Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 19 augustus 2019, nr. 2650472, houdende instelling van de Transitieadviseur inzake relatie beleid en WODC (Instellingsbesluit Transitieadviseur inzake relatie beleid en WODC)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Justitie en Veiligheid;

b. Ministerie:

het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

c. Transitieadviseur:

de Transitieadviseur, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

d. WODC:

het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

e. onderzoekscommissies WODC:

de Commissie WODC-I inzake deugdelijkheid drugsonderzoeken, de Commissie WODC-II inzake relatie beleid en WODC en de Commissie WODC-III inzake afhandeling klacht drugsonderzoeken.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een onafhankelijke Transitieadviseur inzake relatie beleid en WODC.

  • 2. De Transitieadviseur heeft tot taak:

    • a) het monitoren van de voortgang van de uitvoering van de maatregelen die de Minister heeft aangekondigd naar aanleiding van de aanbevelingen in de rapporten van de onderzoekscommissies WODC en daarvan ten minste elke vier maanden verslag aan de Minister uit te brengen;

    • b) zo nodig voorstellen aan de Minister te doen om dit proces bij te stellen;

    • c) aan het eind van zijn werkzaamheden een eindrapport aan de Minister uit te brengen, waarin hij de balans opmaakt van de uitvoering van genoemde maatregelen.

Artikel 3 Benoeming

Prof. dr. P. ’t Hart wordt benoemd tot Transitieadviseur.

Artikel 4 Ondersteuning

De Minister draagt, op verzoek van de Transitieadviseur, zorg voor de benodigde voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Transitieadviseur.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. De Transitieadviseur stelt zijn eigen werkwijze vast.

  • 2. De Transitieadviseur kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover hij dat voor de vervulling van zijn taak nodig acht.

Artikel 6 Inwinnen van inlichtingen en medewerkingsplicht

  • 1. De Transitieadviseur is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van zijn werkzaamheden.

  • 2. Het Ministerie verleent de Transitieadviseur de verlangde medewerking binnen de van toepassing zijnde wettelijke kaders.

Artikel 7 Vergoeding

Aan de Transitieadviseur wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,103.

Artikel 8 Kosten

  • 1. De kosten van de Transitieadviseur komen voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid;

    • c. de kosten voor publicatie van het eindrapport.

  • 2. De financiële administratie is een voorziening als bedoeld in artikel 4.

Artikel 9 Archiefbescheiden

Het archief van de Transitieadviseur wordt na beëindiging van zijn werkzaamheden overgebracht naar het archief van het Ministerie.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2019.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 september 2021.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Transitieadviseur inzake relatie beleid en WODC.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Transitieadviseur.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Bij brief van 15 januari 2019 aan de Tweede Kamer1 heeft de Minister zijn beleidsreactie gegeven op de drie rapporten met betrekking tot het WODC.2 In deze beleidsreactie heeft de Minister aangegeven welke maatregelen hij zal treffen ter uitvoering van de aanbevelingen uit deze rapporten. Een van de toegezegde maatregelen betreft de instelling van een onafhankelijke transitieadviseur. Deze transitieadviseur zal het proces van de aangekondigde maatregelen monitoren, waaronder de naleving van gedragsregels en hierover ten minste elke vier maanden verslag uitbrengen aan de Minister. Ook zal hij voorstellen aan de Minister kunnen doen om dit proces bij te stellen. Zijn werkzaamheden beëindigt hij met het aanbieden van een eindrapport aan de Minister, waarin hij de balans opmaakt van de uitvoering van genoemde maatregelen. In de brief van 3 juli aan de Tweede Kamer met de eerste voortgangsrapportage follow-up WODC-rapporten is gemeld dat prof. dr. Paul ’t Hart van de Universiteit Utrecht bereid is gevonden de rol van transitieadviseur te vervullen.3

Prof. dr. P. ’t Hart zal zijn werkzaamheden beginnen op 1 september 2019. Zijn werkzaamheden eindigen op 1 september 2021. Prof. dr. P. ’t Hart zal twee dagen per maand zijn werkzaamheden verrichten. Het staat hem vrij om zijn werkzaamheden naar eigen wens in te richten. Hij zal hierin desgewenst worden ondersteund vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 28 844, nr. 168.

X Noot
2

Het rapport ‘Betrouwbaar onderzoek’ van Onderzoekscommissie WODC-I inzake deugdelijkheid drugsonderzoeken (bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 28 844, nr. 159), het rapport ‘Ongemakkelijk onderzoek. Naar een betere balans in de relatie tussen WODC en beleid’ van de Commissie WODC- II inzake relatie beleid en WODC (bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 28 844, nr. 168) en het rapport ‘De melding terecht. Onderzoek naar de afhandeling van een medewerker over de beïnvloeding van WODC-onderzoeken’, van de Commissie WODC-III inzake afhandeling klacht drugsonderzoeken (bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 28 844, nr. 152).

X Noot
3

Kamerstukken II 2018/19, 28 844, nr. 185.

Naar boven