De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
In de tabel van artikel 3 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019
wordt in de rij van titel 3.9 ‘€ 4.000.000’ vervangen door ‘€ 6.000.000’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 27 september 2019
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijzigingsregeling wordt het subsidieplafond van de subsidiemodule Samenwerkingsprojecten
wetenschap en visserij (titel 3.9 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies)
opgehoogd. Omdat er bij de vorige openstellingsperiodes veel belangstelling was voor
de subsidiemodule Samenwerkingsprojecten wetenschap en visserij en de verwachting
was dat de belangstelling de komende periode nog verder zou toenemen, is via een eerdere
wijzigingsregeling1 deze subsidiemodule opnieuw opengesteld voor de periode van 2 september 2019 tot
en met 14 november 2019. Het subsidieplafond is thans vastgesteld op € 4.000.000.
Er is echter in de afgelopen periode gebleken dat de vraag nog verder zal toenemen
dan eerder werd verwacht. Om die reden wordt met deze wijzigingsregeling het subsidieplafond
nog eens met € 2.000.000 opgehoogd.
2. Staatssteun
Deze subsidiemodule is gebaseerd op de artikelen 28 en 44, derde lid, van verordening
(EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het
Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen
(EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van
de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU
2014,L 149) (hierna: verordening 508/2014). Op grond van artikel 8, tweede lid, van
verordening 508/2014 zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen
van de staten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet
van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming
met die verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De
steun die op grond van de artikelen 28 en 44, derde lid, van verordening 508/2014
via voormelde subsidiemodule gegeven kan worden, valt binnen deze categorie. Deze
subsidiemodule voldoet aan en reikt niet verder dan wat de bepalingen van verordening
508/2014 mogelijk maken. De betalingen die op grond van deze subsidiemodule plaatsvinden,
dienen ter uitvoering van verordening 508/2014 en het operationeel programma dat gebaseerd
is op deze verordening en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Bovendien vallen
de subsidiabele activiteiten binnen het toepassingsgebied en de doelstellingen van
verordening 1380/2013 (zie de artikelen 1 en 2 van deze verordening), wat maakt dat
zij binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. Dit is door de goedkeuring
van het operationeel programma bevestigd. De ophoging van het subsidieplafond heeft
geen effect op de staatssteun aspecten.
3. Regeldruk
De ophoging van het subsidieplafond leidt niet tot een toe- of afname van de administratieve
lasten bij de gebruikers van deze subsidiemodule.
4. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum wordt afgeweken van de
systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen
met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden
voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat
de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Door de ophoging van het subsidieplafond
voor voormelde openstellingsperiode kunnen namelijk mogelijk meer subsidieaanvragen
gehonoreerd worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten