Besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank van 16 september 2019, tot wijziging van de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016, zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2019 (Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB september 2019)

De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 47a Participatiewet, artikel 8a van de Remigratiewet, de paragrafen 3 en 4 van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW, artikel 20 van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 en artikel 9 van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom, alsmede gelet op het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;

Besluit:

ARTIKEL I

1. De volgende onderdelen van de SVB Beleidsregels die zijn vastgesteld in de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608), zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2019 (Stcrt. 1 april 2019, nr. 16818) wijzigen: SB1002, SB1022, SB1046, SB1050, SB1058, SB1059, SB1246, SB1247, SB1273, SB1292, SB1301, SB1307, SB1309, SB1312, SB2181 en SB3192.

2. De gewijzigde onderdelen, bedoeld in het eerste lid, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

De bijlage, bedoeld in artikel I, tweede lid, ligt ter inzage bij het hoofdkantoor en de locaties van de Sociale verzekeringsbank. De SVB Beleidsregels kunnen worden geraadpleegd op de website www.svb.nl/beleidsregels.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL IV

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB september 2019.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amstelveen, 16 september 2019

De voorzitter van de Raad van bestuur, S.T. Sibma

TOELICHTING

Inleiding

De Sociale verzekeringsbank (SVB) publiceert sinds 1997 het beleid dat zij hanteert bij de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen. Sinds 2008 publiceert de SVB haar beleidsregels in de vorm van een website, waarbij ieder onderdeel van de SVB Beleidsregels een SB-nummer heeft.

Tot 2017 vond publicatie van de SVB Beleidsregels plaats door bekendmaking van een besluit, waarin de Raad van bestuur van de SVB alle SB-nummers opnieuw vaststelde. De volledige verzameling SB-nummers werd opgenomen als bijlage bij het besluit. De beleidsregels zijn voor de laatste keer op deze wijze vastgesteld in het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608).

Met ingang van 2017 stelt de Raad van bestuur van de SVB alleen gewijzigde, toegevoegde en vervallen SB-nummers vast. De bijlage bij het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB september 2019 bevat daarom uitsluitend deze SB-nummers. Het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608), zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2019 (Stcrt. 1 april 2019, nr. 16818) blijft de grondslag voor de ongewijzigde SB-nummers.

De SVB Beleidsregels kunnen worden geraadpleegd op de website www.svb.nl/beleidsregels. De SVB Beleidsregels kunnen ook worden ingezien bij het hoofdkantoor en de locaties van de SVB. Daar ligt tevens de bijlage bij dit besluit ter inzage.

Inhoud en reikwijdte van de beleidsregels

De beleidsregels hebben niet uitsluitend betrekking op de toepassing van zuiver discretionaire bepalingen (zogenaamde ‘kan-bepalingen’), maar ook op de uitleg van wettelijke bepalingen in situaties waarin deze meerdere interpretaties toestaan. Ook ten behoeve van een uniforme uitleg van jurisprudentie zijn regels geformuleerd.

De beleidsregels zoals de SVB die hanteert, zijn ook verwerkt in instructies gericht aan de directie Dienstverlening Sociale Verzekeringen. Deze instructies bevatten daarnaast administratieve en procedurele instructies. Dergelijke instructies hebben een zuiver intern karakter en worden veelvuldig aangepast, waardoor ze niet geschikt zijn voor bekendmaking aan derden. De SVB Beleidsregels worden weergegeven zonder de interne administratieve en procedurele aspecten.

Daarnaast is van belang dat de SVB Beleidsregels geen uitputtend beeld geven van het beleid van de SVB. Beleid dat nog niet is uitgekristalliseerd, of uitsluitend om strategische redenen wordt gevoerd, bijvoorbeeld om jurisprudentie uit te lokken, is bijvoorbeeld niet opgenomen. Ook de omvang van de beschrijving van de regels verschilt. De reden hiervan is gelegen in het feit dat sommige bepalingen, doordat ze al veel langer bestaan of door veelvuldiger toepassing, meer ontwikkeld zijn dan andere.

Ten slotte kan de SVB niet garanderen dat alle beleidsregels volledig actueel zijn. Er kan sprake zijn van wetswijzigingen of nieuwe rechterlijke uitspraken die nog niet zijn verwerkt. Dit is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de besluitvorming en de feitelijke publicatie van nieuwe beleidsregels enige tijd vergen.

De beleidsregels zijn afgesloten naar de stand van zaken op 30 juni 2019.

Overzicht van wijzigingen en toevoegingen

Deze paragraaf beschrijft de wijzigingen en toevoegingen die inhoudelijk relevant zijn. Gewijzigde SB-nummers die hieronder niet worden toegelicht bevatten alleen kleine redactionele wijzigingen. Daaronder verstaat de SVB bijvoorbeeld de wijziging van een titel, een correctie in de opmaak, een herziening van de grondslag of herstel van een typefout.

Deel I (AOW, Anw, AKW, Participatiewet, OBR, Remigratiewet, TAS 2014 en TNS) bevat de volgende wijzigingen:

  • In SB1002 (Huwelijk en duurzaam gescheiden leven) is het beleid ten aanzien van de toepassing van de Remigratiewet aangepast. De reden is dat de term ‘duurzaam gescheiden leven’ in artikel 5, eerste lid Remigratiewet is opgenomen.

  • In SB1022 (Ingezetene/wonen) is een passage opgenomen over de rol die de Basisregistratie personen (BRP) speelt bij de beoordeling of een persoon ingezetene is van Nederland. Deze passage stond tot de herziening van de beleidsregels van februari 2019 in SB1029 en is door die herziening onbedoeld uit de beleidsregels verwijderd. Inhoudelijk is het beleid niet gewijzigd.

  • SB1046 (De premie voor de vrijwillige verzekering) is aangepast omdat het minimumjeugdloon sinds 1 januari 2017 (en tot 1 juli 2019) geldt tot de leeftijd van 22 jaar.

  • In SB1050 (Schuldige nalatigheid) is verduidelijkt dat schuldige nalatigheid uitsluitend ziet op het niet of niet volledig betalen van de verschuldigde AOW-premie. De overige wijzigingen in dit onderdeel zijn redactioneel van aard.

  • SB1058 (Export van uitkeringen) bevat een aantal wijzigingen. Allereerst is dit onderdeel aangepast vanwege een uitspraak van de CRvB van 14 februari 2019. Hierin overwoog de CRvB dat de toepassing van artikel 7b, eerste lid AKW soms in strijd is met artikel 33, eerste lid van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake sociale zekerheid.

    De volgende wijzigingen in SB1058 hebben geen inhoudelijke gevolgen:

    • De opsomming van situaties waarin recht op een uitkering kan bestaan bij wonen in het buitenland is verwijderd. Deze situaties volgen uit de wet en hoeven niet in dit onderdeel te worden herhaald.

    • Achter Kaapverdië is tussen haakjes aangegeven dat export van kinderbijslag mogelijk is tot 1 juli 2019. Op die datum is het wijzigingsprotocol bij het verdrag met Kaapverdië voorlopig van toepassing geworden.

    • De uitleg van de zinsnede ‘blijft voldoen aan de voorwaarden voor het recht’ is niet alleen van belang voor de toepassing van artikel 62a AOW en artikel 68a Anw, maar ook voor de toepassing van artikel 62 AOW en artikel 68 Anw. Laatstgenoemde artikelen zijn daarom toegevoegd.

    • In dit onderdeel stond dat de SVB artikel 41b AKW zo interpreteert dat deze bepaling niet van toepassing is als het kind wordt geboren na de peildatum van het kwartaal waarin het verdrag buiten werking treedt (etc). Deze interpretatie is overbodig, omdat uit artikel 41b, tweede lid AKW blijkt dat het overgangsrecht alleen van toepassing is als het kind op voornoemde peildatum in het andere verdragsland woont. Daaruit volgt dat het kind op die peildatum geboren moet zijn.

    • De passage over de analoge toepassing van het overgangsrecht van artikel 41b AKW is geschrapt omdat het beleid is uitgewerkt. Hierin stond dat de SVB het overgangsrecht van artikel 41b AKW naar analogie toepast als de verzekerde ouder op 1 januari 2015 niet langer recht heeft op kinderbijslag, omdat hij niet valt onder de personele werkingssfeer van EG-verordening 883/2004.

  • Aan SB1059 (Remigratiewet) is toegevoegd dat de SVB de situatie waarin een rijksorgaan een schuld schriftelijk buiten invordering stelt, beschouwt als een afbetalingsregeling als bedoeld in artikel 2b, eerste lid, onder d Remigratiewet.

  • SB1246 (Mededelingsverplichting Anw) is aangepast vanwege de toepassing van de kostendelersnorm in de Anw. De kostendelersnorm is met ingang van 1 juli 2015 ingevoerd in de Anw. De mededelingsverplichting Anw was hierop per abuis niet volledig aangepast.

  • Aan SB1247 (Mededelingsverplichting AKW) zijn verplichtingen toegevoegd die verband houden met de toepassing van artikel 33, eerste lid van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake sociale zekerheid. De aanleiding is een uitspraak van de CRvB van 14 februari 2019. Zie ook de toelichting bij SB1058 (Export van uitkeringen).

  • SB1292 (Toepassing van de kostendelersnorm in de Anw en de Participatiewet) is aangepast, omdat het overzicht van personen die niet het hoofdverblijf delen met de nabestaande of die niet als kostendelende medebewoner in de zin van de Participatiewet worden aangemerkt, niet volledig was.

  • SB1301 (Toepassing van het woonlandbeginsel in de Anw en AKW) bevat een aantal wijzigingen. Allereerst is dit onderdeel aangepast vanwege een uitspraak van de CRvB van 14 februari 2019. Uit deze uitspraak volgt dat het woonlandbeginsel AKW soms in strijd is met artikel 33, eerste lid van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake sociale zekerheid.

    De volgende wijzigingen in SB1301 hebben geen inhoudelijke gevolgen:

    • De landen waarvoor de SVB het woonlandbeginsel niet toepast zijn samengevoegd tot twee categorieën (Anw en AKW). Geschrapt is tot welke datum rechtens onaantastbare beschikkingen worden herzien, omdat dit niet meer actueel is.

    • Ten aanzien van Kaapverdië is aangegeven dat het buiten toepassing laten van het woonlandbeginsel geldt tot 1 juli 2019. Op die datum is het wijzigingsprotocol bij het verdrag met Kaapverdië voorlopig van toepassing geworden.

    • Marokko is verwijderd uit de lijst met landen waarvoor het woonlandbeginsel Anw en AKW niet wordt toegepast. Reden daarvoor is dat de woonlandfactor uit de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 niet wordt toegepast voor Marokko, maar er sinds 1 oktober 2016 wel een korting plaatsvindt op grond van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko inzake sociale zekerheid.

    • De naam Macedonië is gewijzigd in Noord-Macedonië, vanwege de naamswijziging die van kracht is geworden op 12 februari 2019.

  • In SB1307 (Ingangsdatum bij aanvraag AIO-aanvulling) is aan de hand van jurisprudentie van de CRvB verduidelijkt welke terugwerkende kracht de SVB hanteert indien sprake is van bijzondere omstandigheden om de AIO-aanvulling te verlenen over tijdvakken die liggen voor de datum van de melding of de aanvraag.

  • SB1312 (Mededelingsverplichting Participatiewet) is aangepast vanwege de toepassing van de kostendelersnorm in de Participatiewet. De kostendelersnorm is met ingang van 1 januari 2015 ingevoerd in de Participatiewet. De mededelingsverplichting Participatiewet was hierop per abuis niet volledig aangepast.

Deel II (Internationaal) bevat de volgende wijziging:

  • SB2181 (Huwelijkse tijdvakken) is aangepast vanwege de naamswijziging van Macedonië.

Deel III (Awb) bevat de volgende wijziging:

  • In SB3192 (Belanghebbende) is geschrapt dat de SVB de werknemer voor wie een verklaring toepasselijke wetgeving is aangevraagd, ervan in kennis stelt dat een dergelijke aanvraag is ontvangen. Daarmee is dit onderdeel in lijn gebracht met de gewijzigde uitvoeringspraktijk.

De voorzitter van de Raad van bestuur, S.T. Sibma

Naar boven