Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

Nader Rapport

’s-Gravenhage, 1 juli 2019

WJZ / 19103045

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 november 2018, nr. 2018002101, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 januari 2019, nr. W18.18.0368/IV, bied ik U hierbij aan.

Bij Kabinetsmissive van 22 november 2018, no.2018002101, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES, met memorie van toelichting.

De voorgestelde wijzigingen van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES voorzien in vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers, verduidelijking van de taken en bevoegdheden van de Kamers, een grondslag voor de vaststelling van de hoogte van de vergoedingen voor door de Kamers te verrichten werkzaamheden bij ministeriële regeling, vereenvoudiging van de regels over de samenstelling van het bestuur van de Kamers en de benoeming van het personeel, en tot slot regeling van de jaarlijkse begrotingscyclus van de Kamers en financieel toezicht daarop. Met betrekking tot de Handelsregisterwet 2009 BES wordt voorzien in een wijziging van de systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het doel van het wetsvoorstel, zijnde de aanpak van knelpunten, en benadrukt het belang van een goede afstemming met betrokkenen in Caribisch Nederland bij de verdere uitvoering van de voorgenomen wetswijzigingen.

De Afdeling heeft bezwaar tegen de delegatie van de bevoegdheid tot volledige regeling van enkele hoofdelementen van het wettelijk stelsel bij algemene maatregel van bestuur, en adviseert tot handhaving in de wet van tenminste de hoofdelementen van de regeling met betrekking tot de verkiezing van het bestuur van de Kamer. Voorts adviseert de Afdeling om een verplichting tot een gescheiden registratie van lasten en baten te overwegen en de beoogde wijze van doorberekening van de kosten in de vergoedingen te verduidelijken.

1. Delegatie naar algemene maatregel van bestuur

In verband met de beoogde vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de (bestuurs)leden van de Kamers van Koophandel en Nijverheid, voorziet het wetsvoorstel in de volledige vervanging van de huidige artikelen 2 tot en met 10 van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES door een algemene grondslag voor regeling bij algemene maatregel van bestuur (het Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES). Dit zou betekenen dat onder meer de regels inzake het kiesrecht, de eisen aan de verkiesbaarheid, de zittingsduur en de wijze van (tussentijdse) opvolging van (bestuurs)leden niet meer bij wet worden gesteld. Deze onderwerpen behoren echter tot de hoofdelementen van het huidige wettelijke stelsel. De regels over de verkiezing van het bestuur van de Kamer door de lokale gemeenschap van ondernemers zijn bovendien van belang vanwege de maatschappelijke rol die de Kamers vervullen in de kleinschalige gemeenschappen van de BES. Met het oog op het primaat van de wetgever behoort de wet tenminste de hoofdelementen van een regeling te bevatten.1

De Afdeling heeft daarom bezwaar tegen de delegatie van de bevoegdheid tot regeling van voornoemde hoofdelementen van het wettelijk stelsel bij algemene maatregel van bestuur, en adviseert tot handhaving in de wet van tenminste de voornoemde hoofdelementen van de regeling met betrekking tot de verkiezing van het bestuur van de Kamer.

Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn naar aanleiding van deze bezwaren van de Afdeling aangepast. Hierbij zijn de hoofdelementen met betrekking tot de verkiezing van de bestuursleden van de Kamers opgenomen in het wetsvoorstel. Het gaat om de, door de Afdeling genoemde, regels inzake het kiesrecht (zie artikel I, onderdeel D), de eisen aan de verkiesbaarheid (zie artikel I, onderdeel F), de zittingsduur en de wijze van (tussentijdse) opvolging van (bestuurs)leden (zie artikel I, onderdeel I). In aanvulling op de in het advies genoemde elementen is ervoor gekozen ook de hoofdlijnen van het verkiezingsproces in de wet op te nemen (artikel I, onderdeel G), waarbij het houden van verkiezingen alleen noodzakelijk is als er meer kandidaten dan plaatsen zijn in het bestuur. Ten slotte is ook de rol van de verkiezingscommissie opgenomen in het wetsvoorstel (artikel I, onderdeel K), omdat zij de verkiezingsprocedure begeleidt en tot taak heeft toezicht te houden op de verkiezingen. Zie ook de artikelsgewijze toelichting voor de uitleg van deze artikelen.

Verschillende onderdelen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen, zijn nu opgenomen in een algemene maatregel van bestuur, namelijk het Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES (hierna: Kiesbesluit). Deze onderdelen zijn echter zodanig verbonden met de hoofdelementen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen dat besloten is deze ook in het wetsvoorstel op te nemen en in het vervolg niet meer bij algemene maatregel van bestuur te regelen. Het gaat hierbij om:

  • het vragen van verklaringen tot ondersteuning bij de kandidaatstelling, zie artikel I, onderdeel F, opgenomen in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, (artikel 20 van het huidige Kiesbesluit),

  • het zonder aparte verkiezingen toetreden van kandidaten tot het bestuur als het aantal kandidaten gelijk is aan of kleiner is dan het aantal plaatsen in het bestuur, zie artikel I, onderdeel G, opgenomen in artikel 5a, (artikel 31 van het huidige Kiesbesluit), en

  • het benoemen van bestuursleden door het Bestuurscollege bij opengebleven plaatsen, zie artikel I, onderdeel I, opgenomen in artikel 6, vijfde lid, (ook artikel 31 van het huidige Kiesbesluit).

Omdat alle hoofdelementen nu in het wetsvoorstel zijn opgenomen, is de algemene delegatiebepaling die in artikel 3 van het wetsvoorstel stond, verwijderd. In verschillende artikelen die hierboven zijn opgesomd, is nu een specifieke delegatiegrondslag opgenomen om deze hoofdelementen verder uit te kunnen werken in een algemene maatregel van bestuur.

2. Financiële aspecten

Het voorgestelde artikel 13a van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES bevat een verbod op het gebruik van baten uit de verrichting van de publieke taken ter financiering van andere activiteiten waarmee zij rechtsreeks concurreren met marktpartijen. Op de naleving van dit verbod wordt ingevolge de artikelen 21 en 22 van de wet toezicht gehouden. Op de Kamer van Koophandel in het Europese deel van Nederland zijn de concurrentieregels voor overheden in hoofdstuk 4B van de Mededingingswet van toepassing.2 Artikel 25b van die wet bevat de verplichting tot een gescheiden registratie van de lasten en baten van de verschillende activiteiten. Voor een adequaat toezicht op het verbod, zou hier eenzelfde transparantieverplichting kunnen worden overwogen.

Voorts wordt uit het voorstel niet duidelijk of er bij de vergoedingen voor de werkzaamheden3 sprake is van doorberekening van de integrale kosten.4

De Afdeling adviseert om een verplichte gescheiden registratie van lasten en baten te overwegen en de beoogde wijze van doorberekening van de kosten in de vergoedingen te verduidelijken.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal bezwaren bij het voorstel en adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen, tenzij het is aangepast.

Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn naar aanleiding van deze aanbevelingen aangepast.

Zoals de Afdeling terecht constateert, wordt ingevolge de artikelen 21 en 22 van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES toezicht gehouden op het verbod in het voorgestelde artikel 13a. In aanvulling hierop wordt in artikel 20 van het wetsvoorstel voorgeschreven dat de Kamers in het jaarverslag rapporteren over de toepassing van artikel 13a (artikel I, onderdeel S). Dit vergroot de transparantie van de toepassing van artikel 13a in de praktijk en vereenvoudigt daarmee het toezicht op dat artikel. Gelet op de schaalgrootte van de Kamers van Koophandel en Nijverheid op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, acht de regering het niet opportuun om een gescheiden boekhouding van baten en lasten te verplichten, mede gelet op het uitgangspunt van het wetsvoorstel om de regeldruk voor de beide Kamers zoveel mogelijk te verminderen.

Aan het advies is verder gevolg gegeven door in artikel 12, derde en vierde lid, expliciet te bepalen dat de Kamers de integrale kosten van hun wettelijke taken in rekening brengen (artikel I, onderdeel I).

3. Overige

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een nieuw derde lid aan artikel 1a van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES toe te voegen (artikel I, onderdeel B, onder 2, en de artikelsgewijze toelichting hierbij). In artikel 1a was wel geregeld dat het bestuur van de Kamer uit ten minste drie en ten hoogste vijf bestuursleden bestaat, maar voor de Kamer voor Sint Eustatius en Saba zijn aanvullende regels opgenomen om evenwichtigheid in het bestuur te waarborgen. Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een verouderde bepaling uit artikel 14, zesde lid (nieuw), van de Handelsregisterwet 2009 BES te laten vervallen (artikel II, onderdeel D van het wetsvoorstel). In de tweede volzin van dit artikellid wordt abusievelijk verwezen naar kohierbelastingen, een niet meer bestaande term.

Ten slotte is een aantal tekstuele onvolkomenheden in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting hersteld.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting met bijlage aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer.

Advies Raad van State

No. W18.18.0368/IV

’s-Gravenhage, 16 januari 2019

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 22 november 2018, no.2018002101, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES, met memorie van toelichting.

De voorgestelde wijzigingen van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES voorzien in vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers, verduidelijking van de taken en bevoegdheden van de Kamers, een grondslag voor de vaststelling van de hoogte van de vergoedingen voor door de Kamers te verrichten werkzaamheden bij ministeriële regeling, vereenvoudiging van de regels over de samenstelling van het bestuur van de Kamers en de benoeming van het personeel, en tot slot regeling van de jaarlijkse begrotingscyclus van de Kamers en financieel toezicht daarop. Met betrekking tot de Handelsregisterwet 2009 BES wordt voorzien in een wijziging van de systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het doel van het wetsvoorstel, zijnde de aanpak van knelpunten, en benadrukt het belang van een goede afstemming met betrokkenen in Caribisch Nederland bij de verdere uitvoering van de voorgenomen wetswijzigingen.

De Afdeling heeft bezwaar tegen de delegatie van de bevoegdheid tot volledige regeling van enkele hoofdelementen van het wettelijk stelsel bij algemene maatregel van bestuur, en adviseert tot handhaving in de wet van tenminste de hoofdelementen van de regeling met betrekking tot de verkiezing van het bestuur van de Kamer. Voorts adviseert de Afdeling om een verplichting tot een gescheiden registratie van lasten en baten te overwegen en de beoogde wijze van doorberekening van de kosten in de vergoedingen te verduidelijken.

1. Delegatie naar algemene maatregel van bestuur

In verband met de beoogde vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de (bestuurs)leden van de Kamers van Koophandel en Nijverheid, voorziet het wetsvoorstel in de volledige vervanging van de huidige artikelen 2 tot en met 10 van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES door een algemene grondslag voor regeling bij algemene maatregel van bestuur (het Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES). Dit zou betekenen dat onder meer de regels inzake het kiesrecht, de eisen aan de verkiesbaarheid, de zittingsduur en de wijze van (tussentijdse) opvolging van (bestuurs)leden niet meer bij wet worden gesteld. Deze onderwerpen behoren echter tot de hoofdelementen van het huidige wettelijke stelsel. De regels over de verkiezing van het bestuur van de Kamer door de lokale gemeenschap van ondernemers zijn bovendien van belang vanwege de maatschappelijke rol die de Kamers vervullen in de kleinschalige gemeenschappen van de BES. Met het oog op het primaat van de wetgever behoort de wet tenminste de hoofdelementen van een regeling te bevatten.1

De Afdeling heeft daarom bezwaar tegen de delegatie van de bevoegdheid tot regeling van voornoemde hoofdelementen van het wettelijk stelsel bij algemene maatregel van bestuur, en adviseert tot handhaving in de wet van tenminste de voornoemde hoofdelementen van de regeling met betrekking tot de verkiezing van het bestuur van de Kamer.

2. Financiële aspecten

Het voorgestelde artikel 13a van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES bevat een verbod op het gebruik van baten uit de verrichting van de publieke taken ter financiering van andere activiteiten waarmee zij rechtsreeks concurreren met marktpartijen. Op de naleving van dit verbod wordt ingevolge de artikelen 21 en 22 van de wet toezicht gehouden. Op de Kamer van Koophandel in het Europese deel van Nederland zijn de concurrentieregels voor overheden in hoofdstuk 4B van de Mededingingswet van toepassing.2 Artikel 25b van die wet bevat de verplichting tot een gescheiden registratie van de lasten en baten van de verschillende activiteiten. Voor een adequaat toezicht op het verbod, zou hier eenzelfde transparantieverplichting kunnen worden overwogen.

Voorts wordt uit het voorstel niet duidelijk of er bij de vergoedingen voor de werkzaamheden3 sprake is van doorberekening van de integrale kosten.4

De Afdeling adviseert om een verplichte gescheiden registratie van lasten en baten te overwegen en de beoogde wijze van doorberekening van de kosten in de vergoedingen te verduidelijken.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal bezwaren bij het voorstel en adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen, tenzij het is aangepast.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele verbeteringen en vereenvoudigingen aan te brengen in de regels over de Kamers van Koophandel en Nijverheid en het handelsregister op Bonaire, Saba en Sint Eustatius;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

In de artikelen van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

de Kamers:

de Kamers van Koophandel en Nijverheid, bedoeld in artikel 1a, eerste lid;

Onze Minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

openbaar lichaam:

het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

B

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘welke’ telkens vervangen door ‘die’ en komt de tweede volzin te luiden: Beide Kamers hebben een bestuur dat uit ten minste drie en ten hoogste vijf bestuursleden bestaat.

2. Het derde lid vervalt.

C

Artikel 2 vervalt.

D

Voor artikel 3 wordt de aanduiding ‘Kiesrecht’ vervangen door ‘Verkiezingen’.

E

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
  • 1. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de verkiezing van de bestuursleden van de Kamers.

  • 2. De regels hebben in elk geval betrekking op:

    • a. de kiesgerechtigden;

    • b. het opstellen, openbaar maken en sluiten van de kiezerslijsten;

    • c. de voorwaarden voor verkiesbaarheid;

    • d. de zittingsduur van de bestuursleden;

    • e. de opvolging van bestuursleden van de Kamer;

    • f. de duur van de verkiezing;

    • g. de samenstelling en zitting van de kiescommissie;

    • h. de wijze van verkiezing;

    • i. de bekendmaking van de verkiezing, en

    • j. de procedures voor het indienen van bezwaar of beroep tegen besluiten van het bestuur van de Kamer of van de kiescommissie in verband met de verkiezingen.

F

De artikelen 4 tot en met 10, alsmede de aanduidingen ‘Kiezerslijst’, ‘Verkiesbaarheid’, ‘Duur van het lidmaatschap’, ‘Tijdperk der verkiezing’, ‘Verkiezingscommissie’ en ‘Wijze van verkiezing’ vervallen.

G

Voor artikel 11 wordt de aanduiding ‘Bevoegdheden en verplichtingen der Kamers’ vervangen door ‘Bevoegdheden en taken van de Kamers’.

H

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

De Kamers geven aan Onze Minister en aan het Bestuurscollege, van het gebied waarbinnen zij gevestigd zijn, gevraagd en ongevraagd adviezen of inlichtingen.

I

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12
  • 1. De Kamers hebben tot taak:

    • a. het stimuleren van economische ontwikkelingen in hun gebied door middel van het bevorderen van onderzoeken en van overleg- en samenwerkingsvormen die de economische belangen van handel en nijverheid in hun gebied betreffen;

    • b. het verstrekken van inlichtingen van algemene aard over het oprichten en drijven van een onderneming in hun gebied, waaronder juridische en economische voorlichting.

  • 2. De Kamers kunnen de volgende taken uitvoeren:

    • a. het afgeven van verklaringen ten dienste van de handel en nijverheid;

    • b. het legaliseren van handtekeningen van personen die een onderneming of rechtspersoon in het handelsregister hebben ingeschreven;

    • c. het in depot nemen van algemene voorwaarden en het verstrekken van informatie daarover als bedoeld in artikel 234, eerste lid, onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES;

    • d. het uitvoeren van het hun opgedragen beheer over inrichtingen ten dienste van handel en nijverheid.

  • 3. De Kamers kunnen de kosten die samenhangen met het verrichten van de in dit artikel vermelde werkzaamheden in rekening brengen ten laste van degene voor wie deze werkzaamheden zijn verricht.

  • 4. De bedragen ter vergoeding van de kosten die samenhangen met het verrichten van de taken, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, worden bij ministeriële regeling vastgesteld.

  • 5. De bedragen ter vergoeding van de kosten die samenhangen met het verrichten van de taken, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, kunnen bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

De Kamers kunnen aan instellingen die een algemeen belang van handel en nijverheid bevorderen subsidie verlenen.

K

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a
  • 1. De Kamers verrichten, met de baten, bedoeld in artikel 19, onderdelen a, b, d en e, geen activiteiten waarmee zij rechtstreeks concurreren met ondernemingen of vrije beroepsbeoefenaren.

  • 2. De Kamers dragen er zorg voor dat hun werkzaamheden niet leiden tot het verhinderen, beperken of vervalsen van de mededinging tussen ondernemingen of vrije beroepsbeoefenaren.

L

Na artikel 13a wordt een aanduiding ingevoegd, luidende:

Vestiging, bestuur en personeel van de Kamers.

M

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

De Kamer voor Bonaire heeft een vestiging op Bonaire. De Kamer voor Sint Eustatius en Saba heeft vestigingen op Sint Eustatius en Saba.

N

Artikel 15 wordt vervangen door drie artikelen, luidende:

Artikel 15
  • 1. Het bestuur van een Kamer staat aan het hoofd van de Kamer.

  • 2. Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een penningmeester.

  • 3. De bestuursleden hebben elk gelijk stemrecht. Indien het bestuur bestaat uit een even aantal bestuursleden en de stemmen staken bij enig onderwerp, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4. De bestuursleden hebben op persoonlijke titel zitting in het bestuur en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

Artikel 15a

Een bestuurslid vervult geen functies die ongewenst zijn met het oog op de goede vervulling van zijn functie als bestuurslid of van zijn onafhankelijkheid of het vertrouwen daarin.

Artikel 15b
  • 1. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de taken van de Kamer.

  • 2. Het bestuur stelt een bestuursreglement vast, waarin in elk geval regels worden gesteld over:

    • a. de wijze waarop beslissingen van het bestuur worden voorbereid, genomen en uitgevoerd, en

    • b. de taak en bevoegdheden van de bestuursleden en de secretaris.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt de Kamer in rechte.

  • 4. De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigen bij de uitvoering van bestuursbesluiten gezamenlijk de Kamer buiten rechte.

O

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16
  • 1. Het bestuur benoemt en ontslaat de secretaris.

  • 2. De secretaris is het hoofd van het overige personeel en benoemt en ontslaat dat personeel.

  • 3. De secretaris heeft in bestuursvergaderingen een raadgevende stem.

  • 4. De Kamers stellen de salarissen van de secretaris en het overige personeel vast.

P

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 17, eerste lid, komt de tweede volzin te luiden: Wanneer de voorzitter of de meerderheid van de bestuursleden dat nodig vindt, wordt een besloten vergadering gehouden.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

Q

Artikel 18 vervalt.

R

Artikel 19 komt als volgt te luiden:

Artikel 19

De baten van de Kamer bestaan uit:

  • a. de opbrengsten uit de krachtens artikel 12, derde lid, ontvangen vergoedingen;

  • b. de opbrengsten uit vergoedingen voor andere bij of krachtens de wet aan de Kamer opgedragen taken;

  • c. de opbrengsten uit andere werkzaamheden en uit samenwerking met derden;

  • d. het heffen van gelden voor het gebruik van bij haar in beheer zijnde inrichtingen;

  • e. andere baten voor bij of krachtens de wet aan de Kamer opgedragen taken of voor de bedrijfsvoering van de Kamers.

S

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘den’ vervangen door ‘de’.

2. De tweede volzin komt als volgt te luiden: Onze Minister en het Bestuurscollege, van het gebied waarbinnen de Kamer gevestigd is, ontvangen vóór 1 mei van het jaar, dat volgt op het kalenderjaar waarop het verslag betrekking heeft, een exemplaar van het verslag.

T

Na artikel 20 wordt de aanduiding ‘Toezicht van het bestuur’ vervangen door ‘Toezicht’.

U

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de besluiten der Kamers’ vervangen door ‘de besluiten van het bestuur’, ‘verleenen’ door ‘verlenen’, ‘welke’ door ‘die’ en ‘het koopen, verkoopen en bezwaren’ door ‘kopen, verkopen en bezwaren’.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

V

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘besluiten der Kamers’ vervangen door ‘besluiten van het bestuur’, ‘den’ door ‘de’ en wordt ‘welk besluit bekend wordt gemaakt in de courant, waarin officieele stukken worden gepubliceerd’ vervangen door ‘dat bekend wordt gemaakt in de Staatscourant’.

2. In het derde lid wordt ‘brengt mede vernietiging’ vervangen door ‘brengt vernietiging mee’ en wordt ‘zoover’ vervangen door ‘zover’.

3. Het vijfde lid komt als volgt te luiden:

  • 5. Ingeval het bestuur ernstig nalatig is in het naleven van verplichtingen die haar ingevolge deze wet of andere wettelijke regelingen zijn opgelegd, besluit de Rijksvertegenwoordiger daarin namens het bestuur te voorzien ten koste van de nalatige Kamer. Deze voorziening brengt de bevoegdheid van de Rijksvertegenwoordiger mee om de nodige gelden uit de kas van de Kamer te putten, alsmede om over de diensten van de secretaris van de Kamer te beschikken, hem personeel toe te wijzen en hem bij gebleken ongeschiktheid of nalatigheid te ontslaan en in zijn vervanging te voorzien.

W

Na artikel 22 wordt de volgende paragraaf ingevoegd:

Financieel toezicht.
Artikel 22a
  • 1. Het bestuur stelt de begroting en het jaarplan vast en zendt deze aan het Bestuurscollege en aan Onze Minister vóór 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft.

  • 2. Het bestuur stelt de jaarrekening vast en zendt deze, tegelijkertijd met het jaarverslag, bedoeld in artikel 20, aan het Bestuurscollege en aan Onze Minister vóór 1 mei van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.

Artikel 22b
  • 1. De jaarrekening, waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd over het financieel beheer en van de geleverde prestaties in het verstreken boekjaar, wordt zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van artikel 15 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES ingericht.

  • 2. De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door de Kamer aangewezen deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES. Bij de aanwijzing van de accountant bedingt een Kamer dat aan Onze Minister desgevraagd inzicht wordt geboden in de controlewerkzaamheden van de accountant.

  • 3. De verklaring, bedoeld in het tweede lid, heeft mede betrekking op de rechtmatige inning en besteding van de middelen door een Kamer.

  • 4. De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het tweede lid, tevens een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van een Kamer voldoen aan de eisen van doelmatigheid.

Artikel 22c

Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld omtrent de inrichting van en de toelichting op de begroting en de jaarrekening, omtrent eisen met betrekking tot de hoogte en samenstelling van het eigen vermogen en omtrent aandachtspunten voor de accountantscontrole.

ARTIKEL II

De Handelsregisterwet 2009 BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6 wordt de zinsnede ‘binnen welker gebied zij gevestigd zijn’ telkens vervangen door ‘van het gebied waarbinnen’.

B

In artikel 8, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een zinsnede toegevoegd, luidende: met vermelding van de dag van ingang daarvan.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de Kamer ambtshalve bevoegd is tot het inschrijven van wijzigingen van daarbij aangewezen gegevens waarvan de Kamer op andere wijze kennis heeft gekregen.

2. In het derde lid (nieuw) en vierde lid (nieuw) wordt ‘als bedoeld in het eerste lid’ telkens vervangen door ‘als bedoeld in het eerste en tweede lid’.

D

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging en vervolgens jaarlijks na het jaar van inschrijving is voor elke ingeschreven onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging een bijdrage verschuldigd, die niet voor elke Kamer hetzelfde hoeft te zijn.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Hierbij kunnen regels worden gesteld over de verhouding naar rechtsvorm en grootte, niet zijnde het maatschappelijk kapitaal, in relatie tot de hoogte van de bijdrage tussen de verschillende ondernemingen en rechtspersonen.

3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met het zesde lid tot het derde tot en met het vijfde lid.

4. Het zevende lid vervalt, onder vernummering van het achtste tot het zesde lid.

E

Artikel 15 vervalt.

F

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

Voor het inzien van het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd, zijn aan de Kamer de bij ministeriële regeling vast te stellen bedragen verschuldigd.

G

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Voor het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd, zijn aan de Kamer de bij ministeriële regeling vast te stellen bedragen verschuldigd.

H

Artikel 17a vervalt.

I

Artikel 23 vervalt.

ARTIKEL III

Na inwerkingtreding van deze wet berust de op de artikelen 1a, derde lid, en artikel 6, zesde lid, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES gebaseerde algemene maatregel van bestuur op artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES zoals dat luidt na inwerkingtreding van deze wet en berust de op de artikelen 3, zesde lid, 5, vijfde lid, 7, eerste lid, 8, tweede lid, 13, 17a, 20 en 23, vijfde lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES gebaseerde algemene maatregel van bestuur op de artikelen 3, zesde lid, 5, vijfde lid, 7, eerste lid, 8, tweede lid, 13 en 20 van de Handelsregisterwet 2009 BES zoals die luiden na inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

MEMORIE VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Hoofdstuk 1. Doel en aanleiding
1.1 Inleiding

De Kamers van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en voor Sint Eustatius en Saba richten zich op het stimuleren van economische ontwikkeling door middel van het informeren en ondersteunen op het gebied van ondernemen.

De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES regelt de instelling, het functioneren en de taken van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Sint Eustatius en Saba. Beide Kamers behartigen de belangen van de handel en bedrijven in Caribisch Nederland. De Kamers geven adviezen of inlichtingen over aangelegenheden van ondernemerschap en bedrijvigheid aan het Bestuurscollege van het eiland of de eilanden waarbinnen zij gevestigd zijn. De Handelsregisterwet 2009 BES regelt het bestaan van een handelsregister, waarin ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven en het beheer van dit register door de Kamers van Koophandel. Met dit voorstel voor wijziging van beide wetten wordt een aantal knelpunten uit de dagelijkse praktijk van afgelopen jaren opgelost.

1.2 Aanleiding voor wetswijziging

Sinds 10 oktober 2010 gelden in Caribisch Nederland de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES. Deze wetten continueerden de bestaande Nederlands-Antilliaanse regelgeving op het gebied van het handelsregister en de Kamer van Koophandel en Nijverheid, met dien verstande dat deze regels technisch werden aangepast aan de nieuwe staatsrechtelijke positie van de eilanden binnen Nederland. De inhoud van de toen geldende Nederlands-Antilliaanse regelgeving werd zo veel mogelijk gehandhaafd. Met de vorming van Caribisch Nederland op 10 oktober 2010 is er naast de bestaande Kamer van Koophandel en Nijverheid op Bonaire een nieuwe Kamer van Koophandel en Nijverheid gevormd voor Sint Eustatius en Saba. Voor de transitiedatum kenden deze eilanden geen eigen Kamer, maar vielen ze onder de Kamer van Koophandel en Nijverheid die gevestigd is op Sint Maarten.

In de afgelopen jaren zijn beide Kamers in de praktijk aangelopen tegen diverse knelpunten in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES. Naar aanleiding daarvan is in overleg met de beide Kamers, de openbare lichamen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven op Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderzocht welke knelpunten dat zijn en zijn wensen voor mogelijke oplossingen geïnventariseerd. Hierbij is gebleken dat een aantal wijzigingen van deze wetten en de daarop gebaseerde lagere regelgeving nodig is.

1.3 Verhouding tot het uitgangspunt van legislatieve terughoudendheid

De regering hanteerde sinds de staatkundige hervormingen het uitgangspunt dat gedurende een periode van vijf jaar geen wetgevingsoperaties zouden plaatsvinden met ingrijpende effecten voor het bestuur of de burger in Caribisch Nederland (zie ook Kamerstukken II 2009/10, 31957, nr. 6, p. 7). Gedurende deze periode werd alleen regelgeving ingevoerd als daar een duidelijke noodzaak toe was. In de kabinetsreactie van 12 mei 20161 op het rapport van de evaluatiecommissie Caribisch Nederland heeft het kabinet aangegeven dat ook in de komende jaren rekening zal worden gehouden met het absorptievermogen van de eilanden en dat terughoudendheid op zijn plaats is. Daarbij zal onder meer prioriteit worden gegeven aan wetgeving die knelpunten wegneemt in de uitvoeringspraktijk van de eilanden.

Zoals hiervoor is aangegeven, levert de huidige wetgeving knelpunten op in de praktijk. De in dit wetsvoorstel voorgestelde oplossingen voor die knelpunten zijn afgewogen tegen het beginsel van legislatieve terughoudendheid.

Bij het opstellen van het voorstel is het uitgangspunt gehanteerd om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de systematiek en de terminologie van de huidige Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES.

Hoofdstuk 2. Huidige wetgeving
2.1 Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES regelt de instelling, bevoegdheden en verplichtingen van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Sint Eustatius en Saba. Op basis van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES is de primaire rol van de Kamers het behartigen van de belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening ter bevordering van de economische ontwikkelingen van het betreffende eiland. Daartoe kunnen de Kamers onder meer algemene informatie verstrekken over het oprichten en drijven van ondernemingen, subsidies verlenen aan instellingen die een algemeen belang van ondernemerschap en bedrijvigheid bevorderen en het verstrekken van informatie over bedrijven op de Caribisch Nederland, zoals uittreksels uit het handelsregister.

Beide Kamers hebben een bestuur, dat bestaat uit de gekozen leden van de Kamers. De wet stelt regels over de verkiezingen voor de leden van de Kamers. De wet bevat daarnaast bepalingen over de samenstelling en werkwijze van het bestuur, het jaarverslag en over toezicht op het bestuur. De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES bepaalt dat er één uitvoeringsorganisatie voor beide Kamers op Bonaire is gevestigd. Verder bevat deze wet bepalingen over de inkomsten van de Kamers.

Ten aanzien van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES zijn de volgende knelpunten gebleken:

  • In de huidige wet is voorgeschreven dat jaarlijks een derde deel van het bestuur aftreedt en gekozen wordt (artikel 6, tweede lid). Ook bestaat de verplichting dat op het moment dat tussentijds een bestuurslid aftreedt opnieuw verkiezingen voor de vacant gekomen plek moeten worden gehouden (artikel 6, derde lid). Deze jaarlijkse verkiezingen en tussentijdse verkiezingen leiden tot hoge administratieve lasten voor beide Kamers.

  • De verplichting om samen één uitvoeringsorganisatie in Bonaire aan te sturen is, gelet op de grote afstand tussen Bonaire enerzijds en Sint Eustatius en Saba anderzijds, voor beide Kamers niet werkbaar (artikel 14).

  • In de wet ontbreekt een paragraaf over het financieel toezicht op beide Kamers. In de huidige wet is alleen bepaald dat de Kamers zelf bij huishoudelijk reglement het comptabel toezicht regelen. Gegeven het publieke karakter van de taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid is een transparant financieel toezicht gewenst.

  • Tot slot bevat de wet oud en soms onduidelijk taalgebruik.

2.2 Handelsregisterwet 2009 BES

De Handelsregisterwet 2009 BES regelt dat het handelsregister wordt gehouden door de Kamers van Koophandel en dat daarin ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven. Verder regelt de wet welke ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister worden ingeschreven, de openbaarheid en inzage van het handelsregister en de jaarlijkse bijdrage die ondernemingen en rechtspersonen verschuldigd zijn aan de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor inschrijving in het handelsregister.

Ten aanzien van de Handelsregisterwet 2009 BES zijn de volgende knelpunten gebleken:

  • De huidige heffingssystematiek, waarbij de hoogte van de jaarlijkse bijdrage afhangt van het in de onderneming aanwezige eigen vermogen in dat jaar, leidt tot onduidelijkheden en discussie over de hoogte van dit eigen vermogen (artikel 14).

  • In de praktijk is gebleken dat mutaties in de gegevens in het handelsregister niet altijd worden doorgegeven. Dit kan in voorkomende gevallen leiden tot vervuiling van het register. De Kamers van Koophandel en Nijverheid moeten in voorkomende gevallen wijzigingen van ingeschreven gegevens kunnen doorvoeren in het handelsregister waarvan zij op basis van andere basisregisters hebben kennis gekregen.

Hoofdstuk 3. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
3.1 Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

Gezien de in paragraaf 2.1 geconstateerde knelpunten, worden in dit wetsvoorstel de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers van Koophandel en Nijverheid en delegatie van gedetailleerde regels over deze verkiezingen naar een algemene maatregel van bestuur (artikel 3);

  • verduidelijking van de toedeling van taken en bevoegdheden aan de Kamers (de artikelen 11 en 12);

  • vaststelling van de grondslag om de bedragen van vergoedingen voor een aantal door de Kamers verrichte werkzaamheden bij ministeriële regeling (artikel 12);

  • vereenvoudiging van de regels over de samenstelling van het bestuur van de Kamers en de benoeming van het personeel van de Kamers (de artikelen 15 tot en met 16);

  • toevoeging van een paragraaf over de begrotingscyclus van de Kamers en financieel toezicht daarop. De kamers stellen jaarlijks, op vaste momenten, een begroting en een jaarrekening op (de artikelen 22a tot en met 22c).

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de indeling van deze wet te verduidelijken en om tekstuele verbeteringen aan te brengen.

Verkiezingen

Dit wetsvoorstel neemt de genoemde knelpunten met betrekking tot de verkiezingen weg. Het voorstel is om de gedetailleerde regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers van Koophandel te vereenvoudigen en vast te leggen in een algemene maatregel van bestuur (het Kiesbesluit voor de kamers van Koophandel en Nijverheid BES). Deze zal onder meer regels bevatten over de wijze waarop de verkiezingen plaatsvinden, de frequentie en bekendmaking van de verkiezingen, de kiesgerechtigden en de voorwaarden voor verkiesbaarheid van nieuwe bestuurders. Deze kaders zijn opgenomen in voorgesteld artikel 3.

Op het moment dat tussentijds een bestuurslid aftreedt, bestaat nu de verplichting om opnieuw verkiezingen te houden. Met dit voorstel krijgen de Kamers van Koophandel en Nijverheid op Bonaire en Sint Eustatius en Saba de ruimte om een dergelijke plaats? vacant te houden tot de volgende verkiezing of een interim te benoemen. Hiermee worden onnodige organisatielasten voor de beide Kamers van Koophandel in Caribisch Nederland voorkomen.

Voorgesteld wordt dat het aantal bestuursleden minimaal drie en maximaal vijf bedraagt (voorgestelde artikel 1a, tweede lid) en dat het huidige artikel 6 vervalt. Dat heeft tot gevolg dat het bestuur volwaardig kan functioneren, zolang het ten minste drie leden telt en dat de noodzaak vervalt voor tussentijdse verkiezingen wanneer een bestuurslid tussentijds aftreedt. Dit zal voor de Kamers leiden tot aanzienlijke kosten- en tijdsbesparing, evenals het afschaffen van de oproepkaart.

Bevoegdheden en taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

De huidige taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid blijven gehandhaafd. De Kamers van Koophandel en Nijverheid geven gevraagd en ongevraagd inlichtingen en advies aan het betreffende bestuurscollege (artikel 11). Voorgesteld wordt daar aan toe te voegen dat zij ook de Minister van Economische Zaken en Klimaat inlichtingen en adviezen geven, bijvoorbeeld ter ondersteuning van het economisch beleid van het ministerie in deze. De Kamers van Koophandel en Nijverheid zijn gevestigd in Caribisch Nederland en hebben contact met alle bedrijven en ondernemers in Caribisch Nederland. Dit zorgt ervoor dat beide Kamers het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kunnen voorzien van inlichtingen en adviezen.

Naast de in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES vermelde taken en bevoegdheden, houden de Kamers het handelsregister en schrijven daarin ondernemingen en rechtspersonen in. Dit is geregeld in de Handelsregisterwet 2009 BES.

Verder wordt in het wetsvoorstel expliciet bepaald dat de Kamers van Koophandel en Nijverheid niet mogen concurreren met ondernemingen of vrije beroepsbeoefenaren met baten voor bij of krachtens de wet aan de Kamer opdragen taken of de bedrijfsvoering van de Kamers. (artikel 13a, eerste lid, in samenhang met artikel 19).

Samenstelling bestuur en benoeming van personeel van de Kamers

Het bestuur van de Kamer van Koophandel en Nijverheid is het besluitvormingsorgaan en zorgt voor de uitvoering van de taken van de Kamer. Voorgesteld wordt dat het bestuur uit ten minste drie en ten hoogste vijf bestuursleden bestaat (artikel 1a, tweede lid). Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en penningmeester. Deze functies zijn nodig voor het goed functioneren van het bestuur. Elk bestuurslid heeft gelijk stemrecht. Om te voorkomen dat er geen besluiten kunnen worden genomen bij een gelijk aantal stemmen, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Van de bestuursleden wordt verwacht dat zij op persoonlijke titel zitting nemen in het bestuur en zij daarin onafhankelijk de functie van bestuurslid zullen vervullen (voorgesteld artikel 15). Bestuursleden vervullen geen functies die strijdig zijn met het functioneren als bestuurder van de Kamer (artikel 15a). Als zich een situatie voordoet waarin sprake is van mogelijke belangenverstrengeling, kan een bestuurslid zich onthouden van stemmen.

De dagelijkse leiding van de Kamers van Koophandel is in handen van de secretaris van de Kamers van Koophandel en Nijverheid, die het hoofd van het personeel van de Kamers is. In de praktijk wordt bij de Kamer van Bonaire voor de secretaris de titel ‘directeur’ gebruikt en bij de Kamer voor Sint Eustatius en Saba de titel ‘executive secretary’. Daarnaast zal de secretaris een raadgevende stem hebben aan het bestuur van de Kamer. De secretaris wordt benoemd door het bestuur van de Kamers (voorgesteld artikel 16).

Toezicht en begrotingscyclus

Het toezicht op de Kamers blijft ongewijzigd. Artikel 21 bepaalt dat een aantal besluiten van het bestuur van de Kamers aan de goedkeuring van het desbetreffende Bestuurscollege of de Bestuurscolleges is onderworpen. De Bestuurscolleges zijn de dichtst bij de Kamers liggende bestuurslaag en zij hebben de vereiste kennis voor het toezicht op de Kamers. Op grond van artikel 22, eerste lid, kan de Minister van Economische Zaken en Klimaat besluiten van het bestuur van de Kamers schorsen of vernietigen wegens strijd met de wet of het algemeen belang. Ingeval het bestuur ernstig nalatig is in het naleven van de wettelijke verplichtingen, kan de Rijksvertegenwoordiger daarin voorzien ten koste van de nalatige Kamer. De Minister van Economische Zaken en Klimaat is, via de Rijksvertegenwoordiger, politiek verantwoordelijk voor een ordentelijk beheer van het handelsregister en de bedrijfsvoering van beide Kamers.

Deze toezichtsinstrumenten zijn verstrekkende instrumenten die met grote terughoudendheid worden toegepast. Uitgangspunt is vertrouwen dat de Kamers van Koophandel hun wettelijke taken naar behoren uitvoeren. Bestuursorganen worden geacht de bij hun besluitvorming betrokken belangen zorgvuldig af te wegen. Wanneer de inzet van toezichtsbevoegdheden wordt overwogen, zullen de Bestuurscolleges, de Minister van Economische Zaken en de Rijksvertegenwoordiger voorafgaand daaraan in overleg treden met het bestuur van de betrokken Kamer en het bestuur waar mogelijk in de gelegenheid stellen alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Voordat tot daadwerkelijke inzet van de toezichtinstrumenten zal worden overgegaan, zal het bestuursorgaan waar mogelijk vooraf de visie van het bestuur van de desbetreffende Kamer daarover vragen. Het bestuursorgaan kan in bepaalde gevallen afzien van het vragen van het standpunt aan het bestuur van de betrokken Kamer, bijvoorbeeld indien de vereiste spoed zich daartegen verzet of om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat.

Gegeven het publieke karakter van de voorlichtingstaken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid en hun wettelijke taak tot het houden van een openbaar handelsregister, is daarnaast een transparant financieel toezicht op de Kamers gewenst. Ten aanzien daarvan wordt voorgesteld dat de Kamers via een reguliere begrotingscyclus zich middels begroting, jaarplan, jaarrekening en jaarverslag verantwoorden aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en aan het Bestuurscollege (de artikelen 22a, 22b en 22c). Door middel van de begroting en het jaarplan zijn de Minister van Economische Zaken en Klimaat en het Bestuurscollege voorafgaand aan een kalenderjaar op de hoogte van de plannen van de Kamers, die in overleg kunnen worden bijgesteld. Na afloop van het kalenderjaar kunnen de Kamers aan de hand van het jaarrekening en jaarverslag verantwoording afleggen over het financieel beheer en de geleverde prestatie uit het verstreken boekjaar aan Minister van Economische Zaken en Klimaat en het Bestuurscollege.

3.2 Handelsregisterwet 2009 BES

In de Handelsregisterwet 2009 wordt de hoogte van de jaarlijkse bijdragen van ondernemingen en rechtspersonen bepaald op basis van het in de onderneming aanwezige eigen vermogen. Voorgesteld wordt om in dit wetsvoorstel de systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen te regelen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (artikel 14, tweede lid, van het Handelsregisterbesluit 2009 BES).

Daarbij wordt voorgesteld de huidige indeling naar eigen vermogen te laten vervallen en een nieuwe indeling van ondernemingen, rechtspersonen en nevenvestigingen op te nemen op basis van rechtsvorm en grootte. De onderlinge verhouding van ondernemingen en rechtspersonen wordt bepaald aan de hand van een indeling in categorieën met daarbij vermelde gewichten. Deze gewichten zijn een vermenigvuldigingsfactor. Op basis van de rechtsvorm en het bijbehorend gewicht wordt de hoogte van de jaarlijkse bijdrage bepaald (het vastgestelde bedrag, vermenigvuldigd met het toegekende gewicht). Het bedrag kan in een ministeriële regeling worden vastgesteld.

Deze systematiek is ontleend aan het systeem, zoals dat voorheen voor de Kamer van Koophandel in Nederland gold op basis van de Handelsregisterwet 2007. De voorgestelde indeling sluit aan bij de hoeveelheid werk die de Kamers van Koophandel en Nijverheid voor elk van deze categorieën verrichten en weerspiegelt daarmee voor elke categorie de werkelijke kosten die zijn verbonden aan de instandhouding van het handelsregister. Een indeling op basis van de rechtsvorm is een eenduidiger classificatie dan de huidige heffingssystematiek.

Regeling van de tarieven per gewicht bij ministeriële regeling is aangewezen omdat het gedetailleerde voorschriften van administratieve aard betreft.

Bij het opstellen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de ontwerpregeling zal overleg plaatsvinden met de direct betrokkenen in Caribisch Nederland – belangenverenigingen van ondernemers, de Kamers van Koophandel en Nijverheid en de bestuurscolleges in de openbare lichamen. Daarbij zullen de Kamers van Koophandel en Nijverheid worden gevraagd een inschatting te maken van de kosten per categorie.

Om de belangen van de ondernemers goed te kunnen betrekken bij de vaststelling van nieuwe tarieven, zal over het ontwerp tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de ontwerpregeling openbare consultatie via internet plaatsvinden.

De voorgestelde indeling is uitgewerkt in de onderstaande tabel.

Tabel 1 Rechtsvorm en bijbehorende gewicht jaarlijkse bijdrage

Rechtsvorm

Gewicht jaarlijkse bijdrage

Natuurlijk personen

Verenigingen

Stichtingen

Stichtingen particulier fonds

1

Vennootschappen onder firma

Maatschappen

2

Coöperaties met een aantal FTE1 tot 50

Naamloze vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE tot 50

Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE tot 50

3

Coöperaties met een aantal FTE van 50 of meer Naamloze vennootschappen met een aantal FTE van 50 of meer Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE van 50 of meer

8

X Noot
1

FTE: Het aantal werknemers en andere personen, waarbij het aantal deeltijdmedewerkers wordt omgerekend naar voltijdmedewerkers

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de Kamers van Koophandel en Nijverheid ambtshalve wijzigingen in het handelsregister kunnen inschrijven (voorgesteld artikel 9, tweede lid). Hierdoor kunnen de Kamers, wanneer zij via andere overheden, zoals de Bestuurscolleges, recentere en meer betrouwbare informatie verkrijgen over één of meerdere inschrijvingen in het handelsregister, die informatie in het handelsregister kunnen opnemen. Zo blijft de informatie die de Kamers van Koophandel en Nijverheid uit het handelsregister verstrekken, altijd het meest actueel en betrouwbaar.

Vanwege de administratieve aard wordt voorgesteld om de bedragen die zijn verschuldigd voor het inzien van het handelsregister en voor het verstrekken van een afschrift of een uittreksel uit het handelsregister in de nieuwe ministeriële regeling vast te stellen (voorgestelde artikelen 16 en 17).

Hoofdstuk 4. Effecten van het wetsvoorstel
4.1 Regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen

Doel van de voorgestelde wijzigingen is om knelpunten in de huidige wetgeving op te lossen en om de regeldruk voor de beide Kamers, bedrijven en instellingen zoveel mogelijk te verminderen. Naast een regeldrukvermindering zullen de wijzigingen voor beide Kamers eenmalige kosten (met name communicatie) met zich meebrengen. Deze worden geschat op eenmalig USD 3.500.

Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

Dit wetsvoorstel leidt vooral tot een vermindering van de regeldruk als gevolg van de voorgestelde wijzigingen in de verkiezingssystematiek. Waar de Kamers van Koophandel en Nijverheid nu praktisch elk jaar genoodzaakt zijn om verkiezingen uit te schrijven voor de leden van de Kamers als gevolg van iedere mutatie in het bestuur, wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld dat het bestuur bestaat uit een vijftal gekozen leden maar met een minimum van drie leden.

Ervan uitgaande dat bedrijven stemmen tijdens verkiezingen en daar 1 uur tijd aan spenderen, wat uitgaande van het gemiddeld uurloon USD 40 kost, zal de regeldruk per bedrijf naar aanleiding van de lagere frequentie van verkiezingen afnemen met USD 80 per drie jaar.

In de bestaande situatie wordt door de Kamers voor (jaarlijkse) verkiezingen een bedrag van USD 5000 geraamd. Hierin zitten de kosten van aanschrijving en versturing van het stembiljet aan de leden en de aankondiging van de verkiezingen in de krant. Daarnaast kost een verkiezing de Kamers van Koophandel zo’n 20 á 25 uur aan inzet van medewerkers en daarmee, uitgaande van een gemiddeld uurloon bij de Kamers van Koophandel van USD 402, wordt het totaal (25 x USD 40 =) USD 1000. Met dit wetsvoorstel worden deze kosten met een factor 3 verminderd (USD 2.000).

Voorgesteld wordt de eisen voor de publicatie van de voorgenomen verkiezing en de daarbij behorende kieslijsten, die nu nog in de wet staan, te vereenvoudigen en in het Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES (hierna: Kiesbesluit) op te nemen. Bij het opstellen van het besluit tot wijziging van het Kiesbesluit zullen de kwantitatieve gevolgen voor de hoogte van de lasten voor bedrijven en voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid in beeld worden gebracht.

Verder vervalt de verplichting voor de Kamers om jaarlijks de salarissen van de secretaris en van het overige personeel vast te stellen. Op basis van dit wetsvoorstel hoeven zij de salarissen alleen opnieuw vast te stellen als daar aanleiding voor is.

Daarnaast worden met de voorgestelde wijzigingen nieuwe eisen aan de Kamers van Koophandel en Nijverheid gesteld ten aanzien van het financieel toezicht. Het opstellen van een begroting en jaarrekening die aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat moeten worden aangeboden leidt tot een beperkte stijging van de administratieve lasten voor de beide Kamers. Zowel het opstellen van de jaarrekening als de begroting kost ongeveer 10 uur aan inzet van medewerkers. Daarmee zullen de regeldruk (20 x USD 40 =) USD 800 per jaar bedragen.

De impact van de voorgestelde wijzigingen op de bestuurlijke lasten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn beperkt. De eisen aan het financieel toezicht door middel van het aanbieden van een deugdelijke begroting en jaarrekening aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat hebben een beperkte impact voor het ministerie. De controle van begroting en jaarrekening zal 2 uur inzet vergen. Daarmee komen de kosten voor het ministerie op, in totaal op, 4 x € 100 = € 400 per jaar.

Dit wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de inrichting en werking van de Openbare Lichamen en brengt geen wijziging aan in de taken en bevoegdheden van de Bestuurscolleges.

Handelsregisterwet 2009 BES

In de Handelsregisterwet 2009 BES wordt een vereenvoudiging en verduidelijking van de categorieën van ondernemingen, rechtspersonen of nevenvestigingen voorgesteld op basis waarvan de heffingssystematiek voor inschrijving wordt gebaseerd. De nieuwe indeling is eenduidiger en leidt naar verwachting tot minder discussie. Immers de ondernemer hoeft niet meer jaarlijks omzetcijfers te overhandigen, op basis waarvan de bijdrage voor inschrijving in het handelsregister nu wordt berekend. Het nieuwe systeem is gebaseerd op rechtspersoon en de omvang van de onderneming, dat zal worden uitgewerkt in het Handelsregisterbesluit 2009 BES en in een nieuwe ministeriële regeling. De verwachting is dat de lastendruk voor bedrijven en de Kamers hierdoor zal afnemen. De hoogte van deze lastenreductie zal in de toelichting bij het ontwerpbesluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de op te stellen ministeriële regeling nader worden gekwantificeerd.

De huidige Handelsregisterwet 2009 BES veroorzaakt geen lasten voor burgers. Het wetsvoorstel brengt daarin geen wijziging.

Advies ATR

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft de gevolgen voor de regeldruk van de consultatieversie van dit wetsvoorstel beoordeeld en op basis daarvan een aantal aanbevelingen gedaan.

De aanbevelingen zien onder meer op de voorgestelde heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdragen. ATR adviseert na te gaan of de verplichting van een jaarlijkse bijdrage kan vervallen. Indien wordt vastgehouden aan de jaarlijkse bijdrage, adviseert ATR inzicht te bieden in de financiële gevolgen hiervan voor de ondernemers in Caribisch Nederland en om de gewichtsindeling voor de jaarlijkse bijdragen beter te onderbouwen. Naar aanleiding hiervan is de toelichting in paragraaf 3.2 en in deze paragraaf aangevuld.

ATR adviseert om bij overheidstrajecten ondernemingen niet te verplichten om een uittreksel uit het handelsregister te overleggen. In een beperkt aantal wettelijke regelingen is verstrekking van een afschrift van of een uittreksel uit het handelsregister aan een overheidsinstantie voorgeschreven: in het Besluit grote inrichtingen milieubeheer BES (artikel 5), het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen BES (artikel 4), het Besluit financiële markten BES (artikel 2:2) en in de daarop gebaseerde Regeling financiële markten BES (artikel 2:3). De verantwoordelijkheid voor deze regelingen berust bij andere bewindspersonen. In Caribisch Nederland is er geen basisregistratiestelsel met de verplichting voor overheden om gegevens daaruit te gebruiken. Bij het opstellen van de gedelegeerde regelgeving op grond van dit wetsvoorstel zal in overleg met de betrokken ministeries worden bezien of er alternatieven zijn voor deze voorschriften.

Verder adviseert ATR om ondernemers die zowel op het Europees grondgebied als in Caribisch Nederland werkzaam zijn actief te adviseren over de relevante verschillen in dienstverlening en financiering van de Kamers van Koophandel in beide gebieden. De Kamers in Caribisch Nederland zijn zich bewust van de verschillen ten opzichte van de regelgeving die geldt voor de Kamer van Koophandel in het Europees grondgebied van Nederland. Ondernemers die vestigingen hebben in beide gebieden zullen nadrukkelijk worden geïnformeerd over deze verschillen.

Ten slotte zijn naar aanleiding van het advies van ATR een paar omissies in de regeldrukberekening in deze paragraaf hersteld.

4.3 Financiële gevolgen
Financiële gevolgen voor het Rijk

De Kamers worden, waar nodig, ondersteund middels een incidentele (meerjaren)subsidie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de bedrijfsvoering of het bevorderen van ondernemerschap. Dit is een bestendiging van de huidige praktijk. De kosten voor de wettelijke taken van de Kamers worden opgebracht door de baten die worden ontvangen uit de jaarlijkse bijdragen van ondernemingen en rechtspersonen voor inschrijving in het handelsregister, voormelde subsidie en de andere in het voorgestelde artikel 19 vermelde baten. De inkomsten uit de jaarlijkse bijdragen voor beide Kamers in de nieuwe situatie zullen vergelijkbaar zijn met de inkomsten in de oude situatie.

De vereenvoudiging van de categorieën en de daaraan gerelateerde heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdrage voor het handelsregister zal waarschijnlijk leiden tot verbetering van de financiële situatie van de Kamers. Immers met de nieuwe indeling wordt de kans op het innen van de bijdragen vergroot en discussies omtrent de hoogte van de bijdrage sterk gereduceerd.

Er zijn geen financiële gevolgen voor de Bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Hoofdstuk 5. Consultatie

Tussen 13 augustus en 10 september 2018 heeft openbare internetconsultatie plaatsgevonden. Daarop zijn twee reacties binnen gekomen. Een reactie betreft de toezichthoudende bevoegdheid van de Rijksvertegenwoordiger in artikel 22, vijfde lid. Deze bevoegdheid is niet gewijzigd ten opzichte van de huidige wet en sluit aan bij de taken die de Rijksvertegenwoordiger heeft op grond van de Wet openbare lichamen BES. De andere reactie betreft de rol van internetproviders en is niet relevant voor dit wetsvoorstel.

Tijdens de periode van de internetconsultatie heeft een ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Bonaire, Sint Eustatius en Saba bezocht om met belanghebbenden te spreken over de wetswijzigingen. Deze belanghebbenden bestonden uit de Bestuurscolleges van de openbare lichamen, de Kamers van Koophandel en Nijverheid en diverse vertegenwoordigers van het bedrijfsleven op zowel Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In deze overleggen is onder meer aangegeven dat de bekendmaking van de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers duidelijk moet zijn voor iedereen. Daarom is het wetsvoorstel aangepast door aan artikel 3, eerste lid, van de wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES een onderdeel toe te voegen over de bekendmaking van de verkiezingen. Op grond van dit onderdeel zal in het Kiesbesluit worden geborgd dat tijdig en genoegzaam bekend wordt gemaakt wanneer en op welke wijze de verkiezingen plaatsvinden en wie zich daarvoor verkiesbaar kunnen stellen.

Naar aanleiding van de reacties in de internetconsultatie en de ingebrachte punten tijdens de overleggen met de belanghebbenden is de memorie van toelichting op onderdelen verduidelijkt.

II. Artikelen

Artikel I
B

De bepaling in artikel 1a, tweede lid, dat het bestuur van de Kamers uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden bestaat, heeft tot gevolg dat niet steeds nieuwe verkiezingen nodig zijn als een bestuurslid tussentijds aftreedt, mits er minimaal drie bestuursleden overblijven. Dit leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor de Kamers.

De grondslag voor het Kiesbesluit is verplaatst van artikel 1a, derde lid, naar artikel 3, eerste lid.

C

De Kamers van Koophandel en Nijverheid vertegenwoordigen zowel grote als kleine bedrijven. Voor verkiezing van de bestuursleden van de Kamer van Koophandel op Bonaire wordt in de huidige wet onderscheid gemaakt tussen kiezers voor het grootbedrijf en kiezers voor het kleinbedrijf. Met het vervallen van artikel 2 verdwijnt dat onderscheid.

Als het wenselijk is om bij het bepalen van de kiesgerechtigdheid voor de bestuursleden het onderscheid tussen grote en kleine bedrijven te behouden, kan dit onderscheid op basis van het voorgestelde artikel 3, tweede lid, onderdeel a, in het Kiesbesluit worden opgenomen.

E en F

Zoals in paragraaf 3.1 van het algemeen deel van deze toelichting is aangegeven, worden de regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers gedelegeerd naar het Kiesbesluit. De artikelen 4 tot en met 10 kunnen daarom vervallen. Om de administratieve lasten te verminderen, worden de procedures voor de verkiezingen in het Kiesbesluit vereenvoudigd.

Op basis van het voorgestelde artikel 3, tweede lid, kunnen in het Kiesbesluit regels worden gesteld over de onderwerpen die nu in de artikelen 3 tot en met 10 van de wet staan.

Op grond van onderdeel a wordt geregeld wie de kiesgerechtigden zijn voor de verkiezingen voor het bestuur. Samengevat gaat het om ingezetenen van het openbaar lichaam die in het handelsregister voorkomen als eigenaar, lid van een vennootschap onder firma of beherend vennoot van een commanditaire vennootschap, dan wel in een functie die de bevoegdheid meebrengt handelingen te verrichten voor het bestuur of beheer van een rechtspersoon aan wie een onderneming of nevenvestiging behoort, dan wel een algemeen gevolmachtigde of algemeen procuratiehouder bij een in het handelsregister ingeschreven onderneming. Zoals hiervoor is toegelicht, kan – indien dat wenselijk is – in het openbaar lichaam Bonaire onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine bedrijven, met als doel dat grote bedrijven en kleine bedrijven een aantal bestuursleden kunnen kiezen dat in verhouding staat tot het aantal grote of kleine bedrijven in dat openbaar lichaam. Dit is nu nog geregeld in de artikelen 2 en 3 van de wet.

Onderdeel b bevat de basis voor regels over de kiezerslijsten en onderdeel c het regelen wie verkiesbaar zijn als bestuurslid. Dit is nu geregeld in artikel 4, onderscheidenlijk artikel 5, van de wet.

Onderdeel d bevat de grondslag voor regels over de zittingsduur van bestuursleden. Op basis van dit onderdeel kunnen zowel de zittingsduur van het bestuur, als het aantal keer dat een bestuurslid verkiesbaar kan zijn, worden geregeld. Op grond van onderdeel e wordt de opvolging van bestuursleden geregeld. Op grond van de huidige wet moet jaarlijks een deel van het bestuur aftreden en zijn nieuwe verkiezingen nodig voor de vacante plek. Dat brengt hoge lasten mee. Beoogd wordt om in het Kiesbesluit te regelen dat alle bestuursleden op hetzelfde moment worden gekozen. Onderdeel d is gebaseerd op de huidige artikelen 6 en 7 en onderdeel e op de artikelen 6 en 8, tweede lid.

Op grond van onderdeel f worden regels gesteld over de duur van de verkiezing. Dit is nu nog geregeld in artikel 8, eerste lid.

Voor de verkiezingen voor de bestuursleden van de Kamers wordt in elk openbaar lichaam een kiescommissie ingesteld, die tot taak heeft de voorbereiding van de verkiezingen, de begeleiding van de stemming en de bekendmaking van de uitslag. Onderdeel g biedt de grondslag voor regels over de kiescommissie. De kiescommissie is nu geregeld in artikel 9 van de wet.

Op grond van onderdeel h kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de verkiezing plaatsvindt. Artikel 10, eerste lid, bevat nu nog de basis voor dergelijke regels. Het reglement waarnaar wordt verwezen in dit artikel, is het Kiesbesluit. Van de in dit onderdeel bedoelde regels maakt ook onderdeel uit dat kiezers tijdens de stemming bezwaren kunnen inbrengen wanneer de stemming niet overeenkomstig het Kiesbesluit plaatsvindt, waarvan in het proces-verbaal van de stemming aantekening wordt gemaakt.

Het is van belang dat verkiezingen transparant verlopen en dat tijdig bekend wordt gemaakt dat verkiezingen worden gehouden en wie zich daarvoor verkiesbaar kunnen stellen. Op grond van onderdeel i kunnen daarover regels worden gesteld.

Ten slotte worden op basis van onderdeel j procedures geregeld voor het indienen van bezwaar tegen de kiezerslijsten, en tegen besluiten over geloofsbrieven. Deze materie is nu nog verspreid over artikel 4, vierde en vijfde lid, onderdelen c, en d, en artikel 10, tweede lid, van de wet.

H

Dit artikel is toegelicht in paragraaf 3.1 van het algemeen deel van deze memorie.

I

Dit artikel beschrijft de taken die de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES hebben. Het merendeel van deze taken staat nu in artikel 13 van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.

De taken in het voorgestelde artikel 12, eerste lid, onderdeel a, zijn gebaseerd op het huidige artikel 13, eerste lid, onderdeel g. Daarbij is de taakomschrijving verduidelijkt en gemoderniseerd.

De taken in artikel 12, eerste lid, onderdelen a, b en d, zijn overgenomen uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderscheidenlijk de onderdelen c, d en b. Een voorbeeld van de in onderdeel a vermelde verklaringen is het certificaat van oorsprong: een document dat bewijst in welk land een product is gemaakt.

Artikel 12, eerste lid, onderdeel c (het in depot nemen van algemene voorwaarden en het verstrekken van informatie daarover) is nieuw. Op grond van artikel 233, aanhef en onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar, als de gebruiker niet aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Op grond van artikel 234, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES heeft de gebruiker aan de wederpartij onder meer een redelijke mogelijkheid geboden als hij vóór de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij heeft bekendgemaakt dat de voorwaarden bij een door hem opgegeven kantoor van het handelsregister zijn gedeponeerd.

Het eerste lid, onderdeel d, betreft het heffen van gelden voor het gebruik van bij haar in beheer zijnde inrichtingen. Op dit moment hebben beide Kamers geen inrichtingen in beheer. Mocht dit zich in de toekomst voordoen, dan is daarvoor toestemming nodig van het betreffende Bestuurscollege (huidige artikel 21, eerste lid, onderdeel b). In dat geval kunnen, afhankelijk van de omvang de beheerde inrichting, bedragen voor de vergoeding van de kosten van het beheer bij ministeriele regeling worden vastgesteld (artikel 12, vijfde lid).

De taken uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderdelen a en d, keren terug in de artikelen 13 en 19, eerste lid, onderdelen a, c en d, van het wetsvoorstel.

Naast de in dit artikel toegedeelde taken hebben de Kamers ook taken op grond van andere wetgeving, bijvoorbeeld de inschrijving van ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister op grond van artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES.

Nieuw is dat expliciet is vermeld dat de vergoedingen die de Kamers kunnen heffen voor de doorberekening van kosten voor toelating bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

Deze tarieven kunnen worden opgenomen in dezelfde ministeriële regeling waarin de tarieven voor de jaarlijkse bijdragen voor inschrijving in het handelsregister worden vastgesteld. Zoals in paragraaf 3.2 is vermeld, zal over een ontwerpregeling openbare consultatie plaatsvinden en overleg worden gevoerd de direct betrokkenen in Caribisch Nederland.

J

De bevoegdheid van de Kamers van Koophandel en Nijverheid om subsidie te verlenen is overgenomen uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderdeel a.

K

Dit artikel is nieuw. Het regelt dat de Kamers geen concurrentievoordeel ten opzichte van de markt hebben vanuit de bij of krachtens de wet aan de Kamers opgedragen taken. Het is de Kamers wel toegestaan om activiteiten te verrichten die ook door de markt (kunnen) worden verricht, maar zij mogen daarbij geen gebruik maken van het voordeel dat zij verkrijgen door de publieke taken die de Kamers zijn opgedragen. Met de instrumenten in de artikelen 21 en 22, die in paragraaf 3.1 zijn toegelicht, wordt ook toezicht gehouden op de naleving van deze bepaling.

M

Voorgesteld wordt het voorschrift in het huidige artikel 14 dat de Kamers sturing geven aan één uitvoeringsorganisatie die op Bonaire is gevestigd te laten vervallen. In de praktijk heeft deze bepaling geen betekenis, vanwege de grote afstand tussen Bonaire enerzijds en Saba en Sint Eustatius anderzijds.

De term ‘publiekskantoor’ is vervangen door ‘vestiging’. Dat begrip wordt ook gebruikt in de Wet op de Kamer van Koophandel die voor het Europees-Nederlands grondgebied van het Koninkrijk geldt.

N
Artikel 15

In dit artikel is verduidelijkt hoe het bestuur van de Kamers is samengesteld. Nieuw is dat de penningmeester lid van het bestuur is (tweede lid). Dit impliceert dat de penningmeester en de secretaris niet meer één en dezelfde persoon kunnen zijn, omdat de secretaris geen lid is van het bestuur. Zie voor de toelichting op de functie van de directeur paragraaf 3.1 van het algemeen deel.

Artikel 15a

Dit artikel geeft een kader voor de goede vervulling van het bestuurslidmaatschap van de Kamers. Omdat niet op voorhand in elke denkbare situatie kan worden voorzien en omstandigheden wijzigen door nieuwe ontwikkelingen, is geen specificatie opgenomen van functies die ongewenst zijn in combinatie met het bestuurslidmaatschap. De bestuursleden moeten zich bewust zijn van wat het betekent om bestuurslid van een Kamer te zijn en nadenken of andere functies daarmee verenigbaar zijn. Zij kunnen dit met de andere bestuursleden bespreken.

Artikel 15b

Het bestuur kan op grond van het tweede lid, een reglement vaststellen. Dit is nu nog geregeld in artikel 18. Het reglement regelt de wijze waarop beslissingen van het bestuur worden voorbereid, genomen en uitgevoerd en de wijze waarop het bestuur en de secretaris hun taken uitvoeren. Dit betreft de interne gang van zaken bij het bestuur van de Kamers van Koophandel. Goedkeuring door het bestuurscollege van dat reglement is niet nodig.

Nieuw is dat expliciet geregeld is dat de voorzitter de Kamer vertegenwoordigt in rechte en dat de voorzitter en de secretaris de Kamer buiten rechte vertegenwoordigen (derde en vierde lid).

P

Artikel 17, tweede lid, op grond waarvan de Kamer personen die geen lid van de Kamer zijn, kan verzoeken om tijdens een vergadering voorlichting te geven, vervalt. De Kamer kan daar ook om vragen zonder expliciete bepaling.

Q

Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 15b.

R

Dit artikel bevat een basis voor het heffen van gelden en retributies, die nu in artikel 19, eerste lid, in samenhang met artikel 13, eerste lid, onderdeel e, staan. De verschillende baten van de Kamers zijn in dit artikel gespecificeerd, in lijn met de Wet op de Kamer van Koophandel die voor het Europees-Nederlands grondgebied geldt (artikel 39). De opbrengsten uit vergoedingen voor taken die bij andere wetten dan de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES aan de Kamers zijn opgedragen (onderdeel b), zien op de jaarlijkse bijdragen voor inschrijving in het handelsregister. Paragraaf 3.2 geeft een toelichting op de jaarlijkse bijdragen.

De opbrengsten uit andere werkzaamheden en samenwerking met derden (onderdeel c) betreffen niet wettelijke taken van de Kamers, waarvan de bedragen voor de vergoeding van de kosten niet wettelijk geregeld hoeven te worden. Een voorbeeld zijn de opbrengsten van de verhuur van vergaderruimte of conferentieruimte door de Kamers aan derden.

Andere baten (onderdeel e) bestaan uit incidentele subsidies die het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan de Kamers verleent. Paragraaf 4.3 bevat een nadere toelichting op de subsidie.

S

De wijziging van de tweede volzin is toegelicht in het algemeen deel van deze memorie.

Artikel II
A en B

De wijzigingen van dit artikel zijn louter technisch en taalkundig van aard.

C

De wijziging van artikel 9 is toegelicht in paragraaf 3.2 van het algemeen deel van deze memorie.

D

Dit artikel is toegelicht in paragraaf 3.2 van het algemeen deel van deze memorie.

E

Gelet op de nieuw voorgestelde systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen, kan artikel 15 vervallen.

I

Artikel 23 vervalt. Het eerste, tweede, derde en vijfde lid bevatten uitgewerkt overgangsrecht.

Het vierde lid bevat een onjuiste verwijzing naar artikel 15. Dit lid lijkt abusievelijk overgenomen uit de Handelsregisterverordening Curaçao, waarin deze verwijzing wel hout snijdt. De Handelsregisterwet 2009 BES bevat echter geen vergelijkbare bepaling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,


X Noot
1

Zie ook aanwijzing 2:19 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit geldt onverminderd de mogelijkheid van nadere uitwerking van deze elementen bij lagere regeling.

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 33 533, nr. 3, p. 32.

X Noot
3

Zie voorgestelde artikel 12, derde en vierde lid, Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.

X Noot
4

Vergelijk artikel 35, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel en artikel 25i, eerste lid, van de Mededingingswet.

X Noot
1

Zie ook aanwijzing 2:19 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit geldt onverminderd de mogelijkheid van nadere uitwerking van deze elementen bij lagere regeling.

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 33 533, nr. 3, p. 32.

X Noot
3

Zie voorgestelde artikel 12, derde en vierde lid, Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.

X Noot
4

Vergelijk artikel 35, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel en artikel 25i, eerste lid, van de Mededingingswet.

X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 34 300 IV, nr. 59.

X Noot
2

Dit is een gemiddeld uurtarief op basis van de uurtarieven van alle medewerkers van de KvK.

Naar boven