Besluit wijziging Normbedragenbesluit 2018

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Normbedragenbesluit 2018 (Staatscourant 19 april 2018, nummer 21773) wordt als volgt gewijzigd:

A

In de Bijlage bij het Besluit wordt het drempelbedrag voorzieningen met code B11 gewijzigd van € 136,89 in € 138,72.

B

In de Bijlage bij het Besluit wordt de ’Uurvergoeding voor intermediaire dienstverleners visueel gehandicapten en motorisch gehandicapten’ met code E17-III gewijzigd van € 20,56 in € 20,84.

C

In de Bijlage bij het Besluit wordt de ‘Inkomensgrens startende zelfstandige 3 jaar na de start’ met code Z1 gewijzigd van € 83.489,52 in € 84.892,14.

D

In de Bijlage bij het Besluit wordt de ‘Vergoeding kosten begeleiding startende zelfstandigen vóór en ná de start’ met code Z2 gewijzigd van € 3.756,53 in € 3.819,64.

E

In de Bijlage bij het Besluit wordt het ‘Voorbereidingskrediet startende zelfstandige’ met code Z3 gewijzigd van € 2.938,32 in € 2.987,68.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Dit besluit wordt met de toelichting en de aangepaste bijlage in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 27 november 2018

A. Paling Voorzitter Raad van Bestuur

TOELICHTING

Artikel I

A en B

Ingevolge de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 oktober 2018, nr. 2018-0000161951, tot aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2019 (Staatscourant van 24 oktober 2018 nummer 59237), wordt het wettelijk minimumloon met ingang van 1 januari 2019 verhoogd met een factor 1,3401. Dit betekent dat de normbedragen die op dit wettelijk minimumloon zijn gebaseerd in deze zin dienen te worden aangepast.

Het Normbedragenbesluit 2018 bevat een bijlage waarin de normbedragen voorzieningen zijn opgenomen. Een tweetal bedragen is gebaseerd op dit wettelijk minimumloon. Om deze reden dienen deze 2 bedragen te worden herzien. Het gaat om de volgende 2 aanpassingen:

  • B11: het drempelbedrag voorzieningen (inclusief BTW), het bedrag waarboven een aangevraagde voorziening kan worden vergoed, en

  • E 17-III: de uurvergoeding voor intermediaire dienstverleners visueel en motorisch gehandicapten (zoals voorleeshulpen). Het gaat hier om een bedrag exclusief BTW.

Beide normbedragen worden verhoogd met een factor 1,3401. Als gevolg van deze verhoging wijzigen de normbedragen met ingang van 1 januari 2019 als volgt:

  • Het drempelbedrag voorzieningen bedraagt € 138,72 in plaats van €136,89 tot (artikel I onderdeel A) en

  • De uurvergoeding intermediaire dienstverlening bedraagt € 20,84 in plaats van € 20,56 (artikel I onderdeel B).

C, D en E

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt het bedrag voor het starterskrediet vast. Dat wordt per 1 januari 2018 verhoogt met 1,68% van € 36.155,00 naar € 36.762,-. UWV verhoogt de zogenaamde Z-bedragen met eenzelfde percentage. Dit betekent dat:

  • De inkomensgrens startende zelfstandige 3 jaar na de start (Z1) wijzigt van € 83.489,52 in € 84.892,14;

  • De vergoeding kosten begeleiding startende zelfstandigen vóór en ná de start (Z2) wijzigt van € 3.756,53 in € 3.819,64; en

  • Het voorbereidingskrediet startende zelfstandige (Z3) wijzigt van € 2.938,32 in € 2.987,68.

UWV is gewoon om jaarlijks per 1 januari de overige normbedragen te indexeren op basis van het dan geldende CBS-prijsindexcijfer. UWV is in 2018 gestart met een onderzoek naar de actualiteit en samenstelling van de normbedragen voorzieningen. Op dit moment brengt UWV de consequenties van de uitkomsten van dit onderzoek in beeld. Pas op het moment dat dit beeld helder is, zal UWV – als daar aanleiding toe is – de normbedragen aanpassen. Dit houdt in dat de overige normbedragen per 1 januari 2019 ongewijzigd blijven.

Het gaat om de normbedragen met de codes: C 18-II tot en met IV, C 20 -I en III, C 22, C 25-I en V, C 26-I en II, C 31 tot en met C 34, C 71, E17-I, E 17-A1 en A3, G 22-I, I 12 en Q 1 en 2.

Amsterdam, 27 november 2018

A. Paling Voorzitter Raad van Bestuur

code

beschrijving

toelichting

per 1 juli 2018

per 1 januari 2019

Werk

Onderwijs

ALGEMENE NORMBEDRAGEN

       

Drempelbedrag voorzieningen

       

B11

Drempelbedrag waar beneden geen vergoeding wordt verleend.

Voorzieningen die minder dan dit bedrag kosten, worden niet vergoed. Meerdere aangevraagde voorzieningen die ieder minder kosten dan het drempelbedrag kunnen worden opgeteld en vergoed.

€ 136,89

€ 138,72

X

X

(kostenbedrag inclusief BTW)

         

Referentieauto

       

C18-II

Normbedrag referentieauto

Een referentieauto is een gemiddeld type auto standaard voorzien van faciliteiten.

28,816,00

€ 28.816,00

X

X

(aanschafbedrag inclusief BTW)

         

C18-III

Eigen bijdrage verzekeringskosten bij noodzakelijke aanschaf van een auto boven de kosten van de referentieauto

Dit maandelijkse bedrag wordt op de feitelijke maandelijkse kosten in mindering gebracht (eigen bijdrage).

€ 96,47

€ 96,47

X

X

C18-IV

Eigen bijdrage motorrijtuigenbelasting bij noodzakelijke aanschaf van een auto boven de kosten van een referentieauto

Dit maandelijkse bedrag wordt op de feitelijke maandelijkse kosten in mindering gebracht (eigen bijdrage).

€ 34,00

€ 34,00

X

X

Inkomensgrenzen voor vervoersvoorzieningen voor het woon- werk en het privé vervoer

       

C20-I

Inkomensgrens woon- werk en privé vervoer

Deze inkomensgrens geldt niet voor het woon- schoolvervoer. Boven deze inkomensgrens is geen vergoeding mogelijk behalve voor (rolstoel)taxi. Hiervoor is soms vergoeding mogelijk.

€ 37.238,34

€ 37.238,34

X

X

C20-III

Inkomensgrens woon- werk en privé vervoer als in één gezin meer vervoersvoorzieningen nodig zijn

Deze inkomensgrens geldt niet voor het woon- schoolvervoer.

€ 55.858,02

€ 55.858,02

X

X

Kilometervergoeding bruikleenauto van Welzorg

       

C22

Kilometervergoeding bruikleenauto

Deze vergoeding is bedoeld voor de brandstofkosten van een auto. De eigen bijdrage gaat hier nog wel vanaf.

€ 0,13

€ 0,13

X

X

Kilometervergoeding voor auto’s in eigen bezit

       

C25-I

Personenauto

Dit is een vergoeding voor het bezit en gebruik van een eigen auto. De eigen bijdrage gaat hier nog wel vanaf.

€ 0,49

€ 0,49

X

X

C25-V

Bestelauto/busje

Dit is een vergoeding voor het bezit en gebruik van een eigen bestelauto of busje. De eigen bijdrage gaat hier nog wel vanaf.

€ 0,61

€ 0,61

X

X

Algemeen gebruikelijke kosten woon-werkvervoer per kilometer

       

C26-I

Algemeen gebruikelijke kosten woon- werkvervoer per kilometer

Gemiddelde kosten van één kilometer openbaar vervoer in Nederland die op het woon- werkvergoeding in mindering wordt gebracht. Dit bedrag is de eigen bijdrage.

€ 0,14

€ 0,14

X

 

C26-II

Algemeen gebruikelijke kosten woon- werkvervoer per kilometer boven de inkomensgrens C20-I en C20-III

De kosten zijn gelijk aan de kosten van het bezit en gebruik van een eigen auto. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de (rolstoel) taxikosten of de kosten van speciale auto's

€ 0,49

€ 0,49

X

 

Vervoerskostenvergoeding voor privé-kilometers

       

C31

Taxikostenvergoeding

Indien ook een vergoeding is gegeven voor het woon- werkvervoer. De vergoeding kan niet separaat worden aangevraagd. Het betreft een vast jaarlijks bedrag.

€ 3.989,79

€ 3.989,79

X

X

C32

Vergoeding voor visueel gehandicapten

Indien ook een vergoeding is gegeven voor het woon- werkvervoer. De vergoeding kan niet separaat worden aangevraagd. Het betreft een vast jaarlijks bedrag.

€ 1.993,37

€ 1.993,37

X

X

C33

Rolstoeltaxikostenvergoeding

Indien ook een vergoeding is gegeven voor het woon- werkvervoer. De vergoeding kan niet separaat worden aangevraagd. Het betreft een vast jaarlijks bedrag.

€ 4.874,82

€ 4.874,82

X

X

C34

Combinatievergoeding (taxi + overig vervoer)

Indien ook een vergoeding is gegeven voor het woon- werkvervoer. De vergoeding kan niet separaat worden aangevraagd. Het betreft een vast jaarlijks bedrag.

€ 1.777,03

€ 1.777,03

X

X

Begeleidingskosten

       

C71

Vergoeding reiskosten begeleider per jaar

Jaarlijkse vergoeding als de arbeidsgehandicapte klant niet zelf kan reizen en de begeleider een deel niet samen kan reizen (bijv. de terugweg).

€ 861,83

€ 861,83

X

X

VOORZIENINGEN VOOR INTERMEDIAIRE DIENSTVERLENING

       

E17-I

Uurvergoeding geregistreerde tolk gebarentaal of schrijftolk (bedrag exclusief BTW)

Registratie van tolk op www.stichtingrtg.nl

€ 53,25

€ 53,25

X

X

E17-III

Uurvergoeding voor intermediare dienstverleners visueel gehandicapten en motorisch gehandicapten. NB communicatieassistent is komen te vervallen per 01-01-2015 (bedrag exclusief BTW)

 

€ 20,56

€ 20,84

X

X

E17-A1

Reisvergoeding geregistreerde doventolk per kilometer (bedrag exclusief BTW)

 

€ 0,69

€ 0,69

X

X

E17-A3

Reisvergoeding voor intermediare dienstverleners visueel gehandicapten en motorisch gehandicapten. NB communicatieassistent is komen te vervallen per 01-01-2015 (bedrag exclusief BTW)

Inclusief vergoeding voor gereisde werktijd; reisvergoeding voor student-tolk is vervallen.

€ 0,31

€ 0,31

X

X

MEENEEMBARE VOORZIENINGEN

       

G22-I

Computer/laptop/tablet (één maal per 4 jaar) (bedrag inclusief BTW)

De vergoeding is gericht op een middel zonder aanpassingen.

€ 801,00

€ 801,00

X

X

BRUIKLEENVERSTREKKING

       

I12

Een voorziening wordt in bruikleen verstrekt als deze meer kost dan het vastgestelde bedrag.

In geval van bruikleen kunnen additionele kosten als onderhoud en reparatie door UWV worden vergoed.

€ 3.595,37 Contractuele uitzonderingen mogelijk

€ 3.595,37 Contractuele uitzonderingen mogelijk

X

X

(beneden dit bedrag verstrekking in eigendom)

         

JOBCOACHING/PERSOONLIJKE ONDERSTEUNING (alleen werkvoorziening)

       

Q1

Uurvergoeding voor jobcoaching/ persoonlijke ondersteuning

 

€ 75,82

€ 75,82

X

 
 

(Bedrag exclusief BTW)

         

NORMBEDRAGEN VOOR STARTENDE ZELFSTANDIGEN

       

Z1

Inkomensgrens startende zelfstandigen 3 jaar na de start.

Op basis van het gemiddelde jaarinkomen van de voorgaande drie arbeidsjaren wordt vastgesteld of de zelfstandige nog in aanmerking komt voor vergoeding van voorzieningen. Het gemiddelde jaarinkomen mag dan niet hoger zijn dan het normbedrag Z1.

83,489,52

€ 84.892,14

X

 

Z2

Vergoeding kosten begeleiding startende zelfstandigen vóór en ná de start.

 

€ 3.756,53

€ 3.819,64

X

 

(bedrag vergoeding incl.BTW)

         

Z3

Voorbereidingskrediet startende zelfstandige

Dit bedrag is bestemd voor oriënterende activiteiten van de starter zoals netwerkcontacten en vakbeurzen. De indexering van het bedrag Z3 volgt de jaarlijkse indexering van het starterskrediet door SZW.

€ 2.938,32

€ 2.987,68

X

 
 

(bedrag vergoeding incl.BTW)

         

INTERNE JOBCOACHING (alleen werkvoorziening)

       

Q2

Subsidiebedrag voor interne jobcoaching voor een dienstbetreking

     

x

 
 

Begeleidingsregimes

jaar 1

jaar 2

jaar 3 en verder

 

licht

€ 2.700,00

€ 1.400,00

€ 1.400,00

 

midden

€ 4.500,00

€ 2.700,00

€ 1.400,00

 

intensief

€ 6.800,00

€ 4.500,00

€ 2.700,00

 

Subsidiebedrag voor interne jobcoaching voor een proefplaatsing

         
 

Begeleidingsregimes

     
 

licht

€ 500,00

   
 

midden

€ 600,00

   
 

intensief

€ 750,00

   
Naar boven