Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 12 juli 2019, (kenmerk 2019-116721), houdende instelling van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen bij de Belastingdienst (Instellingsbesluit Adviescommissie uitvoering Toeslagen)

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Ministerie:

het Ministerie van Financiën;

b. Staatssecretaris:

de Staatssecretaris van Financiën;

c. commissie:

de adviescommissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviescommissie uitvoering Toeslagen.

Artikel 3 Taak

  • 1. De commissie heeft tot taak: het uitbrengen van advies over de wijze waarop de Belastingdienst/ Toeslagen in het algemeen, en bij kinderopvangtoeslag in het bijzonder, beter rekening kan houden met de gerechtvaardigde belangen van de toeslaggerechtigden, alsmede het uitbrengen van advies over de mogelijkheden voor de Belastingdienst/Toeslagen om binnen de wettelijke kaders en de grenzen van de uitvoerbaarheid – waar nodig – maatwerk te bieden aan burgers.

  • 2. De adviesaanvraag valt uiteen in drie deelvragen:

    • a. Welke beleids- en beoordelingsruimte heeft Toeslagen naar het oordeel van de commissie in de verdere afhandeling van de zogenoemde CAF 11-zaken en in aanverwante zaken, mede in het licht van recente jurisprudentie;

    • b. Wat is het oordeel van de commissie in meer algemene zin over het handelen van Toeslagen in andere zaken waarin vermoedens van georganiseerde fraude aan de orde zijn;

    • c. Hoe is het volgens de commissie in algemene zin met de praktische rechtsbescherming van de toeslaggerechtigden gesteld;

  • 3. Naar aanleiding van de bevindingen en conclusies is de commissie bevoegd aanbevelingen te doen.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit de voorzitter, de heer mr. J.P.H. Donner, en twee leden, mevrouw prof. mr. drs. W. den Ouden en mevrouw drs. J. Klijnsma.

  • 2. De benoeming geschiedt voor de duur van de adviescommissie.

  • 3. Bij tussentijds vertrek van de voorzitter of een lid kan de Staatssecretaris een andere voorzitter of lid benoemen.

Artikel 5. Instellingsduur

  • 1. De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 juli 2019.

  • 2. De commissie brengt ten aanzien van deelvraag 1 in oktober 2019 advies uit; ten aanzien van het overige brengt de commissie uiterlijk 31 december 2019 advies uit.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De Staatssecretaris voorziet in het secretariaat van de commissie, bestaande uit twee secretarissen.

  • 2. Het secretariaat is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan (de voorzitter van) de commissie.

  • 3. Aan het secretariaat kunnen medewerkers worden toegevoegd.

  • 4. De ambtenaren, in dienst van het Ministerie van Financiën, die tot secretaris worden benoemd, zijn tegenover anderen dan de commissie verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen in het verband van de werkzaamheden van de adviescommissie bekend is geworden.

  • 5. De Staatssecretaris draagt, op verzoek van de commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. De commissie verstrekt desgevraagd aan de Staatssecretaris de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Staatssecretaris kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 3. De commissie verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport.

Artikel 8 Vergoeding

  • 1. Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 16/36.

  • 2. De andere leden, die een functie vervullen bij instellingen of organisaties als bedoeld in de artikelen 1.2 tot en met 1.5 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, ontvangen geen vergoeding op grond van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 9 Openbaarmaking onderzoekscommissie

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Staatssecretaris uitgebracht of overgedragen.

Artikel 10 Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na afloop van haar werkzaamheden de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2019. Dit besluit vervalt met ingang van de dag na de datum waarop de commissie ten aanzien van alle deelvragen advies heeft uitgebracht.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie uitvoering Toeslagen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

TOELICHTING

Voor de inhoudelijke achtergrond en de verdere toelichting daarop wordt verwezen naar de brief van de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 29 mei 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 31 066, nr. 487). In die brief is de uitgebreid geformuleerde adviesaanvraag opgenomen, inclusief de aspecten waar iedere deelvraag mede antwoord op moet geven. De adviesaanvraag zoals die in de brief is geformuleerd, inclusief alle genoemde aspecten, zal leidend zijn voor de commissie.

Voor de vormgeving en de inrichting van de commissie is voor het overige aangesloten bij de Leidraad instellen externe commissies. De grondslag voor de vergoeding aan de voorzitter is de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het daarop gebaseerde instellingsbesluit voor de commissie. Voor de leden van de commissie geldt dat zij afzien van een persoonlijke vergoeding op grond van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Zij vervullen hun lidmaatschap van de commissie in de tijd die de respectievelijke organisaties waarbij zij hun hoofdfunctie vervullen daarvoor beschikbaar stelt. Met die organisaties zijn in dat verband afspraken gemaakt over de vergoeding die daarvoor aan die organisaties toekomt.

De werkzaamheden van de voorzitter zullen twee werkdagen per week omvatten, die van de leden elk één werkdag per week.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Naar boven