Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 januari 2019, nr. 2019-0000000659, houdende wijziging van de Kiesregeling en de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming in verband met de vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal van de stembureaus en van de opgaven van de burgemeesters van de aantallen in de gemeente uitgebrachte stemmen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen M 6, tweede lid, N 10, derde lid, N 11, vijfde lid, O 3, derde lid, P 22, derde lid, T 11, vijfde lid, U 16, eerste lid, en V 9, tweede lid, van de Kieswet, en artikel 41, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming;

Besluit:

ARTIKEL I

In de bijlage bij artikel 1 van de Kiesregeling worden de modellen M 6-1, M 6-2, N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, N 11, O 3, P 22-1, P 22-2, T 11, U 16 en V 9 vervangen door de gelijknamige modellen die in de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

ARTIKEL II

In de bijlage van de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming worden de modellen I en II vervangen door de gelijknamige modellen die in de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren (Stb. 2018, 483) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE BIJ DE ARTIKELEN I EN II VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 21 JANUARI 2019, NR. 2019-0000000659, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE KIESREGELING EN DE TIJDELIJKE EXPERIMENTENREGELING CENTRALE STEMOPNEMING IN VERBAND MET DE VEREENVOUDIGING VAN STEMMEN VANUIT HET BUITENLAND EN DE ELEKTRONISCHE OPENBAARMAKING VAN DE PROCESSEN-VERBAAL VAN DE STEMBUREAUS EN VAN DE OPGAVEN VAN DE BURGEMEESTERS VAN DE AANTALLEN IN DE GEMEENTE UITGEBRACHTE STEMMEN

Model M 6-1

Model M 6-2

Het model voor het briefstembewijs voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement luidt als volgt:

Model N 10-1

Model N 10-1

Model N 10-2a

Model N 10-2b

Model N 10-2b

Model N 11

Model O 3

Model O 3

Model P 22-1

Model P 22-1

Model P 22-2

Model T 11

Model U 16

Model V 9

Model I: Proces-verbaal van een stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze regeling zijn modellen aangepast van de Kiesregeling en de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming. De wijzigingen houden verband met recente wijzigingen van de Kieswet, het Tijdelijk experimentenbesluit centrale stemopneming en het Kiesbesluit. Het gaat om wijzigingen die strekken tot de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal van de stembureaus en de opgaven van de burgemeesters1 en wijzigingen die zien op maatregelen ter vereenvoudiging van het stemmen vanuit het buitenland.2

2. Inhoud van de regeling

2.1 Wijziging van de Kiesregeling

Vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland

Met deze regeling zijn de modellen voor de retourenveloppe voor het stemmen per brief (model M 6-1) en het briefstembewijs (model M 6-2) opnieuw vastgesteld.

Het model voor de retourenveloppe is vervangen door een eenvoudiger vormgegeven model dat de vereisten voor de retourenveloppe weergeeft. De inhoudelijke wijzigingen in het model vloeien voort uit de gewijzigde artikelen M 4 en M 6 van het Kiesbesluit.3 In het vastgestelde model wordt rekening gehouden met het gegeven dat de retourenveloppe met daarin de stembescheiden niet alleen aan de gemeente Den Haag kan worden geretourneerd, maar ook aan andere instanties. Het voorschrift dat de verzending per luchtpost gaat is daarnaast vervallen. Conform het advies van de Kiesraad is tot slot ook het vereiste om een (voorgedrukt) nummer op te nemen op de oranje retourenveloppe vervallen.

Ook het briefstembewijs (model M 6-2) is vervangen door een eenvoudiger vormgegeven model. Het nieuwe model, dat zowel geldt voor Tweede Kamer- als voor Europees Parlementsverkiezingen, is niet op een specifieke verkiezing toegesneden. Het bevat dan ook geen specifieke datum. Hiermee wordt aangesloten bij de lijn die is ingezet bij de vorige wijziging van de Kiesregeling.4

Elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal en de opgave van de burgemeester

Met deze regeling zijn de modellen voor de processen-verbaal en de opgave van de burgemeester zodanig aangepast dat zij geschikt zijn voor elektronische openbaarmaking.

Uit de recent gewijzigde artikelen N 12, tweede lid, O 4, eerste lid, P 23 en U 16, tweede lid, van de Kieswet, volgt dat de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal geschiedt met weglating van de ondertekening. Voor de achtergronden van deze wijzigingen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de betreffende wetswijziging.5 Hierin is onder meer toegelicht dat stembureauleden erop attent dienen te worden gemaakt dat het noteren van persoonsgegevens van bezwaarmakende kiezers achterwege moet blijven.

Concreet zijn de modellen op de volgende punten gewijzigd. Ten eerste is in verschillende modellen opgenomen dat hierin geen persoonsgegevens van kiezers dienen te worden genoteerd.6 Ten tweede is in de relevante modellen7 de rubriek waarin de ondertekening is opgenomen gesplitst in een onderdeel waarin de namen van de leden van het betreffende stembureau worden genoteerd en een onderdeel voor hun handtekeningen. Vóór het onderdeel met de handtekeningen wordt een lege pagina opgenomen. Op deze wijze is het, in geval van een dubbelzijdig geprint proces-verbaal, makkelijker om de pagina waarop de ondertekening staat terzijde te leggen bij het inscannen ten behoeve van de elektronische openbaarmaking. Bij de modellen met een bijlage wordt om dezelfde reden tevens een lege pagina opgenomen na het onderdeel met de handtekeningen. Ten derde worden in de bijlagen van de relevante de modellen8 niet langer parafen van de voorzitter gevraagd. In een aantal modellen is tot slot een enkele redactionele verbetering aangebracht.

2.2 Wijziging van de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming

In de processen-verbaal van het stembureau (model I) en het gemeentelijk stembureau (model II) is conform de in paragraaf 2.1. beschreven wijzigingen in de processen-verbaal in de Kiesregeling nadrukkelijk vermeld dat er geen persoonsgegevens van kiezers dienen te worden genoteerd. Ook worden in de bijlage bij model I niet langer parafen van de voorzitter gevraagd. In zowel model I als model II is, eveneens conform de wijzigingen in de processen-verbaal in de Kiesregeling, het onderdeel van de ondertekening gesplitst in een onderdeel voor de namen van de leden van het betreffende stembureau en een onderdeel voor hun handtekening. Dit laatste onderdeel wordt in beide modellen voorafgegaan en gevolgd door een lege pagina.

Model II is tot slot op een aantal onderdelen gewijzigd om het gebruiksgemak zoveel als mogelijk te verhogen. Het gaat hierbij om beperkte wijzigingen in de formuleringen, de opmaak en de volgorde van de invulvelden in bepaalde rubrieken.

3. Consultatie

De Kiesraad heeft bij brief van 10 december 2018 advies uitgebracht over een concept van deze regeling.

De Kiesraad vraagt in zijn advies aandacht voor een eenduidige en tijdige vaststelling van de modellen die bij verkiezingen worden gebruikt. Met het oog op een correcte en zorgvuldige verwerking in de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV), adviseert de Kiesraad om bij de vaststelling van de modellen meer rekening te houden met de tijd die hiervoor nodig is. Ik heb begrip voor dit standpunt van de Kiesraad en neem dit advies dan ook ter harte, onvoorzien verloop van het wetsproces daargelaten.

De verplichting om de pagina’s die deel uitmaken van een bijlage bij een proces-verbaal te paraferen is met deze regeling vervallen. Het advies van de Kiesraad om deze verplichting te behouden heb ik niet overgenomen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel elektronische openbaarmaking is toegelicht dat de elektronische openbaarmaking van handtekeningen van stembureauleden op de processen-verbaal de kans op oneigenlijk gebruik van dit persoonsgegeven vergroot, mede gelet op het grote bereik van de publicatie op internet.9 Om die reden is ervoor gekozen om bij de elektronische openbaarmaking de ondertekening weg te laten. In paragraaf 2 van de onderhavige toelichting is beschreven tot welke praktische aanpassingen van de betreffende modellen dit heeft geleid. Een paraaf betreft, evenals een handtekening, een persoonsgeven voor zover de paraaf te herleiden is tot een persoon.10 Dit is in het kader van de betreffende modellen het geval, nu de parafering geschiedt door de voorzitter, wiens identiteit bekend is. Een paraaf is daarnaast, evenals een handtekening, vatbaar voor oneigenlijk gebruik.11 Het elektronisch openbaar maken van de parafen is om die reden onwenselijk. In tegenstelling tot de ondertekening, is het bovendien alleen met een aanzienlijke verhoging van de uitvoeringslasten mogelijk om de verplichting tot parafering van de bijlagen te behouden en tegelijkertijd te voorkomen dat deze vervolgens elektronisch openbaar gemaakt worden. In dat geval zou bijvoorbeeld gewerkt moeten worden met het weglakken van de parafen op elke pagina van de bijlage.

De Kiesraad is van mening dat het opheffen van de verplichting om de bijlagen te paraferen onbedoeld het plegen van verkiezingsfraude kan faciliteren. Hierbij schetst de Kiesraad een situatie waarin iemand de bijlage bij het proces-verbaal waarin het (brief)stembureau het aantal stemmen dat per lijst en kandidaat is uitgebracht heeft vastgesteld, zou vervangen door een (gewijzigde) bijlage. Zonder de parafen is het niet aantoonbaar, aldus de Kiesraad, dat de nieuwe bijlage de cijfers bevat die door het (brief)stembureau tijdens de openbare zitting zijn meegedeeld. Gelet op de strikte waarborgen waarmee de stemopneming reeds is omgeven, waaronder de voorgeschreven openbaarheid van de zitting, acht ik dit risico gering.

De Kiesraad geeft in zijn advies aan geen voorstander te zijn van een absoluut verbod op het noteren van de persoonsgegevens van de betreffende kiezers in de processen-verbaal. Volgens de Kiesraad wordt daarmee een te grote afbreuk gedaan aan de transparantie en controleerbaarheid van het verkiezingsproces, inclusief de wijze waarop daarbinnen met klachten wordt ingegaan, zonder dat duidelijk is welk belang hiermee is gediend. Voor zover vastgehouden zou worden aan het invoeren van een absoluut verbod, adviseert de Kiesraad om in de toelichting in te gaan op de praktische consequenties hiervan voor de uitvoeringspraktijk en deze na afloop van de verkiezingen te evalueren.

Zoals toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel waarin de elektronische openbaarmaking is geregeld, ligt het belang in de bescherming van persoonsgegevens van de kiezer.12 In de nota naar aanleiding van het verslag is ingegaan op de achtergronden hiervan en de consequenties voor de uitvoeringspraktijk. Voor een nadere toelichting verwijs ik dan ook naar het betreffende Kamerstuk. Ten overvloede wijs ik ook op de transparantie van het proces die voortvloeit uit de voorschriften omtrent de openbaarheid van de zittingen van de (brief)stembureaus. Het advies van de Kiesraad om de nieuwe praktijk ten aanzien van het weglaten van de persoonsgegevens van kiezers te betrekken in de evaluatie van de aankomende verkiezingen neem ik over.

De Kiesraad wijst er in zijn advies terecht op dat het in artikel N 12, tweede lid, van de Kieswet opgenomen voorschrift dat de elektronische openbaarmaking geschiedt met weglating van de ondertekening, niet is opgenomen in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming. De regering heeft hier inmiddels alsnog in voorzien.13

Het advies om de mededeling te schrappen die ertoe strekt dat kiezers na de stemming het proces-verbaal mogen inzien in de processen-verbaal die gebruikt worden bij het experiment centraal tellen (model I en II), is niet overgenomen. Anders dan de Kiesraad schrijft, is deze mededeling ook opgenomen in het proces-verbaal dat gebruikt wordt in gemeenten waar niet geëxperimenteerd wordt met centraal tellen (model N 10-1). Het betoog van de Kiesraad omtrent dit punt kan dan ook niet worden gevolgd.

4. Administratieve lasten

Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort.

Voor zover de openbaarmaking van de processen-verbaal een verhoging van de bestuurlijke lasten met zich brengt, vloeit dit volledig voort uit de betreffende wijzigingen van de Kieswet.

5. Inwerkingtreding

De modellen die de elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal mogelijk maken zullen voor het eerst gebruikt worden ten behoeve van de provinciale staten-, eilandsraad-, kiescollege- en waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 en de Eerste Kamerverkiezing op 27 mei 2019. De modellen die zijn gewijzigd ter vereenvoudiging van het stemmen vanuit het buitenland zullen voor het eerst worden gebruikt ten behoeve van de Europees Parlementsverkiezingen op 23 mei 2019. Omdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand beschikbaar moeten zijn voor de uitvoeringspraktijk, wordt in een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding voorzien die afwijkt van de vaste verandermomenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Kieswet houdende maatregelen tot elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal van de stembureaus en van de opgaven van de burgemeesters van de aantallen in de gemeenten uitgebrachte stemmen (Stb. 2018, 470).

X Noot
2

Wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren (Stb. 2018, 483) alsmede het Besluit tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijke experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland.

X Noot
3

Besluit tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijke experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland.

X Noot
4

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2018, nr. 20180000048968, houdende wijziging van de Kies- en referendumregeling en enige andere regelingen in verband met de intrekking van de Wet raadgevend referendum (Stcrt. 2018, 70372).

X Noot
5

Kamerstukken II 2017/18, 35 011, nr. 3, p. 6-7.

X Noot
6

Dit betreffen de modellen N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, P 22-1 (bijlage), P 22-2 (bijlage), O 3 (bijlage), U 16 en V 9.

X Noot
7

Dit betreffen de modellen N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, O 3, P 22-1, P 22-2, T 11, U 16 en V 9.

X Noot
8

Dit betreffen de modellen N 10-1, N 10-2b, O 3, P 22-1 en P 22 -2.

X Noot
9

Kamerstukken II 2017/18, 35 011, nr. 3, p. 6-7.

X Noot
10

Zie ook artikel 4, onderdeel 1, van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X Noot
11

Zo maakt de Hoge Raad geen onderscheid tussen een paraaf en een handtekening bij de ondertekening van een onderhandse akte, indien de paraaf de desbetreffende persoon in voldoende mate individualiseert (Hoge Raad 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6698, r.o 3.4). Voor een nadere toelichting op dit punt verwijs ik tevens naar de memorie van toelichting en het nader rapport bij de wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Kieswet houdende maatregelen tot elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal van de stembureaus en van de opgaven van de burgemeesters (Stb. 2018, 470).

X Noot
12

Kamerstukken II 2018/19, 35 011, nr. 6, p. 4.

X Noot
13

Besluit tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijke experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland.

Naar boven