Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2019, nr. WJZ/ 18313813, houdende wijziging van de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3, eerste en derde lid, van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;

Besluit:

ARTIKEL I

In de bijlage bij de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 worden kaart 5 en kaart 10 vervangen door de bijlagen bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 augustus 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

BIJLAGEN BIJ ARTIKEL I

TOELICHTING

Met deze regeling wordt de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 gewijzigd. De reden voor deze wijziging is het aanpassen van de begrenzingen van de bufferzones Opheusden en Uden-Boxmeer-Venray. De kaarten met de gewijzigde begrenzingen van de genoemde bufferzones zijn aangegeven, zijn als bijlagen bij deze regeling gevoegd.

Achtergrond:

Europese regelgeving (Richtlijn 2000/29/EG) schrijft voor dat de plantenziekte bacterievuur, veroorzaakt door de bacterie Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., moet worden bestreden. Deze ziekte bedreigt de fruitteelt en de bedrijfsmatige teelt van voor bacterievuur gevoelige planten (zgn. waardplanten). Hieronder vallen boomkwekerijgewassen, zoals appel en peer. Maar ook planten in het openbaar en particulier groen, zoals de meidoorn en de mispel.

In Nederland komt bacterievuur voor.

In verschillende landen in de Europese Unie (EU) zijn beschermde gebieden (protected zones) aangewezen die vrij zijn van bacterievuur. Alleen onder voorwaarden kunnen in deze beschermde gebieden waardplanten van bacterievuur worden binnengebracht.

Om naar deze ‘beschermde gebieden’ waardplanten van bacterievuur te mogen exporteren, geeft Richtlijn 2000/29/EG aan dat de plaats waar deze waardplanten zijn geproduceerd en een bepaalde zone daaromheen vrij moeten zijn van bacterievuur.

Om de export van dergelijke boomkwekerijproducten naar de beschermde gebieden in Europa toch mogelijk te maken, zijn in Nederland bufferzones rondom boomteeltgebieden ingesteld. Hier is het verboden, anders dan in het kader van de bedrijfsmatige teelt, voor bacterievuur gevoelige waardplanten te telen en/of aan te planten. Waardplanten die op een perceel binnen een bufferzone zijn geteeld en waarvan de afstand van het perceel tot aan de grens van de bufferzone niet minder dan één kilometer bedraagt, mogen voorzien worden van een Zona Protecta Bacterievuur (ZPb2)-plantenpaspoort. Zij mogen dan worden geëxporteerd naar de beschermde gebieden binnen de EU.

Uitzonderingsgebieden voor meidoorn

De meidoorn is een waardplant voor bacterievuur. De meidoorn heeft in Nederland echter ook een ecologische en landschappelijke functie in het buitengebied. Om de aanplant van de meidoorn in de bufferzones toch mogelijk te maken, kunnen gebieden binnen de bufferzone worden aangewezen waar de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt. Binnen deze gebieden geldt dan een uitzondering op het (aanplant)verbod voor meidoorn.

Bufferzone Opheusden

De aanpassing van de begrenzing van de bufferzone Opheusden gebeurt op verzoek van boomkwekers in deze regio. Zij willen in aanmerking komen voor het gebruik van het ZPb2-plantenpaspoort om de boomkwekerijproducten te exporteren.

De aanpassing van de bufferzone Opheusden gaat om een verplaatsing van de bufferzonegrens

  • ten oosten van Veenendaal, de nieuwe grens volgt de provinciale weg tot de N233;

    en

  • ten noorden van Lingen en Lienden; de nieuwe grens loopt langs de Rijnbankdijk, Rijndijk en Marsdijk en buigt ten oosten van Rhenen richting Veenendaal.

Ook is op verzoek van de natuurorganisaties met de belanghebbenden in de bufferzone Opheusden overeenstemming bereikt om in deze bufferzone een aantal nieuwe uitzonderingsgebieden voor de meidoorn aan te wijzen. De meidoorn speelt in deze gebieden een landschappelijk bepalende rol. In deze gebieden wordt het toegestaan meidoorn aan te planten. De nieuwe uitzonderingsgebieden volgen het natuurbeheerplan van de provincie Utrecht, en bevinden zich in de uiterwaarden ten noorden van de Rijn, langs de provinciale weg richting Rhenen en ten oosten van Veenendaal en Rhenen.

Het aanpassen van de begrenzing van de bufferzone Opheusden en de aanwijzing van de uitzonderingsgebieden zijn tot stand gekomen in overleg met verschillende belanghebbenden in het gebied, waaronder boomkwekers, de lokale gemeenten en de provincie Utrecht.

Bufferzone Uden-Boxmeer-Venray

De aanpassing van de bufferzone Uden-Boxmeer-Venray betreft een kleine correctie op de niet geheel juist ingetekende begrenzing van deze bufferzone op de kaart, die gold vanaf 1 juli 2018. De nieuwe kaart van bufferzone Uden-Boxmeer-Venray geeft de juiste begrenzingen weer.

Regeldruk

De bestrijding van bacterievuur is gebaseerd op Europese (Richtlijn 2000/29/EG) en nationale regelgeving (Plantenziektenwet en Besluit bestrijding bacterievuur 1983). Als gevolg van de verplichtingen van deze regelgeving voor telers in bufferzones ontstaan regeldrukeffecten. De uitbreiding van de bufferzone Opheusden leidt in principe tot enige regeldrukeffecten voor ongeveer vijf boomkwekers. Zij hebben een aantal percelen die voorheen (gedeeltelijk) buiten de bufferzone lagen. Zij hebben het verzoek gedaan om de zone uit te breiden, zodat zij het Zpb2-plantenpaspoort voor boomkwekerijproducten kunnen gaan afgeven.

Deze bedrijven moeten rekening houden met extra kosten voor de autorisatie van het bedrijf en de keuringen op de percelen door de keuringsdienst Naktuinbouw. Zij controleren de boomkwekerijproducten op de aanwezigheid van bacterievuur op en buiten het perceel.

De kosten voor de twee verplichte controles per jaar op een bedrijf worden opgebouwd uit een inspectie-uurtarief (€ 96,–), een areaalbijdrage (gestaffeld tarief, afhankelijk van de grootte van het areaal; starttarief boomkwekerijsector € 285,– voor de eerste 0,5 hectare), een bezoektarief (€ 54,50 per bezoek) en een vaste jaarlijkse bijdrage van € 285,–. Voor bijvoorbeeld een bedrijf met een areaaloppervlakte van 10 hectare waar twee keer per jaar gedurende vijf uur wordt geïnspecteerd, zijn de kosten voor bedrijfsautorisatie en keuringen op het bedrijfsperceel ongeveer € 2.450,–.

Daarnaast vindt jaarlijks ook in de omgeving van de bedrijfspercelen binnen de bufferzone inspecties op de aanwezigheid van bacterievuur plaats. De kosten voor deze inspecties worden gedragen door het collectief van boomkwekers in het gebied. Zij zijn verenigd in de sectororganisatie Tree Centre Opheusden. De uitbreiding met vijf bedrijven leidt naar verwachting tot 10 à 15 extra inspectie-uren op een totaal van zo’n 700 inspectie-uren (opgave 2018) voor de bufferzone Opheusden. Dit houdt in dat er voor zo’n 10 tot 15 uur extra gecontroleerd moet worden binnen het nieuwe bufferzonegebied. Uitgaande van een uurtarief van € 96,– betekent dit circa € 1.000,– tot € 1.500,– aan extra inspectiekosten. Per ‘nieuw’ bedrijf leidt dit tot circa 200,– tot € 300,– per jaar aan keuringskosten betaald voor inspecties buiten het eigen perceel.

De correctie van de niet juist ingetekende begrenzing op de kaart van de bufferzone Uden-Boxmeer-Venray heeft geen effect op de regeldruk.

Deze wijziging van de Beschikking bestrijding bacterievuur is voor advies over de regeldruk van deze wijziging voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR geeft aan de analyse te delen dat deze wijziging geen omvangrijke gevolgen heeft voor de regeldruk. Om die reden heeft ATR geen formeel advies uitgebracht over de regelingswijziging.

Inwerkingtreding

Deze regelingswijziging treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019. Daarmee wordt gehandeld in lijn met de uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2007/08, 29 515, nrs. 243 en 309). Ook wordt aangesloten op het uitgangspunt van de minimuminvoeringstermijnen. Beide uitgangspunten zijn vastgelegd in Aanwijzingen voor de regelgeving (hoofdstuk 4, aanwijzing 17).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven