Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 oktober 2019, kenmerk 1571605-194398-WJZ, houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling ter regeling de wijze van het aan het zicht onttrekken van tabaksproducten en aanverwante producten en de registratie van speciaalzaken die onder een uitzondering op het uitstalverbod vallen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5.10 van het Tabaks- en rookwarenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Tabaks- en rookwarenregeling wordt na artikel 6.6 de volgende paragraaf toegevoegd:

§ 6a. Tabaksproducten en aanverwante producten uit het zicht en registratie van speciaalzaken

Artikel 6.7
  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5.9 van het besluit worden te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten geheel aan het zicht onttrokken. Kleuren en contouren van deze producten zijn niet zichtbaar.

  • 2. Tabaksproducten en aanverwante producten die worden aangeboden voor binnenlandse verkoop op afstand of buitenlandse verkoop op afstand aan een consument die zich in Nederland bevindt, worden slechts door middel van een neutrale en sobere beschrijving en zonder afbeelding aangeduid.

Artikel 6.8

Het middel waarmee tabaksproducten of aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken:

  • a. is neutraal en sober vormgegeven met zowel aan binnen- als buitenzijde een neutrale en sobere kleur;

  • b. bevat geen licht- of geluidseffecten; en

  • c. kan slechts een neutrale en sobere aanduiding bevatten waaruit blijkt dat tabaksproducten of aanverwante producten worden verkocht.

Artikel 6.9
  • 1. Het middel waarmee tabaksproducten en aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken, wordt tijdens de openingsuren van het verkooppunt van tabaksproducten of aanverwante producten uitsluitend geopend door het personeel van het verkooppunt van tabaksproducten of aanverwante producten ten behoeve van verstrekking van deze producten, en slechts voor de duur die daarvoor noodzakelijk is.

  • 2. Het middel waarmee te koop aangeboden producten aan het zicht worden onttrokken, wordt uitsluitend geplaatst voor tabaksproducten, aanverwante producten of daarbij behorende accessoires. Bij opening van het middel wordt een oppervlakte van maximaal 1,5 m2 van het schap van deze producten zichtbaar.

  • 3. De tabaksproducten en aanverwante producten worden getoond in een gesloten verpakking, tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding.

  • 4. De tabaksproducten en aanverwante producten staan met de gecombineerde gezondheidswaarschuwing naar voren gericht onder een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond, en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing is in de juiste leesrichting zichtbaar.

  • 5. Het vierde lid is niet van toepassing wanneer bij opening van het middel waarmee de tabaksproducten of aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken, slechts een verpakkingseenheid zichtbaar wordt.

Artikel 6.10
  • 1. De registratie, bedoeld in artikel 5.9, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel f, van het besluit vindt plaats via een elektronisch formulier op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

  • 2. Een speciaalzaak, bedoeld in artikel 5.9, eerste lid, van het besluit, verstrekt bij de registratie de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. de naam of handelsnaam; en

    • b. het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is en het correspondentieadres.

  • 3. Een speciaalzaak, bedoeld in artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, verstrekt bij de registratie de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. de naam of handelsnaam;

    • b. het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is en het correspondentieadres;

    • c. de naam van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie komt te staan; en

    • d. het nummer waarmee de speciaalzaak in het handelsregister is geregistreerd.

Artikel 6.11
  • 1. Wanneer in een speciaalzaak bedoeld in artikel 5.9 van het besluit te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten worden getoond, vindt dit plaats in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen sigaren, pijp- en pruimtabak in een open verpakking worden getoond.

  • 3. De tabaksproducten en aanverwante producten staan met de gecombineerde gezondheidswaarschuwing naar voren gericht onder een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond, en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing is in de juiste leesrichting zichtbaar.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

I Algemeen deel

1. Inleiding

Roken is zeer schadelijk voor de gezondheid. Het merendeel van de volwassen rokers is voor het 18e levensjaar begonnen met roken. Ongeveer 75 kinderen beginnen per dag met roken1. Het is daarom belangrijk dat wordt ingezet op het voorkomen dat jongeren beginnen met roken. Verschillende initiatieven en maatregelen zijn hiertoe ingezet: de sociale normcampagne NIX18, de inzet op rookvrije schoolterreinen, het verhogen van de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten naar 18 jaar en het invoeren van afschrikwekkende afbeeldingen op verpakkingen van voor roken bestemde tabaksproducten. Wanneer er niet meer wordt gerookt, zal het voor jongeren minder verleidelijk zijn om te beginnen met roken. Immers, zien roken, doet roken.

De regering voert een tabaksontmoedigingsbeleid om de volksgezondheid te beschermen.

De aanwezigheid van tabaksdisplays bij verkooppunten is een manier om rookwaren aan te prijzen. Tabaksdisplays hebben veelal een dusdanige uitstraling waardoor roken aantrekkelijk wordt gemaakt. Zo worden achter de toonbank zogenaamde powerwalls geplaatst waardoor tabaksproducten prominent in het zicht staan. Hierdoor kunnen deze producten met name door jongeren als normale producten worden beschouwd, terwijl ze zeer schadelijk voor de gezondheid zijn. Op grond van het artikel 5, derde lid, van de Tabaks- en rookwarenwet moeten te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten (hierna: rookwaren) aan het zicht worden onttrokken. Dit wordt ook wel het uitstalverbod genoemd. Het doel van het uit het zicht halen van rookwaren is om te voorkomen dat deze producten op een aantrekkelijke manier worden gepresenteerd. Het uit het zicht halen van rookwaren voorkomt dat door het zien van rookwaren de verleiding ontstaat om te gaan roken. Jongeren, en ook (ex-) rokers en kwetsbare groepen zoals zwangere vrouwen, worden beschermd tegen de verleiding om te (beginnen met) roken.

2. De wijziging op hoofdlijnen

In deze ministeriële regeling worden eisen gesteld aan het presenteren van rookwaren bij verkooppunten. Dit betekent dat de regeling van toepassing is op tabaksproducten, elektronische dampwaar en voor roken bestemde kruidenproducten. De regels die met deze regeling worden vastgesteld, maken het mogelijk om accessoires, die bestemd zijn voor het gebruik van rookwaren, ook aan het zicht te onttrekken, maar verplicht dat niet. Onder deze accessoires wordt onder andere verstaan vloeipapier, aanstekers en andere accessoires die nodigzijn om rookwaren te gebruiken.

De huidige displays (2019) kunnen een manier van aanprijzing zijn, waardoor rookwaren als normale producten kunnen worden beschouwd. Door de uitstraling van deze displays wordt roken aantrekkelijk gemaakt. Juist jongeren en (ex-)rokers zijn hier gevoelig voor. Jongeren kunnen hierdoor beginnen met roken en voor rokers is het door deze aantrekkelijkheid moeilijk om te stoppen met roken. Door het tonen van te koop aangeboden rookwaren wordt de kans van een al dan niet spontane aankoop vergroot2.

Recent is een verbod op het uitstallen van rookwaren (hierna: uitstalverbod) toegevoegd aan de Tabaks- en rookwarenwet.3 In een wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit zijn twee uitzonderingen op dit uitstalverbod opgenomen. Met deze ministeriële regeling wordt de wijze waarop rookwaren aan het zicht moeten worden onttrokken geregeld. Deze regeling bepaalt dat rookwaren dusdanig aan het zicht moeten worden onttrokken dat zij in het geheel niet zichtbaar zijn; noch kleuren, noch contouren van deze producten mogen zichtbaar zijn. De regeling biedt daarnaast ruimte voor verkooppunten om zelf te kiezen op welke wijze of met welk middel de rookwaren volledig uit het zicht worden gehaald. Voorbeelden van middelen zijn kasten, laden en gordijnen. De praktijk wijst uit dat verkooppunten verschillende voorkeuren hebben met betrekking tot de wijze van het uit het zicht halen van rookwaren. Financiële en ruimtelijke mogelijkheden spelen hierbij een grote rol. De Tabaks- en rookwarenregeling schrijft daarom geen specifiek middel of wijze voor, maar stelt regels waaraan het middel waarmee of de wijze waarop de producten aan het zicht worden onttrokken, dient te voldoen. Indien zich in de praktijk nieuwe ontwikkelingen voordoen, waarmee de aantrekkelijkheid van rookwaren wordt vergroot, kunnen aanvullende regels worden gesteld aan de wijze waarop de rookwaren volledig uit het zicht dienen te worden gehaald, of aan het middel zelf.

In de situatie vóór de inwerkingtreding van deze regeling blijkt dat de uitstraling van tabaksdisplays veelal wordt bepaald door visuele signalen, zoals kleuren op verpakkingen, schappen en kasten, en positionering, zoals een powerwall achter de toonbank. Deze uiterlijke kenmerken van een tabaksdisplay maken het aantrekkelijk om rookwaren te kopen. Daarnaast raken kinderen en jongeren door het beeld bij de toonbank waar rookwaren worden gepresenteerd, gewend aan het product. Het middel waarmee of de wijze waarop rookwaren worden afgeschermd dient daarom neutraal en sober te zijn, neutraal en sober van kleur te zijn en het mag geen visuele-, licht- en geluidseffecten bevatten. Met het stellen van deze eisen wordt voorkomen dat de aandacht wordt getrokken, bijvoorbeeld ten opzichte van de verdere inrichting van de winkel, naar de wijze waarop of het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, en daarmee naar de producten zelf.

Met deze regeling wordt ruimte geboden aan verkooppunten waarvoor het uitstalverbod geldt om aan te duiden dat rookwaren verkocht worden. Ook deze aanduiding dient echter neutraal en sober te zijn. Met een neutrale aanduiding wordt bedoeld dat net als het middel ook de aanduiding op zichzelf sober en neutraal is. Op deze manier wordt voorkomen dat de aanduiding extra aandacht trekt, bijvoorbeeld ten opzichte van de aanduidingen voor andere producten in de winkel.

Om de zichtbaarheid van de te koop aangeboden rookwaren te minimaliseren, zijn in deze regeling de volgende regels gesteld:

  • Rookwaren dienen dusdanig aan het zicht te worden onttrokken dat noch kleuren, noch contouren van deze producten zichtbaar zijn.

  • Om te voorkomen dat rookwaren onnodig vaak zichtbaar worden, mogen uitsluitend deze producten en optioneel rookaccessoires worden geplaatst achter het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken. Indien ook nog andere producten dan de hiervoor genoemde producten achter het middel worden geplaatst, is de kans reëel dat, omdat het middel dan vaker wordt geopend, rookwaren veelvuldig getoond worden aan consumenten. Hiermee blijft het aantal keren dat rookwaren zichtbaar zijn beperkt. Het in artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet opgenomen reclameverbod blijft te allen tijde van toepassing, ook voor rookaccessoires die al dan niet rechtstreeks de aanprijzing van rookwaren tot gevolg hebben.

  • Tijdens iedere activiteit waardoor rookwaren in het zicht komen (namelijk: de verstrekking aan de klant of het bijvullen van het schap), dient te worden voorkomen dat de hoeveelheid getoonde rookwaren buiten proportie is. Wanneer geen regels worden gesteld aan de maximale zichtbaarheid, bestaat de mogelijkheid dat een onwenselijk groot oppervlak aan rookwaren wordt getoond, waardoor het kopen van rookwaren aantrekkelijk wordt. Derhalve wordt met deze regeling vastgesteld dat op het moment van opening van het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, maximaal een oppervlak van 1,5 m2van het schap van de producten zichtbaar mag zijn.

  • Vanwege het belang van het minimaliseren van de zichtbaarheid van rookwaren, wordt het tonen van rookwaren aan de klant uitsluitend toegestaan ten behoeve van de verstrekking van deze middelen en ten behoeve van het navullen van het schap. Dit houdt in dat op verzoek van de klant (dus ten behoeve van het aanschaffen van rookwaren door de klant of het verschaffen van productinformatie door de verkoper op verzoek van de klant) en voor het navullen van het schap, de rookwaren zichtbaar mogen zijn, met een zichtbaar oppervlak van maximaal 1,5 m2. De overige activiteiten, waardoor rookwaren onnodig worden getoond aan klanten, dienen buiten het zicht van de klant te worden uitgevoerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om activiteiten als schoonmaak, onderhoud en reparaties. Dat betekent dat deze activiteiten in principe buiten de openingstijden van het verkooppunt moeten plaats vinden.

  • In het kader van minimaliseren van de zichtbaarheid van rookwaren dient direct na het pakken van de rookwaren het middel gesloten te worden. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan een middel dat zelfsluitend is, zodat wordt voorkomen dat het middel langer open staat dan nodig is. Het gebruik van bijvoorbeeld een dranger zou hieraan tegemoet komen.

  • Sinds de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn op 20 mei 2016 bevatten verpakkingen van sigaretten, shag, waterpijptabak, nieuwe merken en typen sigaren, cigarillo's en (water)pijptabak een gecombineerde gezondheidswaarschuwing met een afschrikwekkende afbeelding op de verpakking die 65% van de voor- en achterkant beslaat.4 Daarnaast zijn er gezondheidswaarschuwingen vastgesteld voor overige tabaksproducten, elektronische dampwaar en kruidenrookproducten. Bij brief van 25 maart 2016 van mijn ministerie zijn detaillisten geïnformeerd dat wanneer verpakkingen van tabaksproducten, elektronische dampwaar of kruidenrookproducten worden getoond in een verkooppunt, dat dient te gebeuren met de gezondheidswaarschuwing op de voorzijde naar voren toe en in de juiste leesrichting.5 De NVWA communiceert hierover op haar website www.nvwa.nl. Met deze regeling worden de voorwaarden over de wijze van tonen vastgesteld. Aanvullend wordt met deze regeling geregeld dat sigaretten-, shag-, (water)pijptabak verpakkingen en nieuwe merken en typen sigaren in een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond dienen te staan. Het is namelijk van belang dat consumenten verpakkingen alleen in combinatie met de gezondheidswaarschuwing zien, zodat ze geïnformeerd worden over de gezondheidseffecten. Deze eisen gelden zowel voor rookwaren die aan het zicht worden onttrokken, als voor de rookwaren die wel zichtbaar zijn in een speciaalzaak die onder een van de uitzonderingen op het uitstalverbod valt (artikel 5.9 van het Tabaks- en rookwarenbesluit).

  • Er zijn verkooppunten die op eigen initiatief rookwaren reeds aan het zicht onttrekken. Een voorbeeld van een reeds toegepast middel is de zogenaamde kooikast. De constructie van de kooikast is veelal zodanig dat verpakkingen rechtop of liggend zijn gestapeld en wanneer een verpakking uit de kast wordt gehaald, één verpakking van een tabaksproduct zichtbaar is. Een dergelijke constructie zorgt ervoor dat een minimale oppervlakte aan rookwaren wordt getoond. Derhalve wordt met deze regeling een uitzondering gemaakt op de eis dat de verpakking rechtop dient te staan. Deze uitzondering geldt slechts wanneer gedurende de opening van de kast ten behoeve van verkoop één verpakking van één tabaksproduct of aanverwant product zichtbaar is. Mocht geconstateerd worden dat dergelijke kasten bij verkooppunten toch de zichtbaarheid van het product vergroten, dan kan deze uitzondering worden aangepast.

  • Via online verkooppunten worden in de situatie zoals die voor inwerkingtreding van deze regeling gold (2019) rookwaren gepresenteerd met visuele beelden, zoals een foto of een instructiefilmpje. Deze presentatie vergroot de aantrekkelijkheid van deze producten. De regels van het uitstalverbod van rookwaren gelden tevens voor online verkooppunten én op alle fysieke verkooppunten die rookwaren verkopen als onderdeel van een breder verkoopassortiment van producten. Hier vallen ook ambulante en mobiele verkoop van rookwaren op evenementen en festivals onder. Het uitstalverbod op rookwaren bij online verkooppunten laat uitsluitend een tekstuele presentatie toe. De visuele kenmerken van tekstuele aanduidingen dienen tevens neutraal en sober te zijn. Afbeeldingen en video’s van rookwaren op online verkooppunten zijn niet meer toegestaan, waaronder ook het doorverwijzen naar andere webpagina’s met visuele aantrekkelijk kenmerken van tekstuele aanduidingen en afbeeldingen en video’s van rookwaren wordt verstaan. Het reclameverbod blijft van toepassing op online verkooppunten. Teksten mogen dus niet wervend zijn, noch mogen (aankoop bevorderende) recensies worden geplaatst. Online verkooppunten hebben de ruimte om de consument via tekstinformatie te informeren over het assortiment en de aangeboden producten. Het blijft voor consumenten mogelijk om rookwaar aan te schaffen via online verkooppunten. Indien de consument additionele informatie of uitleg behoeft, bieden speciaalzaken en andere fysieke verkooppunten van rookwaren de mogelijkheid om de consument van deze informatie te voorzien.

    Voornoemde regels zullen ook toegepast worden op grensoverschrijdende verkoop op afstand aan een consument die zich in Nederland bevindt. Grensoverschrijdende verkopers op afstand van rookwaren dienen zich daarbij op grond van artikel 5.5 van het Tabaks- en rookwarenbesluit te registreren bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Door de regels van toepassing te laten zijn op de gehele internetverkoop wordt de Nederlandse consument beschermd.

  • Hoewel in de Tabaks- en rookwarenwet wordt bepaald dat alle rookwaren uit het zicht dienen te zijn, staat artikel 5, vijfde lid, onder c, van de Tabaks- en rookwarenwet, onder bepaalde voorwaarden reclame in speciaalzaken die onder de uitzondering van artikel 5.9 Tabaks- en rookwarenbesluit vallen toe. Nederland telt op dit moment ongeveer 150 tabaksspeciaalzaken, waar rookwaren meer dan 75% van de omzet uitmaakt.6 Het is niet bekend hoeveel elektronische sigaretten speciaalzaken bestaan. Het is mogelijk dat de gewijzigde regelgeving leidt tot een verandering in het aantal speciaalzaken, omdat in speciaalzaken die uitsluitend rookwaren, rookaccessoires, loten en dagbladen verkopen en bestaande speciaalzaken die maximaal € 700.000 netto per jaar omzetten en waarbij tenminste 75% van deze omzet uit rookwaren wordt gehaald reclame voor rookwaren toegestaan is. Het is echter onwenselijk dat de gewijzigde regelgeving leidt tot een stijging van het aantal speciaalzaken. Om te kunnen waarnemen of het aantal speciaalzaken die onder een van de uitzonderingen van het uitstalverbod vallen, toeneemt, is monitoring noodzakelijk. Daarom dienen deze speciaalzaken zich te registreren bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ten behoeve van die monitoring. Met de registratie dienen deze speciaalzaken de volgende gegevens en bescheiden te verstrekken: de naam of handelsnaam van de speciaalzaak en het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is.

  • Bij de registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, zal bij de registratie voor 1 januari 2020 daarnaast de naam van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie komt te staan moeten worden doorgeven, evenals het nummer waarmee de speciaalzaak in het handelsregister is geregistreerd.

  • Een registratie op naam zorgt ervoor dat het niet een uitzondering is waar geen einddatum aan verbonden is, maar dat het om een eerbiedigingsconstructie gaat, ook wel uitsterfconstructie genoemd. De registratie kan slechts elektronisch plaatsvinden via de website van de NVWA. De rechtspersoon is er vanzelfsprekend verantwoordelijk voor om de registratie actueel te houden (zoals het doorgeven van een gewijzigd correspondentieadres).

Indien in de praktijk blijkt dat de nieuwe regels leiden tot een (tijdelijke) stijging van het aantal speciaalzaken, kunnen aanvullende maatregelen worden overwogen.

3. Gevolgen voor uitvoering en handhaving

De NVWA heeft het onderhavige wijzigingsvoorstel beoordeeld op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid en adviseert in dit kader een aantal verduidelijkingen in de regeling op te nemen. De regeling is hierop aangepast. De benodigde capaciteit voor de implementatie en handhaving van de nieuwe regels voor het uitstalverbod, wordt meegenomen in het overleg over de capaciteit voor de wijzigingen van de Tabaks- en rookwarenwet in het kader van het Nationaal Preventieakkooord, waar het uitstalverbod onderdeel vanuit maakt. De structurele capaciteit die nodig is voor de voorbereiding, ontwikkeling en implementatie voor het totale pakket aan de hieruit voortvloeiende regelgeving bedraagt tenminste 3,5 fte. Hier is de extra capaciteit benodigd voor het opleggen van maatregelen en het vormgeven van een registratiesysteem voor speciaalzaken in meegenomen.

4. Gevolgen voor regeldruk

Deze ministeriële regeling heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers. De wijze waarop uitvoering moet worden gegeven aan het uitstalverbod leidt voor verkooppunten van rookwaren tot een toename van regeldruk. De verkooppunten zullen ten eerste het middel waarmee of de wijze waarop rookwaren aan het zicht worden onttrokken, moeten bekostigen. Dit is een eenmalige aanpassing van het display en zal tussen de € 6.033.750,– en € 92.033.750,– bedragen, afhankelijk van het middel dat wordt gekozen om de rookwaren uit het zicht te halen.

Eenmalig

Handeling

Wie

Tijd

Kosten

Q

Totaal

 

– Ombouwen van middel waar rookwaren worden uitgestald

Verstrekkers

Nvt

€ 600 tot € 9.200 per middel1

10.000 verkooppunten

€ 6.000.000 tot € 92.000.000

 

– Registratie

Verstrekkers

30 min

€ 17

150 speciaalzaken

€ 2.550

X Noot
1

Department of Health (2011). Impact Assessment on the Prohibition of Display of Tobacco. Products at the Points of Sale in England. Department of Health, London.

Daarnaast zijn er voor de verkooppunten van rookwaren gevolgen voor de regeldruk van de registratie. Deze gevolgen zijn eenmalig. Naar schatting hebben detaillisten ongeveer 30 minuten nodig om zich te registreren. Het uurloon wordt geschat op € 34,–. Dat betekent 34 x 30/60 is € 17,– per registratie. Dit geldt voor ongeveer 150 zaken. De totale kosten voor de registratie komen daarmee op € 2550,–. Alle regeldrukgevolgen zijn onvermijdelijk en noodzakelijk om te bereiken dat de volksgezondheid wordt beschermd.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert, zoals ook in eerdere adviezen over wijzigingen van de Tabaks- en rookwarenregelgeving, in de nota van toelichting aandacht te besteden aan het voor de regeldruk minder belastende alternatief van de (geleidelijke) introductie van een algeheel rookverbod voor minderjarigen. Naar verwachting van de ATR is dit niet alleen minder belastend maar ook effectiever in het bewerkstelligen van een rookvrije generatie. Een uitstalverbod maakt onderdeel uit van een effectieve aanpak die op voldoende maatschappelijk draagvlak kan rekenen om een rookvrije generatie te realiseren. Voor een algeheel rookverbod voor minderjarigen, zoals het ATR adviseert, is op dit moment politiek en maatschappelijk gezien niet voldoende draagvlak. Bovendien is een algeheel rookverbod voor minderjarigen uit een oogpunt van handhaafbaarheid niet realistisch. Daarenboven is de maatregel van het uitstalverbod op twee manieren breder dan het advies van de ATR doet vermoeden. De maatregel wordt niet enkel voorgesteld om jongeren te beschermen, - zoals een algeheel rookverbod voor minderjarigen zou doen - de maatregel draagt ook bij aan het verminderen van het gebruik van tabaksproducten onder volwassenen, waaronder ex-rokers.

ATR adviseert daarnaast te voorkomen dat de voorkeur voor zelfsluitende deuren tot norm wordt verheven. Deze betreffende zinsneden in deze toelichting zijn naar aanleiding van het advies van ATR genuanceerd.

5. Advisering en consultatie

Vanaf 16 juli 2017 tot en met 3 september 2017 heeft een internetconsultatie plaatsgevonden over het ontwerp van een wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit waarin onder andere een uitzondering op het uitstalverbod is geregeld en over het ontwerp van een wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling waarin onder andere de wijze waarop rookwaren aan het zicht worden onttrokken is uitgewerkt. Bij de consultatie is aangegeven dat degenen die verbonden zijn aan de tabaksindustrie worden verzocht om alleen een reactie te geven die strekt tot technische opmerkingen. Dit houdt verband met artikel 5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. Uit dit artikel volgt dat verdragspartijen maatregelen moeten nemen om het tabaksontmoedigingsbeleid te beschermen tegen de commerciële belangen van de tabaksindustrie. Bij de weging van de inhoudelijke argumenten is vervolgens rekening gehouden met dit artikel.

Het verslag op hoofdlijnen van deze internetconsultatie is openbaar gemaakt op 14 februari 2018, met uitzondering van de reacties op de regels over het uitstalverbod, omdat gekozen is de genoemde onderwerpen te regelen in verschillende AMvB’s en ministeriële regelingen. Het verslag op hoofdlijnen over het uitstalverbod is openbaar gemaakt op 7 februari 2019. In de nota van toelichting van de wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit is hiervan een samenvatting opgenomen. In de onderhavige toelichting wordt een samenvatting opgenomen van de reacties van de respondenten op de vragen die gaan over de voorgestelde eisen in de Tabaks- en rookwarenregeling en mijn antwoorden daarop. Het gaat dan om reacties van respondenten op de vragen over het verbod op het gebruik van afbeeldingen bij de onlineverkoop van rookwaren en het verbod op reclame in etalages van speciaalzaken. De ontvangen reacties hebben geleid tot enkele aanpassingen van de Tabaks- en rookwarenregeling en de toelichting en ook een aantal verduidelijkingen daarvan.

In de meerderheid van de reacties wordt expliciet steun uitgesproken voor het voorstel de regels voor het uitstalverbod van rookwaren tevens te laten gelden voor de online verkoop. Deze reacties zijn veelal afkomstig van zorgprofessionals en organisaties die zich inzetten voor tabaksontmoediging en gezondheid en fysieke verkooppunten, zoals supermarkten, tankstations en speciaalzaken. Zij kunnen zich vinden in het voorstel om online uitsluitend een tekstuele presentatie van rookwaren toe te staan. Afbeeldingen en video’s zijn niet meer toegestaan, waarbij ook het doorverwijzen naar andere webpagina’s met visuele aantrekkelijk kenmerken van tekstuele aanduidingen en afbeeldingen en video’s van rookwaren niet wordt toegestaan. Deze regels zullen ook toegepast worden op grensoverschrijdende verkoop op afstand aan een consument die zich in Nederland bevindt. Door de regels van toepassing te laten zijn op de gehele internetverkoop wordt de Nederlandse consument beschermd. Ik heb dit in de toelichting bij de Tabaks- en rookwarenregeling verduidelijkt.

Enige respondenten geven aan dat ook ambulante en mobiele verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten op evenementen en festivals nadrukkelijke aandacht vraagt in de toelichting bij de regeling. Het uitstalverbod is van toepassing op online verkooppunten én op alle fysieke verkooppunten die rookwaren verkopen als onderdeel van een breder verkoopassortiment van producten. Hier vallen ook ambulante en mobiele verkoop van rookwaren op evenementen en festivals onder. De toelichting bij de Tabaks- en rookwarenregeling is op dit punt verduidelijkt.

Over de nadere eisen aan de wijze waarop rookwaren uit het zicht moeten worden gehaald zijn geen opmerkingen of reacties ontvangen. Er is voor mij derhalve geen aanleiding geweest deze eisen te wijzigen. Wel zijn de gegevens en bescheiden die bij de registratie moeten worden ingediend nu expliciet in de regelgeving opgenomen in artikel 6.10.

6. Overgangsrecht en inwerkingtreding

De regels die gepaard gaan met het uitstalverbod gaan in per 1 juli 2020 voor supermarkten. Voor andere verkooppunten, met uitzondering van de speciaalzaken die onder een van de uitzonderingen in artikel 5.9 van het besluit vallen, zal het uitstalverbod gaan gelden met ingang van 1 januari 2021.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De nieuwe paragraaf 6a van de Tabaks- en rookwarenregeling bevat een aantal artikelen waarin is geregeld hoe de tabaksproducten en aanverwante producten (hierna: rookwaren) aan het zicht moeten worden onttrokken, en welke gegevens verkooppunten aan de NVWA moeten verstrekken als zij zich willen registeren.

Artikel 6.7

Artikel 6.7 bepaalt dat rookwaren geheel aan het zicht moeten worden onttrokken. Daarbij mogen geen contouren of kleuren van de producten zichtbaar zijn. Het staat de detaillist vrij met welk middel hij de tabaksproducten en aan aanverwante producten aan het zicht onttrekt. Dat kan door middel van een speciale kast, een aan te brengen (schuif)deur, een speciale la of eenvoudigweg door een gordijn, mits bij opening daarvan geen groter oppervlakte van het schap zichtbaar wordt dan 1,5 m2.

Ook wanneer rookwaren voor verkoop op afstand worden aangeboden aan een consument die zich in Nederland bevindt, mogen deze producten niet getoond worden. De uitwerking van de wijze waarop deze producten aan het zicht worden onttrokken, betekent voor internetverkoop dat de producten slechts door middel van een neutrale en sobere beschrijving zonder afbeelding aangeduid mogen worden. Onder een neutrale en sobere beschrijving wordt verstaan een beschrijving in letters in een niet opvallende kleur, zoals zwart, en in een niet in het oog springend lettertype.

Artikel 6.8

In artikel 6.8 is geregeld dat het middel waarmee rookwaren aan het zicht wordt onttrokken sober en neutraal moet zijn, geen licht- of geluidseffecten bevat en zowel aan de binnen- als buitenzijde neutraal van kleur is. Hieronder wordt verstaan dat de kast, deur, lade of het gordijn een neutrale, niet in het oog springende kleur heeft, zodat het middel ook niet opvalt ten opzichte van de rest van de inrichting van de winkel. Hiermee wordt voorkomen dat de aandacht van consumenten op de rookwaren wordt gevestigd. Het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, kan wel evenwel aan de binnenzijde verlichting bevatten waardoor het personeel van het verkooppunt de producten goed kan zien. Een verbod op lichteffecten is immers geen verbod op functionele verlichting.

Het middel waarmee de bedoelde producten aan het zicht worden onttrokken, mag een aanduiding bevatten waaruit blijkt dat de rookwaren worden verkocht, maar ook die moet neutraal en sober zijn, en daarmee in een niet in het oog springend lettertype, vormgeving, kleur en -grootte zijn vormgegeven. Daarmee is het middel waarmee de producten aan het zicht worden onttrokken, volledig neutraal. Indien daartoe aanleiding bestaat zal in een beleidsregel worden uitgewerkt wat wordt verstaan onder een neutrale en sobere aanduiding van de verkoop van rookwaren.

Artikel 6.9

Artikel 6.9 bevat regels over het openen van het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken.

Het middel mag tijdens openingsuren van het verkooppunt slechts worden geopend door het personeel van het verkooppunt ten behoeve van de verstrekking aan de consument en eventueel ter aanvulling van de voorraad. Bij opening mogen slechts de tabaksproducten en aanverwante producten zichtbaar worden, en, voor zover die ook aan het zicht zijn onttrokken door hetzelfde middel, de daarbij behorende accessoires. Dat maakt dat het middel slechts geopend behoeft te worden voor de verstrekking of aanvulling van deze producten en dat het aantal openingen daarmee beperkt is. Ten behoeve van reiniging kan het middel dus slechts buiten de openingstijden van het verkooppunt worden geopend.

Het middel mag slechts geopend worden voor de duur die noodzakelijk is voor het verstrekken van de rookwaren aan de klant, of het aanvullen van de voorraad. Het middel sluit na opening bij voorkeur automatisch. Wanneer dat niet het geval is, dan moet het middel zo spoedig mogelijk worden gesloten.

In het tweede lid is geregeld dat achter de kastdeur, in de lade of achter het gordijn waarmee tabaksproducten en aanverwante producten uit het zicht worden onttrokken, enkel díe producten en de daarbij behorende accessoires mogen worden geplaatst. Dit voorkomt dat consumenten die geheel andere producten wensen te kopen, alsnog zicht krijgen op de tabaksproducten en aanverwante producten. Voorts mag bij opening slechts een oppervlakte van 1,5 m2 van het schap met de bedoelde producten zichtbaar worden. Dat maakt dat de opening niet te groot zal zijn waardoor niet te veel producten zichtbaar worden.

In het derde lid is opgenomen dat de rookwaren worden getoond in een gesloten verpakking, tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding. Tot op het moment van inwerkingtreding van deze regeling gold deze eis op grond van artikel 5 van de wet. Deze eis betreft daarmee slechts een verplaatsing, geen beleidsinhoudelijke wijziging.

Voorts regelt artikel 6.9, vierde lid, dat wanneer de producten bij opening van het middel waarmee de producten aan het zicht worden onttrokken voor de consument zichtbaar worden, de gezondheidswaarschuwing op de voorzijde van de verpakking in de juiste leesrichting zichtbaar moet zijn. Dat betekent dat de pakjes rechtop moeten staan zodat de gehele waarschuwing op de voorzijde van de verpakking in de juiste leesrichting leesbaar is en de bijbehorende foto in dezelfde richting zichtbaar is. Voorts geldt dat de pakjes onder een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond moeten staan. Deze eis wordt gesteld om ervoor te zorgen dat wanneer het product zichtbaar wordt, de gezondheidswaarschuwing goed leesbaar is. Voorts wordt hiermee voorkomen dat door het schuin plaatsen van de pakjes deze de aandacht kunnen trekken doordat daardoor bijvoorbeeld (alleen) de onderkant zichtbaar is, waarop slechts het beeldmerk zonder gezondheidswaarschuwing staat.

Op de regel dat de pakjes rechtop moeten staan, bestaat de uitzondering dat de waarschuwing niet zichtbaar behoeft te zijn, wanneer bij opening van het middel slechts één enkel product zichtbaar wordt. Dit kan uitkomst bieden voor zogenoemde ‘kooikasten’ waarin de pakjes liggen en waarbij een klepje geopend kan worden waarmee slechts een beperkte oppervlakte van een enkel pakje zichtbaar wordt. Dit is geregeld in het vijfde lid.

Artikel 6.10

Met artikel 6.10 is bepaald hoe de registratie plaatsvindt van een speciaalzaak die onder een van de uitzonderingen, beschreven in artikel 5.9 van het besluit, wil vallen en die dus rookwaren wil kunnen tonen. Als zij aan de in artikel 5.9 van het besluit genoemde eisen voldoen, vallen deze speciaalzaken door de registratie niet onder het verbod om tabaksproducten en aanverwante producten te tonen en niet onder het verbod tabaksproducten en aanverwante producten in de handel te brengen zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon.

De registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in artikel 5.9, eerste lid, van het besluit, zal bij registratie moeten doorgeven wat de naam of handelsnaam is van de speciaalzaak, het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is en het correspondentieadres.

Bij de registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, zal bij de registratie voor 1 januari 2021 daarnaast de naam van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie komt te staan moeten worden doorgeven, evenals het nummer waarmee de speciaalzaak in het handelsregister is geregistreerd.

Artikel 6.11

In speciaalzaken die aan de voorwaarden van artikel 5.9, eerste lid, of artikel 5.9, tweede lid, van het besluit voldoen mogen de rookwaren die te koop worden aangeboden worden getoond. Artikel 6.7 van de regeling is immers niet van toepassing op deze speciaalzaken. Wanneer in deze speciaalzaken rookwaren worden getoond, dan moet dat plaatsvinden in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding). Het tonen van rookwaren in dergelijke speciaalzaken geschiedt daarmee op een wijze die in overeenstemming is met de reguliere presentatie zoals die tot voor kort gold op grond van artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet.

Uit het tweede lid volgt dat de eis van een gesloten verpakking niet geldt voor sigaren, pijp- en pruimtabak, die worden getoond in een dergelijke speciaalzaak.

Voorts moet op grond van het derde lid de gehele gezondheidswaarschuwing op de voorzijde van de verpakking in de juiste leesrichting zichtbaar zijn en moeten de pakjes onder een hoek van 90° staan ten opzichte van de ondergrond. Dit om ervoor te zorgen dat de gezondheidswaarschuwing in zijn geheel goed zichtbaar is. Deze bepaling geldt ook voor sigaren, pijp- en pruimtabak.

Artikel II

Artikel II bevat de inwerkingtredingsbepaling. Voor de inwerkingtreding wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van de wijziging van het besluit, en de inwerkingtreding van artikel 5.3, derde lid, van de wet, te weten 1 januari 2020. Vanaf die datum kunnen verkooppunten die onder een van de uitzonderingen van artikel 5.9 van het besluit vallen, zich daartoe registreren. Door het overgangsrecht dat is opgenomen in het besluit, gaat het uitstalverbod voor supermarkten vervolgens in op 1 juli 2020, en voor overige verkooppunten van rookwaren op 1 januari 2021.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging (2017). Kinderen en roken. Een aantal feiten op een rij. Trimbos, Utrecht.

X Noot
2

Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging (2015). Display ban verkooppunten tabak. Trimbos, Utrecht.

X Noot
3

Wet 10 februari 2017 tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten, Stb. 2017, 72.

X Noot
4

Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PbEU 2014, L 127).

X Noot
5

Brief van 25 maart 2016 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, www.rijksoverheid.nl, kenmerk 948955-148736.

Naar boven