TOELICHTING
I Algemeen deel
1. Inleiding
Roken is zeer schadelijk voor de gezondheid. Het merendeel van de volwassen rokers
is voor het 18e levensjaar begonnen met roken. Ongeveer 75 kinderen beginnen per dag met roken1. Het is daarom belangrijk dat wordt ingezet op het voorkomen dat jongeren beginnen
met roken. Verschillende initiatieven en maatregelen zijn hiertoe ingezet: de sociale
normcampagne NIX18, de inzet op rookvrije schoolterreinen, het verhogen van de leeftijdsgrens
voor de verkoop van tabaksproducten naar 18 jaar en het invoeren van afschrikwekkende
afbeeldingen op verpakkingen van voor roken bestemde tabaksproducten. Wanneer er niet
meer wordt gerookt, zal het voor jongeren minder verleidelijk zijn om te beginnen
met roken. Immers, zien roken, doet roken.
De regering voert een tabaksontmoedigingsbeleid om de volksgezondheid te beschermen.
De aanwezigheid van tabaksdisplays bij verkooppunten is een manier om rookwaren aan
te prijzen. Tabaksdisplays hebben veelal een dusdanige uitstraling waardoor roken
aantrekkelijk wordt gemaakt. Zo worden achter de toonbank zogenaamde powerwalls geplaatst waardoor tabaksproducten prominent in het zicht staan. Hierdoor kunnen
deze producten met name door jongeren als normale producten worden beschouwd, terwijl
ze zeer schadelijk voor de gezondheid zijn. Op grond van het artikel 5, derde lid,
van de Tabaks- en rookwarenwet moeten te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante
producten (hierna: rookwaren) aan het zicht worden onttrokken. Dit wordt ook wel het
uitstalverbod genoemd. Het doel van het uit het zicht halen van rookwaren is om te
voorkomen dat deze producten op een aantrekkelijke manier worden gepresenteerd. Het
uit het zicht halen van rookwaren voorkomt dat door het zien van rookwaren de verleiding
ontstaat om te gaan roken. Jongeren, en ook (ex-) rokers en kwetsbare groepen zoals
zwangere vrouwen, worden beschermd tegen de verleiding om te (beginnen met) roken.
2. De wijziging op hoofdlijnen
In deze ministeriële regeling worden eisen gesteld aan het presenteren van rookwaren
bij verkooppunten. Dit betekent dat de regeling van toepassing is op tabaksproducten,
elektronische dampwaar en voor roken bestemde kruidenproducten. De regels die met
deze regeling worden vastgesteld, maken het mogelijk om accessoires, die bestemd zijn
voor het gebruik van rookwaren, ook aan het zicht te onttrekken, maar verplicht dat
niet. Onder deze accessoires wordt onder andere verstaan vloeipapier, aanstekers en
andere accessoires die nodigzijn om rookwaren te gebruiken.
De huidige displays (2019) kunnen een manier van aanprijzing zijn, waardoor rookwaren
als normale producten kunnen worden beschouwd. Door de uitstraling van deze displays
wordt roken aantrekkelijk gemaakt. Juist jongeren en (ex-)rokers zijn hier gevoelig
voor. Jongeren kunnen hierdoor beginnen met roken en voor rokers is het door deze
aantrekkelijkheid moeilijk om te stoppen met roken. Door het tonen van te koop aangeboden
rookwaren wordt de kans van een al dan niet spontane aankoop vergroot2.
Recent is een verbod op het uitstallen van rookwaren (hierna: uitstalverbod) toegevoegd
aan de Tabaks- en rookwarenwet.3 In een wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit zijn twee uitzonderingen op
dit uitstalverbod opgenomen. Met deze ministeriële regeling wordt de wijze waarop rookwaren aan het zicht moeten worden onttrokken geregeld. Deze regeling bepaalt
dat rookwaren dusdanig aan het zicht moeten worden onttrokken dat zij in het geheel
niet zichtbaar zijn; noch kleuren, noch contouren van deze producten mogen zichtbaar
zijn. De regeling biedt daarnaast ruimte voor verkooppunten om zelf te kiezen op welke
wijze of met welk middel de rookwaren volledig uit het zicht worden gehaald. Voorbeelden
van middelen zijn kasten, laden en gordijnen. De praktijk wijst uit dat verkooppunten
verschillende voorkeuren hebben met betrekking tot de wijze van het uit het zicht
halen van rookwaren. Financiële en ruimtelijke mogelijkheden spelen hierbij een grote
rol. De Tabaks- en rookwarenregeling schrijft daarom geen specifiek middel of wijze
voor, maar stelt regels waaraan het middel waarmee of de wijze waarop de producten
aan het zicht worden onttrokken, dient te voldoen. Indien zich in de praktijk nieuwe
ontwikkelingen voordoen, waarmee de aantrekkelijkheid van rookwaren wordt vergroot,
kunnen aanvullende regels worden gesteld aan de wijze waarop de rookwaren volledig
uit het zicht dienen te worden gehaald, of aan het middel zelf.
In de situatie vóór de inwerkingtreding van deze regeling blijkt dat de uitstraling
van tabaksdisplays veelal wordt bepaald door visuele signalen, zoals kleuren op verpakkingen,
schappen en kasten, en positionering, zoals een powerwall achter de toonbank. Deze
uiterlijke kenmerken van een tabaksdisplay maken het aantrekkelijk om rookwaren te
kopen. Daarnaast raken kinderen en jongeren door het beeld bij de toonbank waar rookwaren
worden gepresenteerd, gewend aan het product. Het middel waarmee of de wijze waarop
rookwaren worden afgeschermd dient daarom neutraal en sober te zijn, neutraal en sober
van kleur te zijn en het mag geen visuele-, licht- en geluidseffecten bevatten. Met
het stellen van deze eisen wordt voorkomen dat de aandacht wordt getrokken, bijvoorbeeld
ten opzichte van de verdere inrichting van de winkel, naar de wijze waarop of het
middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, en daarmee naar de producten
zelf.
Met deze regeling wordt ruimte geboden aan verkooppunten waarvoor het uitstalverbod
geldt om aan te duiden dat rookwaren verkocht worden. Ook deze aanduiding dient echter
neutraal en sober te zijn. Met een neutrale aanduiding wordt bedoeld dat net als het
middel ook de aanduiding op zichzelf sober en neutraal is. Op deze manier wordt voorkomen
dat de aanduiding extra aandacht trekt, bijvoorbeeld ten opzichte van de aanduidingen
voor andere producten in de winkel.
Om de zichtbaarheid van de te koop aangeboden rookwaren te minimaliseren, zijn in
deze regeling de volgende regels gesteld:
-
• Rookwaren dienen dusdanig aan het zicht te worden onttrokken dat noch kleuren, noch
contouren van deze producten zichtbaar zijn.
-
• Om te voorkomen dat rookwaren onnodig vaak zichtbaar worden, mogen uitsluitend deze
producten en optioneel rookaccessoires worden geplaatst achter het middel waarmee
de rookwaren aan het zicht worden onttrokken. Indien ook nog andere producten dan
de hiervoor genoemde producten achter het middel worden geplaatst, is de kans reëel
dat, omdat het middel dan vaker wordt geopend, rookwaren veelvuldig getoond worden
aan consumenten. Hiermee blijft het aantal keren dat rookwaren zichtbaar zijn beperkt.
Het in artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet opgenomen reclameverbod blijft te
allen tijde van toepassing, ook voor rookaccessoires die al dan niet rechtstreeks
de aanprijzing van rookwaren tot gevolg hebben.
-
• Tijdens iedere activiteit waardoor rookwaren in het zicht komen (namelijk: de verstrekking
aan de klant of het bijvullen van het schap), dient te worden voorkomen dat de hoeveelheid
getoonde rookwaren buiten proportie is. Wanneer geen regels worden gesteld aan de
maximale zichtbaarheid, bestaat de mogelijkheid dat een onwenselijk groot oppervlak
aan rookwaren wordt getoond, waardoor het kopen van rookwaren aantrekkelijk wordt.
Derhalve wordt met deze regeling vastgesteld dat op het moment van opening van het
middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, maximaal een oppervlak
van 1,5 m2van het schap van de producten zichtbaar mag zijn.
-
• Vanwege het belang van het minimaliseren van de zichtbaarheid van rookwaren, wordt
het tonen van rookwaren aan de klant uitsluitend toegestaan ten behoeve van de verstrekking
van deze middelen en ten behoeve van het navullen van het schap. Dit houdt in dat
op verzoek van de klant (dus ten behoeve van het aanschaffen van rookwaren door de
klant of het verschaffen van productinformatie door de verkoper op verzoek van de
klant) en voor het navullen van het schap, de rookwaren zichtbaar mogen zijn, met
een zichtbaar oppervlak van maximaal 1,5 m2. De overige activiteiten, waardoor rookwaren onnodig worden getoond aan klanten,
dienen buiten het zicht van de klant te worden uitgevoerd. Het gaat dan bijvoorbeeld
om activiteiten als schoonmaak, onderhoud en reparaties. Dat betekent dat deze activiteiten
in principe buiten de openingstijden van het verkooppunt moeten plaats vinden.
-
• In het kader van minimaliseren van de zichtbaarheid van rookwaren dient direct na
het pakken van de rookwaren het middel gesloten te worden. Hierbij wordt de voorkeur
gegeven aan een middel dat zelfsluitend is, zodat wordt voorkomen dat het middel langer
open staat dan nodig is. Het gebruik van bijvoorbeeld een dranger zou hieraan tegemoet
komen.
-
• Sinds de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn op 20 mei 2016 bevatten verpakkingen
van sigaretten, shag, waterpijptabak, nieuwe merken en typen sigaren, cigarillo's
en (water)pijptabak een gecombineerde gezondheidswaarschuwing met een afschrikwekkende
afbeelding op de verpakking die 65% van de voor- en achterkant beslaat.4 Daarnaast zijn er gezondheidswaarschuwingen vastgesteld voor overige tabaksproducten,
elektronische dampwaar en kruidenrookproducten. Bij brief van 25 maart 2016 van mijn
ministerie zijn detaillisten geïnformeerd dat wanneer verpakkingen van tabaksproducten,
elektronische dampwaar of kruidenrookproducten worden getoond in een verkooppunt,
dat dient te gebeuren met de gezondheidswaarschuwing op de voorzijde naar voren toe
en in de juiste leesrichting.5 De NVWA communiceert hierover op haar website www.nvwa.nl. Met deze regeling worden de voorwaarden over de wijze van tonen vastgesteld. Aanvullend
wordt met deze regeling geregeld dat sigaretten-, shag-, (water)pijptabak verpakkingen
en nieuwe merken en typen sigaren in een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond
dienen te staan. Het is namelijk van belang dat consumenten verpakkingen alleen in
combinatie met de gezondheidswaarschuwing zien, zodat ze geïnformeerd worden over
de gezondheidseffecten. Deze eisen gelden zowel voor rookwaren die aan het zicht worden
onttrokken, als voor de rookwaren die wel zichtbaar zijn in een speciaalzaak die onder
een van de uitzonderingen op het uitstalverbod valt (artikel 5.9 van het Tabaks- en
rookwarenbesluit).
-
• Er zijn verkooppunten die op eigen initiatief rookwaren reeds aan het zicht onttrekken.
Een voorbeeld van een reeds toegepast middel is de zogenaamde kooikast. De constructie
van de kooikast is veelal zodanig dat verpakkingen rechtop of liggend zijn gestapeld
en wanneer een verpakking uit de kast wordt gehaald, één verpakking van een tabaksproduct
zichtbaar is. Een dergelijke constructie zorgt ervoor dat een minimale oppervlakte
aan rookwaren wordt getoond. Derhalve wordt met deze regeling een uitzondering gemaakt
op de eis dat de verpakking rechtop dient te staan. Deze uitzondering geldt slechts
wanneer gedurende de opening van de kast ten behoeve van verkoop één verpakking van
één tabaksproduct of aanverwant product zichtbaar is. Mocht geconstateerd worden dat
dergelijke kasten bij verkooppunten toch de zichtbaarheid van het product vergroten,
dan kan deze uitzondering worden aangepast.
-
• Via online verkooppunten worden in de situatie zoals die voor inwerkingtreding van
deze regeling gold (2019) rookwaren gepresenteerd met visuele beelden, zoals een foto
of een instructiefilmpje. Deze presentatie vergroot de aantrekkelijkheid van deze
producten. De regels van het uitstalverbod van rookwaren gelden tevens voor online
verkooppunten én op alle fysieke verkooppunten die rookwaren verkopen als onderdeel
van een breder verkoopassortiment van producten. Hier vallen ook ambulante en mobiele
verkoop van rookwaren op evenementen en festivals onder. Het uitstalverbod op rookwaren
bij online verkooppunten laat uitsluitend een tekstuele presentatie toe. De visuele
kenmerken van tekstuele aanduidingen dienen tevens neutraal en sober te zijn. Afbeeldingen
en video’s van rookwaren op online verkooppunten zijn niet meer toegestaan, waaronder
ook het doorverwijzen naar andere webpagina’s met visuele aantrekkelijk kenmerken
van tekstuele aanduidingen en afbeeldingen en video’s van rookwaren wordt verstaan.
Het reclameverbod blijft van toepassing op online verkooppunten. Teksten mogen dus
niet wervend zijn, noch mogen (aankoop bevorderende) recensies worden geplaatst. Online
verkooppunten hebben de ruimte om de consument via tekstinformatie te informeren over
het assortiment en de aangeboden producten. Het blijft voor consumenten mogelijk om
rookwaar aan te schaffen via online verkooppunten. Indien de consument additionele
informatie of uitleg behoeft, bieden speciaalzaken en andere fysieke verkooppunten
van rookwaren de mogelijkheid om de consument van deze informatie te voorzien.
Voornoemde regels zullen ook toegepast worden op grensoverschrijdende verkoop op afstand
aan een consument die zich in Nederland bevindt. Grensoverschrijdende verkopers op
afstand van rookwaren dienen zich daarbij op grond van artikel 5.5 van het Tabaks-
en rookwarenbesluit te registreren bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport. Door de regels van toepassing te laten zijn op de gehele internetverkoop wordt
de Nederlandse consument beschermd.
-
• Hoewel in de Tabaks- en rookwarenwet wordt bepaald dat alle rookwaren uit het zicht
dienen te zijn, staat artikel 5, vijfde lid, onder c, van de Tabaks- en rookwarenwet,
onder bepaalde voorwaarden reclame in speciaalzaken die onder de uitzondering van
artikel 5.9 Tabaks- en rookwarenbesluit vallen toe. Nederland telt op dit moment ongeveer
150 tabaksspeciaalzaken, waar rookwaren meer dan 75% van de omzet uitmaakt.6 Het is niet bekend hoeveel elektronische sigaretten speciaalzaken bestaan. Het is
mogelijk dat de gewijzigde regelgeving leidt tot een verandering in het aantal speciaalzaken,
omdat in speciaalzaken die uitsluitend rookwaren, rookaccessoires, loten en dagbladen
verkopen en bestaande speciaalzaken die maximaal € 700.000 netto per jaar omzetten
en waarbij tenminste 75% van deze omzet uit rookwaren wordt gehaald reclame voor rookwaren
toegestaan is. Het is echter onwenselijk dat de gewijzigde regelgeving leidt tot een
stijging van het aantal speciaalzaken. Om te kunnen waarnemen of het aantal speciaalzaken
die onder een van de uitzonderingen van het uitstalverbod vallen, toeneemt, is monitoring
noodzakelijk. Daarom dienen deze speciaalzaken zich te registreren bij de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ten behoeve van die monitoring. Met de registratie
dienen deze speciaalzaken de volgende gegevens en bescheiden te verstrekken: de naam
of handelsnaam van de speciaalzaak en het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin
de speciaalzaak gevestigd is.
-
• Bij de registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in
artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, zal bij de registratie voor 1 januari 2020
daarnaast de naam van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie
komt te staan moeten worden doorgeven, evenals het nummer waarmee de speciaalzaak
in het handelsregister is geregistreerd.
-
• Een registratie op naam zorgt ervoor dat het niet een uitzondering is waar geen einddatum
aan verbonden is, maar dat het om een eerbiedigingsconstructie gaat, ook wel uitsterfconstructie
genoemd. De registratie kan slechts elektronisch plaatsvinden via de website van de
NVWA. De rechtspersoon is er vanzelfsprekend verantwoordelijk voor om de registratie
actueel te houden (zoals het doorgeven van een gewijzigd correspondentieadres).
Indien in de praktijk blijkt dat de nieuwe regels leiden tot een (tijdelijke) stijging
van het aantal speciaalzaken, kunnen aanvullende maatregelen worden overwogen.
3. Gevolgen voor uitvoering en handhaving
De NVWA heeft het onderhavige wijzigingsvoorstel beoordeeld op handhaafbaarheid en
uitvoerbaarheid en adviseert in dit kader een aantal verduidelijkingen in de regeling
op te nemen. De regeling is hierop aangepast. De benodigde capaciteit voor de implementatie
en handhaving van de nieuwe regels voor het uitstalverbod, wordt meegenomen in het
overleg over de capaciteit voor de wijzigingen van de Tabaks- en rookwarenwet in het
kader van het Nationaal Preventieakkooord, waar het uitstalverbod onderdeel vanuit
maakt. De structurele capaciteit die nodig is voor de voorbereiding, ontwikkeling
en implementatie voor het totale pakket aan de hieruit voortvloeiende regelgeving
bedraagt tenminste 3,5 fte. Hier is de extra capaciteit benodigd voor het opleggen
van maatregelen en het vormgeven van een registratiesysteem voor speciaalzaken in
meegenomen.
4. Gevolgen voor regeldruk
Deze ministeriële regeling heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers. De wijze waarop
uitvoering moet worden gegeven aan het uitstalverbod leidt voor verkooppunten van
rookwaren tot een toename van regeldruk. De verkooppunten zullen ten eerste het middel
waarmee of de wijze waarop rookwaren aan het zicht worden onttrokken, moeten bekostigen.
Dit is een eenmalige aanpassing van het display en zal tussen de € 6.033.750,– en
€ 92.033.750,– bedragen, afhankelijk van het middel dat wordt gekozen om de rookwaren
uit het zicht te halen.
Eenmalig
|
Handeling
|
Wie
|
Tijd
|
Kosten
|
Q
|
Totaal
|
|
– Ombouwen van middel waar rookwaren worden uitgestald
|
Verstrekkers
|
Nvt
|
€ 600 tot € 9.200 per middel1
|
10.000 verkooppunten
|
€ 6.000.000 tot € 92.000.000
|
|
– Registratie
|
Verstrekkers
|
30 min
|
€ 17
|
150 speciaalzaken
|
€ 2.550
|
X Noot
1Department of Health (2011). Impact Assessment on the Prohibition of Display of Tobacco.
Products at the Points of Sale in England. Department of Health, London.
Daarnaast zijn er voor de verkooppunten van rookwaren gevolgen voor de regeldruk van
de registratie. Deze gevolgen zijn eenmalig. Naar schatting hebben detaillisten ongeveer
30 minuten nodig om zich te registreren. Het uurloon wordt geschat op € 34,–. Dat
betekent 34 x 30/60 is € 17,– per registratie. Dit geldt voor ongeveer 150 zaken.
De totale kosten voor de registratie komen daarmee op € 2550,–. Alle regeldrukgevolgen
zijn onvermijdelijk en noodzakelijk om te bereiken dat de volksgezondheid wordt beschermd.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert, zoals ook in eerdere adviezen
over wijzigingen van de Tabaks- en rookwarenregelgeving, in de nota van toelichting
aandacht te besteden aan het voor de regeldruk minder belastende alternatief van de
(geleidelijke) introductie van een algeheel rookverbod voor minderjarigen. Naar verwachting
van de ATR is dit niet alleen minder belastend maar ook effectiever in het bewerkstelligen
van een rookvrije generatie. Een uitstalverbod maakt onderdeel uit van een effectieve
aanpak die op voldoende maatschappelijk draagvlak kan rekenen om een rookvrije generatie
te realiseren. Voor een algeheel rookverbod voor minderjarigen, zoals het ATR adviseert,
is op dit moment politiek en maatschappelijk gezien niet voldoende draagvlak. Bovendien
is een algeheel rookverbod voor minderjarigen uit een oogpunt van handhaafbaarheid
niet realistisch. Daarenboven is de maatregel van het uitstalverbod op twee manieren
breder dan het advies van de ATR doet vermoeden. De maatregel wordt niet enkel voorgesteld
om jongeren te beschermen, - zoals een algeheel rookverbod voor minderjarigen zou
doen - de maatregel draagt ook bij aan het verminderen van het gebruik van tabaksproducten
onder volwassenen, waaronder ex-rokers.
ATR adviseert daarnaast te voorkomen dat de voorkeur voor zelfsluitende deuren tot
norm wordt verheven. Deze betreffende zinsneden in deze toelichting zijn naar aanleiding
van het advies van ATR genuanceerd.
5. Advisering en consultatie
Vanaf 16 juli 2017 tot en met 3 september 2017 heeft een internetconsultatie plaatsgevonden
over het ontwerp van een wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit waarin onder
andere een uitzondering op het uitstalverbod is geregeld en over het ontwerp van een
wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling waarin onder andere de wijze waarop
rookwaren aan het zicht worden onttrokken is uitgewerkt. Bij de consultatie is aangegeven
dat degenen die verbonden zijn aan de tabaksindustrie worden verzocht om alleen een
reactie te geven die strekt tot technische opmerkingen. Dit houdt verband met artikel
5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. Uit dit artikel
volgt dat verdragspartijen maatregelen moeten nemen om het tabaksontmoedigingsbeleid
te beschermen tegen de commerciële belangen van de tabaksindustrie. Bij de weging
van de inhoudelijke argumenten is vervolgens rekening gehouden met dit artikel.
Het verslag op hoofdlijnen van deze internetconsultatie is openbaar gemaakt op 14 februari
2018, met uitzondering van de reacties op de regels over het uitstalverbod, omdat
gekozen is de genoemde onderwerpen te regelen in verschillende AMvB’s en ministeriële
regelingen. Het verslag op hoofdlijnen over het uitstalverbod is openbaar gemaakt
op 7 februari 2019. In de nota van toelichting van de wijziging van het Tabaks- en
rookwarenbesluit is hiervan een samenvatting opgenomen. In de onderhavige toelichting
wordt een samenvatting opgenomen van de reacties van de respondenten op de vragen
die gaan over de voorgestelde eisen in de Tabaks- en rookwarenregeling en mijn antwoorden
daarop. Het gaat dan om reacties van respondenten op de vragen over het verbod op
het gebruik van afbeeldingen bij de onlineverkoop van rookwaren en het verbod op reclame
in etalages van speciaalzaken. De ontvangen reacties hebben geleid tot enkele aanpassingen
van de Tabaks- en rookwarenregeling en de toelichting en ook een aantal verduidelijkingen
daarvan.
In de meerderheid van de reacties wordt expliciet steun uitgesproken voor het voorstel
de regels voor het uitstalverbod van rookwaren tevens te laten gelden voor de online
verkoop. Deze reacties zijn veelal afkomstig van zorgprofessionals en organisaties
die zich inzetten voor tabaksontmoediging en gezondheid en fysieke verkooppunten,
zoals supermarkten, tankstations en speciaalzaken. Zij kunnen zich vinden in het voorstel
om online uitsluitend een tekstuele presentatie van rookwaren toe te staan. Afbeeldingen
en video’s zijn niet meer toegestaan, waarbij ook het doorverwijzen naar andere webpagina’s
met visuele aantrekkelijk kenmerken van tekstuele aanduidingen en afbeeldingen en
video’s van rookwaren niet wordt toegestaan. Deze regels zullen ook toegepast worden
op grensoverschrijdende verkoop op afstand aan een consument die zich in Nederland
bevindt. Door de regels van toepassing te laten zijn op de gehele internetverkoop
wordt de Nederlandse consument beschermd. Ik heb dit in de toelichting bij de Tabaks-
en rookwarenregeling verduidelijkt.
Enige respondenten geven aan dat ook ambulante en mobiele verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten op evenementen en festivals nadrukkelijke aandacht vraagt
in de toelichting bij de regeling. Het uitstalverbod is van toepassing op online verkooppunten
én op alle fysieke verkooppunten die rookwaren verkopen als onderdeel van een breder
verkoopassortiment van producten. Hier vallen ook ambulante en mobiele verkoop van
rookwaren op evenementen en festivals onder. De toelichting bij de Tabaks- en rookwarenregeling
is op dit punt verduidelijkt.
Over de nadere eisen aan de wijze waarop rookwaren uit het zicht moeten worden gehaald
zijn geen opmerkingen of reacties ontvangen. Er is voor mij derhalve geen aanleiding
geweest deze eisen te wijzigen. Wel zijn de gegevens en bescheiden die bij de registratie
moeten worden ingediend nu expliciet in de regelgeving opgenomen in artikel 6.10.
6. Overgangsrecht en inwerkingtreding
De regels die gepaard gaan met het uitstalverbod gaan in per 1 juli 2020 voor supermarkten.
Voor andere verkooppunten, met uitzondering van de speciaalzaken die onder een van
de uitzonderingen in artikel 5.9 van het besluit vallen, zal het uitstalverbod gaan
gelden met ingang van 1 januari 2021.
II Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
De nieuwe paragraaf 6a van de Tabaks- en rookwarenregeling bevat een aantal artikelen
waarin is geregeld hoe de tabaksproducten en aanverwante producten (hierna: rookwaren)
aan het zicht moeten worden onttrokken, en welke gegevens verkooppunten aan de NVWA
moeten verstrekken als zij zich willen registeren.
Artikel 6.7
Artikel 6.7 bepaalt dat rookwaren geheel aan het zicht moeten worden onttrokken. Daarbij
mogen geen contouren of kleuren van de producten zichtbaar zijn. Het staat de detaillist
vrij met welk middel hij de tabaksproducten en aan aanverwante producten aan het zicht
onttrekt. Dat kan door middel van een speciale kast, een aan te brengen (schuif)deur,
een speciale la of eenvoudigweg door een gordijn, mits bij opening daarvan geen groter
oppervlakte van het schap zichtbaar wordt dan 1,5 m2.
Ook wanneer rookwaren voor verkoop op afstand worden aangeboden aan een consument
die zich in Nederland bevindt, mogen deze producten niet getoond worden. De uitwerking
van de wijze waarop deze producten aan het zicht worden onttrokken, betekent voor
internetverkoop dat de producten slechts door middel van een neutrale en sobere beschrijving
zonder afbeelding aangeduid mogen worden. Onder een neutrale en sobere beschrijving
wordt verstaan een beschrijving in letters in een niet opvallende kleur, zoals zwart,
en in een niet in het oog springend lettertype.
Artikel 6.8
In artikel 6.8 is geregeld dat het middel waarmee rookwaren aan het zicht wordt onttrokken
sober en neutraal moet zijn, geen licht- of geluidseffecten bevat en zowel aan de
binnen- als buitenzijde neutraal van kleur is. Hieronder wordt verstaan dat de kast,
deur, lade of het gordijn een neutrale, niet in het oog springende kleur heeft, zodat
het middel ook niet opvalt ten opzichte van de rest van de inrichting van de winkel.
Hiermee wordt voorkomen dat de aandacht van consumenten op de rookwaren wordt gevestigd.
Het middel waarmee de rookwaren aan het zicht worden onttrokken, kan wel evenwel aan
de binnenzijde verlichting bevatten waardoor het personeel van het verkooppunt de
producten goed kan zien. Een verbod op lichteffecten is immers geen verbod op functionele
verlichting.
Het middel waarmee de bedoelde producten aan het zicht worden onttrokken, mag een
aanduiding bevatten waaruit blijkt dat de rookwaren worden verkocht, maar ook die
moet neutraal en sober zijn, en daarmee in een niet in het oog springend lettertype,
vormgeving, kleur en -grootte zijn vormgegeven. Daarmee is het middel waarmee de producten
aan het zicht worden onttrokken, volledig neutraal. Indien daartoe aanleiding bestaat
zal in een beleidsregel worden uitgewerkt wat wordt verstaan onder een neutrale en
sobere aanduiding van de verkoop van rookwaren.
Artikel 6.9
Artikel 6.9 bevat regels over het openen van het middel waarmee de rookwaren aan het
zicht worden onttrokken.
Het middel mag tijdens openingsuren van het verkooppunt slechts worden geopend door
het personeel van het verkooppunt ten behoeve van de verstrekking aan de consument
en eventueel ter aanvulling van de voorraad. Bij opening mogen slechts de tabaksproducten
en aanverwante producten zichtbaar worden, en, voor zover die ook aan het zicht zijn
onttrokken door hetzelfde middel, de daarbij behorende accessoires. Dat maakt dat
het middel slechts geopend behoeft te worden voor de verstrekking of aanvulling van
deze producten en dat het aantal openingen daarmee beperkt is. Ten behoeve van reiniging
kan het middel dus slechts buiten de openingstijden van het verkooppunt worden geopend.
Het middel mag slechts geopend worden voor de duur die noodzakelijk is voor het verstrekken
van de rookwaren aan de klant, of het aanvullen van de voorraad. Het middel sluit
na opening bij voorkeur automatisch. Wanneer dat niet het geval is, dan moet het middel
zo spoedig mogelijk worden gesloten.
In het tweede lid is geregeld dat achter de kastdeur, in de lade of achter het gordijn
waarmee tabaksproducten en aanverwante producten uit het zicht worden onttrokken,
enkel díe producten en de daarbij behorende accessoires mogen worden geplaatst. Dit
voorkomt dat consumenten die geheel andere producten wensen te kopen, alsnog zicht
krijgen op de tabaksproducten en aanverwante producten. Voorts mag bij opening slechts
een oppervlakte van 1,5 m2 van het schap met de bedoelde producten zichtbaar worden. Dat maakt dat de opening
niet te groot zal zijn waardoor niet te veel producten zichtbaar worden.
In het derde lid is opgenomen dat de rookwaren worden getoond in een gesloten verpakking,
tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding. Tot op het moment
van inwerkingtreding van deze regeling gold deze eis op grond van artikel 5 van de
wet. Deze eis betreft daarmee slechts een verplaatsing, geen beleidsinhoudelijke wijziging.
Voorts regelt artikel 6.9, vierde lid, dat wanneer de producten bij opening van het
middel waarmee de producten aan het zicht worden onttrokken voor de consument zichtbaar
worden, de gezondheidswaarschuwing op de voorzijde van de verpakking in de juiste
leesrichting zichtbaar moet zijn. Dat betekent dat de pakjes rechtop moeten staan
zodat de gehele waarschuwing op de voorzijde van de verpakking in de juiste leesrichting
leesbaar is en de bijbehorende foto in dezelfde richting zichtbaar is. Voorts geldt
dat de pakjes onder een hoek van 90° ten opzichte van de ondergrond moeten staan.
Deze eis wordt gesteld om ervoor te zorgen dat wanneer het product zichtbaar wordt,
de gezondheidswaarschuwing goed leesbaar is. Voorts wordt hiermee voorkomen dat door
het schuin plaatsen van de pakjes deze de aandacht kunnen trekken doordat daardoor
bijvoorbeeld (alleen) de onderkant zichtbaar is, waarop slechts het beeldmerk zonder
gezondheidswaarschuwing staat.
Op de regel dat de pakjes rechtop moeten staan, bestaat de uitzondering dat de waarschuwing
niet zichtbaar behoeft te zijn, wanneer bij opening van het middel slechts één enkel
product zichtbaar wordt. Dit kan uitkomst bieden voor zogenoemde ‘kooikasten’ waarin
de pakjes liggen en waarbij een klepje geopend kan worden waarmee slechts een beperkte
oppervlakte van een enkel pakje zichtbaar wordt. Dit is geregeld in het vijfde lid.
Artikel 6.10
Met artikel 6.10 is bepaald hoe de registratie plaatsvindt van een speciaalzaak die
onder een van de uitzonderingen, beschreven in artikel 5.9 van het besluit, wil vallen
en die dus rookwaren wil kunnen tonen. Als zij aan de in artikel 5.9 van het besluit
genoemde eisen voldoen, vallen deze speciaalzaken door de registratie niet onder het
verbod om tabaksproducten en aanverwante producten te tonen en niet onder het verbod
tabaksproducten en aanverwante producten in de handel te brengen zonder ter handstelling
door tussenkomst van een verstrekkende persoon.
De registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in artikel
5.9, eerste lid, van het besluit, zal bij registratie moeten doorgeven wat de naam of handelsnaam
is van de speciaalzaak, het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak
gevestigd is en het correspondentieadres.
Bij de registratie van een speciaalzaak die valt onder de uitzondering, bedoeld in
artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, zal bij de registratie voor 1 januari 2021 daarnaast de naam
van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie komt te staan
moeten worden doorgeven, evenals het nummer waarmee de speciaalzaak in het handelsregister
is geregistreerd.
Artikel 6.11
In speciaalzaken die aan de voorwaarden van artikel 5.9, eerste lid, of artikel 5.9,
tweede lid, van het besluit voldoen mogen de rookwaren die te koop worden aangeboden
worden getoond. Artikel 6.7 van de regeling is immers niet van toepassing op deze
speciaalzaken. Wanneer in deze speciaalzaken rookwaren worden getoond, dan moet dat
plaatsvinden in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en met een
normale prijsaanduiding). Het tonen van rookwaren in dergelijke speciaalzaken geschiedt
daarmee op een wijze die in overeenstemming is met de reguliere presentatie zoals
die tot voor kort gold op grond van artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet.
Uit het tweede lid volgt dat de eis van een gesloten verpakking niet geldt voor sigaren,
pijp- en pruimtabak, die worden getoond in een dergelijke speciaalzaak.
Voorts moet op grond van het derde lid de gehele gezondheidswaarschuwing op de voorzijde
van de verpakking in de juiste leesrichting zichtbaar zijn en moeten de pakjes onder
een hoek van 90° staan ten opzichte van de ondergrond. Dit om ervoor te zorgen dat
de gezondheidswaarschuwing in zijn geheel goed zichtbaar is. Deze bepaling geldt ook
voor sigaren, pijp- en pruimtabak.
Artikel II
Artikel II bevat de inwerkingtredingsbepaling. Voor de inwerkingtreding wordt aangesloten
bij de inwerkingtreding van de wijziging van het besluit, en de inwerkingtreding van
artikel 5.3, derde lid, van de wet, te weten 1 januari 2020. Vanaf die datum kunnen
verkooppunten die onder een van de uitzonderingen van artikel 5.9 van het besluit
vallen, zich daartoe registreren. Door het overgangsrecht dat is opgenomen in het
besluit, gaat het uitstalverbod voor supermarkten vervolgens in op 1 juli 2020, en
voor overige verkooppunten van rookwaren op 1 januari 2021.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis