Bekendmaking van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie van 9 juli 2019, nr. MinBuZa.2019.438380, inzake verlenging van de termijn waarbinnen een verzoek kan worden gedaan tot toepassing van de contouren van een civielrechtelijke afwikkeling ter vergoeding van schade aan weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies in het voormalige Nederlands-Indië van vergelijkbare ernst en aard als Rawagedeh en Zuid Sulawesi, Ministerie van Buitenlandse Zaken

De Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie maken bekend dat zij gelet op de bijzondere aard van de zaak aanleiding zien om de weduwen meer tijd te geven om tot een zorgvuldige afronding van hun claim te komen. De indieningstermijn voor verzoeken op grond van de Contouren van een civielrechtelijke afwikkeling ter vergoeding van schade aan weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies in het voormalige Nederlands-Indië van vergelijkbare ernst en aard als Rawagedeh en Zuid Sulawesi1 wordt met twee jaar verlengd tot 11 september 2021. Om voor de vergoeding in aanmerking te komen, dient een mogelijke claimante het verzoek om schadevergoeding in te dienen binnen acht jaar na de bekendmaking van de onderhavige schikkingsmogelijkheid. Derhalve dient het complete verzoek vóór 11 september 2021 door de Staat te zijn ontvangen.

Het verzoek met bijlagen moet worden ingediend door middel van verzending per post aan:

Kantoor Landsadvocaat

Claim Indonesische weduwen

Postbus 11756

2502 AT Den Haag Nederland


X Noot
1

Oorspronkelijk gepubliceerd op 10 september 2013 in Stcrt. 2013, nr. 25383; verlengd op 4 september 2015, Stcrt. 2013, nr. 25383-n1 en op 30 augustus 2017 in Stcrt. 2017, nr. 49006.

Naar boven