Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 september 2019, nummer 2707238, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdvierenzestigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 47, eerste lid, 50, vierde lid, 59 en 59a, 59b en 66a van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 2.2, eerste lid, 3.48, tweede lid, onderdeel b en 3.51, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.24aa wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel e, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;

  • g. verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel i, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • j. verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;

  • k. verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid.

B

In artikel 4.16, eerste en tweede lid, en artikel 6.2 wordt ‘bevelhebber van de Koninklijke marechaussee’ vervangen door ‘Commandant der Koninklijke marechaussee’

C

Artikel 5.1 komt te luiden:

Artikel 5.1

Indien de korpschef of de Commandant der Koninklijke marechaussee de bevoegdheid, bedoeld in artikel 50, vierde lid, van de Wet, mandateert, doet hij dat niet dan aan een ambtenaar, belast met het toezicht op vreemdelingen, die tevens hulpofficier van justitie is, of aan de ambtenaar met ter zake voldoende kennis en kunde van politie of van de Koninklijke marechaussee die daartoe is aangewezen door de korpschef, respectievelijk de Commandant der Koninklijke marechaussee.

D

In artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘door de ambtenaar van politie met ter zake voldoende kennis en kunde die daartoe is aangewezen door de korpschef’ vervangen door ‘door de ambtenaar met ter zake voldoende kennis en kunde van politie of van de Koninklijke marechaussee die daartoe is aangewezen door de korpschef, respectievelijk de Commandant der Koninklijke marechaussee.’

E

In artikel 6.5, eerste lid, wordt ‘door de ambtenaar van politie met ter zake voldoende kennis en kunde die daartoe is aangewezen door de korpschef’ vervangen door ‘door de ambtenaar met ter zake voldoende kennis en kunde van politie of van de Koninklijke marechaussee die daartoe is aangewezen door de korpschef, respectievelijk de Commandant der Koninklijke marechaussee.’

F

Bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onder a, komt te luiden als aangegeven in de bijlage 1 behorend bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 september 2019

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000

Luchthaven

Luchthavencode

Accra International Airport

ACC

Abu Dhabi International Airport

AUH

Bahrein International Airport

BAH

Boryspil International Airport

KBP

Casablanca International Airport

CMN

Ezeiza International Airport

EZE

Damman- King Fahd International Airport

DMM

Dar Es Salaam International Airport

DAR

Dubai International Airport

DXB

Dubai Al Maktoum International Airport

DWC

Entebbe International Airport

EBB

Guangzhou Baiyun International Airport

CAN

Hong Kong International Airport

HKG

Hamad International Airport

DOH

Istanbul International Airport

IST

Istanbul Sabiha Gökçen International Airport

SAW

Izmir International Airport

ADB

Johan Adolf Pengel International Airport

PBM

Johannesburg International Airport

JNB

Kigali International Airport

KGL

Kuala Lumpur International Airport

KUL

Konya Airport

KYA

Kuwait International Airport

KWI

Lagos International Airport

LOS

Lungi International Airport

FNA

Moskou Sheremetjevo International Airport

SVO

Muscat International Airport

MCT

Nairobi Jomo Kenyatta International Airport

NBO

New Delhi Indira Gandhi International Airport

DEL

Rafael Núnez International Airport

CTG

Rafik Hariri International Airport

BEY

Roberts International Airport

RBO

Sao Paulo International Airport

GRU

Singapore Changi International Airport

SIN

Teheran Imam Khomeini International Airport

IKA

Tirana Nene Tereza International Airport

TIA

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat een uitwerking van het Besluit tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de aanpassing van enkele regels voor de beoordeling van verblijfsaanvragen (Stb. 2019, 143), een wijziging van de kring van beambten werkzaam voor de Koninklijke Marechaussee die bevoegd tot het in bewaring stellen van vreemdelingen uitgebreid en een aanpassing van de lijst met afschriftplichtige luchthavens.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 3.24aa, eerste en tweede lid)

In artikel 3.24aa worden twee categorieën vreemdelingen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met tijdelijke (artikel 3.48, tweede lid, aanhef en onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000) of niet-tijdelijke (artikel 3.51, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000) humanitaire gronden kan worden verleend, aangewezen.

Bij brief van 30 juli 2019 is de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2019/20, 19 637, nr. 2522) geïnformeerd over de specifieke aanwijzing van twee nieuwe categorieën vreemdelingen.

In het eerste lid van dit artikel worden op grond van artikel 3.48, tweede lid, aanhef en onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000 twee nieuwe categorieën vreemdelingen aangewezen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder de beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden. In de tabel wordt bij de categorie vreemdelingen de vindplaats van het bijbehorende beleid in de Vreemdelingencirculaire 2000 vermeld.

Categorie vreemdelingen met verblijfsdoel:

Vc 2000:

verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel

B8/13

verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid

B8/14

In het tweede lid van dit artikel worden op grond van artikel 3.51, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 twee nieuwe categorieën vreemdelingen aangewezen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder de beperking verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden. In de tabel wordt bij de categorie vreemdelingen de vindplaats van het bijbehorende beleid in de Vreemdelingencirculaire 2000 vermeld.

Categorie vreemdelingen met verblijfsdoel:

Vc 2000:

verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel

B9/16

verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid

B9/17

Onderdelen B tot en met E (artikelen 5.1, 5.3, eerste, tweede en derde lid, 6.5, eerste lid)

Met deze wijziging wordt de kring van beambten werkzaam voor de Koninklijke Marechaussee die bevoegd zijn tot het in bewaring stellen van vreemdelingen uitgebreid, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de relevante kwalificaties die bij de betreffende ambtenaar aanwezig moeten zijn.

De Koninklijke Marechaussee ervaart sedert jaren een tekort aan hulpofficieren van justitie. Dit is er in gelegen dat hulpofficieren van justitie breed inzetbaar moeten zijn voor de gehele politietaak van de Koninklijke Marechaussee en bovendien op zodanige wijze worden ingeroosterd dat zij gedurende 24 uur op alle dagen van de week, beschikbaar zijn. Tegelijk is de inzet van hulpofficieren op het terrein van vreemdelingenbewaring steeds specialistischer en tijdsintensiever geworden. Het proces dient bovendien als regel in zes uren te worden afgerond waardoor de beschikbaarheid des te prangender wordt. Voorkomen moet worden dat inbewaringstellingen in situaties waarin deze wel noodzakelijk zijn, om deze reden niet kunnen worden opgelegd. Ook moet er in het proces van in bewaring stellen meer aandacht en tijd besteed worden aan de afweging of een alternatief voor in bewaring stelling aan de orde is.

Middels de nu geïntroduceerde regeling wordt dit ondervangen. Er wordt aansluiting gezocht bij de regeling voor de medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek en de Vreemdelingenpolitie waarmee – eveneens bij ministeriële regeling – een gecontroleerd aantal personen bevoegd is gemaakt tot deze handelingen met betrekking tot de inbewaringstelling in de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 juli 2014, nummer 539766, tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdnegenentwintigste wijziging) (Stcrt. 2014, 20666).

Middels deze regeling kan nog beter worden gewaarborgd dat de oplegging van de maatregel van vreemdelingenbewaring met voldoende waarborgen is omgeven. Al deze ambtenaren zullen – net als de medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek en de politie die tot inbewaringstelling bevoegd zijn – ofwel ten aanzien van het opleggen van een maatregel van vreemdelingenbewaring een gelijkwaardige opleiding hebben genoten als een hulpofficier van justitie werkzaam in het vreemdelingendomein, ofwel zal er op andere wijze in voorzien worden dat de betreffende medewerker beschikt over de relevante kennis om op juiste wijze te toetsen of oplegging van vreemdelingenbewaring rechtmatig kan plaatsvinden. Het betreft bovendien ervaren medewerkers die kunnen bogen op relevante ervaring in het vreemdelingendomein en in veel gevallen de hulpofficier van justitie al langere tijd ondersteunden bij de inbewaringstelling. Het is uitdrukkelijk niet zo dat alle medewerkers van de Koninklijke Marechaussee die bevoegd zijn om besluiten te nemen, bevoegd zullen zijn om een maatregel van vreemdelingenbewaring op te leggen. De oplegging van de maatregel van bewaring is een ingrijpende bevoegdheid die door middel van de hiervoor beschreven opleidingseisen zorgvuldig wordt ingebed.

In het tweede en derde lid van artikel 5.3 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 is tot uiting gebracht dat deze personen ook de taken die tot nu toe zijn belegd bij de hulpofficier van Justitie kunnen uitvoeren bij het verlengen en opheffen van de maatregel. Door aanpassing van artikelen 5.1 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, strekt hun bevoegdheid ook tot het verlengen van de periode van ophouding als bedoeld in artikel 50, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, en middels de verwijzing in artikel 5.4, het tijdelijk wijzigen van de ten uitvoerlegging en het doen van de kennisgeving aan de ambassade van het land van herkomst bedoeld in artikel 5.5, eerste en tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Deze bevoegdheden liggen in het verlengde van de oplegging van de maatregel en ook daar kan de beschikbaarheid van hulpofficieren van justitie knellen. Om deze reden is in deze wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 ook geregeld dat de nieuw toegevoegde groep ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee in dezelfde gevallen als een hulpofficier van justitie het inreisverbod kan opleggen. Uit het oogpunt van efficiëntie wordt het inreisverbod, waar aan de orde, immers zo veel mogelijk gelijktijdig met de inbewaringstelling opgelegd en het anders inregelen zou sterk afbreuk doen aan het nuttig effect van de voorliggende wijziging. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat de ambtenaren in kwestie, gezien artikel 6.4, eerste lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, al over de bevoegdheid beschikken een terugkeerbesluit op te leggen.

De aangewezen ambtenaren zullen op een lijst worden geplaatst welke onder beheer van de Commandant der Koninklijke Marechaussee zal vallen.

Met deze wijziging wordt voorts in het Voorschrift de benaming ‘bevelhebber der Koninklijke marechaussee’ omgezet in ‘commandant der Koninklijke marechaussee’. Deze laatste benaming, die ook in de Vreemdelingenwet wordt gehanteerd, sluit beter aan bij de thans gehanteerde terminologie. Hiermee wordt uiteraard geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Onderdeel F (bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a)

Bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, wijst de vervoerders aan die de documenten van hun passagiers dienen te fotograferen, te fotokopiëren of te scannen. Hiervoor zijn alle vervoerders aangewezen indien zij vanaf bepaalde luchthavens naar Nederland vliegen. Om de luchtvaartmaatschappijen niet onnodig te belasten, is de opsomming beperkt tot een aantal luchthavens waarvandaan niet gedocumenteerde vreemdelingen worden aangevoerd. Teneinde de maatregel zo effectief mogelijk te laten zijn, wordt de lijst met luchthavens steeds geactualiseerd aan de hand van ervaringsgegevens.

De ervaringsgegevens van februari 2019 tot en met juli 2019 hebben geleid tot een aangepaste lijst van zesendertig afschriftplichtige luchthavens. Zesendertig luchthavens die het laatste half jaar op de lijst worden genoemd, blijven gehandhaafd. Luchthaven Istanbul Ataturk is van de lijst afgehaald, omdat hier vandaan niet langer internationale vluchten vertrekken. De nieuwe internationale luchthaven van Istanbul heeft deze taak inmiddels geheel overgenomen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven