Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2018, nr. 2018-0000048968, houdende wijziging van de Kies- en referendumregeling en enige andere regelingen onder meer in verband met de intrekking van de Wet raadgevend referendum

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de Kieswet en artikel 41, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming;

Besluit:

ARTIKEL I

De Kies- en referendumregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt ‘, de Wet raadgevend referendum, het Kiesbesluit en het Besluit raadgevend referendum’ vervangen door ‘ en het Kiesbesluit’.

B

Artikel 2b vervalt.

C

In artikel 4 wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.

D

De bijlage bij artikel 1 van de Kies- en referendumregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Bijlage 1. bij artikel 1 van de Kiesregeling

2. Het model J 16 (Wrr 59) wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden: Model J 16. Kiezershandleiding voor verkiezingen.

b. Het tweede onderdeel alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste onderdeel vervallen.

3. In het opschrift van model M 6-1 (Wrr 62) vervalt ‘(Wrr 62)’.

4. Het model M 6-2 (Wrr 62) wordt als volgt gewijzigd:

a. In het opschrift vervalt ‘(Wrr 62)’.

b. De onderdelen 1 en 2 vervallen, onder vernummering van de onderdelen 3 en 4 tot 1 en 2.

5. In het opschrift van model M 6-3 (Wrr 62) vervalt ‘(Wrr 62)’.

6. De modellen D 3-1, D 3-2 (Wrr 22), J 7 (Wrr 59), J 7-1 (Wrr 59-62), J 20, K 4 (Wrr 60), K 6 (Wrr 60), K 6-2 (Wrr 60), L 8 (Wrr 61), L 8-2 (Wrr 61), L 11 (Wrr 61), M 3 (Wrr 62), N 10-1 (Wrr 66), N 10-2a (Wrr 66), N 10-2b (Wrr 66), N 11 (Wrr 67), O 3 (Wrr 73) en Y 32 worden vervangen door de modellen D 3-1, D 3-2, J 7, J 7-1, J 20, K 4, K 6, K 6-2, L 8, L 8-2, L 11, M 3, N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, N 11, O 3 en Y 32 die in onderdeel A van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

7. De modellen Wrr 29-1, Wrr 29-2, Wrr 37, Wrr 41-1, Wrr 41-2, Wrr 52, Wrr 58, Wrr 83, Wrr 116 en Wrr 118 vervallen.

E

In het opschrift van bijlage 2 wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.

F

Bijlage 3 vervalt.

ARTIKEL II

De Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, eerste lid, wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.

B

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift van Model A wordt ‘, de leden van het Europees Parlement en bij het referendum’ vervangen door ‘en de leden van het Europees Parlement’.

2. Model A, onderdeel 2, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste onderdeel, vervallen.

3. De modellen C en D worden vervangen door de gelijknamige modellen, die in onderdeel B van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

ARTIKEL III

De Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13, eerste lid, wordt ‘Kies- en referendumregeling’ vervangen door ‘Kiesregeling’.

B

In de bijlage worden de modellen I en II vervangen door de gelijknamige modellen, die in onderdeel C van de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I, ONDER D, ONDERDEEL 6, ARTIKEL II, ONDER B, ONDERDEEL 3 EN ARTIKEL III, ONDER B, VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 7 DECEMBER 2018, NR. 2018-0000048968, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE KIES- EN REFERUMDUMREGELING EN ENIGE ANDERE REGELINGEN ONDER MEER IN VERBAND MET DE INTREKKING VAN DE WET RAADGEVEND REFERENDUM

A

Model D 3-1

Model D 3-2

Model J 7. Stempas

  • 1. Het model voor de stempas luidt voor een verkiezing als bedoeld in artikel 52 van de Wet algemene regels herindeling als volgt:

  • 2. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad luidt als volgt:

  • 3. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het waterschap waarmee niet in elk willekeurig stemlokaal in de gemeente kan worden gestemd, luidt als volgt:

  • 4. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het waterschap waarmee in elk willekeurig stemlokaal in de gemeente kan worden gestemd, luidt als volgt:

  • 5. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten luidt als volgt:

  • 6. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement luidt als volgt:

  • 7. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het kiescollege luidt als volgt:

  • 8. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad luidt als volgt:

Model J 7-1. De technische eisen aan de stempas, de kiezerspas, het schriftelijk volmachtbewijs en het briefstembewijs

Model J 20. Stembiljet

(voorzijde)1 2

STEMBILJET voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal/Eerste Kamer der Staten-Generaal/provinciale staten van ...../ het algemeen bestuur van het waterschap..../ de raad van de gemeente ...../ de eilandsraad van het openbaar lichaam ...../ het kiescollege van het openbaar lichaam ...../ het Europees Parlement op ..... [in kieskring ..... (.....)] 3

KANDIDATENLIJSTEN4

enz.1

enz.1

1 De lijsten dienen om en om in te springen. Tussen de lijsten dient ruimte te worden gelaten. Indien op een lijst meer dan vijftig namen zijn geplaatst, mogen de namen van de kandidaten op de eenenvijftigste en volgende plaats worden vermeld aan de voet van de volgende kolom. In dat geval dienen boven die kolom het nummer van de lijst en de eventuele aanduiding van de politieke groepering te worden geplaatst. Bovendien wordt in dat geval boven de naam van de eerste kandidaat van die kolom het woord ’vervolg’ geplaatst. De lijsten dienen in één rij te worden geplaatst of in meer rijen onder elkaar. In laatstbedoeld geval dienen de rijen zo te worden geplaatst dat tussen de langste lijst van een rij en de lijstnummers van de volgende rij ruimte wordt gelaten.

U stemt door het rood maken van één wit stipje, geplaatst vóór de kandidaat van uw keuze. Het stembiljet wordt zo dicht gevouwen dat de kandidatenlijst niet zichtbaar is.

Model K 4. Kiezerspas

  • 1. De kiezerspas voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het waterschap luidt als volgt:

  • 2. De kiezerspas voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten luidt als volgt:

  • 3. De kiezerspas voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement luidt als volgt:

Model K 6

Model K 6-2

Model L 8

Model L 8-2

Model L 11. Schriftelijk volmachtbewijs

  • 1. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs luidt voor een verkiezing van de leden van de gemeenteraad of voor een verkiezing als bedoeld in artikel 52 van de Wet algemene regels herindeling als volgt:

  • 2. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het waterschap luidt als volgt:

  • 3. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten luidt als volgt:

  • 4. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement luidt als volgt:

  • 5. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van het kiescollege luidt als volgt:

  • 6. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad luidt als volgt:

Model M 3

Model N 10-1

Model N 10-1

Model N 10-2a

Model N 10-2b

Model N 10-2b

Model N 11

Model O 3

Model O 3

Model Y 32

B

Model C. Het verzoek om een vervangend briefstembewijs voor kiezers buiten Nederland

Model D. Het verzoek om een vervangend briefstembewijs voor kiezers in Aruba, Curaçao of Sint Maarten

C

Model I: Proces-verbaal van een stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze regeling zijn diverse wijzigingen doorgevoerd in de Kies- en referendumregeling, de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland en de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming. De wijzigingen houden verband met de intrekking van de Wet raadgevend referendum (Wrr). Ook zijn verkiezingsbescheiden vastgesteld die minder specificaties bevatten opdat ze voortaan niet voor iedere verkiezing opnieuw hoeven te worden vastgesteld. Ten slotte zijn enige wijzigingen doorgevoerd om een aantal processen-verbaal te uniformeren en is omwille van de flexibiliteit een aantal verzoekformulieren aangepast.

2. Inhoud van de regeling

2.1. Wijziging Kies- en referendumregeling

Schrappen van verwijzingen naar de Wrr

Met deze regeling zijn (onderdelen van) artikelen en modellen vervallen voor zover deze betrekking hadden op het raadgevend referendum. Dit vloeit voort uit de wet van 10 juli 2018 tot intrekking van de Wet raadgevend referendum (Stb. 2018, 214). Voor de achtergronden van die wet wordt verwezen naar de memorie van toelichting ervan. Met deze regeling zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • de verwijzingen naar de Wrr en het Besluit raadgevend referendum zijn geschrapt uit artikel 1;

  • de citeertitel van de Kies- en referendumregeling is gewijzigd in Kiesregeling;

  • artikel 2b en de daarbij behorende bijlage met eisen omtrent de programmatuur voor het vaststellen van de uitslag van een referendum zijn vervallen;

  • in de hierna genoemde modellen zijn de onderdelen geschrapt die betrekking hadden op de Wrr: D 3-1, D 3-2, J 7, J 7-1, J 16, K 4, K 6, K 6-2, L 8, L 8-2, L 11, M 3, M 6-1, M 6-2, M 6-3, N 10-1, N 10-2a, N 10-2b, N 11 en O 3;

  • de hierna genoemde modellen zijn vervallen: Wrr 29-1, Wrr 29-2, Wrr 37, Wrr 41-1, Wrr 41-2, Wrr 52, Wrr 58, Wrr 83, Wrr 116 en Wrr 118.

Toekomstbestendig maken van verkiezingsbescheiden

De Kies- en referendumregeling bevatte snel gedateerde modellen voor verkiezingsbescheiden. Dit kwam vooral doordat in de aanloop naar elke verkiezing de modellen voor de verkiezingsbescheiden specifiek voor die verkiezing werden opgemaakt. Om dit te ondervangen zijn met deze regeling verkiezingsbescheiden vastgesteld waarop bijvoorbeeld niet de datum voor een specifieke verkiezing is opgenomen. Ook zijn hiertoe de verkiezingsbescheiden vastgesteld in grijstinten. Hiermee wordt een nieuwe lijn ingezet ten opzichte van de wijze waarop de modellen voor de verkiezingsbescheiden tot nu toe werden vastgesteld. De nieuwe opmaak heeft als voordeel dat de vormgeving van de modellen van de verkiezingsbescheiden geruime tijd voor de dag van stemming bekend zijn voor burgers, overheden en andere betrokkenen. Voorts verdient deze werkwijze de voorkeur om redenen van bestendigheid en wetgevingsefficiency. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt gemeenten en openbare lichamen in de aanloop naar verkiezingen productiebestanden met de specificaties van de verkiezingsbescheiden die betrekking hebben op de betreffende verkiezingen.

Met deze regeling zijn gedateerde verkiezingsbescheiden vervangen. Daarvoor in de plaats zijn verkiezingsbescheiden opgenomen die geen verwijzingen bevatten naar specifieke verkiezingsmomenten. De stempassen en schriftelijke volmachten voor kiescollegeverkiezingen zijn voor het eerst vastgesteld. Het betreft de volgende modellen:

  • de stempassen (J 7) voor de waterschapsverkiezing (2x), provinciale statenverkiezing, Europees Parlementsverkiezing, kiescollegeverkiezing en eilandsraadsverkiezing;

  • de schriftelijke volmachten (L 11) voor de waterschapsverkiezing, provinciale statenverkiezing, Europees Parlementsverkiezing, kiescollegeverkiezing en eilandsraadsverkiezing;

  • de kiezerspassen (K 4) voor de waterschapsverkiezing, provinciale statenverkiezing en de Europees Parlementsverkiezing.

Overige wijzigingen

Met deze regeling zijn onderdelen van processen-verbaal geüniformeerd. In onderdeel 2 en 5a van model N 11 (opgave van de burgemeester) en onderdeel 3 van model O 3 (proces-verbaal hoofdstembureau) zijn hiertoe de volgorde van sub a en b omgedraaid, zodat die in lijn zijn met model N 10-1 (proces-verbaal stembureau). Daarnaast wordt in deze beide modellen nu het aantal geldige stemmen op kandidaten meegenomen, zoals eveneens in model N 10-1 het geval is.

In de modellen K 6, L 8 en Y 32 is de toelichtende tekst vervangen door een korte aanduiding van de inhoud. Dit voorkomt dat wijzigingen van ondergeschikte aard in deze toelichtende teksten een wijziging van de Kiesregeling behoeven. Hiermee wordt aangesloten bij de werkwijze die reeds is doorgevoerd in de modellen D 3-1 en D 3-2.

In model J 20 is verduidelijkt wat er wordt afgedrukt op het stembiljet voor de verkiezingen van de Eerste Kamer.

Het opschrift van bijlage 1 is aangepast. De opschriften van de bijlagen hebben daarmee nu dezelfde vorm.

2.2. Wijziging Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland

In artikel 6, eerste lid, is de citeertitel van de Kiesregeling aangepast. Ook uit de modellen A, C en D zijn verwijzingen naar de Wrr geschrapt. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.1. van deze toelichting.

In model C (verzoekformulier briefstembewijs) is de toelichtende tekst vervangen door een korte aanduiding van de inhoud (zie ook paragraaf 2.1. voor een uitgebreidere toelichting).

2.3. Wijziging Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming

In artikel 13, eerste lid, is de citeertitel van de Kiesregeling aangepast. Ook uit model II zijn verwijzingen naar de Wrr geschrapt. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.1. van deze toelichting.

Ten behoeve van de uniformiteit is de volgorde van onderdelen in model I en model II zoveel als mogelijk in lijn gebracht met model N 10-1 van de Kiesregeling. Ook zijn enige technische wijzigingen doorgevoerd ten behoeve van het gebruiksgemak.

3. Consultatie

De Kiesraad is bij brief van 31 oktober 2018 gevraagd om advies uit te brengen over deze regeling. Dat advies is op 26 november 2018 ontvangen.

De Kiesraad acht het juist om de Kies- en referendumregeling te hernoemen tot Kiesregeling, nu de Wrr is ingetrokken. De Raad kan zich ook vinden in het streven modellen voor verkiezingsbescheiden op zodanige wijze op te stellen dat deze in de toekomst alleen geactualiseerd hoeven te worden als een wijziging in verkiezingsregelgeving dit noodzakelijk maakt. Daarnaast vraagt de Kiesraad aandacht voor de onderkleur en andere kenmerkende verschillen tussen vastgestelde verkiezingsbescheiden voor verschillende stemmingen en voor bepaalde formuleringen achterop de verkiezingsbescheiden. Ook ontwaart de Kiesraad een risico in het loslaten van een uniforme toelichting in de modellen K 6, L 8 en Y 32. Ten slotte maakt de Kiesraad nog enige opmerkingen van redactionele aard. In reactie hierop wordt het volgende opgemerkt.

De keuze om de modellen voor de verkiezingsbescheiden vast te stellen in grijstinten vloeit voort uit de wens om deze modellen niet langer per verkiezing afzonderlijk vast te stellen. Deze keuze is gemaakt omdat de kleuren en kenmerken van de verkiezingsbescheiden per verkiezing verschillen. Niettemin is het van belang dat gemeenten en openbare lichamen tijdig weten wat de kenmerkende verschillen zijn tussen de verschillende verkiezingsbescheiden. Daartoe verstrekt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hen tijdig productiebestanden. Naar aanleiding van het advies van de Kiesraad is dit in paragraaf 2.1. van deze toelichting geëxpliciteerd.

De Kiesraad signaleert dat de toelichtende teksten op de achterzijde van de stempas (model J 7) en kiezerspas (K 4) over het verlenen van een (onderhandse) volmacht tot verwarring kunnen leiden bij de kiezer. De kiezer werd oorspronkelijk om een handtekening gevraagd na de zin ‘Ik stem niet zelf en machtig onderstaande persoon om voor mij te stemmen’. Daarmee kon de indruk ontstaan dat de handtekening van de gemachtigde werd gevraagd. Naar aanleiding van het signaal van de Kiesraad is er voor gekozen de formulering van de bewuste zin aan te passen. Deze luidt nu: ‘Ik stem niet zelf en machtig een andere persoon (de gemachtigde) om voor mij te stemmen.’ Ik acht dit beter werkbaar dan de suggestie van de Kiesraad om het onderdeel van de handtekening te splitsen van de gegevens van de gemachtigde. De kiezer tekent immers zowel voor de verklaring die ertoe strekt dat de pas op zijn naam staat, als voor de verlening van de volmacht.

Met de Kiesraad meen ik dat het vervangen van toelichtende teksten door een aanduiding van de inhoud in de modellen K 6, L 8 en Y 32 niet moet leiden tot verschillen in deze tekst per gemeenten. Ik wil voorzien in een wijziging van het Kiesbesluit waarmee de bestuursorganen worden verplicht gebruik te maken van ingevulde versies van de betreffende modellen die hun in aanloop naar een verkiezing door de Minister van Binnenlandse Zaken ter beschikking worden gesteld.

Suggesties van meer redactionele aard zijn overgenomen.

4. Administratieve lasten

Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor zover de wijzigingen die verband houden met de afschaffing van het raadgevend referendum een verlaging van de administratieve lasten met zich meebrengen, vloeien deze volledig voort uit de intrekking van de Wrr.

5. Inwerkingtreding

De gewijzigde modellen zullen, voor zover van toepassing, voor het eerst gebruikt worden ten behoeve van de waterschaps-, eilandsraads-, kiescollege- en provinciale statenverkiezingen op 20 maart 2019. Opdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand beschikbaar zijn, treedt deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Op de achterzijde van het stembiljet worden gedrukt:

  • de handtekening, bedoeld in artikel J 20, eerste lid, dan wel artikel T 2, eerste lid, van de Kieswet, zoveel malen dat zij, hoe het stembiljet ook wordt gevouwen, geheel of ten dele zichtbaar blijft.

  • de naam van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing geldt, alsmede een aanduiding van de kieskring. In afwijking hiervan wordt bij verkiezingen voor de Eerste Kamer op de achterzijde slechts de naam van de betreffende provincie gedrukt. De naam (en aanduiding) worden aan de bovenzijde gedrukt, zoveel malen dat zij goed zichtbaar is als het stembiljet is dichtgevouwen.

X Noot
2

Indien in een gemeente twee of meer stemmingen gelijktijdig plaatsvinden, worden op de voor- en achterzijde van het stembiljet over de gehele breedte een voor de stemming onderscheidend kenmerk in de vorm van één of meer kleurenbalken gedrukt, zodanig dat het goed zichtbaar is als het stembiljet is open- of dichtgevouwen.

X Noot
3

Alleen op te nemen, indien het een verkiezing betreft van de leden van de Tweede Kamer of van provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat. Achter ‘kieskring’ het nummer en tussen haakjes de naam van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd.

X Noot
4

Boven elke lijst dient het nummer en, in voorkomend geval, onder het nummer de aanduiding van de politieke groepering te worden vermeld. De kandidaten worden vermeld op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde als zij op de kandidatenlijst voorkomen, met weglating van het adres en de geboortedatum. De kandidaten worden per lijst doorlopend genummerd.

Naar boven