Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2019, 2019-0000042961, tot wijziging van de Beleidsregels toepassing Besluit onderstand BES 2019 in verband met de toepassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in Caribisch Nederland

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 12, eerste lid, en 18, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit onderstand BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels toepassing Besluit onderstand BES 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na ‘- Vrijlatingsregeling inkomsten kinderalimentatie (artikel 7)’ ingevoegd: ‘- Vrijlatingsregeling uitkering Wet schadefonds geweldsmisdrijven (artikel 7a)’.

B

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Vrijlatingsregeling uitkering Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Niet tot de middelen van belanghebbende wordt gerekend een uitkering op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven, tenzij dit uit oogpunt van verlening van onderstand niet verantwoord is te achten.

Grondslag: artikel 12, eerste lid, en artikel 18, tweede lid, onderdeel a, Besluit onderstand BES

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: C.A. Herstel De directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie

TOELICHTING

Sinds 1 april 2019 strekt de werking van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Stb. 2019, 116) zich tevens uit tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland). De uitkering uit het Schadefonds is bedoeld als tegemoetkoming in geleden schade en is op zichzelf geen inkomensvoorziening. Vanwege het bijzondere karakter van de uitkering uit hoofde van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven is besloten deze uitkering voor de toepassing van de onderstand in beginsel niet tot de middelen te rekenen. Dit betekent dat de uitkering bij het beoordelen van het recht op onderstand als regel buiten beschouwing wordt gelaten. Voorwaarde is dat de uitkering uit het Schadefonds in de individuele situatie uit oogpunt van verlening van onderstand verantwoord is te achten. Dit is afhankelijk van de beoordeling van het individuele geval. De RCN-unit SZW, die met de uitvoering van het Besluit onderstand BES is belast, past een individuele beoordeling toe met het oog op maatwerk, zoals dit de gebruikelijke werkwijze is bij de toepassing van de onderstand.

Eventueel tot de middelen rekenen van een uitkering uit het Schadefonds zal dan slechts betrekking hebben op een (door de RCN-unit SZW te bepalen) gedeelte van die uitkering. Dit betekent dat (gezien het karakter van de uitkering) niet de gehele uitkering uit het Schadefonds tot de middelen wordt gerekend.

Deze beleidsregel is een verbijzondering van hetgeen reeds is bepaald in artikel 18, tweede lid, van het Besluit onderstand BES (‘Niet tot de middelen worden gerekend bijdragen van familie en derden voor zover deze naar het oordeel van Onze Minister uit een oogpunt van verlening van onderstand verantwoord zijn.’). Hiermee wordt buiten twijfel gesteld dat een uitkering van het Schadefonds Geweldsmisdrijven overeenkomstig aan een bijdrage van derden wordt behandeld.

Den Haag, 27 juni 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: C.A. Herstel De directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie

Naar boven