in het jaar van vaststellen van de ministeriële regeling voor het daaraan voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is bepaald, tenzij deze ontwikkeling niet tot een verhoging leidt. Het algemene bezoldigingsmaximum wordt afgerond op een duizendvoud in euro’s (artikel 2.3, tweede lid, van de WNT). Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking worden de normbedragen voor de bezoldiging per kalendermaand afgerond op honderd euro’s en het maximum uurtarief op euro’s (artikel 4, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT).
De wijziging van het algemeen bezoldigingsmaximum heeft een verwaarloosbare impact op de administratieve lasten en nalevingskosten van de WNT. Instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe maxima en normbedragen. De nieuwe maxima zijn voorzienbaar, aangezien de wijze waarop deze bepaald worden uit de wet voortvloeit. Gezien de verwaarloosbare impact zijn de administratieve lasten niet gekwantificeerd.
Voor de indexering van het algemeen bezoldigingsmaximum dient het door het CBS voor het jaar 2018 vastgestelde indexcijfer voor de contractuele loonkosten voor de overheid te worden genomen. Het CBS hanteert voor deze contractuele loonkosten twee indexcijfers; één per maand en één per uur. Bij de indexering ten behoeve van de vaststelling van het nieuwe algemeen bezoldigingsmaximum voor 2020 wordt het indexcijfer voor de contractuele loonkosten voor de sector overheid per maand gebruikt. Ingevolge de WNT dient de contractuele loonstijging per maand (en niet per uur) als maatstaf te worden genomen, omdat de WNT-normering gerelateerd is aan kalendertijd (met correctie voor deeltijdfuncties). Voor 2018 is de contractuele loonstijging per maand van de sector overheid 3,2%1. Een verhoging van € 194.000 met dit percentage, afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s, leidt tot de vaststelling van het algemeen bezoldigingsmaximum voor het jaar 2020 op € 201.000.
Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking was de normering in 2019 voor de eerste twaalf maanden waarin de functie wordt vervuld als volgt. Deze bedraagt de som van € 25.900 per kalendermaand voor de eerste zes kalendermaanden van de functievervulling en € 19.600 per kalendermaand voor de zevende tot en met de twaalfde kalendermaand van de functievervulling. Hiernaast bedraagt het maximum uurtarief € 187. Ook voor de indexering van deze bedragen voor het jaar 2020 dient het door het CBS voor het jaar 2018 vastgestelde indexcijfer voor de contractuele loonkosten voor de overheid te worden gehanteerd, met dien verstande dat met betrekking tot het uurtarief de contractuele loonstijging per uur bepalend is. De contractuele loonstijging per uur bedroeg in 2018 ook 3,2%.2
Een verhoging in 2020 van € 25.900 met het percentage van 3,2% leidt tot een bedrag van € 26.729 en een verhoging van het bedrag van € 19.100 met dit percentage leidt tot een bedrag van € 20.227. Conform artikel 4, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT zijn deze bedragen op honderd euro’s naar boven afgerond op respectievelijk € 26.800 en € 20.300. Een verhoging van het maximum uurtarief van € 187 met het percentage van 3,2% leidt tot een bedrag van € 192.98. Dit bedrag is conform artikel 4, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT naar boven afgerond op euro’s en is aldus bepaald op € 193 per uur.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Op grond van artikel 2.3, vierde lid, van de WNT en artikel 4, zesde lid, van het Uitvoeringsbesluit WNT is deze regeling gepubliceerd vóór 1 november 2019. Met de tijdige publicatie is voldaan aan de vaste verandermomenten en de vaste invoeringstermijn van minimaal twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-49153.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.