Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 juli 2019, nr. 2019-0000367615, houdende intrekking van de Regeling belastingcapaciteit 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel II van het Verzamelbesluit openbaar bestuur 2019;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling belastingcapaciteit 2011 wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Met onderhavige regeling is de Regeling belastingcapaciteit 2011 (hierna: de regeling) ingetrokken. De regeling gaf uitvoering aan de artikelen 4 en 7 van het Besluit financiële verhouding 2001 (Bfv).

Artikel 7 Bfv verplichtte gemeenten om jaarlijks aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gegevens te verstrekken over de in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde waarden van onroerende zaken in de gemeente. Die verplichting gold op grond van het tweede lid niet voor gemeenten die de gegevens verstrekken aan de Landelijke Voorziening WOZ, omdat het CBS in dat geval inzage heeft in de gegevens via de Landelijke Voorziening WOZ. Voor de gemeenten die de gegevens niet aan de Landelijke Voorziening WOZ verstrekten, werden op grond van de artikelen 4 en 7 Bfv in de regeling nadere regels gesteld omtrent de te verstrekken gegevens en de wijze van verstrekking aan het CBS.

Inmiddels zijn alle gemeenten aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ, waardoor artikel 7 Bfv en de regeling overbodig zijn geworden. Dat geldt niet voor artikel 4 Bfv, waarin een algemene delegatiegrondslag is opgenomen voor het stellen van nadere regels ter uitwerking van het Bfv. Enkel artikel 7 Bfv is daarom per 1 juli 2019 komen te vervallen.1 Vanwege de samenhang met artikel 7 Bfv is het wenselijk dat de regeling gelijktijdig komt te vervallen. De onderhavige regeling werkt daarom terug tot en met 1 juli 2019.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Stb. 2019, 46.

Naar boven