ARTIKEL I
De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.10.1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde een begripsbepaling
ingevoegd, luidende:
- klimaat en energie technostarter:
-
technostarter wiens onderneming producten, processen of diensten verkoopt en levert,
die zijn gebaseerd op een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van bestaande
technologie, op het gebied van klimaat of energie, en die substantieel kunnen bijdragen
aan het voltooien van de missies uit het Klimaatakkoord (Kamerstukken II 2018/19,
32 813, nr. 342);.
B
In artikel 3.10.2 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde
en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
C
Artikel 3.10.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
D
In artikel 3.10.7, eerste lid, onderdeel c, onder 3°, wordt na ‘ten hoogste € 1.200.000
bedraagt’ ingevoegd ‘onderscheidenlijk ten hoogste € 2.000.000, indien het een fondsplan
als bedoeld in artikel 3.10.2, derde lid, betreft’.
E
In artikel 3.10.12, eerste en tweede lid, wordt ‘artikel 3.10.2, eerste en tweede
lid’ telkens vervangen door ‘artikel 3.10.2, eerste, tweede en derde lid’.
F
Na artikel 3.10.13a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.10.13b. Vervalbepaling klimaat en energie technostarter
Met ingang van 1 januari 2020:
-
a. vervalt in artikel 3.10.1, eerste lid, de begripsbepaling ‘klimaat en energie technostarter’;
-
b. vervalt in artikel 3.10.2 het derde lid, onder vernummering van het vierde en vijfde
lid tot derde en vierde lid;
-
c. vervalt in artikel 3.10.5 het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste
lid;
-
d. vervalt in artikel 3.10.7, eerste lid, onderdeel c, onder 3°, ‘onderscheidenlijk ten
hoogste € 2.000.000, indien het een fondsplan als bedoeld in artikel 3.10.2, derde
lid, betreft’;
-
e. wordt in artikel 3.10.12, eerste en tweede lid, ‘artikel 3.10.2, eerste, tweede en
derde lid’ telkens vervangen door ‘artikel 3.10.2, eerste en tweede lid’;
-
f. vervalt in artikel 1 van bijlage 3.10.1 onderdeel z, onder vervanging van de puntkomma
aan het slot van onderdeel y door een punt;
-
g. vervalt in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van bijlage 3.10.1 ‘onderscheidenlijk
ten hoogste € 2.000.000, indien het een fondsplan specifiek voor klimaat en energie
technostarters betreft’; en
-
h. vervalt dit artikel.
G
Bijlage 3.10.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- z. klimaat en energie technostarter:
-
technostarter wiens onderneming producten, processen of diensten verkoopt en levert,
die zijn gebaseerd op een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van bestaande
technologie, op het gebied van klimaat of energie, en die substantieel kunnen bijdragen
aan het voltooien van de missies uit het Klimaatakkoord (Kamerstukken II 2018/19,
32 813, nr. 342).
2. In artikel 5, eerste lid, onderdeel c, wordt na ‘ten hoogste € 1.200.000’ ingevoegd
‘onderscheidenlijk ten hoogste € 2.000.000, indien het een fondsplan specifiek voor
klimaat en energie technostarters betreft’.
ARTIKEL II
In de tabel, behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies
2019, wordt na de rijen met titel 3.10 een rij ingevoegd, luidende:
Titel 3.10: Seed capital technostarters
|
3.10.2, derde lid
|
Klimaat en energie technostarter
|
01-10-2019 t/m 31-10-2019
|
€ 20.000.000
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019.
TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Aanleiding en doel
Nederland staat voor een grote verduurzamingsopgave: een CO2-arme energievoorziening in 2050 die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Zo staat
het omschreven in het Klimaatakkoord (Kamerstukken II 2018/19, 32 813, nr. 342) en dat is waar de Rijksoverheid in Nederland naartoe werkt. Het Klimaatakkoord heeft
één groot doel: om klimaatverandering tegen te gaan willen we in Nederland de nationale
broeikasgasuitstoot terugdringen met 49% in 2030 en met 95% in 2050 ten opzichte van
1990. Dit valt uiteen in de volgende missies:
-
• een volledig CO2-vrij elektriciteitssysteem in 2050;
-
• een CO2-vrije gebouwde omgeving in 2050;
-
• een klimaatneutrale industrie met hergebruik van grondstoffen en producten in 2050;
-
• emissieloze mobiliteit voor mensen en goederen in 2050;
-
• een netto klimaatneutraal landbouw- en natuursysteem in 2050.
Deze missies uit het Klimaatakkoord vragen in alle sectoren veel van het innovatievermogen
van economie en samenleving. Innovatie is dan ook benoemd als een doorsnijdend thema
binnen het akkoord. De ontwikkeling van nieuwe duurzame technieken versterkt uiteindelijk
ook de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Daarnaast leveren
investeringen in verduurzaming zoals bijvoorbeeld duurzame energie en energiebesparing
nieuwe banen op.
Technostarters spelen met hun pioniersgeest, durf en inventiviteit een belangrijke
rol bij de ontwikkeling van nieuwe oplossingen. Een technostarter is een beginnende
mkb’er die producten, processen of diensten verkoopt en levert, die zijn gebaseerd
op een nieuwe technische vinding of op een nieuwe toepassing van bestaande technologie.
In dit geval specifiek op het terrein van klimaat of energie. Het kunnen ondernemers
zijn die nieuwe technieken ontwikkelen voor duurzame energie, zoals elektrisch rijden,
energieneutraal bouwen en smart grids. Of het kan gaan om bedrijven die met hun product
of dienst bijdragen aan de ontwikkeling en exploitatie van onder meer:
-
• hernieuwbare elektriciteit - door bijvoorbeeld het onderhoud aan een windpark te vereenvoudigen
of door het verbeteren van voorspellingen, waarmee de opbrengsten van wind- en zonneparken
(op zee) kunnen worden geoptimaliseerd;
-
• groengas of biogas - door bijvoorbeeld verbeterde technologieën te ontwikkelen voor
de productie of opwerking van gas waardoor nieuwe reststromen gebruikt kunnen worden
of hogere rendementen gerealiseerd kunnen worden;
-
• opslag- en conversietechnologieën - door bijvoorbeeld opschaalbare technologieën te
ontwikkelen die, al dan niet gebaseerd op waterstof, het toekomstige energiesysteem
op korte en lange termijn in balans kunnen houden.
Om meer van dit soort ondernemers te ondersteunen is extra risicokapitaal nodig. Extra
risicokapitaal kan namelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de opschaling van
deze sector en zo betere groei- en marktkansen bieden aan klimaat en energie technostarters.
Een financiële impuls om meer kapitaal aan te trekken moet ervoor zorgen dat investeerders
sneller en meer in klimaat en energie technostarters investeren. Het huidige gebrek
aan duurzame investeringen ligt vooral aan het ongunstige risico-rendementsprofiel:
de investeringen kennen een te hoog risico en/of een te laag rendement. Er is dan
ook – in beginsel eenmalig – een budget van € 20 miljoen gereserveerd ten behoeve
van risicokapitaal specifiek voor klimaat en energie technostarters.
Nederland beschikt met de subsidiemodule Seed capital technostarters (titel 3.10 van
de Regeling nationale EZ-subsidies (hierna: RNES)) reeds over een succesvol instrument
waardoor de brede Nederlandse risicokapitaalmarkt in tien jaar volwassen is geworden.
Deze subsidiemodule maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken in de vorm van een
geldlening voor de financiering van beginnende ondernemingen die technisch innovatief
van aard zijn (de eerdergenoemde technostarters). De subsidie wordt niet rechtstreeks
aan ondernemingen verstrekt, maar aan investeringsfondsen die participaties nemen
in ondernemingen van technostarters (startersfondsen). Daarom is met de onderhavige
regeling voorzien in de mogelijkheid om in beginsel eenmalig een tender voor de Seed
capital module specifiek ten behoeve van klimaat en energie technostarters open te
stellen. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de toezegging van de Staatsecretaris
van Economische Zaken en Klimaat in de Kamerbrief over het startupbeleid (TechLeap’-brief,
Kamerstukken II 2018/19, 32 637, nr. 374), om een specifieke tender te organiseren voor duurzaamheidsfondsen.
Afwijkend van de reguliere Seed capital subsidiemodule is het maximale subsidiebedrag
voor deze tender € 10 miljoen per fonds in plaats van € 6 miljoen per fonds. Klimaat
en energie gerelateerde initiatieven zijn doorgaans relatief kapitaalintensief. Door
een groter bedrag beschikbaar te stellen is de verwachting dat het startersfonds gedurende
de looptijd van het fonds gemiddeld grotere bedragen kan investeren in de technostarters
dan wanneer er € 6 miljoen beschikbaar gesteld wordt. Dit is ook zo aangekondigd in
het MKB-actieplan (Kamerstukken II 2017/2018, 32 637, nr. 316). Om grotere investeringen ook daadwerkelijk mogelijk te maken, is daarom in afwijking
van de reguliere Seed capital subsidiemodule tevens opgenomen dat de gemiddelde totale
verkrijgingsprijs gedurende de investeringsperiode maximaal € 2 miljoen bedraagt in
plaats van € 1,2 miljoen. Met de ervaring die met deze tender wordt opgedaan in het
ophogen van het subsidiebedrag, zal nog bezien worden of het nodig is dit ook bij
de reguliere Seed capital subsidiemodule toe te passen, of dit alleen toe te passen
bij specifieke tenders zoals deze.
2. Regeldruk
De wijzigingen hebben gevolgen voor de regeldruk. Het gaat hier om een verhoging van
de administratieve lasten voor een startersfonds. Deze administratieve lasten komen
voor in de fasen van aanvraag, uitvoering en vaststelling van de subsidie. Het betreft
de gebruikelijke werkzaamheden voor het opstellen van de aanvraag, voortgangsrapportages
en eindverantwoording. Verder vergen het opnemen van geld onder de leningsovereenkomst
en het uitbetalen aan het Ministerie van een deel van de inkomsten uit participaties
bepaalde administratieve handelingen. Indien ervan uit wordt gegaan dat er 4 aanvragen
worden gedaan en 2 aanvragen worden toegewezen, beslaat het totale bedrag aan administratieve
lasten voor alle aanvragende fondsen over de gehele looptijd van de subsidie in totaliteit
€ 70.000, ofwel 0,35% van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag.
Deze regeldrukparagraaf is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR),
maar is niet geselecteerd voor formele advisering door ATR.
3. Staatssteun
Deze wijzigingsregeling van de Seed capital subsidiemodule specifiek voor klimaat
en energie is verenigbaar met de Europese regels betreffende staatssteun. De subsidie
die op grond van deze titel wordt verstrekt, is aan te merken als staatssteun in de
zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze
staatssteun is echter geoorloofd op grond van artikel 21 (risicofinancieringssteun)
van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) als bedoeld in artikel 1.1 van
de RNES. De Seed capital subsidiemodule voldoet aan de voorwaarden van artikel 21
en hoofdstuk I van de AGVV. De met deze wijzigingsregeling in de Seed capital subsidiemodule
opgenomen definitie voor de klimaat en energie technostarter blijft binnen de bestaande
definitie van technostarter, zoals al opgenomen in artikel 3.10.1, eerste lid, van
de RNES. De openstelling zal separaat ter kennisneming aan de Europese Commissie worden
toegezonden, conform artikel 11, onder a, van de AGVV.
II. ARTIKELEN
Artikel I, onderdelen A, B, E en G, onder 1 (de artikelen 3.10.1, eerste lid, 3.10.2,
derde lid, en 3.10.12, eerste en tweede lid, en artikel 1, onderdeel z, van bijlage
3.10.1)
Met onderdeel A is aan de begripsbepalingen van titel 3.10 van de RNES het begrip
‘klimaat en energie technostarter’ toegevoegd, om de technostarters te definiëren
waarvoor in deze tender een fondsplan ingediend kan worden. Onderdeel G, onder 1,
voegt dezelfde begripsbepaling toe aan de modelgeldleningsovereenkomst, opgenomen
in bijlage 3.10.1. Onderdeel B voegt een nieuw derde lid in artikel 3.10.2 in, waardoor
de mogelijkheid wordt gegeven een subsidie te verstrekken aan een startersfonds voor
het uitvoeren van een fondsplan specifiek voor deze groep technostarters. Daardoor
wordt het ook mogelijk een aparte openstelling voor deze doelgroep op te nemen in
de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019. De wijzigingen van artikel 3.10.12,
opgenomen in onderdeel E, borgen dat de informatieverplichtingen uit artikel 3.10.12
ook gelden voor een subsidie voor een fondsplan specifiek voor klimaat en energie
technostarters als bedoeld in artikel 3.10.2, derde lid.
Artikel I, onderdeel C (artikel 3.10.5, tweede lid)
Het maximum subsidiebedrag voor een regulier startersfonds bedraagt gewoonlijk € 6
miljoen. Voor deze tender voor klimaat en energie technostarters is het, zoals reeds
toegelicht in het algemeen deel van de toelichting, wenselijk een groter fonds te
kunnen honoreren. Daarom wordt aan artikel 3.10.5 een tweede lid toegevoegd, waardoor
het in deze specifieke tender mogelijk is voor een startersfonds om een subsidie van
maximaal € 10 miljoen aan te vragen.
Artikel I, onderdelen D en G, onder 2 (artikel 3.10.7, eerste lid, onderdeel c, onder
3°, en artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van bijlage 3.10.1)
Omdat voor deze specifieke tender het maximale subsidiebedrag per fonds hoger ligt
dan voor de reguliere openstellingen, moeten ook grotere investeringen mogelijk zijn.
Daarom wordt voor deze tender opgenomen dat de gemiddelde totale verkrijgingsprijs
van participaties die gedurende de investeringsperiode in één technostartervennootschap
geïnvesteerd wordt, over alle technostartersvennootschappen genomen, maximaal € 2
miljoen bedraagt (normaal € 1,2 miljoen). Deze aanpassing is tevens in de modelgeldleningsovereenkomst,
opgenomen in bijlage 3.10.1, verwerkt.
Artikel I, onderdeel F (artikel 3.10.13b)
Omdat de onderhavige wijzigingen in de Seed capital subsidiemodule en de bijbehorende
model geldleningsovereenkomst slechts van belang zijn voor de (in beginsel) eenmalige
openstelling van de subsidiemodule voor een tender specifiek voor klimaat en energie
technostarters, kunnen deze wijzigingen na sluiting van deze tender weer vervallen.
Dit onderdeel voorziet daarin.
Artikel II
Met dit artikel is de tender van de Seed capital subsidiemodule ten behoeve van klimaat
en energie opgenomen in de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en
LNV-subsidies 2019. De openstellingsperiode loopt van 1 oktober 2019 tot en met 31 oktober
2019. Het subsidieplafond bedraagt € 20 miljoen. Hiermee kunnen in beginsel twee fondsen
gehonoreerd worden voor € 10 miljoen (totale fondsomvang minimaal € 20 miljoen).
Artikel III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019 en wordt gepubliceerd
meer dan twee maanden voordien, overeenkomstig het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten,
zoals vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer