De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen M 6, tweede lid, N 10, derde lid, N 11, vijfde lid, O 3, derde
lid, P 22, derde lid, T 11, vijfde lid, U 16, eerste lid, en V 9, tweede lid, van
de Kieswet, en artikel 41, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten
en centrale stemopneming;
Besluit:
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze regeling zijn modellen aangepast van de Kiesregeling en de Tijdelijke experimentenregeling
centrale stemopneming. De wijzigingen houden verband met recente wijzigingen van de
Kieswet, het Tijdelijk experimentenbesluit centrale stemopneming en het Kiesbesluit.
Het gaat om wijzigingen die strekken tot de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal
van de stembureaus en de opgaven van de burgemeesters1 en wijzigingen die zien op maatregelen ter vereenvoudiging van het stemmen vanuit
het buitenland.2
2. Inhoud van de regeling
2.1 Wijziging van de Kiesregeling
Vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland
Met deze regeling zijn de modellen voor de retourenveloppe voor het stemmen per brief
(model M 6-1) en het briefstembewijs (model M 6-2) opnieuw vastgesteld.
Het model voor de retourenveloppe is vervangen door een eenvoudiger vormgegeven model
dat de vereisten voor de retourenveloppe weergeeft. De inhoudelijke wijzigingen in
het model vloeien voort uit de gewijzigde artikelen M 4 en M 6 van het Kiesbesluit.3 In het vastgestelde model wordt rekening gehouden met het gegeven dat de retourenveloppe
met daarin de stembescheiden niet alleen aan de gemeente Den Haag kan worden geretourneerd,
maar ook aan andere instanties. Het voorschrift dat de verzending per luchtpost gaat
is daarnaast vervallen. Conform het advies van de Kiesraad is tot slot ook het vereiste
om een (voorgedrukt) nummer op te nemen op de oranje retourenveloppe vervallen.
Ook het briefstembewijs (model M 6-2) is vervangen door een eenvoudiger vormgegeven
model. Het nieuwe model, dat zowel geldt voor Tweede Kamer- als voor Europees Parlementsverkiezingen,
is niet op een specifieke verkiezing toegesneden. Het bevat dan ook geen specifieke
datum. Hiermee wordt aangesloten bij de lijn die is ingezet bij de vorige wijziging
van de Kiesregeling.4
Elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal en de opgave van de burgemeester
Met deze regeling zijn de modellen voor de processen-verbaal en de opgave van de burgemeester
zodanig aangepast dat zij geschikt zijn voor elektronische openbaarmaking.
Uit de recent gewijzigde artikelen N 12, tweede lid, O 4, eerste lid, P 23 en U 16,
tweede lid, van de Kieswet, volgt dat de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal
geschiedt met weglating van de ondertekening. Voor de achtergronden van deze wijzigingen
wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de betreffende wetswijziging.5 Hierin is onder meer toegelicht dat stembureauleden erop attent dienen te worden
gemaakt dat het noteren van persoonsgegevens van bezwaarmakende kiezers achterwege
moet blijven.
Concreet zijn de modellen op de volgende punten gewijzigd. Ten eerste is in verschillende
modellen opgenomen dat hierin geen persoonsgegevens van kiezers dienen te worden genoteerd.6 Ten tweede is in de relevante modellen7 de rubriek waarin de ondertekening is opgenomen gesplitst in een onderdeel waarin
de namen van de leden van het betreffende stembureau worden genoteerd en een onderdeel
voor hun handtekeningen. Vóór het onderdeel met de handtekeningen wordt een lege pagina
opgenomen. Op deze wijze is het, in geval van een dubbelzijdig geprint proces-verbaal,
makkelijker om de pagina waarop de ondertekening staat terzijde te leggen bij het
inscannen ten behoeve van de elektronische openbaarmaking. Bij de modellen met een
bijlage wordt om dezelfde reden tevens een lege pagina opgenomen na het onderdeel
met de handtekeningen. Ten derde worden in de bijlagen van de relevante de modellen8 niet langer parafen van de voorzitter gevraagd. In een aantal modellen is tot slot
een enkele redactionele verbetering aangebracht.
2.2 Wijziging van de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming
In de processen-verbaal van het stembureau (model I) en het gemeentelijk stembureau
(model II) is conform de in paragraaf 2.1. beschreven wijzigingen in de processen-verbaal
in de Kiesregeling nadrukkelijk vermeld dat er geen persoonsgegevens van kiezers dienen
te worden genoteerd. Ook worden in de bijlage bij model I niet langer parafen van
de voorzitter gevraagd. In zowel model I als model II is, eveneens conform de wijzigingen
in de processen-verbaal in de Kiesregeling, het onderdeel van de ondertekening gesplitst
in een onderdeel voor de namen van de leden van het betreffende stembureau en een
onderdeel voor hun handtekening. Dit laatste onderdeel wordt in beide modellen voorafgegaan
en gevolgd door een lege pagina.
Model II is tot slot op een aantal onderdelen gewijzigd om het gebruiksgemak zoveel
als mogelijk te verhogen. Het gaat hierbij om beperkte wijzigingen in de formuleringen,
de opmaak en de volgorde van de invulvelden in bepaalde rubrieken.
3. Consultatie
De Kiesraad heeft bij brief van 10 december 2018 advies uitgebracht over een concept
van deze regeling.
De Kiesraad vraagt in zijn advies aandacht voor een eenduidige en tijdige vaststelling
van de modellen die bij verkiezingen worden gebruikt. Met het oog op een correcte
en zorgvuldige verwerking in de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV), adviseert
de Kiesraad om bij de vaststelling van de modellen meer rekening te houden met de
tijd die hiervoor nodig is. Ik heb begrip voor dit standpunt van de Kiesraad en neem
dit advies dan ook ter harte, onvoorzien verloop van het wetsproces daargelaten.
De verplichting om de pagina’s die deel uitmaken van een bijlage bij een proces-verbaal
te paraferen is met deze regeling vervallen. Het advies van de Kiesraad om deze verplichting
te behouden heb ik niet overgenomen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel
elektronische openbaarmaking is toegelicht dat de elektronische openbaarmaking van
handtekeningen van stembureauleden op de processen-verbaal de kans op oneigenlijk
gebruik van dit persoonsgegeven vergroot, mede gelet op het grote bereik van de publicatie
op internet.9 Om die reden is ervoor gekozen om bij de elektronische openbaarmaking de ondertekening
weg te laten. In paragraaf 2 van de onderhavige toelichting is beschreven tot welke
praktische aanpassingen van de betreffende modellen dit heeft geleid. Een paraaf betreft,
evenals een handtekening, een persoonsgeven voor zover de paraaf te herleiden is tot
een persoon.10 Dit is in het kader van de betreffende modellen het geval, nu de parafering geschiedt
door de voorzitter, wiens identiteit bekend is. Een paraaf is daarnaast, evenals een
handtekening, vatbaar voor oneigenlijk gebruik.11 Het elektronisch openbaar maken van de parafen is om die reden onwenselijk. In tegenstelling
tot de ondertekening, is het bovendien alleen met een aanzienlijke verhoging van de
uitvoeringslasten mogelijk om de verplichting tot parafering van de bijlagen te behouden
en tegelijkertijd te voorkomen dat deze vervolgens elektronisch openbaar gemaakt worden.
In dat geval zou bijvoorbeeld gewerkt moeten worden met het weglakken van de parafen
op elke pagina van de bijlage.
De Kiesraad is van mening dat het opheffen van de verplichting om de bijlagen te paraferen
onbedoeld het plegen van verkiezingsfraude kan faciliteren. Hierbij schetst de Kiesraad
een situatie waarin iemand de bijlage bij het proces-verbaal waarin het (brief)stembureau
het aantal stemmen dat per lijst en kandidaat is uitgebracht heeft vastgesteld, zou
vervangen door een (gewijzigde) bijlage. Zonder de parafen is het niet aantoonbaar,
aldus de Kiesraad, dat de nieuwe bijlage de cijfers bevat die door het (brief)stembureau
tijdens de openbare zitting zijn meegedeeld. Gelet op de strikte waarborgen waarmee
de stemopneming reeds is omgeven, waaronder de voorgeschreven openbaarheid van de
zitting, acht ik dit risico gering.
De Kiesraad geeft in zijn advies aan geen voorstander te zijn van een absoluut verbod
op het noteren van de persoonsgegevens van de betreffende kiezers in de processen-verbaal.
Volgens de Kiesraad wordt daarmee een te grote afbreuk gedaan aan de transparantie
en controleerbaarheid van het verkiezingsproces, inclusief de wijze waarop daarbinnen
met klachten wordt ingegaan, zonder dat duidelijk is welk belang hiermee is gediend.
Voor zover vastgehouden zou worden aan het invoeren van een absoluut verbod, adviseert
de Kiesraad om in de toelichting in te gaan op de praktische consequenties hiervan
voor de uitvoeringspraktijk en deze na afloop van de verkiezingen te evalueren.
Zoals toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel waarin
de elektronische openbaarmaking is geregeld, ligt het belang in de bescherming van
persoonsgegevens van de kiezer.12 In de nota naar aanleiding van het verslag is ingegaan op de achtergronden hiervan
en de consequenties voor de uitvoeringspraktijk. Voor een nadere toelichting verwijs
ik dan ook naar het betreffende Kamerstuk. Ten overvloede wijs ik ook op de transparantie
van het proces die voortvloeit uit de voorschriften omtrent de openbaarheid van de
zittingen van de (brief)stembureaus. Het advies van de Kiesraad om de nieuwe praktijk
ten aanzien van het weglaten van de persoonsgegevens van kiezers te betrekken in de
evaluatie van de aankomende verkiezingen neem ik over.
De Kiesraad wijst er in zijn advies terecht op dat het in artikel N 12, tweede lid,
van de Kieswet opgenomen voorschrift dat de elektronische openbaarmaking geschiedt
met weglating van de ondertekening, niet is opgenomen in het Tijdelijk experimentenbesluit
stembiljetten en centrale stemopneming. De regering heeft hier inmiddels alsnog in
voorzien.13
Het advies om de mededeling te schrappen die ertoe strekt dat kiezers na de stemming
het proces-verbaal mogen inzien in de processen-verbaal die gebruikt worden bij het
experiment centraal tellen (model I en II), is niet overgenomen. Anders dan de Kiesraad
schrijft, is deze mededeling ook opgenomen in het proces-verbaal dat gebruikt wordt
in gemeenten waar niet geëxperimenteerd wordt met centraal tellen (model N 10-1).
Het betoog van de Kiesraad omtrent dit punt kan dan ook niet worden gevolgd.
4. Administratieve lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort.
Voor zover de openbaarmaking van de processen-verbaal een verhoging van de bestuurlijke
lasten met zich brengt, vloeit dit volledig voort uit de betreffende wijzigingen van
de Kieswet.
5. Inwerkingtreding
De modellen die de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal mogelijk
maken zullen voor het eerst gebruikt worden ten behoeve van de provinciale staten-,
eilandsraad-, kiescollege- en waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 en de Eerste
Kamerverkiezing op 27 mei 2019. De modellen die zijn gewijzigd ter vereenvoudiging
van het stemmen vanuit het buitenland zullen voor het eerst worden gebruikt ten behoeve
van de Europees Parlementsverkiezingen op 23 mei 2019. Omdat de modellen tijdig daaraan
voorafgaand beschikbaar moeten zijn voor de uitvoeringspraktijk, wordt in een zo spoedig
mogelijke inwerkingtreding voorzien die afwijkt van de vaste verandermomenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren