Besluit Wijziging Organisatie- en Mandaatbesluit BZK 2018

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011, afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 Organisatiebesluit BZK 2018 en artikel 9.4 Mandaatbesluit BZK 2018;

Besluit

ARTIKEL I

het Organisatiebesluit BZK 2018 als volgt te wijzigen:

A

Artikel 3, vierde lid onder c komt te luiden:

  • c. de voordracht tot benoeming van kandidaten bij het ministerie die behoren tot de ABD-doelgroep topmanager;

B

In artikel 6, derde lid, onderdeel e wordt onder vervanging van de komma door een puntkomma geschrapt: inclusief het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (BIT)

In artikel 6, derde lid, onderdeel f wordt de punt vervangen door een puntkomma.

Aan artikel 6, derde lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (BIT).

C

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘artikel 6 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002’ vervangen door: artikel 8 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.

D

Aan artikel 10, vierde lid, onderdeel d wordt na ‘Financiën’ toegevoegd: en Bestuursadvisering (F&B);

Onderdeel e vervalt onder verlettering van de onderdelen f en g tot e en f.

E

Aan artikel 21, eerste lid, wordt voor ‘directeur’ toegevoegd: algemeen

ARTIKEL II

het Mandaatbesluit BZK 2018 als volgt te wijzigen:

A

In artikel 4.7, vierde lid, wordt geschrapt ‘, met inachtneming van artikel 1, derde lid, van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996’

B

Aan artikel 4.7 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. In aanvulling op het eerste lid kan de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst ondermandaat verlenen aan daartoe aangewezen niet-ondergeschikte functionarissen, werkzaam bij het Ministerie van Defensie, voor het uitoefenen van daartoe aangewezen personele bevoegdheden met toestemming van de gemandateerde en met toestemming van de Minister van Defensie.

  • 8. In aanvulling op het eerste lid kan de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst ondermandaat verlenen aan daartoe aangewezen niet-ondergeschikte functionarissen, werkzaam bij het Ministerie van Defensie, voor het uitoefenen van daartoe aangewezen bevoegdheden betreffende het afgeven van Verklaringen van geen bezwaar met toestemming van de gemandateerde en met toestemming van de Minister van Defensie.

C

Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De voorgeschreven overeenstemming uit het eerste lid is niet van toepassing op het verlenen van financieel ondermandaat door het diensthoofd aan de in bijlage 1 van dit besluit genoemde onder hem ressorterende functionarissen voor zover dit een bedrag van € 30.000 niet te boven gaat.

D

Aan artikel 5.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De voorgeschreven overeenstemming uit het eerste lid is niet van toepassing op het verlenen van financieel ondermandaat door de algemeen directeur aan de in bijlage 1 van dit besluit genoemde onder hem ressorterende functionarissen voor zover dit een bedrag van € 30.000 niet te boven gaat.

E

Aan artikel 6.9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De voorgeschreven overeenstemming uit het eerste lid is niet van toepassing op het verlenen van financieel ondermandaat door de directeur aan de in bijlage 1 van dit besluit genoemde onder hem ressorterende functionarissen voor zover dit een bedrag van € 30.000 niet te boven gaat.

F

Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage 1 die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE 1 BIJ HET BESLUIT VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES d.d. 12 AUGUSTUS 2019 HOUDENDE WIJZIGING VAN HET MANDAATBESLUIT BZK 2018

Bijlage 1

Maximumbedragen voor het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven, als bedoeld in de artikelen 4.6, eerste lid, 4.7, zesde lid, 5.7, eerste lid, en 5.8, vijfde lid, van het Mandaatbesluit BZK 2018.

Bedragen zijn per (meerjarige) verplichting, in euro’s en inclusief BTW.

Deze bijlage is niet van toepassing op het Rijksvastgoedbedrijf.

BZK Kerndepartement

 
   

Diensthoofd/directeur Concernondersteuning

tot € 10.000.000

Directeur

tot € 2.000.000

Middenmanager/programmamanager afdelingshoofd/bureauhoofd

tot € 30.000

Managementondersteuner/ (directie)secretaresse/directiesecretaris

tot € 2.000

   

Agentschappen

 
   

(Algemeen) Directeur agentschap

tot € 5.000.000

   

FM Haaglanden (FMH)

 

Manager

tot € 125.000

Facilitair manager (op locatie)/centraal afdelingshoofd/leveranciersmanager

tot € 125.000

Afdelingshoofd

tot € 30.000

Teamleider (op locatie)

tot € 30.000

   

Logius

 
   

Directeur

tot € 500.000

Productmanager

tot € 145.000

HR manager

tot € 100.000

Afdelingshoofd

tot € 30.000

Clustermanager

tot € 2.500

   

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

 
   

Manager organisatie-eenheid

tot € 500.000

Afdelingshoofd

tot € 30.000

Teamleider

tot € 15.000

   

SSC-ICT

 
   

Vestigingsmanager/manager eenheid bedrijfsvoering

tot € 1.000.000

Afdelingshoofd

tot € 50.000

Teamleider

tot € 15.000

   

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

 
   

Directeur/manager staf

tot € 500.000

TOELICHTING

Met dit wijzigingsbesluit worden het Organisatiebesluit BZK 2018 en het Mandaatbesluit BZK 2018 op verschillende punten gewijzigd.

De vacaturevervulling van managementvacatures op s14- en s15-niveau gaat niet meer langs de Bestuursraad.

Om toch het totaaloverzicht te behouden en de transparantie te borgen, zal het vacatureoverzicht met de stand van zaken van de BZK vacatures van schaal 14/15 worden bijgehouden en meegestuurd met de stukken van de Bestuursraad.

Het tijdelijk bureau ICT-toetsing was tot nu toe beheersmatig ondergebracht bij een directie. Gezien de ontwikkelingen van het tijdelijk bureau ICT-toetsing, de nauwe samenwerking tussen het hoofd van het tijdelijk bureau ICT-toetsing en de directeur-generaal Overheidsorganisatie en de rechtstreekse aansturing van het Hoofd van het tijdelijk bureau ICT-toetsing door de directeur-generaal Overheidsorganisatie is het tijdelijk bureau ICT-toetsing BIT rechtstreeks onder de directeur-generaal overheidsorganisatie gehangen.

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 is vervangen door de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.

De verwijzing is hier op aangepast.

Bij het Rijksvastgoedbedrijf zijn de directie Financiën en de directie Bestuur en Bedrijfsvoering samengevoegd tot één directie: de directie Financiën en Bestuursadvisering

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens stond onder leiding van een directeur. Dit wordt een algemeen directeur.

Het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 is vervallen. De verwijzing hiernaar wordt geschrapt.

Sinds 1 oktober 2018 bestaat een samenwerkingsverband tussen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) op het gebied van het verrichten van veiligheidsonderzoeken. Daartoe is de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO) opgericht (Stcrt. 2018, 53581). Bij de UVO zijn zowel functionarissen van de AIVD als de MIVD, wat een onderdeel is van het Ministerie van Defensie, werkzaam. Deze functionarissen werken deels in gezamenlijke teams, bestaande uit zowel AIVD- en MIVD-functionarissen, onder aansturing van een teamhoofd. Het teamhoofd is ofwel een functionaris van de AIVD, in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ofwel een functionaris van de MIVD, in dienst van het Ministerie van Defensie. Indien het teamhoofd een functionaris van de MIVD is, dient deze functionaris de personele bevoegdheden jegens de medewerkers uit het team die werkzaam zijn bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te kunnen uitoefenen. Deze bepaling maakt dit mogelijk door de directeur-generaal van de AIVD de bevoegdheid te geven om ten aanzien van bepaalde personele bevoegdheden ondermandaat te verlenen aan niet-ondergeschikten, te weten functionarissen in dienst van het Ministerie van Defensie. Voor een dergelijk ondermandaat is toestemming van de betreffende niet-ondergeschikte functionaris en van de Minister van Defensie voorgeschreven. De Minister van Defensie zal eenzelfde ondermandaat verlenen aan bepaalde functionarissen van de AIVD.

De directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst bezit de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen aan een daartoe aangewezen niet-ondergeschikte functionaris, werkzaam bij het Ministerie van Defensie, voor het afgeven van Verklaringen van geen bezwaar op aanvragen bij de AIVD. Het betreft een niet-ondergeschikte van de AIVD die onder verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie werkt. Voor een dergelijk ondermandaat is toestemming van betreffende niet-ondergeschikte en van de Minister van Defensie voorgeschreven. De MIVD zal eenzelfde ondermandaat verlenen aan een daartoe aangewezen functionaris van de AIVD voor het afgeven van Verklaringen van geen bezwaar op aanvragen bij de MIVD.

Voor het verlenen van financiële ondermandaten is tot nu toe overeenstemming met de naasthogere vereist. Voor financiële ondermandaten tot en met € 30.000 wordt deze overeenstemming niet langer voorgeschreven.

In bijlage 1 worden de maxima voor financiële ondermandatering bij enkele agentschappen aangepast.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven