ARTIKEL I
De Kies- en referendumregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt ‘, de Wet raadgevend referendum, het Kiesbesluit en
het Besluit raadgevend referendum’ vervangen door ‘ en het Kiesbesluit’.
C
In artikel 4 wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.
D
De bijlage bij artikel 1 van de Kies- en referendumregeling wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
Bijlage 1. bij artikel 1 van de Kiesregeling
2. Het model J 16 (Wrr 59) wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden: Model J 16. Kiezershandleiding voor verkiezingen.
b. Het tweede onderdeel alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste onderdeel vervallen.
3. In het opschrift van model M 6-1 (Wrr 62) vervalt ‘(Wrr 62)’.
4. Het model M 6-2 (Wrr 62) wordt als volgt gewijzigd:
a. In het opschrift vervalt ‘(Wrr 62)’.
b. De onderdelen 1 en 2 vervallen, onder vernummering van de onderdelen 3 en 4 tot 1
en 2.
5. In het opschrift van model M 6-3 (Wrr 62) vervalt ‘(Wrr 62)’.
6. De modellen D 3-1, D 3-2 (Wrr 22), J 7 (Wrr 59), J 7-1 (Wrr 59-62), J 20, K 4 (Wrr
60), K 6 (Wrr 60), K 6-2 (Wrr 60), L 8 (Wrr 61), L 8-2 (Wrr 61), L 11 (Wrr 61), M
3 (Wrr 62), N 10-1 (Wrr 66), N 10-2a (Wrr 66), N 10-2b (Wrr 66), N 11 (Wrr 67), O
3 (Wrr 73) en Y 32 worden vervangen door de modellen D 3-1, D 3-2, J 7, J 7-1, J 20,
K 4, K 6, K 6-2, L 8, L 8-2, L 11, M 3, N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, N 11, O 3 en Y 32
die in onderdeel A van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.
7. De modellen Wrr 29-1, Wrr 29-2, Wrr 37, Wrr 41-1, Wrr 41-2, Wrr 52, Wrr 58, Wrr 83,
Wrr 116 en Wrr 118 vervallen.
E
In het opschrift van bijlage 2 wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door
‘Kiesregeling’.
ARTIKEL II
De Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland wordt
als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.
B
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van Model A wordt ‘, de leden van het Europees Parlement en bij
het referendum’ vervangen door ‘en de leden van het Europees Parlement’.
2. Model A, onderdeel 2, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste onderdeel, vervallen.
3. De modellen C en D worden vervangen door de gelijknamige modellen, die in onderdeel
B van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.
ARTIKEL III
De Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 13, eerste lid, wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.
B
In de bijlage worden de modellen I en II vervangen door de gelijknamige modellen,
die in onderdeel C van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze regeling zijn diverse wijzigingen doorgevoerd in de Kies- en referendumregeling,
de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland en
de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming. De wijzigingen houden verband
met de intrekking van de Wet raadgevend referendum (Wrr). Ook zijn verkiezingsbescheiden
vastgesteld die minder specificaties bevatten opdat ze voortaan niet voor iedere verkiezing
opnieuw hoeven te worden vastgesteld. Ten slotte zijn enige wijzigingen doorgevoerd
om een aantal processen-verbaal te uniformeren en is omwille van de flexibiliteit
een aantal verzoekformulieren aangepast.
2. Inhoud van de regeling
2.1. Wijziging Kies- en referendumregeling
Schrappen van verwijzingen naar de Wrr
Met deze regeling zijn (onderdelen van) artikelen en modellen vervallen voor zover
deze betrekking hadden op het raadgevend referendum. Dit vloeit voort uit de wet van
10 juli 2018 tot intrekking van de Wet raadgevend referendum (Stb. 2018, 214). Voor de achtergronden van die wet wordt verwezen naar de memorie van toelichting
ervan. Met deze regeling zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
• de verwijzingen naar de Wrr en het Besluit raadgevend referendum zijn geschrapt uit
artikel 1;
-
• de citeertitel van de Kies- en referendumregeling is gewijzigd in Kiesregeling;
-
• artikel 2b en de daarbij behorende bijlage met eisen omtrent de programmatuur voor
het vaststellen van de uitslag van een referendum zijn vervallen;
-
• in de hierna genoemde modellen zijn de onderdelen geschrapt die betrekking hadden
op de Wrr: D 3-1, D 3-2, J 7, J 7-1, J 16, K 4, K 6, K 6-2, L 8, L 8-2, L 11, M 3,
M 6-1, M 6-2, M 6-3, N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, N 11 en O 3;
-
• de hierna genoemde modellen zijn vervallen: Wrr 29-1, Wrr 29-2, Wrr 37, Wrr 41-1,
Wrr 41-2, Wrr 52, Wrr 58, Wrr 83, Wrr 116 en Wrr 118.
Toekomstbestendig maken van verkiezingsbescheiden
De Kies- en referendumregeling bevatte snel gedateerde modellen voor verkiezingsbescheiden.
Dit kwam vooral doordat in de aanloop naar elke verkiezing de modellen voor de verkiezingsbescheiden
specifiek voor die verkiezing werden opgemaakt. Om dit te ondervangen zijn met deze
regeling verkiezingsbescheiden vastgesteld waarop bijvoorbeeld niet de datum voor
een specifieke verkiezing is opgenomen. Ook zijn hiertoe de verkiezingsbescheiden
vastgesteld in grijstinten. Hiermee wordt een nieuwe lijn ingezet ten opzichte van
de wijze waarop de modellen voor de verkiezingsbescheiden tot nu toe werden vastgesteld.
De nieuwe opmaak heeft als voordeel dat de vormgeving van de modellen van de verkiezingsbescheiden
geruime tijd voor de dag van stemming bekend zijn voor burgers, overheden en andere
betrokkenen. Voorts verdient deze werkwijze de voorkeur om redenen van bestendigheid
en wetgevingsefficiency. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
verstrekt gemeenten en openbare lichamen in de aanloop naar verkiezingen productiebestanden
met de specificaties van de verkiezingsbescheiden die betrekking hebben op de betreffende
verkiezingen.
Met deze regeling zijn gedateerde verkiezingsbescheiden vervangen. Daarvoor in de
plaats zijn verkiezingsbescheiden opgenomen die geen verwijzingen bevatten naar specifieke
verkiezingsmomenten. De stempassen en schriftelijke volmachten voor kiescollegeverkiezingen
zijn voor het eerst vastgesteld. Het betreft de volgende modellen:
-
• de stempassen (J 7) voor de waterschapsverkiezing (2x), provinciale statenverkiezing,
Europees Parlementsverkiezing, kiescollegeverkiezing en eilandsraadsverkiezing;
-
• de schriftelijke volmachten (L 11) voor de waterschapsverkiezing, provinciale statenverkiezing,
Europees Parlementsverkiezing, kiescollegeverkiezing en eilandsraadsverkiezing;
-
• de kiezerspassen (K 4) voor de waterschapsverkiezing, provinciale statenverkiezing
en de Europees Parlementsverkiezing.
Overige wijzigingen
Met deze regeling zijn onderdelen van processen-verbaal geüniformeerd. In onderdeel
2 en 5a van model N 11 (opgave van de burgemeester) en onderdeel 3 van model O 3 (proces-verbaal
hoofdstembureau) zijn hiertoe de volgorde van sub a en b omgedraaid, zodat die in
lijn zijn met model N 10-1 (proces-verbaal stembureau). Daarnaast wordt in deze beide
modellen nu het aantal geldige stemmen op kandidaten meegenomen, zoals eveneens in
model N 10-1 het geval is.
In de modellen K 6, L 8 en Y 32 is de toelichtende tekst vervangen door een korte
aanduiding van de inhoud. Dit voorkomt dat wijzigingen van ondergeschikte aard in
deze toelichtende teksten een wijziging van de Kiesregeling behoeven. Hiermee wordt
aangesloten bij de werkwijze die reeds is doorgevoerd in de modellen D 3-1 en D 3-2.
In model J 20 is verduidelijkt wat er wordt afgedrukt op het stembiljet voor de verkiezingen
van de Eerste Kamer.
Het opschrift van bijlage 1 is aangepast. De opschriften van de bijlagen hebben daarmee
nu dezelfde vorm.
2.2. Wijziging Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland
In artikel 6, eerste lid, is de citeertitel van de Kiesregeling aangepast. Ook uit
de modellen A, C en D zijn verwijzingen naar de Wrr geschrapt. Voor een uitgebreidere
toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.1. van deze toelichting.
In model C (verzoekformulier briefstembewijs) is de toelichtende tekst vervangen door
een korte aanduiding van de inhoud (zie ook paragraaf 2.1. voor een uitgebreidere
toelichting).
2.3. Wijziging Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming
In artikel 13, eerste lid, is de citeertitel van de Kiesregeling aangepast. Ook uit
model II zijn verwijzingen naar de Wrr geschrapt. Voor een uitgebreidere toelichting
wordt verwezen naar paragraaf 2.1. van deze toelichting.
Ten behoeve van de uniformiteit is de volgorde van onderdelen in model I en model
II zoveel als mogelijk in lijn gebracht met model N 10-1 van de Kiesregeling. Ook
zijn enige technische wijzigingen doorgevoerd ten behoeve van het gebruiksgemak.
3. Consultatie
De Kiesraad is bij brief van 31 oktober 2018 gevraagd om advies uit te brengen over
deze regeling. Dat advies is op 26 november 2018 ontvangen.
De Kiesraad acht het juist om de Kies- en referendumregeling te hernoemen tot Kiesregeling,
nu de Wrr is ingetrokken. De Raad kan zich ook vinden in het streven modellen voor
verkiezingsbescheiden op zodanige wijze op te stellen dat deze in de toekomst alleen
geactualiseerd hoeven te worden als een wijziging in verkiezingsregelgeving dit noodzakelijk
maakt. Daarnaast vraagt de Kiesraad aandacht voor de onderkleur en andere kenmerkende
verschillen tussen vastgestelde verkiezingsbescheiden voor verschillende stemmingen
en voor bepaalde formuleringen achterop de verkiezingsbescheiden. Ook ontwaart de
Kiesraad een risico in het loslaten van een uniforme toelichting in de modellen K
6, L 8 en Y 32. Ten slotte maakt de Kiesraad nog enige opmerkingen van redactionele
aard. In reactie hierop wordt het volgende opgemerkt.
De keuze om de modellen voor de verkiezingsbescheiden vast te stellen in grijstinten
vloeit voort uit de wens om deze modellen niet langer per verkiezing afzonderlijk
vast te stellen. Deze keuze is gemaakt omdat de kleuren en kenmerken van de verkiezingsbescheiden
per verkiezing verschillen. Niettemin is het van belang dat gemeenten en openbare
lichamen tijdig weten wat de kenmerkende verschillen zijn tussen de verschillende
verkiezingsbescheiden. Daartoe verstrekt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
hen tijdig productiebestanden. Naar aanleiding van het advies van de Kiesraad is dit
in paragraaf 2.1. van deze toelichting geëxpliciteerd.
De Kiesraad signaleert dat de toelichtende teksten op de achterzijde van de stempas
(model J 7) en kiezerspas (K 4) over het verlenen van een (onderhandse) volmacht tot
verwarring kunnen leiden bij de kiezer. De kiezer werd oorspronkelijk om een handtekening
gevraagd na de zin ‘Ik stem niet zelf en machtig onderstaande persoon om voor mij
te stemmen’. Daarmee kon de indruk ontstaan dat de handtekening van de gemachtigde
werd gevraagd. Naar aanleiding van het signaal van de Kiesraad is er voor gekozen
de formulering van de bewuste zin aan te passen. Deze luidt nu: ‘Ik stem niet zelf
en machtig een andere persoon (de gemachtigde) om voor mij te stemmen.’ Ik acht dit
beter werkbaar dan de suggestie van de Kiesraad om het onderdeel van de handtekening
te splitsen van de gegevens van de gemachtigde. De kiezer tekent immers zowel voor
de verklaring die ertoe strekt dat de pas op zijn naam staat, als voor de verlening
van de volmacht.
Met de Kiesraad meen ik dat het vervangen van toelichtende teksten door een aanduiding
van de inhoud in de modellen K 6, L 8 en Y 32 niet moet leiden tot verschillen in
deze tekst per gemeenten. Ik wil voorzien in een wijziging van het Kiesbesluit waarmee
de bestuursorganen worden verplicht gebruik te maken van ingevulde versies van de
betreffende modellen die hun in aanloop naar een verkiezing door de Minister van Binnenlandse
Zaken ter beschikking worden gesteld.
Suggesties van meer redactionele aard zijn overgenomen.
4. Administratieve lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor zover de wijzigingen
die verband houden met de afschaffing van het raadgevend referendum een verlaging
van de administratieve lasten met zich meebrengen, vloeien deze volledig voort uit
de intrekking van de Wrr.
5. Inwerkingtreding
De gewijzigde modellen zullen, voor zover van toepassing, voor het eerst gebruikt
worden ten behoeve van de waterschaps-, eilandsraads-, kiescollege- en provinciale
statenverkiezingen op 20 maart 2019. Opdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand
beschikbaar zijn, treedt deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren